10 SEPTEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de opleiding in de sector "Aide à la Jeunesse" (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de opleiding in de sector "Aide à la Jeunesse".

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 september 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2009 Opleiding in de sector "Aide à la Jeunesse" (Overeenkomst geregistreerd op 2 april 2010 onder het nummer 98632/CO/319.02) Inleiding Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in het kader van het protocolakkoord van 11 december 2008, betreffende de voortgezette opleiding voor de sector van de "Aide à la Jeunesse", ondertekend door de representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties en de "Ministre de l'Enfance, de l'Aide à la Jeunesse et de la Santé", in de Franse Gemeenschap. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is uitsluitend van toepassing op de werknemers en op de werkgevers van de diensten van de "Aide à la Jeunesse" die ressorteren onder Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap en die erkend en/of gesubsidieerd zijn door de Franse Gemeenschap.

Art. 2.Onder werknemers wordt verstaan : - de mannelijke en vrouwelijke bedienden; - de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Verplichte opleiding

Art. 3.§ 1. Elke werknemer die tenminste halftijds is tewerkgesteld, en die nieuw is in de sector van de "Aide à la Jeunesse", indienstgenomen vanaf 1 januari 2009, met één of meerdere overeenkomsten waarvan de totale duur in de laatste 12 maanden meer dan zes maanden bedraagt voor bepaalde tijd, onbepaalde tijd of ter vervanging in een erkende dienst van de "Aide à la Jeunesse", is verplicht zo vlug mogelijk, en, bij gebreke daarvan, tijdens het eerste jaar van indienstneming, deel te nemen aan de module basisopleiding die verstrekt wordt in het kader van het Opleidingsplan van de "Aide à la Jeunesse" en die georganiseerd wordt door de erkende opleidingsdiensten. § 2. Deze verplichting geldt voor alle functies betreffende de begeleiding van de opgenomen jongeren of die hiermee verband houden. HOOFDSTUK III. - Facultatieve opleiding

Art. 4.§ 1. Nieuwe werknemers die niet aan de voorwaarden vermeld in artikel 3 zouden beantwoorden kunnen evenwel deelnemen aan deze opleidingsmodule door het globaal opleidingsplan van de dienst. § 2. Werknemers die ervaring hebben in de sector kunnen eveneens deelnemen aan deze opleidingsmodule door het globaal opleidingsplan van de dienst. § 3. Specifieke opleidingsmodules zullen worden georganiseerd voor leidinggevende en administratief-boekhoudkundige functies zonder onderscheid inzake anciënniteit. HOOFDSTUK IV. - Gemeenschappelijke modaliteiten

Art. 5.§ 1. De deelname aan de opleidingsmodules zal worden gecompenseerd door een jaarlijks geïndexeerde vergoeding van 380 EUR per werknemer, gestort door de Algemene Directie van de "Aide à la Jeunesse" aan de werkgever. Deze laatste zal deze middelen bij voorkeur besteden aan de vervanging van de personen in opleiding, met toepassing van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 35 (gesloten op 27 februari 1981 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 september 1981, gepubliceerd op 6 oktober 1981) gewijzigd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 35bis (gesloten op 9 februari 2000 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 maart 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/03/2000 pub. 29/03/2000 numac 2000012146 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 35bis van 9 februari 2000, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 35 van 27 februari 1981 betreffende sommige bepalingen van het arbeidsrecht ten aanzien van de deeltijdse arbeid sluiten, gepubliceerd op 29 maart 2000). § 2. Deze bijdrage zal enkel worden toegekend als de werknemer tenminste 2/3 van de opleiding heeft gevolgd en als er een geldige verontschuldiging is voor de eventuele afwezigheden van de werknemer.

Art. 6.Als de werknemers in opleiding niet kunnen worden vervangen, moeten de hierboven vermelde middelen, na aftrek van de reiskosten betreffende de opleiding die gevolgd wordt door de werknemer, uitsluitend worden besteed aan de financiering van het globaal opleidingsplan van de dienst, in overleg met de werknemers en hun vertegenwoordigers alsook door de Pedagogische Raad van de dienst.

Art. 7.De deelname van de betrokken werknemers aan de opleidingsmodules die worden georganiseerd in het kader van het protocolakkoord van 11 december 2008 betreffende de voortgezette opleiding voor de sector van de "Aide à la Jeunesse", ondertekend door de representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties en de "Ministre de l'Enfance, de l'Aide à la Jeunesse et de la Santé", in de Franse Gemeenschap, en van deze overeenkomst, wordt gelijkgesteld met effectieve prestaties, inclusief de hiervoor noodzakelijke verplaatsingen.

Art. 8.De reiskosten in dit kader zijn ten laste van de werkgever en dit met naleving van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1990 (koninklijk besluit van 5 november 1990 - Belgisch Staatsblad van 14 december 1990). HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd.

Elke partij kan deze overeenkomst beëindigen met een opzeggingstermijn van zes maanden, per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap.

De termijn van zes maanden vangt aan vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter van Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap wordt verstuurd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 september 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET