gepubliceerd op 01 december 2010
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, tot invoering of verhoging van de werkgeversbijdrage van de maaltijdcheques en/of tot invoering van ecocheques voor de arbeiders van het niet-rijdend personeel, uitgezonderd het garagepersoneel, tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van goederenbehandeling voor rekening van derden en tot vaststelling van de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque en/of ecocheque
10 OKTOBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, tot invoering of verhoging van de werkgeversbijdrage van de maaltijdcheques en/of tot invoering van ecocheques voor de arbeiders van het niet-rijdend personeel, uitgezonderd het garagepersoneel, tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van goederenbehandeling voor rekening van derden en tot vaststelling van de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque en/of ecocheque (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, tot invoering of verhoging van de werkgeversbijdrage van de maaltijdcheques en/of tot invoering van ecocheques voor de arbeiders van het niet-rijdend personeel, uitgezonderd het garagepersoneel, tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van goederenbehandeling voor rekening van derden en tot vaststelling van de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque en/of ecocheque.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 oktober 2010 ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2009 Invoering of verhoging van de werkgeversbijdrage van de maaltijdcheques en/of invoering van ecocheques voor de arbeiders van het niet-rijdend personeel, uitgezonderd het garagepersoneel, tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van goederenbehandeling voor rekening van derden en vaststelling van de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque en/of ecocheque (Overeenkomst geregistreerd op 21 januari 2010 onder het nummer 96985/CO/140) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en behorend tot de subsectoren voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of tot de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden alsook op hun arbeiders, conform het koninklijk besluit van 7 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/05/2007 pub. 31/05/2007 numac 2007201532 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het vervoer en van het koninklijk besluit van 6 april 1995 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken sluiten, tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het vervoer en van het koninklijk besluit van 6 april 1995 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken (verschenen in het Belgisch Staatsblad van 31 mei 2007). § 2. Onder "subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden", wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en die zich inlaten met : 1° Het goederenvervoer over de weg voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk een vervoervergunning vereist is welke door de bevoegde overheid afgeleverd werd;2° Het goederenvervoer over de weg voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk geen vervoervergunning vereist is;3° Het verhuren met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen voor dewelke een vervoervergunning vereist is welke door de bevoegde overheid afgeleverd werd;4° Het verhuren met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden de taxibestelwagens, met name de voertuigen waarvan het laadvermogen gelijk is aan of kleiner is dan 500 kilogrammen en uitgerust met een taximeter, beschouwd als voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is. § 3. Onder "subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden", wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en die, buiten de havenzones, zich inlaten met : 1° alle behandeling van goederen voor rekening van derden ter voorbereiding van het vervoer en/of ter afwerking van het vervoer, ongeacht het gebruikt vervoermiddel;2° en/of alle logistieke diensten ter voorbereiding van het vervoer van goederen voor rekening van derden en/of ter afwerking van dit vervoer, ongeacht het gebruikte vervoermiddel. Onder "logistieke activiteiten" wordt verstaan : ontvangst, opslag, weging, verpakking, etikettering, voorbereiding van bestellingen, beheer van voorraden of verzending van grondstoffen, goederen of producten in de verschillende stadia van hun economische cyclus, zonder dat er nieuwe halfafgewerkte of afgewerkte producten worden voortgebracht.
Onder "voor rekening van derden" wordt verstaan : het uitvoeren van logistieke activiteiten voor andere natuurlijke of rechtspersonen en onder voorwaarde dat de ondernemingen die voor rekening van derden logistieke activiteiten uitoefenen op geen enkel ogenblik eigenaar van de betrokken grondstoffen, goederen of producten worden.
Met "ondernemingen die voor rekening van derden logistieke activiteiten uitoefenen" worden gelijkgesteld de ondernemingen die bij verbonden vennootschappen van de groep grondstoffen, goederen of producten aankopen en deze grondstoffen, goederen of producten verkopen aan verbonden vennootschappen van de groep en in zoverre deze grondstoffen, goederen of producten tevens het voorwerp zijn van logistieke activiteiten.
Onder "een groep van verbonden vennootschappen" wordt verstaan : de verbonden vennootschappen die tevens voldoen aan de voorwaarden gesteld in artikel 11, 1° van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 20/08/1999 numac 1999021323 bron diensten van de eerste minister Wet houdende oprichting van het Paleis voor Schone Kunsten in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden en tot wijziging van de wet van 30 maart 1995 betreffende de netten voor distributie voor omroepuitzendingen en de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad type wet prom. 07/05/1999 pub. 29/06/1999 numac 1999009706 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Strafwetboek, van het Wetboek van Strafvordering, van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering, van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, van de wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidsstelling en tot wijziging van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964 sluiten betreffende het Wetboek van vennootschappen.
Het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek is niet bevoegd voor de ondernemingen die voor rekening van derden uitsluitend logistieke activiteiten uitoefenen en de daarmee gelijkgestelde ondernemingen wanneer deze logistieke activiteiten een onlosmakelijk onderdeel vormen van een productie- of handelsactiviteit waarbij deze logistieke activiteiten opgenomen zijn in de bevoegdheid van een specifiek paritair comité. § 4. Onder "arbeiders", wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters behorende tot het niet-rijdend personeel, uitgezonderd het garagepersoneel. HOOFDSTUK II. - Invoering ecocheques en maaltijdcheques
Art. 2.Toekenning van een maaltijdcheque of ecocheque in de ondernemingen met 10 of meer arbeiders op 30 juni 2009 niet-rijdend personeel, uitgezonderd het garagepersoneel. § 1. Indien in deze ondernemingen op 30 juni 2009 reeds een maaltijdcheque werd toegekend, wordt deze vanaf 1 januari 2010 verhoogd met 1 EUR (werkgeversbijdrage). § 2. Indien in deze ondernemingen op 30 juni 2009 nog geen maaltijdcheque werd toegekend, wordt op 1 januari 2010 een maaltijdcheque ingevoerd van minimum 2,09 EUR, waarbij de tussenkomst van de werkgever minimum 1 EUR bedraagt en de tussenkomst van de werknemer minimum 1,09 EUR, namelijk het minimum voorzien in artikel 19bis, § 2, 6° van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944. § 3. De betrokken ondernemingen kunnen echter afwijken van de invoering van de maaltijdcheques door op 1 december 2009 aan de betrokken arbeiders een ecocheque toe te kennen van 125 EUR en op 1 december 2010 van 250 EUR. § 4. Deze afwijking kan enkel toegestaan worden mits een ondernemingsakkoord afgesloten met de geëigende overlegorganen. Bij ontstentenis van een syndicale vertegenwoordiging in de onderneming, sluit men het akkoord af met de regionale secretarissen van de in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek zetelende werknemersorganisaties.
De afwijking moet tevens uiterlijk op 1 december 2009 schriftelijk gemeld worden aan het Paritair Comité.
Art. 3.Uitbetaling van maaltijdcheques of een ecocheque in de ondernemingen die op 30 juni 2009 minder dan 10 arbeiders niet-rijdend personeel, uitgezonderd het garagepersoneel, tewerkstellen. § 1. Indien in deze ondernemingen op 30 juni 2009 reeds een maaltijdcheque werd toegekend aan de betrokken arbeiders, wordt deze vanaf 1 januari 2010 verhoogd met 1 EUR (werkgeversbijdrage). § 2. De arbeiders die werken in een onderneming waar op 30 juni 2009 nog geen maaltijdcheques aan hen werden toegekend, zullen op 1 december 2009 een ecocheque ontvangen van 125 EUR en op 1 december 2010 van 250 EUR. § 3. De onderneming kunnen echter afwijken van de toekenning van de ecocheques door vanaf 1 januari 2010 een maaltijdcheque te voorzien waarvan de nominale waarde minimum 2,09 EUR bedraagt en waarbij de tussenkomst van de werkgever 1 EUR bedraagt en de tussenkomst van de werknemer 1,09 EUR, namelijk het minimum voorzien in artikel 19bis, § 2, 6° van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944. § 4. Deze afwijking moet uiterlijk op 1 december 2009 schriftelijk gemeld worden aan het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, nummer 140. HOOFDSTUK III. - Modaliteiten van de invoering van de maaltijdcheque
Art. 4.Het stelsel van de maaltijdcheques wordt ingevoerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
Art. 5.§ 1. Het aantal toegekende maaltijdcheques is zowel voor de voltijdse als de deeltijdse arbeiders gelijk aan het aantal dagen waarop deze arbeiders normale werkelijke arbeid, meerprestaties zonder inhaalrust, meerprestaties mits inhaalrust en andere meerprestaties mits inhaalrust verrichten. § 2. In de ondernemingen waarin gelijktijdig verschillende arbeidsregelingen van toepassing zijn kan een alternatieve telling voorzien worden waarbij het aantal maaltijdcheques berekend wordt op basis van de verhouding tussen het aantal uren dat de werknemer tijdens het kwartaal effectief heeft gepresteerd en het normaal aantal arbeidsuren per dag in de onderneming (bijvoorbeeld 38/5), waarbij het verkregen resultaat (afgerond op de hogere eenheid) wordt beperkt tot het maximum aantal werkbare dagen van een voltijdse werknemer in de onderneming in het kwartaal.
Ondernemingen die deze alternatieve berekening willen toepassen moeten dit vaststellen via een collectieve arbeidsovereenkomst of indien er in de onderneming geen syndicale vertegenwoordiging is, via het arbeidsreglement.
Deze collectieve overeenkomst of het arbeidsreglement bepaalt tevens het normaal aantal uren per dag van een voltijdse arbeider en de wijze waarop het maximum aantal werkdagen in het kwartaal voor een voltijdse werknemer wordt berekend.
Art. 6.De maaltijdcheques worden iedere maand opgemaakt en in één of meerdere keren, overhandigd in functie van het aantal dagen, waarop de arbeider vermoedelijk prestaties zal verrichten.
Uiterlijk de laatste dag van de eerste maand die volgt op de voorgaande kwartaal wordt het aantal cheques in overeenstemming gebracht met de effectieve prestaties gedurende de betrokken voorgaande kwartaal.
De maaltijdcheques worden op naam van de werknemer afgeleverd of komt voor op de individuele rekening van de werknemer.
Art. 7.De maaltijdcheques vermelden duidelijk dat hun geldigheidsduur beperkt is tot drie maanden en dat hij slechts mag worden gebruikt om een eetmaal te betalen of voor de aankoop van verbruiksklare voeding. HOOFDSTUK IV. - Modaliteiten van de toekenning van de ecocheques
Art. 8.De ecocheques worden toegekend overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 betreffende de ecocheques, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 20 februari 2009.
Art. 9.§ 1. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder "ecocheques" verstaan : de cheques die toegekend worden voor de aankoop van de producten en diensten van ecologische aard die expliciet zijn opgenomen in de bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 gevoegde lijst. De geldigheid van deze cheques bedraagt 24 maanden vanaf de datum van hun terbeschikkingstelling aan de arbeider. § 2. De maximale nominale waarde van de ecocheques bedraagt 10 EUR per ecocheque.
Art. 10.§ 1. De betrokken arbeiders ontvangen éénmalig op 1 december 2009 ecocheques waarvan per cheque de maximale nominale waarde 10 EUR bedraagt en dit voor een totaal bedrag van 125 EUR. § 2. De betrokken arbeiders ontvangen eveneens éénmalig op 1 december 2010 ecocheques waarvan per cheque de maximale nominale waarde 10 EUR bedraagt, en dit voor een totaal bedrag van 250 EUR.
Art. 11.§ 1. De ecocheques worden pro rata de arbeidsduur van de betrokken arbeiders in de referteperiode toegekend. § 2. In uitvoering van artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 van de Nationale Arbeidsraad betreffende de ecocheques, gebeurt de berekening van het aantal ecocheques voor de arbeiders die in de loop van de betreffende referteperiode in dienst zijn getreden van de werkgever of hem hebben verlaten, eveneens pro rata temporis van de periodes gedurende dewelke zij op basis van een arbeidsovereenkomst bij de werkgever waren tewerkgesteld tijdens de referteperiode, desgevallend ook pro rata temporis de arbeidsduur en de bepalingen van § 3 hieronder.
De referteperiode loopt van 1 december 2008 tot en met 30 november 2009 voor de premie 2009 en van 1 december 2009 tot en met 30 november 2010 voor de premie 2010. § 3. Voor de toekenning van de ecocheque wordt per referteperiode rekening gehouden met de gewerkte dagen. Met gewerkte dagen worden gelijkgesteld alle dagen die zijn opgenomen in artikel 6, § 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98. § 4. Deze prorata-regelingen gelden eveneens bij overgang van het statuut voltijds naar deeltijds en omgekeerd. § 5. De ecocheques worden op naam van de arbeider afgeleverd; deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld als de toekenning ervan en de daarop betrekking hebbende gegevens voorkomen op de individuele rekening van de arbeider. HOOFDSTUK V. - Juridisch kader
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten ter uitvoering van het luik "koopkracht" voor het niet-rijdend personeel (met uitzondering van het garagepersoneel) van het protocolakkoord van 16 juli 2009 voor het rijdend en niet-rijdend personeel van de ondernemingen goederenvervoer en goederenbehandeling voor rekening van derden. HOOFDSTUK VI. - Geldigheidsduur
Art. 13.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009 en is afgesloten voor onbepaalde duur, met uitzondering van het voordeel van de ecocheques, die slechts éénmalig worden toegekend in 2009 en 2010. § 2. Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd.
Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET