gepubliceerd op 30 juli 2002
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
10 JULI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 93, zevende lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 224, § 2;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor werknemers, gegeven op 20 februari 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 april 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 6 mei 2002;
Gelet op het advies van de Raad van State 33.403/1, gegeven op 13 juni 2002;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 224, § 2, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2. Het tijdvak van oproeping of van wederoproeping onder de wapens en ieder krachtens artikel 205, § 7, daarmee gelijkgesteld tijdvak, de in artikel 247 bedoelde tijdvakken van voortgezette verzekering, het tijdvak tijdens hetwelk de werknemer een uitkering heeft ontvangen voor de volledige onderbreking van zijn beroepsloopbaan, evenals de tijdvakken tijdens welke de gerechtigde de arbeid heeft onderbroken om zich aan de opvoeding van zijn kind te wijden onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 205, § 5, worden geneutraliseerd voor de toepassing van de bepalingen van § 1.
Het tijdvak tijdens hetwelk de werknemer een uitkering ontvangt voor de gedeeltelijke onderbreking van zijn beroepsloopbaan, wordt geneutraliseerd voor de toepassing van de bepalingen van § 1, bij het verstrijken van het tijdvak waarvoor de gerechtigde de voornoemde uitkering ontvangt.
Het voorgaand lid is evenwel alleen van toepassing indien de overeengekomen vermindering van de prestaties het tijdvak waarvoor de gerechtigde de voornoemde uitkering ontvangt, niet overschrijdt. »
Art. 2.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 juli 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE