Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 juni 2013
gepubliceerd op 09 oktober 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, tot wijziging van de bijlage nr. 3 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2011 tot inrichting van een sectoraal pensioenplan in de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013012198
pub.
09/10/2013
prom.
10/06/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 JUNI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, tot wijziging van de bijlage nr. 3 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2011 tot inrichting van een sectoraal pensioenplan in de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, tot wijziging van de bijlage nr. 3 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2011 tot inrichting van een sectoraal pensioenplan in de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 juni 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2012 Wijziging van de bijlage nr. 3 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2011 tot inrichting van een sectoraal pensioenplan in de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden (Overeenkomst geregistreerd op 11 december 2012 onder het nummer 112439/CO/140)

Artikel 1.Toepassingsgebied § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en behorend tot de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of tot de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden alsook op hun werknemers, conform het koninklijk besluit van 7 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/05/2007 pub. 31/05/2007 numac 2007201532 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het vervoer en van het koninklijk besluit van 6 april 1995 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken sluiten tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het vervoer en van het koninklijk besluit van 6 april 1995 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het verover en de aanverwante bedrijfstakken (verschenen in het Belgisch Staatsblad van 31 mei 2007). § 2. Onder "subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden", wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en die zich inlaten met : 1° Het goederenvervoer over de weg voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk een vervoersvergunning vereist is welke door de bevoegde overheid afgeleverd wordt;2° Het goederenvervoer over de weg voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk geen vervoerversgunning vereist is;3° Het verhuren met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen voor dewelke een vervoersvergunning vereist is welke door de bevoegde overheid afgeleverd werd;4° Het verhuren met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen voor dewelke geen vervoersvergunning vereist is. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden de taxibestelwagens, met name de voertuigen waarvan het laadvermogen gelijk is aan of kleiner is dan 500 kilogrammen en uitgerust met een taximeter, beschouwd als voertuigen voor dewelke geen vervoersvergunning vereist is. § 3. Onder "subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden", wordt bedoeld : de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en die, buiten de havenzones, zich inlaten met : 1° alle behandeling van goederen voor rekening van derden ter voorbereiding van het vervoer en/of ter afwerking van het vervoer, ongeacht het gebruikt vervoermiddel;2° en/of alle logistieke diensten ter voorbereiding van het vervoer van goederen voor rekening van derden en/of ter afwerking van dit vervoer, ongeacht het gebruikte vervoermiddel. Onder "logistieke activiteiten" wordt verstaan : ontvangt, opslag, weging, verpakking, etikettering, voorbereiding van bestellingen, beheer van voorraden of verzending van grondstoffen, goederen of producten in de verschillende stadia van hun economische cyclus, zonder dat er nieuwe half afgewerkte of afgewerkte producten worden voortgebracht.

Onder "voor rekening van derden" wordt verstaan : het uitvoeren van logistieke activiteiten voor andere natuurlijke of rechtspersonen en onder voorwaarde dat de ondernemingen die voor rekening van derden logistieke activiteiten uitoefenen op geen enkel ogenblik eigenaar van de betrokken grondstoffen, goederen of producten worden.

Met ondernemingen die voor rekening van derden logistieke activiteiten uitoefenen worden gelijkgesteld de ondernemingen die bij verbonden vennootschappen van de groep grondstoffen, goederen of producten aankopen en deze grondstoffen, goederen of producten verkopen aan verbonden vennootschappen van de groep en in zoverre deze grondstoffen, goederen of producten tevens het voorwerp zijn van logistieke activiteiten.

Onder "een groep van verbonden vennootschappen" wordt verstaan : de verbonden vennootschappen die tevens voldoen aan de voorwaarden gesteld in artikel 11, 1° van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 20/08/1999 numac 1999021323 bron diensten van de eerste minister Wet houdende oprichting van het Paleis voor Schone Kunsten in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden en tot wijziging van de wet van 30 maart 1995 betreffende de netten voor distributie voor omroepuitzendingen en de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad type wet prom. 07/05/1999 pub. 29/06/1999 numac 1999009706 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Strafwetboek, van het Wetboek van Strafvordering, van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering, van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, van de wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidsstelling en tot wijziging van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964 sluiten betreffende het Wetboek van vennootschappen.

Het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek is niet bevoegd voor de ondernemingen die voor rekening van derden uitsluitend logistieke activiteiten uitoefenen en de daarmee gelijkgestelde ondernemingen wanneer deze logistieke activiteiten een onlosmakelijk onderdeel vormen van een productie- of handelsactiviteit waarbij deze logistieke activiteiten opgenomen zijn in de bevoegdheid van een specifiek paritair comité. § 4. Onder "werknemers" wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters, aangegeven in de RSZ-categorie 083 met werknemerskengetal 015 of 027.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is evenwel niet van toepassing op : a) de leerlingen aangegeven in de RSZ-categorie 083 met werknemerskengetal 035;b) de leerlingen die vanaf 1 januari van het jaar waarin ze 19 jaar worden, aangegeven worden met werknemerskengetal 015, maar werken onder leercontract zoals aangegeven aan de RSZ met vermelding type leerling in de zone "type leercontract".

Art. 2.Doel van de overeenkomst Deze collectieve arbeidsovereenkomst wijzigt de opting-out modaliteiten van het sectoraal pensioenplan in de subsector voor het goederenvervoer voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden.

Art. 3.Opting-out modaliteiten De opting-out modaliteiten opgenomen in bijlage nr. 3 gehecht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2011 tot oprichting van een sectoraal pensioenplan in de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden, neergelegd op 17 oktober 2011 en geregistreerd op 3 november 2011 onder het nummer 106704/CO/140.04.09, worden vervangen door bijlage gehecht bij deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 4.Geldigheidsduur Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd.

Ze kan opgezegd worden door elke van de ondertekenende partijen. Deze opzegging moet schriftelijk gebeuren, met inachtneming van alle wettelijke bepalingen en per aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het paritair comité, die zonder verwijl alle ondertekenende partijen hiervan onmiddellijk schriftelijk in kennis stelt.

Een opzeg van zes maanden moet in acht genomen worden. De termijn neemt een aanvang op de eerste dag van het kwartaal volgend op de datum waarop het aangetekend schrijven verstuurd werd.

Art. 5.Algemene bepalingen Indien één of meerdere bepalingen nietig zouden zijn of ongeldig of zonder uitwerking verklaard zou(den) worden, blijven, onder voorbehoud van andersluidende wettelijke bepalingen, alle andere bepalingen onverminderd van toepassing en uitwerking behouden.

In zulk geval alsook in de gevallen waar de geldigheid of uitwerking van de volledige overeenkomst in gevaar komt, verbinden de ondertekenende organisaties zich ertoe om zonder verwijl onderhandelingen op te starten met het oog op een regeling of, bij gebreke ervan binnen zes maanden, om de situatie en de gevolgen van dergelijke ongeldigheidsverklaringen vast te stellen.

De bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst maakt er integraal deel van uit.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juni 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

Bijlage aan de de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, tot wijziging van de bijlage nr. 3 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2011 tot inrichting van een sectoraal pensioenplan in de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden Bijlage nr. 3 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2011 tot inrichting van een sectoraal pensioenplan in de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden

Artikel 1.Deze bijlage maakt integraal deel uit van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2011 tot oprichting van een sectoraal pensioenstelsel voor de werkgevers en hun werknemers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en behoren tot de subsectoren voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en voor de goederenbehandeling voor rekening van derden.

Deze bijlage bepaalt de opting-out modaliteiten van het sectoraal pensioenstelsel. Een werkgever die valt onder het toepassingsgebied van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst kan de uitvoering van het sectoraal pensioenstelsel zelf organiseren via één of meerdere ondernemingspensioenstelsels, inricht op het niveau van zijn ondernemingen, onder de in deze bijlage vermelde voorwaarden en met inachtneming van de wettelijke bepalingen terzake.

Art. 2.Voor werkgevers bedoeld in artikel 1 van deze bijlage die bestaan op de datum van de inwerkingtreding van het sectoraal pensioenstelsel (dit wil zeggen op 1 juli 2011), is de opting-out mogelijkheid afhankelijk van de naleving van alle hierna volgende voorwaarden : 2.1. Van toepassing op alle werknemers De op ondernemingsvlak georganiseerde pensioenstelsels moeten van toepassing zijn op alle werknemers van de werkgever, die voldoen aan de aansluitingsvoorwaarden bepaald in het pensioenreglement van het sectoraal pensioenstelsel.

Dit houdt in dat alle werknemers aangegeven in RSZ-categorie 083 met werknemerskengetallen "015" en "027" die, anders dan onder een leercontract, tewerkgesteld worden krachtens een arbeidsovereenkomst, voor bepaalde of onbepaalde duur, ongeacht hun leeftijd, moeten aangesloten zijn bij de opted out ondernemingspensioenstelsel. Mogen uitgesloten worden uit deze ondernemingspensioenstelsels : - werknemers met een leercontract, zoals de leerlingen met het werknemerskengetal "035" en de leerlingen die vanaf 1 januari van het jaar waarin ze 19 jaar worden, aangegeven worden onder werknemerskengetal "015" maar werken onder een leercontract zoals aangegeven aan de RSZ met vermelding type leerling in de zone "type leercontract".

De aansluiting bij het ondernemingspensioenstelsel moet onmiddellijk zijn bij de aanvang van de arbeidsovereenkomst. Een uitstel van aansluiting tot een bepaalde leeftijd kan dus niet. Het feit dat de ondernemingspensioenstelsels de aanspraak op verworven reserves en prestatief afhankelijk maken van de voorwaarde om één jaar aangeslotenen te zijn in overeenstemming met de wettelijke bepalingen ter zake, vormt geen obstakel voor de opting-out mogelijkheid. 2.2. Van toepassing op alle zetels van de werkgever De op ondernemingsvlak georganiseerde pensioenstelsels moeten van toepassing zijn op alle werknemers van de werkgever.

Wanneer een werkgever meerdere zetels heeft, die bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid met éénzelfde immatriculatienummer en onder RSZ-categorie 083 gekend zijn, is vereist dat zijn ondernemingspensioenstel(s) van toepassing is(zijn) op alle werknemers tewerkgesteld in al zijn zetels. 2.3. Minstens gelijkwaardig De op ondernemingsvlak georganiseerde pensioenstelsels moeten minstens gelijkwaardig zijn aan het sectoraal pensioenstelsel. De gelijkwaardigheidsvoorwaarde moet zowel met betrekking tot het aanvullend pensioen als met betrekking tot de overlijdensdekking vervuld zijn.

Bovendien kunnen deze gelijkwaardigheidstoets en-vergelijking alleen gebeuren door slechts de werkgeversbijdragen onder het ondernemingspensioenstelsel in aanmerking te nemen, met uitsluiting van de persoonlijke werknemersbijdragen en voordelen gefinancierd met persoonlijke werknemersbijdragen.

Voor ondernemingspensioenstelsels van het type vaste prestaties, cash balance en vaste bijdragen met gewaarborgd rendement, houdt de gelijkwaardigheid in dat de verworven reserves inzake het aanvullend pensioen die gefinancierd worden door werkgeversbijdragen onder het ondernemingspensioenstelsel voor elke werknemer op het ogenblik van 3 jaar aansluiting, enerzijds, en op het ogenblik van 10 jaar aansluiting, anderzijds, minstens gelijk zijn aan de financiële kapitalisatie (kapitalisatie zonder inachtneming van sterftetafels) van de kwartaal pensioen bijdrage zoals gedefinieerd in het sectoraal pensioenstelsel, (gerekend) aan het rendement bedoeld in artikel 24, § 2 van de WAP. Op datum van de inwerkingtreding van het sectoraal stelsel is dit 3,25 pct.

Voor ondernemingspensioenstelsel van het type vaste bijdragen zonder gewaarborgd rendement, houdt de gelijkwaardigheid in dat de netto werkgeversbijdrage voor de financiering van het aanvullend pensioen voor elke werknemer minstens gelijk is aan de kwartaal pensioenbijdrage zoals gedefinieerd in het sectoraal pensioenstelsel.

De netto werkgeversbijdrage onder het ondernemingspensioenstelsel is de werkgeversbijdrage die, na aftrek van alle kosten, taksen, lasten en vergoedingen gebruikt wordt voor de opbouw van aanvullende pensioenvoordelen.

Bovendien moet, voor alle types van ondernemingspensioenstelsels, de all-in kost van de werkgeversbijdrage, waarin de netto werkgeversbijdrage voor het aanvullend pensioen, alle kosten van het pensioenstelsel, met inbegrip van de toegepaste beheers- en werkingskosten van de pensioeninstelling, de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid, taksen en andere lasten, vervat zijn, geïndividualiseerd per werknemer, minstens gelijk zijn aan de kwartaalbijdrage, dit wil zeggen voor een voltijdse werknemer minstens gelijk aan 50 EUR per kwartaal. De toepassing van het ondernemingspensioenstelsel moet eveneens gegarandeerd zijn tot minstens 31 december 2014.

Voor de gelijkwaardigheidstoets is de normale pensioenleeftijd 65 jaar. 2.4. Verklaring werkgever en attest actuaris met ondernemingspensioenreglement als bijlage De werkgever heeft vóór 1 juli 2011 een schriftelijke verklaring op eer bezorgd aan het "Sociaal Fonds Transport en Logistiek", hierna SFTL, ingevolge de mededeling van het SFTL gericht aan werkgevers die onder het toepassingsgebied vallen van de in artikel 1 vermelde collectieve arbeidsovereenkomst.

De verklaring bevestigd de toepassing op 1 juli 2011 van één of meerdere minstens gelijkwaardige ondernemingspensioenstelsel op al hun werknemers, die aan de aansluitingsvoorwaarden van het sectoraal pensioenstelsel voldoen, van al hun zetels met eenzelfde RSZ-immatriculatie-nummer en met RSZ-categorie 083.

De inhoud van deze verklaring op eer moet vervolgens bevestigd worden door een bijkomend af te leveren attest opgesteld per werkgever voor elk van zijn ondernemingspensioenstelsels door de actuaris van de pensioeninstelling die het betrokken ondernemingspensioenstelsel beheert.

Deze attesten moeten bezorgd worden aan het SFTL vóór 15 oktober 2011 en moeten voldoen aan het model hieronder. Uit deze attesten moet blijken dat elk ondernemingspensioenstelsel of, in het geval waar een werkgever meerdere ondernemingspensioenstelsels gelijktijdig toepast op zijn werknemers, alle toepasselijke ondernemingspensioenstelsels samen genomen, voldoen aan alle voorwaarden voor de opting-out zoals bepaald in deze bijlage. "Model attest"

Ondergetekende, [ . . . . . naam, . . . . . voornaam, . . . . . adres] actuaris, erkend om in overeenstemming met de wettelijke vereiste, de wettelijke opdrachten van een aangewezen actuaris te vervullen, verklaart aan wie het aanbelangt en certificeert ten gunste van het Sociaal Fonds Transport en Logistiek met betrekking tot het/de volgende ondernemingspensioenstelsel(s) van de hierna opgesomde werkgever : - werkgever : . . . . . [naam], . . . . . ; [adres maatschappelijke zetel], . . . . . [KBO nummer] en . . . . . [RSZ-identificatienummer : 083] - per pensioenstelsel : nummer of benaming en vorm van het pensioenstelsel : …………. (vorm = hetzij een groepsverzekeringscontract, hetzij een reglement beheerd door een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening, hetzij een groepsverzekering of pensioenreglement beheerd door een instelling bedoeld in artikel 32, § 1, 2° van de WAP) - identificatie van het pensioenstelsel aan de hand van de unieke code bedoeld in de reglementering db2p, databank tweede pijler, voor zover reeds beschikbaar (in te vullen per ondernemingspensioenstelsel) : . . . . . - identiteit van de pensioeninstelling : . . . . . [naam], . . . . . [adres van de pensioeninstelling die het ondernemingspensioenstelsel beheert] (in te vullen per ondernemingspensioenstelsel) na nazicht van [het]/[de] hiervoor bepaalde ondernemingspensioenstelsel(s) en de toetsing ervan aan de optint out voorwaarden van het sectoraal pensioenstelsel voor de werknemers van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek van toepassing in de subsectoren voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en voor geoderenbehandeling voor rekening van derden, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst tot inrichting van het sectoraal pensioenstelsel en in het bijzonder in haar bijlage nr. 3, dat [het]/[elk] van de hiervoor vermelde ondernemingspensioenstelsel(s) van voormelde werkgever op 1 juli 2011 voldeed aan alle opting-out voorwaarden en tot heden hieraan [blijft]/[blijven] voldoen.

Ondergetekende verbindt er zich toe om het Sociaal Fonds Transport en Logistiek schriftelijk op de hoogte te brengen van feiten die een invloed kunnen hebben op de inhoud van dit attest uiterlijk 2 weken na zijn kennisneming van die feiten.

Dit schrijven wordt gericht ter attentie van de directeur van het Sociaal Fonds Transport en Logistiek, de Smet de Nayerlaan 115, 1090 Brussel.

De geldingskracht van dit attest is beperkt in de tijd tot 31 december 2011, tenzij het eerder wordt ongedaan gemaakt of vervangen.

Een kopie van [het]/[de] pensioenreglement[en] van voormeld[e] ondernemingspensioenstelsel[s] is[zijn] als bijlage[n] gehecht aan het attest dat bezorgd wordt aan het Sociaal Fonds voor Transport en Logistiek vóór 15 oktober 2011.

Opgesteld op [ . . . . . datum], te [ . . . . . plaats] in 3 exemplaren waarvan één origineel bijgehouden wordt op de zetel van de werkgever, één ingescand exemplaar (met bijlage) per e-mail bezorgd wordt aan het Sociaal Fonds Transport en Logistiek via infoftl.be of bij ontstentenis van scan, via aangetekend schrijven en het derde exemplaar wordt bijgehouden door ondergetekende actuaris. . . . . . [naam, voornaam] Actuaris [Handtekening voorafgegaan door de handgeschreven vermelding, "gelezen en goedgekeurd"] Bijlage : kopie van [het]/[de] pensioenreglement[en]


2.5. Paritair beheer of toezichtscomité Wanneer de uitvoering van een ondernemingspensioenstelsel, waarvoor de werkgever gebruik maakt van de opting-out mogelijkheid, toevertrouwd is aan een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening, moet de raad van bestuur van de betrokken instelling(en) paritair samengesteld zijn. Het voormeld attest van de actuaris dat de naleving van de opting out voorwaarden, bevestigt, attesteert dit.

Desgevallend kan het bewijs van naleving van deze voorwaarde ook bijkomend geleverd of opgevraagd worden aan de hand van een kopie van de toepasselijke statuten van de instelling die rechtstreeks door de werkgever bezorgd worden aan het SFTL. De werkgever verbindt er zich toe het SFTL zonder verwijl te verwittigen wanneer de pariteit niet meer zou gelden.

Wanneer de uitvoering van een ondernemingspensioenstelsel, waarvoor de werkgever gebruik maakt van de opting-out mogelijkheid, toevertrouwd is aan een instelling die niet op paritaire wijze beheerd wordt, moet een toezichtscomité ingericht en operationeel zijn overeenkomstig de WAP. Het toezichtscomité moet minstens één keer per jaar vergaderen.

De werkgever bezorgt jaarlijks aan het SFTL (tegen uiterlijk 31 december) een kopie van het verslag van de meeste recentste vergadering van het toezichtscomité, of een document, behoorlijk gedateerd en ondertekend door de werknemersvertegenwoordigers van de betrokken onderneming(en), dat de werking van het toezichtscomité bevestigt. 2.6. Blijvende gelijkwaardigheid Het SFTL ziet er als de inrichter van het sectoraal pensioenstelsel op toe dat de werkgever die gebruik maakt van de opting-out mogelijkheid één of meerdere minstens gelijkwaardige pensioenstelsel toepast op al zijn werknemers.

Daartoe bezorgt de betrokken werkgever jaarlijks een attest van de bevoegde actuaris aan het SFTL tegen uiterlijk 31 december. Het attest ingediend in 2011 heeft een geldigheidsduur tot 31 december 2011. De attesten zullen vanaf 2012 een geldigheidsduur hebben van maximaal 1 jaar, lopende van 1 januari tot 31 december. Voor de attesten met betrekking tot de jaren vanaf 2012 wordt niet vereist dat de pensioenreglementen als bijlage toegevoegd worden tenzij wanneer in het betrokken jaar het ondernemingspensioenstelsel en/of het sectoraal pensioenstel gewijzigd is. In zulke gevallen moet het (gewijzigde) reglement van het ondernemingspensioenstelsel gehecht worden als bijlage bij het attest van de actuaris. Dergelijk jaarlijks attest is vereist om de blijvende gelijkwaardigheid te kunnen vaststellen van het ondernemingspensioenstelsel ten aanzien van het sectoraal stelsel.

Bovendien bezorgt de werkgever aan het SFTL ook jaarlijks tegen uiterlijk 31 december het bewijs van de betaling van zijn bijdragen onder zijn opted out ondernemingspensioenstelsel over het voorbije jaar alsook het bewijs van de naleving in de praktijk van de sub 2.5 vermelde voorwaarde.

Art. 3.§ 1. Werkgevers die vanaf 1 juli 2011 onder het ressort komen van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en beoogd zijn door artikel 1 van deze bijlage, nemen voor al hun werknemers die aan de aansluitingsvoorwaarden van het pensioenreglement voldoen, deel aan het sectoraal pensioenstelsel behoudens in de gevallen bedoeld hieronder in artikel 3, § 2. § 2. Werkgevers die na 30 juni 2011 ingevolge een conventionele overdracht van een onderneming, werknemers overnemen die niet aangesloten waren bij het sectoraal pensioenstelsel omdat ze aangesloten waren bij het opted out ondernemingspensioenstelsel van hun vroegere werkgever-overdrager, kunnen verder gebruik maken van de opting-out zolang de opting-out voorwaarden van deze bijlage vervuld zijn, zoals hierna verder bepaald.

Wanneer de onderneming(en) of zetel(s) die de overgenomen werknemers tewerkstelt (tewerkstellen) evenwel geïdenticifeerd wordt(worden) aan de hand van hetzelfde identificatienummer (RSZ-categorie 083 en eenzelfde immatriculatienummer) bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid als andere ondernemingen of zetels van diezelfde werkgever-overnemer en wanneer de werkgever deelneemt aan het sectoraal pensioenstelsel, moeten ook alle werknemers van de overgenomen onderneming of zetel aangesloten worden bij het sectoraal pensioenstelsel vanaf de overname voor zover ze aan de aansluitingsvoorwaarden voldoen. In zulk geval neemt de opting-out een einde op de dag onmiddellijk voorafgaand aan de overname. § 3. In de gevallen bedoeld in artikel 3, § 2 hiervoor is de voortzetting van de opting-out mogelijkheid afhankelijk van het vervullen van alle voorwaarden vermeld in deze bijlage (behoudens wat de verklaring op eer vóór 1 juli 2011 betreft).

Art. 4.Een werkgever die gebruik wenst te maken van de opting-out mogelijkheid, legt zijn beslissing van opting-out alsook (het ontwerp van) zijn ondernemingspensioenreglement, de (keuze van de- pensioeninstelling die het ondernemingspensioenreglement beheert voorafgaandelijk voor advies voor aan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis, aan het comité voor preventie en bescherming op het werk, of bij ontstentenis aan de vakbondsafvaardiging.

Bij die gelegenheid bezorgt hij tegelijk een kopie van de collectieve arbeidsovereenkomst tot inrichting van het sectoraal pensioenstelsel.

Bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging brengt de werkgever zijn werknemers voorafgaandelijk op de hoogte door middel van aanplakking van de opting-out beslissing, het ondernemingspensioenreglement en de instelling die het beheert.

Art. 5.Het SFTL onderzoekt de attesten van de actuarissen en de verklaringen, betalingswijzen en andere documenten bezorgd door de werkgevers alsook, ingeval van vragen, betwistingen of naar aanleiding van wijzigingen, de pensioenreglementen van de betrokken ondernemingspensioenstelsels en bevestigt schriftelijk aan de werkgever, naargelang van het geval : (i) de aanvaarding van de opting-out van zijn ondernemingspensioenstelsel voor de geldigheidsduur van het attest (tot uiterlijk 31 december van het lopende jaar) of (ii) de weigering (of beëindiging) van de opting-out indien de voorwaarden niet (of niet meer) vervuld zijn.Het SFTL kan alleen de opting-out weigeren of de beëindiging ervan vaststellen indien de voorwaarden van de wet en/of van de collectieve arbeidsovereenkomst tot inrichting van het sectoraal pensioenstelsel, inzonderheid deze bijlage nr. 3 niet nageleefd zijn.

Art. 6.§ 1. De inrichter heeft het recht om op elk moment de gelijkwaardigheid van de "opted out" ondernemingspensioenstelsels te (laten) controleren. § 2. De werkgever die onder het toepassingsgebied valt van de collectieve arbeidsovereenkomst tot inrichting van het sectoraal pensioenstelsel verbindt er zich toe het SFTL binnen de 2 weken schriftelijk te verwittigen van de wijzigingen of stopzetting van zijn opted out ondernemingspen-sioenstelsels. Ingeval van wijziging, bezorgt de werkgever aan het SFTL een nieuw attest met in bijlage een kopie van zijn gewijzigd ondernemingspensioenreglement(en).

Bij niet-naleving van deze verplichtingen binnen voormelde termijn, behoudt het SFTL zich het recht voor de nodige stappen te ondernemen om de deelname door de werkgever aan het sectoraal pensioenstelsel af te dwingen. De werkgever is verplicht om aan het SFTL binnen de voorziene of gevraagde termijnen alle nodige documenten te bezorgen om de controle door het SFTL toe te laten.

Art. 7.Bij ontstentenis van ontvangst van voormelde verklaringen, attesten en bijhorende documenten binnen de voorziene termijn, wordt de werkgever geacht niet (langer) gebruik te willen of kunnen maken van de opting-out mogelijkheid.

Art. 8.§ 1. Voor werkgevers bedoeld in artikel 2 geldt de opting-out zover alle opting-out voorwaarden vervuld zijn vanaf 1 juli 2011 : (i) tot de eerste dag van het kwartaal gedurende hetwelk niet langer voldaan wordt aan de voorwaarden, indien de werkgever of de actuaris het SFTL verwittigt van de beslissing van de werkgever tot deelname aan het sectoraal pensioenstelsel of indien het SFTL verwittigd wordt dat de optingout voorwaarden niet meer vervuld zijn door de ondernemingspensioenstelsel(s) of, (ii) naargelang van het geval in alle andere gevallen waarin niet meer voldaan is aan de opting-out voorwaarden, tot de eerste dag van het eerste kwartaal van het jaar volgend op het jaar waarvoor nog een geldig attest werd ingediend. Werkgever bedoeld in artikel 2 waarvan vóór 31 december 2011 blijkt na nazicht van het attest van de actuaris en de andere documenten dat hun ondernemingspensioenstelsels op 1 juli 2011 niet voldeden aan de opting voorwaarden, nemen verplicht deel aan het sectoraal pensioenstelsel, met ingang van 1 juli 2011. § 2. Voor werkgevers bedoeld in artikel 3, § 2 geldt de opting-out, indien van toepassing, vanaf de overname : (i) tot de eerste dag van het kwartaal gedurende hetwelk niet langer voldaan wordt aan de voorwaarden indien de werkgever of de actuaris het SFTL verwittigt van zijn beslissing tot deelname aan het sectoraal pensioenstelsel of indien het SFTL verwittigd wordt dat de opting-out voorwaarden niet meer vervuld zijn door de ondernemingspensioenstelsel(s) of, (ii) naargelang van het geval, in alle andere gevallen waarin niet meer voldaan is aan de opting-out voorwaarden, tot de eerste dag van het eerste kwartaal van het jaar volgend op het jaar waarvoor nog een geldig attest werd ingediend. § 3. Wanneer een werkgever gedurende 3 opeenvolgende maanden nalaat de bijdragen tot zijn opted out ondernemingspensioenstelsels te betalen, neemt hij verplicht deel aan het sectoraal pensioenstelsel met ingang van de eerste dag van het kwartaal gedurende hetwelk de werkgever de betaling van bijdragen sinds 3 maanden onderbrak. De werkgever is verplicht het SFTL hiervan te verwittigen binnen de 2 weken van het verstrijken van voormelde periode van 3 maanden. Indien de opting-out voorwaarden niet (meer) vervuld zijn neemt de werkgever integraal deel aan het sectoraal pensioenstelsel. Er wordt in zulk geval geen rekening gehouden met het (de) ondernemingspensioenstel(s).

Art. 9.Voor de toepassing van deze bijlage moeten de begrippen waarnaar verwezen wordt, begrepen worden in de zin zoals gedefinieerd in de collectieve arbeidsovereenkomst tot invoering van het sectoraal pensioenstelsel.

Bijlagen : - Model 1 - attest actuaris - terug te sturen vóór 15 oktober 2011 aan SFTL; - Model 2 - attest actuaris - jaarlijks te sturen uiterlijk tegen 31 december aan SFTL. Model 1 : Attest actuaris - terug te sturen aan SFTL vóór 15 oktober 2011

"Ondergetekende, [ . . . . . naam, . . . . . voornaam, . . . . . adres] actuaris, erkend om in overeenstemming met de wettelijke vereisten, de wettelijke opdrachten van een aangewezen actuaris te vervullen, verklaart aan wie het aanbelangt en certificeert ten gunste van het Sociaal Fonds Transport en Logistiek met betrekking tot het/de volgende ondernemingspensioenstelsel(s) van de hierna opgesomde werkgever : - werkgever : . . . . . [naam], . . . . . ; [adres maatschappelijke zetel], . . . . . [KBO nummer] en . . . . . [RSZ-identificatienummer : 083] - per pensioenstelsel : nummer of benaming en vorm van het pensioenstelsel : . . . . . (vorm = hetzij een groepsverzekeringscontract, hetzij een reglement beheerd door een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening, hetzij een groepsverzekering of pensioenreglement beheerd door een instelling bedoeld in artikel 32, § 1, 2° van de WAP) - identificatie van het pensioenstelsel aan de hand van de unieke code bedoeld in de reglementering db2p, databank tweede pijler, voor zover reeds beschikbaar (in te vullen per ondernemings pensioenstelsel) : . . . . . - identiteit van de pensioeninstelling : . . . . . [naam], . . . . . [adres van de pensioeninstelling die het ondernemingspensioenstelsel beheert] (in te vullen per ondernemingspensioenstelsel) na nazicht van [het]/[de] hiervoor bepaalde ondernemingspensioenstelsel(s) en de toetsing ervan aan de opting-out voorwaarden van het sectoraal pensioenstelsel voor de werknemers van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek van toepassing in de subsectoren voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en voor goederenbehandeling voor rekening van derden, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst tot inrichting van het sectoraal pensioenstelsel en in het bijzonder in haar bijlage nr. 3, dat [het]/[elk] van de hiervoor vermelde ondernemingspensioenstelsel(s) van voormelde werkgever op 1 juli 2011 voldeed aan alle opting-out voorwaarden en tot heden hieraan [blijft]/[blijven] voldoen.

Ondergetekende verbindt er zich toe om het Sociaal Fonds Transport en Logistiek schriftelijk op de hoogte te brengen van feiten die een invloed kunnen hebben op de inhoud van dit attest uiterlijk 2 weken na zijn kennisneming van die feiten.

Dit schrijven wordt gericht ter attentie van de directeur van het Sociaal Fonds Transport en Logistiek, de Smet de Nayerlaan 115, 1090 Brussel.

De geldingskracht van dit attest is beperkt in de tijd tot 31 december 2011, tenzij het eerder wordt ongedaan gemaakt of vervangen.

Een kopie van [het]/[de] pensioenreglement[en] van voormeld[e] ondernemingspensioenstelsel[s] is[zijn] als bijlage[n] gehecht aan het attest dat bezorgd wordt aan het Sociaal Fonds voor Transport en Logistiek vóór 15 oktober 2011.

Opgesteld op [ . . . . . datum], te [ . . . . . plaats] in 3 exemplaren waarvan één origineel bijgehouden wordt op de zetel van de werkgever, één ingescand exemplaar (met bijlage) per e-mail bezorgd wordt aan het Sociaal Fonds Transport en Logistiek via info@sftl.be of bij ontstentenis van scan, via aangetekend schrijven en het derde exemplaar wordt bijgehouden door ondergetekende actuaris. . . . . . [naam, voornaam] Actuaris [Handtekening voorafgegaan door de handgeschreven vermelding, "gelezen en goedgekeurd"] Bijlage : kopie van [het]/[de] pensioenreglement[en]


Model 2 : Attest actuaris - Jaarlijks te bezorgen aan SFTL tegen uiterlijk 31 december

"Ondergetekende, [ . . . . . naam, . . . . . voornaam, . . . . . adres] actuaris, erkend om in overeenstemming met de wettelijke vereisten, de wettelijke opdrachten van een aangewezen actuaris te vervullen, verklaart aan wie het aanbelangt en certificeert ten gunste van het Sociaal Fonds Transport en Logistiek met betrekking tot het/de volgende ondernemingspensioenstelsel(s) van de hierna opgesomde werkgever : - werkgever : . . . . . [naam], . . . . . ; [adres maatschappelijke zetel], . . . . . [KBO nummer] en . . . . . [RSZ-identificatienummer 083] - per pensioenstelsel : nummer of benaming en vorm van het pensioenstelsel : . . . . . (vorm = hetzij een groepsverzekeringscontract, hetzij een reglement beheerd door een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening, hetzij een groepsverzekering of pensioenreglement beheerd door een instelling bedoeld in artikel 32, § 1, 2° van de WAP) - identificatie van het pensioenstelsel aan de hand van de unieke code bedoeld in de reglementering db2p, databank tweede pijler, voor zover reeds beschikbaar (in te vullen per ondernemingspensioenstelsel) : . . . . . - identiteit van de pensioeninstelling : . . . . . [naam], . . . . . [adres van de pensioeninstelling die het ondernemingspensioenstelsel beheert] (in te vullen per ondernemingspensioenstelsel) na nazicht van [het]/[de] hiervoor bepaalde ondernemingspensioenstelsel(s) en de toetsing ervan aan de opting-out voorwaarden van het sectoraal pensioenstelsel voor de werknemers van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek van toepassing in de subsectoren voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en voor goederenbehandeling voor rekening van derden, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst tot inrichting van het sectoraal pensioenstelsel en in het bijzonder in haar bijlage nr. 3, dat [het]/[elk] van de hiervoor vermelde ondernemingspensioenstelsel(s) van voormelde werkgever voor de periode sinds 1 januari 20[ . . ] tot heden, . . [ november/december] 20[ . . ] voldeed aan alle opting out voorwaarden.

Ondergetekende verbindt er zich toe om het Sociaal Fonds Transport en Logistiek schriftelijk op de hoogte te brengen van feiten die een invloed kunnen hebben op de inhoud van dit attest uiterlijk 2 weken na zijn kennisneming van die feiten. Aangezien het sectoraal pensioenstelsel en/of (het)/(de) ondernemingspensioenstelsels in 20[ . . ] gewijzigd werd(en), wordt een kopie van (het)/(de) ondernemingspensioenreglement(en) geacht als bijlage bij dit attest;

Aangezien noch het sectoraal pensioenstelsel noch (het)/(de) ondernemingspensioenstelsel(s) in 20[ . . ] gewijzigd werd(en), wordt een kopie van (het)/(de) ondernemingspensioenreglement(en) niet opnieuw verstuurd naar het SFTL als bijlage bij dit attest.

Dit schrijven wordt gericht ter attentie van de directeur van het Sociaal Fonds Transport en Logistiek, de Smet de Nayerlaan 115, 1090 Brussel.

De geldingskracht van dit attest is beperkt in de tijd tot 31 december 20[ . . ], tenzij het eerder wordt ongedaan gemaakt of vervangen.

Opgesteld op [ . . . . . datum], te [ . . . . . plaats] in 3 exemplaren waarvan één origineel bijgehouden wordt op de zetel van de werkgever, één ingescand exemplaar per e-mail bezorgd wordt aan het Sociaal Fonds Transport en Logistiek via info@sftl.be of bij ontstentenis van scan, via aangetekend schrijven en het derde exemplaar wordt bijgehouden door ondergetekende actuaris. . . . . . [naam, voornaam] Actuaris [Handtekening voorafgegaan door de handgeschreven vermelding, "gelezen en goedgekeurd"] Bijlage : kopie van de pensioenreglement[en] indien van toepassing


Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juni 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^