Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 juli 2008
gepubliceerd op 24 juli 2008

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en tot invoering van het OMNIO-statuut

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2008022417
pub.
24/07/2008
prom.
10/07/2008
ELI
eli/besluit/2008/07/10/2008022417/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 JULI 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en tot invoering van het OMNIO-statuut


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, de artikelen 32, tweede lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 april 1997 en gewijzigd bij de wetten van 13 december 2006 en 26 maart 2007, en 37, § 1, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995, het koninklijk besluit van 16 april 1997, de wetten van 24 december 1999, 22 augustus 2002 en 27 december 2006, en § 19, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 april 1997 en gewijzigd bij de wet van 27 december 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en tot invoering van het OMNIO-statuut;

Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, artikel 15;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 januari 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 23 juni 2008;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het koninklijk besluit van 11 maart 2008 een absoluut recht op de verhoogde tegemoetkoming toekent aan kinderen met een handicap, overwegende dat de opheffing van de oude regeling tot gevolg heeft dat sommige kinderen die nog onder de oude regeling werden erkend als getroffen door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid de mogelijkheid werd ontnomen om de verhoogde tegemoetkoming te genieten vanaf de datum van erkenning van de ongeschiktheid, dat dit besluit een overgangsbepaling invoegt om die kinderen alsnog vanaf de datum van erkenning van de ongeschiktheid recht op de verhoogde tegemoetkoming te geven, dat dit besluit derhalve zo spoedig mogelijk moet worden genomen en bekendgemaakt opdat de bevoegde administratieve instanties de nodige schikkingen kunnen nemen om dit recht aan deze kwetsbare kinderen toe te kennen;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 7bis van het koninklijk besluit van 1 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en tot invoering van het OMNIO-statuut, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 maart 2008, wordt aangevuld met een lid, luidende : « De rechthebbende van wie de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66 % is vastgesteld vóór 1 januari 2008, heeft recht op de verhoogde tegemoetkoming vanaf 1 januari 2008 indien de erkenning op die datum nog uitwerking heeft. Indien de kennisgeving van de vaststelling van de ongeschiktheid echter heeft plaatsgevonden na 30 september 2007, en er geen verklaring op erewoord werd ingediend vóór 1 januari 2008, gaat het recht in vanaf de datum waarop de beslissing tot erkenning van de ongeschiktheid uitwerking heeft. »

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008.

Art. 3.De Minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 juli 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX

^