gepubliceerd op 29 juni 2006
Koninklijk besluit tot toekenning van een subsidie aan het Belgisch Interuniversitair Centrum voor Navorsing en Actie
10 MEI 2006. - Koninklijk besluit tot toekenning van een subsidie aan het Belgisch Interuniversitair Centrum voor Navorsing en Actie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 20 december 2005 houdende de Algemene uitgavanbegroting voor het begrotingsjaar 2006, inzonderheid op programma 25.21.10;
Gelet de wetten op de Rijkscomptabiliteit gecoördinerd door het koninklijk besluit van 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 tot 58 betreffende de controle op de aanwending van de toelagen;
In overweging nemende dat de VZW Bicra (Gezondheid en Psychosociale Factoren, Belgisch Interuniversitair centrum voor Navorsing en actie) door de WGO erdend is als « WHO Collaborating Centre » in België voor gezondheid en psychosociale factoren;
Gelet op gunstig advies van de Inspecteur van Financiën op 27 maart 2006;
Op de voordracht van de Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een subside ten bedrage van 110.000 EUR aan te rekenen ten laste van de basisallocatie 21.10.35.27 van de begroting van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu voor het begrotingsjaar 2006 uitgetrokken krediet, wordt verleend aan VZW Bicra, vertegenwoordigd door Prof. Dr.
Franz Baro en Prof. dr. Isidore Pelc, met maatschappelijke zetel te 1070 Brussel, Zelfbestuurstraat 4, kameer 212.
Art. 2.Deze subsidie loopt voor de duur van tien maanden en vangt aan op 1 maart 2006.
Art. 3.De gesubsidieerde activiteiten zijn de volgende : a) Een kritische analyse van de verzamelde gegevens over de stand van zaken van het Belgische beleid (federaal, gemeenschappen en gewesten) ten aanzien van de twaalf actiepunten van de WHO Declaratie en Actieprogramma over Mentale Gezondheid (januari 2005). Deze twaalf actiepunten omvatten het volgende : 1) het bevorderen van de geestelijke gezondheid; 2) geestelijke gezondheid benaderen als een expliciet beleidsthema; 3) stimatisatie en discriminatie bestrijden; 4) de zorg organiseren rond leeftijds- en risicogebonden doelgroepen;5) het voorkonen van ernstige problemen op het vlak van geestelijke gezondheidszorg alsook het voorkomen van zelfmoord;6) de toegang verzekeren tot de eerste lijn; 7) de toegankelijkheid van de zorg bevorderen; 8) intersectoriële samenwerking bevorderen; 9) het voorzien van voldoende en competente professionelen; 10) het verspreiden van kwaliteitsvolle informatie omtrent geestelijke gezondheidszorg; 11) het voorzien van adequate financiering; 12) het evalueren van de doeltreffendheid van de aangeboden zorg.
Deze twaaf actiepunten dienen begrepen te worden, conform het Actieplan voor Mentale Gezondheid van de WHO (Helsinki, januari 2005). b) het vervolledigen van een lijst van experten werkzaam in België rond de actiepunten vermeld in artikel 3.a). Het bijhorende rapport dient de gebruikte methodologie en de selectieprocedure te vermelden. c) het organiseren van vier validatie seminaries over de verzamelde gegevens met betrekking tot de twaalf actiepunten zoals vermeld in artikel 3 a).Hiertoe zal een voorstel gedaan worden naar de begeleidingscommissie van groepering van deze actiepunten ten einde vier seminaries met relevante experten te organiseren. d) het eindrapport moet volgende documenten bevatten : 1) het activiteitenrapport;2) het rapport vermeld in artikel 3 a), met inbegrip van een beschrijving van de gebruikte methodologie en bibliografische referenties; 3) de lijst van de experten, inclusief de nota over de gebruikte methodologie en de selectieprocedure; 4) het verlsag van de vier seminaries zoals vermeld in artikel 3c) inclusief de lijst der deelnemers en de gebruikte validatiemethode; 5) de boekhoudkundige verantwoordingsstukken.
Art. 4.De uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten dient te gebeuren met een uniforme methodologie en werkwijze voor gans België en de goedkeuring van de rapporten zal opgevolgd worden door een begeleidingscomité.
Dit comité bestaat uit één vertegenwoordiger van het kabinet van de Minister van Volksgezondheid, twee vertegenwoordigers van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, waarvan een van de dienst internationale betrekkingen en een van de dienst psychosociale gezondheidszorg en eventueel aangevuld met externe experten.
Art. 5.De subsidie zal betaald worden op rekening 230-0216800-25 van de VZW Bicra, in vier schijven : 1° 30.000 EUR op 15 maart 2006 na voorlegging en goedkeuring door het begeleidingscomité van het werkingsplan; 2° 30.000 EUR op 31 juni 2006 bij voorlegging en goedkeuring door het begeleidingscomité van een vooruitgangsrapport en na organisatie van ten minste een seminarie en verantwoordingsstukken voor een bedrag van minstens 30.000 EUR; 3° 30.000 EUR op 31 oktober 2006, bij voorlegging en goedkeuring door het begeleidingscomité en na organisatie van tenminste het tweede en derde seminaire en verantwoordingsstukken voor een bedrag van minstens 30.000 EUR; 4° het saldo, maximaal 20.000 EUR, op 31 december 2006 na indening en goedkeuring van het begleidingscomité van alle vermelde rapporten en van de verantwoordingsstukken voor het resterend bedrag.
Art. 6.De gesubsidieerde uitgaven omvatten in hoofdzaak (+/- 75 %) personeelsonkosten en in de tweede plaats werkingskosten. Het geheel van de betaalde bedragen dient verantwoord te worden en de verantwoordingsstukken dienen gedateerd en ondertekend te zijn door de opdrachthouder en worden voorgelegd aan de dienst Internationale Betrekkingen van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Art. 7.Het eindrapport zal ingediend worden in beide landstalen in zowel elektronisch als gedrukte versie en dit uiterlijk tegen 28 februari 2007. Alle publicaties, reproducties, copies, verdeling of andere verspreiding of gebruik van de, in het kader van de gesubsidieerde activiteiten vermeld in artikel 3, verzamelde informatie en de opgestelde rapporten is veboden zonder voorafgaande toestemming van de Minister van Volksgezondheid.
Art. 8.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 mei 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE