Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 april 1999
gepubliceerd op 20 mei 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 juli 1967 ter uitvoering van artikel 6 van de wet van 30 juni 1967 tot verruiming van de opdracht van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012183
pub.
20/05/1999
prom.
11/04/1999
ELI
eli/besluit/1999/04/11/1999012183/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 juli 1967 ter uitvoering van artikel 6 van de wet van 30 juni 1967 tot verruiming van de opdracht van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 juni 1967 tot verruiming van de opdracht van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, inzonderheid op artikel 6, vijfde lid;

Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 juli 1967 ter uitvoering van artikel 6 van de wet van 30 juni 1967 tot verruiming van de opdracht van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 maart 1969, 11 augustus 1970, 13 augustus 1971, 3 december 1975, 14 december 1984 en van 25 februari 1985;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de mogelijkheid van beroepen die door "beschermde" werknemers worden ingediend tegen het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, rechtvaardigt dat de wettelijke verwijzing met betrekking tot de beperking van de tussenkomst van dit Fonds ten aanzien van deze werknemers ten spoedigste wordt aangepast.

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 7, 6° van het koninklijk besluit van 6 juli 1967 ter uitvoering van artikel 6 van de wet van 30 juni 1967 tot verruiming van de opdracht van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers wordt vervangen door de volgende bepaling : « 6° voor de bijzondere vergoeding verschuldigd aan de werknemer krachtens de wet van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden alsmede aan het lid van de syndicale afvaardiging van het personeel van een onderneming krachtens artikel 20 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1971, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging van het personeel der ondernemingen of een andere collectieve arbeidsovereenkomst die de betaling van een gelijkaardige vergoeding voorziet : 75.000 fr. per maand tot maximum de duur van de opzeggingstermijn die had moeten worden gerespecteerd krachtens de wetgeving op de arbeidsovereenkomsten; ».

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.

Art. 3.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 april 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 25 april 1963, Belgisch Staatsblad van 25 juli 1963.

Wet van 30 juni 1967, Belgisch Staatsblad van 13 juli 1967.

Koninklijk besluit van 6 juli 1967, Belgisch Staatsblad van 13 juli 1967.

Koninklijk besluit van 20 maart 1969, Belgisch Staatsblad van 27 maart 1969.

Koninklijk besluit van 11 augustus 1970, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1970.

Koninklijk besluit van 13 augustus 1971, Belgisch Staatsblad van 21 augustus 1971.

Koninklijk besluit van 3 december 1975, Belgisch Staatsblad van 23 december 1975.

Koninklijk besluit van 14 december 1984, Belgisch Staatsblad van 20 december 1984.

Koninklijk besluit van 25 februari 1985, Belgisch Staatsblad van 16 maart 1985.

^