11 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot erkenning van het opleidings- en vervolmakingscentrum « West-Vlaamse Brandweerschool »

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, inzonderheid artikel 6bis, ingevoegd bij de wet van 22 februari 1994;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 februari 1998 betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers, inzonderheid artikel 2;

Gelet op de aanvragen tot erkenning van 18 juni 1998 en 23 december 1998, uitgaande van de vereniging zonder winstoogmerk « West-Vlaamse Brandweerschool », vergezeld van de statuten, goedgekeurd door de algmene vergadering op 21 april 1997, evenals van het algemeen reglement en het huishoudelijk reglement, goedgekeurd door de raad van beheer op 3 juni 1998;

Gelet op het advies van de gezondheidsinspecteur, bevoegd voor de provincie West-Vlaanderen, uitgebracht op 15 februari 1999;

Overwegende dat het beginsel van de continuïteit van de openbare dienstverlening gebiedt dat het opleidings- en vervolmakingscentrum voor hulpverleners-ambulanciers, dat voor de provincie West-Vlaanderen als enige zijn aanvraag tot erkenning indiende, een tijdelijke erkenning verkrijgt, waardoor het in de gelegenheid wordt gesteld vóór het einde van dit jaar aan de in dit besluit vastgestelde voorwaarden, gesteund op de bepalingen en beginselen van het koninklijk besluit van 13 februari 1998 betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers te voldoen en hierdoor de erkenning kan worden verlengd;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Het opleidings en vervolmakingscentrum voor hulpverleners-ambulanciers voor de provincie West-Vlaanderen, ingericht door de vereniging zonder winstoogmerk « West-Vlaamse Brandweerschool », wordt erkend tot 31 december 1999. § 2. De in § 1 bedoelde erkenning kan door Ons worden verlengd, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden : 1° In de statuten dient de benaming te worden aangepast aan de opdrachten van het opleidings- en vervolmakingscentrum.2° In de statuten moet worden voorzien dat de directie door de algemene vergadering worden benoemd, wat inzonderheid een wijziging van artikel 8 inhoudt.3° De statuten moeten bepalen door welk orgaan het huishoudelijk reglement wordt vastgesteld.4° De statuten moeten vermelden dat alle wijzigingen aan de statuten en het huishoudelijk reglement ter goedkeuring moeten worden voorgelegd aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheden heeft.5° De samenstelling en de bevoegdheden van de algemene vergadering, de raad van beheer en de directie dienen te worden bepaald in de statuten.Hiertoe dienen inzonderheid de artikelen 1 tot en met 4 van het algemeen reglement aangepast en geïntegreerd te worden in de statuten en dienen de bepalingen van hoofdstuk II van het huishoudelijk reglement te worden aangepast aan de bepalingen terzake van het koninklijk besluit van 13 februari 1998 betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers, en tevens te worden opgenomen in de statuten. 6° Het algemeen reglement dient te worden opgeheven, waarbij de bepalingen die de samenstelling en de bevoegdheden van de directie betreffen, in de statuten worden opgenomen.7° Het huishoudelijk reglement dient, naast de aanpassing bedoeld in 5°, nog te worden aangepast aan de inhoud van de statuten, waarbij tevens wordt vermeld dat de adviesraad niet bevoegd is voor het opleidingscentrum voor hulpverleners-ambulanciers en waarbij de inhoud van het begrip « lescentrum » wordt gedefinieerd.

Art. 2.Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 april 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, J. PEETERS