gepubliceerd op 22 januari 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 houdende vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en de wijze van verdeling van de rijkstoelagen voor de dienst voor geneeskundige verzorging georganiseerd door de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen
11 JANUARI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 houdende vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en de wijze van verdeling van de rijkstoelagen voor de dienst voor geneeskundige verzorging georganiseerd door de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, inzonderheid op artikel 27bis, ingevoegd bij de wet van 22 februari 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 houdende vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en de wijze van verdeling van de rijkstoelagen voor de dienst voor geneeskundige verzorging georganiseerd door de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2 juli 1996 en 19 juni 1997;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 juli 1998;
Gelet op de beraadslaging van de Ministerraad, op 24 juli 1998, betreffende de adviesaanvraag binnen een termijn van één maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 26 november 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 houdende vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en de wijze van verdeling van de rijkstoelagen voor de dienst voor geneeskundige verzorging georganiseerd door de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 juli 1996, wordt vervangen door de volgende bepaling: « Artikel 1, § 1. De met toepassing van artikel 27bis van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen in de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, onder de basisallocatie 52.11.42.12 ingeschreven toelagen, worden verdeeld onder de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, die de dienst geneeskundige verzorging gedurende het jaar dat het betrokken begrotingsjaar voorafgaat hebben ingericht voor de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen die vrijwillig zijn toegetreden tot deze dienst voor de andere geneeskundige verstrekkingen dan die bepaald bij de regeling voor verplichte verzekering inzake geneeskundige verzorging welke op hen betrekking heeft. § 2. De toelagen worden verdeeld onder de landsbonden op basis van de normatieve verdeelsleutel van het beschouwde jaar, dat voortvloeit uit de toepassing van artikel 1sexies en vastgesteld overeenkomstig artikel 201 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, rekening houdend met de in artikel 196, §§ 3 en 4, van dezelfde wet gedefinieerde parameters.
De eventuele negatieve resultaten die voortvloeien uit de toepassing van de voornoemde normatieve verdeelsleutel, worden verdeeld tussen alle ziekenfondsen die een positieve toelage hebben pro rata van deze positieve toelage.
De landsbonden verdelen deze toelagen onder de bij hen aangesloten ziekenfondsen, overeenkomstig dezelfde criteria. De toelagen moeten door de ziekenfondsen geboekt worden in hetzelfde dienstjaar als het begrotingsjaar waarop zij aangerekend worden. § 3. Het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu stort vóór het einde van ieder kwartaal aan de landsbonden van ziekenfondsen een voorschot gelijk aan een vierde van het met toepassing van artikel 27bis van de voornoemde wet van 6 augustus 1990 in de begroting van het lopende dienstjaar ingeschreven bedrag.
Dit voorschot wordt onder de landsbonden verdeeld in verhouding tot de toelagen die toegekend zijn voor het voorafgaande begrotingsjaar.
In afwijking van het voorgaande lid, worden de drie driemaandelijkse voorschotten voor het jaar 1998 onder de landsbonden verdeeld in verhouding tot de toelagen van het jaar 1995 die voortvloeien uit de toepassing van dit besluit.
De landsbonden verdelen dit voorschot onder de bij hen aangesloten ziekenfondsen overeenkomstig dezelfde criteria. ».
Art. 2.Artikel 1quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 19 juni 1997, wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 1quinquies.Voor de jaren 1998, 1999, 2000, 2001, 2002 en 2003, wordt de verdeling van de toelagen, conform de bepalingen uit artikel 1, als volgt gecorrigeerd : 1° voor de toelagen van het jaar 1998 worden de drie driemaandelijkse voorschotten en de liquidatie van het saldo elk gecorrigeerd met een achtste van het verschil tussen het bedrag ingevolge de toepassing voor 1995 van artikel 1, § 2, op de betrokken landsbond en het bedrag van de toelagen voor het jaar 1995 die bij toepassing van artikel 1bis daadwerkelijk aan deze landsbond werden toegekend;2° voor de toelagen van het jaar 1999 worden de drie driemaandelijkse voorschotten en de liquidatie van het saldo elk gecorrigeerd met een achtste van het verschil tussen het bedrag ingevolge de toepassing voor 1995 van artikel 1, § 2, op de betrokken landsbond en het bedrag van de toelagen voor het jaar 1995 die bij toepassing van artikel 1bis daadwerkelijk aan deze landsbond werden toegekend;3° voor de toelagen van het jaar 2000 worden de drie driemaandelijkse voorschotten en de liquidatie van het saldo elk gecorrigeerd met een achtste van het verschil tussen het bedrag ingevolge de toepassing voor 1996 van artikel 1, § 2, op de betrokken landsbond en het bedrag van de toelagen voor het jaar 1996 die bij toepassing van artikel 1ter daadwerkelijk aan deze landsbond werden toegekend;4° voor de toelagen van het jaar 2001 worden de drie driemaandelijkse voorschotten en de liquidatie van het saldo elk gecorrigeerd met een achtste van het verschil tussen het bedrag ingevolge de toepassing voor 1996 van artikel 1, § 2, op de betrokken landsbond en het bedrag van de toelagen voor het jaar 1996 die bij toepassing van artikel 1ter daadwerkelijk aan deze landsbond werden toegekend;5° voor de toelagen van het jaar 2002 worden de drie driemaandelijkse voorschotten en de liquidatie van het saldo elk gecorrigeerd met een achtste van het verschil tussen het bedrag ingevolge de toepassing voor 1997 van artikel 1, § 2, op de betrokken landsbond en het bedrag van de toelagen voor het jaar 1997 die bij toepassing van artikel 1quater daadwerkelijk aan deze landsbond werden toegekend;6° voor de toelagen van het jaar 2003 worden de drie driemaandelijkse voorschotten en de liquidatie van het saldo elk gecorrigeerd met een achtste van het verschil tussen het bedrag ingevolge de toepassing voor 1997 van artikel 1, § 2, op de betrokken landsbond en het bedrag van de toelagen voor het jaar 1997 die bij toepassing van artikel 1quater daadwerkelijk aan deze landsbond werden toegekend. De landsbonden verrichten de correctie van de toelagen aan de bij hen aangesloten ziekenfondsen, overeenkomstig dezelfde criteria.
Voor de toepassing voor de jaren 1995, 1996 en 1997 van artikel 1, § 2, wordt er respectievelijk rekening gehouden met de normatieve verdeelsleutel van de jaren 1995, 1996 en 1997. ».
Art. 3.Een artikel 1sexies, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd: «
Art. 1sexies.De met toepassing van de normatieve verdeelsleutel te bepalen toelage van elk ziekenfonds voor de dienst voor geneeskundige verzorging, ingericht door de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen voor de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen die vrijwillig zijn toegetreden tot deze dienst voor de andere geneeskundige verstrekkingen dan die voorzien bij de regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging welke op hen van toepassing zijn, wordt berekend door het vermenigvuldigen van de unitaire normatieve toelage van elk ziekenfonds en het respectievelijk aantal rechthebbenden van elk ziekenfonds.
De unitaire normatieve toelage van elk ziekenfonds bestaat uit de gemiddelde toelage per rechthebbende, alle ziekenfondsen samen, gecorrigeerd, voor elk ziekenfonds, door het correctiebedrag zoals vastgesteld in uitvoering van artikel 201 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, rekening houdend met de in artikel 196, §§ 3 en 4, van dezelfde wet gedefinieerde parameters.
De met toepassing van de normatieve verdeelsleutel te bepalen toelage bedoeld in het eerste lid is de hoegrootheid Nm gedefinieerd door : Nm = (S/n + corm) . nm waar : S het globaal bedrag van de toegekende rijkstoelagen voor een bepaald jaar is; corm de correctieterm bedoeld bij het tweede lid, uitgedrukt als een bedrag in BEF per rechthebbende is; nm het aantal rechthebbenden voor het ziekenfonds m op 30 juni van het in aanmerking genomen jaar is; n het aantal rechthebbenden van het geheel van de ziekenfondsen op 30 juni van het in aanmerking genomen jaar is. ».
Art. 4.Een artikel 1septies, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : «
Art. 1septies.- De termen corm en nm worden, voor elk jaar, voor elk ziekenfonds, door Onze Minister van Sociale Zaken gegeven, onder de vorm van een tabel, na advies van de Raad van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen. ».
Art. 5.Een artikel 1octies, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : «
Art. 1octies.De met toepassing van de normatieve verdeelsleutel te bepalen toelage per landsbond is de som van de met toepassing van de normatieve verdeelsleutel te bepalen toelagen van de aangesloten ziekenfondsen na toepassing van artikel 1, § 2, tweede lid. ».
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.
Art. 7.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 januari 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN