gepubliceerd op 18 december 2023
Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 5 van het koninklijk besluit van 8 december 2013 tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013 tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen
11 DECEMBER 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 5 van het koninklijk besluit van 8 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013022595 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013 tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2013 pub. 21/03/2013 numac 2013022147 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit waarvan ik de eer heb aan uwe Majesteit ter onderteken-ing voor te leggen, heeft als doel de berekening van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging op de aanvullende pensioenen te actualiseren.
Dit ontwerp geeft uitvoering aan het afsprakenkader van de interprofessionele sociale partners van 15 maart 2023, dat onder meer als doel heeft een oplossing aan te reiken voor de problematiek waarbij personen die een wettelijk pensioen combineren met een beperkt pensioenkapitaal (tot ca. 10.000 EUR) in het kader van de tweede pijler, soms zeer hoge ZIV-bijdragen verschuldigd zijn. In sommige gevallen betalen zij na verloop van tijd meer aan extra ZIV-bijdragen, dan het bedrag van hun aanvullend pensioen. Dit tast het vertrouwen in de tweede pensioenpijler aan.
De gepensioneerden die hierdoor worden getroffen hebben een pensioen in de inkomensschijf tussen de drempelbedragen van 1.920,21 EUR en 1.990,87 EUR (bedragen voor een pensioen als alleenstaande). In het meest nadelige geval, waarbij een persoon een wettelijk pensioen geniet dat exact gelijk is aan het drempelbedrag van 1.920,21 EUR, riskeert een gepensioneerde na 12,4 jaar even veel aan extra ZIV-bijdragen te hebben betaald ingevolge de uitbetaling van zijn aanvullend pensioen, als het bedrag van zijn kapitaal.
Dit fenomeen vindt zijn oorsprong in enerzijds de hoge marginale aanslagvoet (100%) van de ZIV-bijdrage in deze inkomensschijf en anderzijds in de verouderde coëfficiënten voor de omzetting van aanvullende pensioenenkapitalen in een fictieve rente met het oog op de berekening van de ZIV-bijdrage. Het afsprakenkader van de sociale partners strekt ertoe om deze omzettingscoëfficiënten in lijn te brengen met de huidige realiteit inzake levensverwachting en rente, middels de toepassing van een correctiefactor.
De door dit besluit doorgevoerde correctie betreft uitsluitend de berekening van de ZIV-bijdrage, en wijzigt niet de berekening van de solidariteitsbijdrage. De problematiek waarvoor de sociale partners een oplossing beoogden doet zich immers in veel minder sterke mate voor bij de solidariteitsbijdrage. Net zoals bij de ZIV-bijdragen kent de solidariteitsbijdrage inkomensschijven met een hoge marginale aanslagvoet. Bij de solidariteitsbijdrage gaat het om de inkomensschijven tussen 3.039,68 EUR en 3.133,67 EUR en tussen 3.366,70 en 3.401,76 EUR (bedragen voor een pensioen als alleenstaande). Deze bedragen liggen echter veel hoger dan bij de ZIV-bijdrage. Waar bij de ZIV-bijdrage een relatief grote groep gepensioneerden (als werknemer en/of zelfstandige) een wettelijk pensioen heeft dat het drempelbedrag bereikt, is dit wat de solidariteitsbijdrage betreft zeer uitzonderlijk. Het gevolg is dat gepensioneerden in principe over een veel hoger pensioenkapitaal moeten beschikken om in deze inkomensschijven terecht te komen, waardoor het risico dat dit kapitaal na verloop van tijd zou worden uitgeput door de solidariteitsbijdragen zeer gering en meestal zelfs onbestaande is. Daarbij komt dat de hoogste marginale aanslagvoet in het kader van de solidariteitsbijdrage, maar de helft bedraagt van deze in het kader van de ZIV-bijdragen (50% tegenover 100%). Het gevolg daarvan is, dat zelfs in het meest extreme en onwaarschijnlijke scenario, het dubbel zo lang duurt alvorens een pensioenkapitaal zou kunnen worden "uitgeput", door de extra sociale bijdragen.
Rekening houdend met de doelstelling van de maatregel en de bovenbeschreven feitelijke verschillen tussen de ZIV-bijdrage en de solidariteitsbijdrage lijkt het gerechtvaardigd om de correctiefactor uitsluitend toe te passen in het kader van de berekening van de ZIV-bijdrage.
Toelichting bij de artikelen
Artikel 1.Legt de nieuwe berekeningswijze vast.
Art. 2.Bepaalt de datum van inwerkingtreding op 1 januari 2024. Het bepaalt uitdrukkelijk dat de nieuwe berekeningswijze wordt toegepast zowel op de wettelijke pensioenen en de aanvullende pensioenen die in de vorm van een kapitaal werden uitbetaald vóór 1 januari 2024 als op de wettelijke pensioenen en de aanvullende pensioenen die in de vorm van een kapitaal worden uitbetaald na 31 december 2023.
Art. 3.Preciseert dat de minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor de Pensioenen, ieder wat hem betreft, belast zijn met de uitvoering van dit besluit.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE De Minister van Pensioenen, K. LALIEUX
Raad van State, afdeling Wetgeving Advies 74.779/1 van 20 november 2023 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van artikel 5 van het koninklijk besluit van 8 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013022595 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013 tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2013 pub. 21/03/2013 numac 2013022147 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen' Op 27 oktober 2023 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Pensioenen verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van artikel 5 van het koninklijk besluit van 8 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013022595 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013 tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2013 pub. 21/03/2013 numac 2013022147 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen'.
Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 16 november 2023. De kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Brecht STEEN en Tim CORTHAUT, staatsraden, Michel TISON en Johan PUT, assessoren, en Wim GEURTS, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Lennart NIJS, adjunct-auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Brecht STEEN, staatsraad.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 20 november 2023.
STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP 1. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt tot actualisering van de wijze waarop de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging wordt berekend op de pensioenen die wordt uitgekeerd in de vorm van een kapitaal.Het ontwerp beoogt daartoe artikel 5, tweede lid, van het koninklijk besluit van 8 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013022595 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013 tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten `tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2013 pub. 21/03/2013 numac 2013022147 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen' aan te vullen.
Artikel 1 van het ontwerp bepaalt dat de fictieve rente, berekend overeenkomstig artikel 5 van het koninklijk besluit van 8 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013022595 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013 tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten, voortaan slechts ten belope van 53,22 % in aanmerking wordt genomen voor het berekenen van de verschuldigde inhouding.1 De regeling zal in werking treden op 1 januari 2024, en zal toepassing vinden op de wettelijke en aanvullende pensioenen die in de vorm van een kapitaal zullen zijn uitbetaald vóór 1 januari 2024 en op de wettelijke en aanvullende pensioenen die in de vorm van een kapitaal worden uitbetaald na 31 december 2023 (artikel 2). 2.1. Voor het ontwerp kan rechtsgrond worden gevonden in artikel 4, derde lid, 7°, van de wet van 13 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2013 pub. 21/03/2013 numac 2013022147 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten `tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen'. Die bepaling machtigt de Koning om de nadere regels voor de inning en het beheer van de inhouding te bepalen "onder meer [...] 7° de vaststelling van het barema dat zal worden gebruikt voor de omzetting in een fictieve rente van pensioenen en pensioenvoordelen die werden betaald in de vorm van een kapitaal".Hoewel de ontworpen regeling technisch gezien het barema niet wijzigt doch enkel de in aanmerking te nemen fictieve rente wijzigt, komt de regeling inhoudelijk neer op het bepalen van een correctiefactor op de omzettingscoëfficiënt die deel uitmaakt van het barema. 2.2. Blijkens het eerste lid van de aanhef wordt ook rechtsgrond gezocht in artikel 191, eerste lid, 7°, van de Gecoördineerde wet van 14 juli 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/07/1994 pub. 20/11/2008 numac 2008000938 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het jaar 2007 type wet prom. 14/07/1994 pub. 25/01/2012 numac 2012000022 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 14/07/1994 pub. 30/07/2013 numac 2013000467 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 14/07/1994 pub. 10/07/2014 numac 2014000464 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 14/07/1994 pub. 20/03/2015 numac 2015000138 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 14/07/1994 pub. 02/02/2018 numac 2018010356 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten `betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen'. Reeds in advies 72.519/1 werd opgemerkt dat deze bepaling niet langer een machtiging aan de Koning bevat.2 Derhalve kan deze bepaling het ontwerp niet tot rechtsgrond strekken.
ONDERZOEK VAN DE TEKST Aanhef 3.1. Gelet op wat hierboven werd opgemerkt over de rechtsgrond, schrappe men het eerste lid van de aanhef. Indien de stellers van het ontwerp de mening zouden zijn toegedaan dat een verwijzing naar de betrokken wetsbepaling in de aanhef van het ontwerp nuttig is voor een goed begrip van de ontworpen regeling, kan in voorkomend geval de vermelding van die wetsbepaling worden opgenomen in de vorm van een considerans ("Overwegende ...") die in de aanhef dient te volgen op de vermelding van de voorgeschreven vormvereisten. 3.2. In het vijfde, zesde en achtste lid van de aanhef, dienen de data3 van de vervulde vormvereisten nog te worden vermeld. Bovendien moet bij de vermelding van de vervulde vormvereisten de chronologische volgorde in acht worden genomen zodat het huidige vierde lid en het huidige vijfde lid van de aanhef zullen moeten worden vermeld na het huidige zevende lid van de aanhef.
De griffier, Wim GEURTS De voorzitter, Marnix VAN DAMME _______ Nota's 1. Het gevolg hiervan is dat de bijdragen voor bepaalde categorieën van zowel huidige als toekomstige gepensioneerden verlaagd worden, hetgeen voor deze gepensioneerden zal leiden tot hogere netto-pensioenen. 2. Adv.RvS 72.519/1 van 12 december 2022 over een ontwerp dat heeft geleid tot het koninklijk besluit van 26 december 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/12/2022 pub. 30/12/2022 numac 2022043502 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 2013 tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013 tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen met het oog op de invoering van de unieke aangifte sluiten `tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013022595 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013 tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2013 pub. 21/03/2013 numac 2013022147 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen met het oog op de invoering van de unieke aangifte', opmerking 3.2. 3. Respectievelijk 13 september 2023 (advies Beheerscomité van de Federale Pensioendienst), 16 oktober 2023 (advies Algemeen Beheerscomité van het RIZIV) en 12 september 2023 (begrotingsakkoord). 11 DECEMBER 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 5 van het koninklijk besluit van 8 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013022595 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013 tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2013 pub. 21/03/2013 numac 2013022147 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 13 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2013 pub. 21/03/2013 numac 2013022147 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen, artikel 4, derde lid, 7° ;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013022595 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013 tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2013 pub. 21/03/2013 numac 2013022147 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Federale Pensioendienst, gegeven op 29 augustus 2022;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 juli 2023;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 12 september 2023;
Gelet op het advies van het Algemeen Beheerscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 16 oktober 2023;
Overwegende het advies nr. 2.282 van de Nationale Arbeidsraad van 29 maart 2022 "Aanvullende pensioenen - Opvolging van het afsprakenkader van 25 juni 2021" en het advies nr. 2.334 van de Nationale Arbeidsraad van 7 december 2022 "Diverse maatregelen begrotingsconclaaf 18 oktober 2018 - Studentenarbeid, flexi-jobs en opvolging advies nr. 2.282 van 29 maart 2022 betreffende de ZIV-bijdrage en de kleine aanvullende pensioenen";
Overwegende dat artikel 5 van het koninklijk besluit van 8 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013022595 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013 tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten voorschrijft dat een in de vorm van een kapitaal uitbetaald wettelijk of aanvullend pensioen omgezet wordt in maandbedragen na zijn omzetting in een fictieve rente door middel van omzettingscoëfficiënten teneinde het bedrag van de ZIV-inhouding te kunnen berekenen;
Overwegende dat, zoals gesteld door de Nationale Arbeidsraad in zijn voormeld advies nr. 2.282, ingevolge de hogere gemiddelde levensverwachting de sterftetafel niet meer actueel is en dat de intrestvoet van 4,75 % niet meer overeenstemt met de realiteit van de huidige interestvoeten;
Overwegende dat de berekening van de ZIV-inhouding geactualiseerd moet worden en vereist dat slechts 53,22 % in aanmerking wordt genomen van de fictieve rente berekend op basis van de omzettingscoëfficiënten die gehanteerd worden voor de toepassing van artikel 5 van het koninklijk besluit van 8 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013022595 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013 tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten;
Gelet op het advies nr. 74.779/1 van de Raad van State, gegeven op 20 november 2023 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 5, tweede lid, van het koninklijk besluit van 8 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013022595 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013 tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2013 pub. 21/03/2013 numac 2013022147 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen sluiten tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen wordt aangevuld met de volgende zin: "De aldus bekomen fictieve rente wordt ten belope van 53,22 % in aanmerking genomen voor de berekening van de verschuldigde inhouding.".
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024 en wordt zowel toegepast op de wettelijke pensioenen en de aanvullende pensioenen die in de vorm van een kapitaal werden uitbetaald vóór 1 januari 2024 als op de wettelijke pensioenen en de aanvullende pensioenen die in de vorm van een kapitaal worden uitbetaald na 31 december 2023.
Art. 3.De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 december 2023.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE De Minister van Pensioenen, K. LALIEUX