Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 maart 1998
gepubliceerd op 31 maart 1998

Koninklijk besluit houdende vereenvoudiging van de bijzondere loopbanen waarvan sommige ambtenaren van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers kunnen titularis zijn

bron
ministerie van ambtenarenzaken
numac
1998002042
pub.
31/03/1998
prom.
11/03/1998
ELI
eli/besluit/1998/03/11/1998002042/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 MAART 1998. Koninklijk besluit houdende vereenvoudiging van de bijzondere loopbanen waarvan sommige ambtenaren van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers kunnen titularis zijn


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen door de wet van 22 juli 1993;

Gelet op de wet van 8 augustus 1981 tot oprichting van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers en van de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 37°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 september 1994 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995 en 39°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995 en artikel 36, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 maart 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 oktober 1996 houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen toepasselijk op de Rijksambtenaren;

Gelet op het advies van de Raad van Beheer;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 28 april 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 28 april 1997;

Gelet op het Protocol van 10 december 1997 van het Sector comité XII, Sociale Zaken;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de aanpassing van de administratieve loopbaan van de ambtenaren, die titularis zijn van bijzondere graden, op dezelfde wijze dient te geschieden als deze van de ambtenaren, die titularis zijn van gemene graden;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. De ambtenaren die op de datum van 1 januari 1994 titularis zijn van één van de graden geschrapt in bijlage II van het koninklijk besluit betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers kunnen titularis zijn en die in de linkerkolom voorkomen, worden ambtshalve benoemd in de graad die in de rechterkolom voorkomt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De ambtenaren die krachtens § 1 benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit welke verkregen was in de graad waarvan ze titularis waren. § 3. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van beambte (rang 42) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 43 en 42 geacht verricht te zijn in de graad van rang 42. § 4. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van geschoold arbeider (rang 42) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 44, 43 en 42 geacht verricht te zijn in de graad van rang 42. § 5. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van arbeider (rang 40) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 41 en 40 geacht verricht te zijn in de graad van rang 40. § 6. De door deze ambtenaren verkregen weddeancienniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 2.§ 1. De ambtenaren die, op datum van 1 januari 1996, titularis zijn van één van de graden geschrapt in bijlage III van het koninklijk besluit betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers en die voorkomt in de linkerkolom, worden ambtshalve benoemd in de graad die voorkomt in de rechterkolom : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De ambtenaren die krachtens § 1 benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit verkregen in de graad waarvan zij titularis waren. § 3. De ambtenaren die in een graad van niveau 2+ worden benoemd, behouden in dit niveau de anciënniteit verkregen in het niveau 2. § 4. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 3.§ 1. De ambtenaren die, op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, titularis zijn van één van de graden geschrapt in bijlage IV van het koninklijk besluit betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers en die voorkomt in de linkerkolom, worden ambtshalve benoemd in de graad die in de rechterkolom voorkomt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De ambtenaren die krachtens § 1 benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de graadanciënniteit welke verkregen was in de graad waarvan ze titularis waren. § 3. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van boekhouder (rang 26) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van de rangen 28, 24 en 22, geacht verricht te zijn in de graad van rang 26. § 4. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 4.§ 1. De ambtenaren die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit titularis zijn van één van de graden geschrapt in bijlage IV van het koninklijk besluit betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers en die voorkomt in de linkerkolom, worden ambtshalve benoemd in de graad die in de rechterkolom voorkomt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De ambtenaren die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit titularis zijn van de gemene graad van apotheker, worden ambtshalve benoemd in de graad van apotheker (loopbaan in uitdoving). § 3. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van apotheker (vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 10) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rangen 11 en 10 geacht verricht te zijn in de graad van rang 10. § 4. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 5.De graad van apotheker (vlakke loopbaan in uitdoving) opgericht in bijlage IV van het koninklijk besluit betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers kunnen titularis zijn, is afgeschaft na toepassing van artikel 4, §§1 en 2.

Art. 6.De graad van apotheker-directeur (vlakke loopbaan in uitdoving) opgericht in bijlage IV van het koninklijk besluit betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers kunnen titularis zijn, kan slechts toegekend worden aan de ambtenaren titularis van de graad van apotheker (vlakke loopbaan in uitdoving). Deze bevordering wordt toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan.

In afwijking van artikel 65, § 1, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de beoordeling en de loopbaan van het Rijkspersoneel, kunnen zij slechts bevorderd worden, wanneer zij tenminste 18 jaar graadanciënniteit hebben in de graad van apotheker (vlakke loopbaan in uitdoving).

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 11 maart 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers, met uitzondering van artikel 1, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1994 en van artikel 2, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1996.

Art. 8.Onze Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 maart 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT

^