gepubliceerd op 29 maart 2018
Koninklijk besluit nr. 56 tot bevordering van het gebruik van giraal geld. - Officieuze coördinatie in het Duits
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
   10 NOVEMBER 1967. - Koninklijk besluit nr. 56 tot bevordering van het    gebruik van giraal geld. - Officieuze coördinatie in het Duits
   De hierna volgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van    het koninklijk besluit nr. 56 van 10 november 1967 tot bevordering van    het gebruik van giraal geld (Belgisch Staatsblad van 14 november 1967,    err. van 30 november 1967), zoals het achtereenvolgens werd gewijzigd    bij :    - de 
wet van 1 april 1969Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					01/04/1969
				
				
					pub. 
					11/06/1998
				
				
					numac 
					1998000217
				
			
		
			
				
					
						bron
						ministerie van binnenlandse zaken
					
				
				
					Wet tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden . - Duitse vertaling 
				
			
		
	sluiten tot wijziging van het koninklijk besluit nr.    56 van 10 november 1967 tot bevordering van het gebruik van giraal    geld (Belgisch Staatsblad van 19 april 1969);    - de 
wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					21/03/1991
				
				
					pub. 
					09/01/2013
				
				
					numac 
					2012000673
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits 
				
			
		
	sluiten betreffende de hervorming van sommige    economische overheidsbedrijven (Belgisch Staatsblad van 27 maart 1991,    err. van 20 juli 1991);    - de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de    kredietinstellingen (Belgisch Staatsblad van 19 april 1993, err. van 2    juni 1993, 4 juni 1993 en 9 juli 1993);    - de 
wet van 13 december 2010Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					13/12/2010
				
				
					pub. 
					15/06/2011
				
				
					numac 
					2011000365
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Wet tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector en tot wijziging van de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten. - Duitse vertaling van uittreksels 
				
			
		
	
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					13/12/2010
				
				
					pub. 
					31/12/2010
				
				
					numac 
					2010011511
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
					
				
				
					Wet tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector en tot wijziging van de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten   
				
			
		
	sluiten tot wijziging van de 
wet van 21 maart    1991Relevante gevonden documenten
	
		
			
				
					type
					wet
				
				
					prom.
					21/03/1991
				
				
					pub. 
					09/01/2013
				
				
					numac 
					2012000673
				
			
		
			
				
					
						bron
						federale overheidsdienst binnenlandse zaken
					
				
				
					Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits 
				
			
		
	sluiten betreffende de hervorming van sommige economische    overheidsbedrijven, van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot    het statuut van de regulator van de Belgische post- en    telecommunicatiesector en tot wijziging van de wet van 9 juli 2001    houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch    kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten    (Belgisch Staatsblad van 31 december 2010).
Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.
MINISTERIUM DER FINANZEN 10. NOVEMBER 1967 - Königlicher Erlass Nr.56 zur Förderung des Gebrauchs von Giralgeld Artikel 1 - [Kaufleute müssen Inhaber eines Kontos sein, das bei [bpost] (Postscheck) oder einem in Belgien ansässigen Kreditinstitut geführt wird, das keine Gemeindesparkasse ist und auf das das Gesetz vom 22. März 1993 über den Status und die Kontrolle der Kreditinstitute anwendbar ist.] Sie geben die Domizilierung und die Nummer des Kontos auf Rechnungen, Abrechnungen oder anderen Unterlagen an, mit denen sie eine Zahlung fordern.
Solange diese Angaben dem Schuldner nicht mitgeteilt worden sind, werden ungeachtet jeglicher Inverzugsetzung, Mahnung oder Vertragsbestimmung keine Aufschubzinsen geschuldet. [Art. 1 Abs. 1 abgeändert durch Art. 1 § 1 des G. vom 1. April 1969 (B.S. vom 19. April 1969), Art. 130 Abs. 4 des G. vom 21. März 1991 (B.S. vom 27. März 1991), selbst eingefügt durch Art. 4 des G. vom 13.
Dezember 2010 (B.S. vom 31. Dezember 2010), und durch Art. 135 Nr. 1 des G. vom 22. März 1993 (B.S. vom 19. April 1993)] Art. 2 - [Abänderungsbestimmungen] Art. 3 - [Kaufleute dürfen bei ihren Beziehungen untereinander im Rahmen ihrer Handelsgeschäfte keine Zahlungen oder Einzahlungen ablehnen, die sich auf mindestens 10.000 Franken belaufen und per gekreuztem oder nicht gekreuztem Scheck oder per Überweisung auf ein Konto erfolgen, das bei [bpost] (Postscheck) oder einem in Belgien ansässigen Kreditinstitut geführt wird, das keine Gemeindesparkasse ist und auf das das Gesetz vom 22. März 1993 über den Status und die Kontrolle der Kreditinstitute anwendbar ist.] Gemäß dem allgemeinen Recht erfolgt die Entgegennahme dieser Zahlungsanweisungen unter Vorbehalt des Eingangs.
Ist ein Gläubiger, der seine Bezahlung per Scheck oder Überweisung erhält, verpflichtet, als Gegenleistung entweder Waren oder andere bewegliche Güter oder Warenpapiere oder besicherte Schuldtitel zu liefern oder ein Pfand zurückzugeben, kann er seine Lieferung bis zur Ausführung der Zahlungsanweisung aufschieben. [Art. 3 Abs. 1 abgeändert durch Art. 1 § 2 des G. vom 1. April 1969 (B.S. vom 19. April 1969), Art. 130 Abs. 4 des G. vom 21. März 1991 (B.S. vom 27. März 1991), selbst eingefügt durch Art. 4 des G. vom 13.
Dezember 2010 (B.S. vom 31. Dezember 2010), und durch Art. 135 Nr. 2 des G. vom 22. März 1993 (B.S. vom 19. April 1993)] Art. 4 - Vorliegender Erlass tritt am 1. Januar 1969 in Kraft.
Art. 5 - Unser Minister der Finanzen ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.