gepubliceerd op 27 februari 2006
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
10 FEBRUARI 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 53, twaalfde lid, ingevoegd bij de wet van 24 december 1999 en gewijzigd bij de wet van 27 december 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 159bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 februari 1998, vervangen bij het koninklijk besluit van 8 december 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 april 2003;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 31 januari 2005;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 juni 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 31 augustus 2005;
Gelet op het advies nr.39.179/1 van de Raad van State, gegeven op 25 oktober 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1 °, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 159bis van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 februari 1998, vervangen bij het koninklijk besluit van 8 december 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 april 2003, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt aangevuld met een § 2, luidende : « § 2. Op dezelfde wijze geldt het leveren van het bewijs, overeenkomstig de nadere regels bepaald door het Verzekeringscomité, van het gebruik van het attest van sociaal verzekerde, bedoeld in het artikel 21 van het koninklijk besluit van 22 februari 1998 houdende uitvoeringsmaatregelen van de sociale identiteitskaart, rekening houdende met de gegevens van verzekerbaarheid die voorkomen op het bovenbedoeld attest als betalingsverplichting door de verzekeringsinstelling voor het gedeelte dat niet ten laste is van de sociaal verzekerde, voor de prestaties bedoeld in § 1, eerste lid.
Bovendien, is deze betalingsverplichting enkel verkregen wanneer de datum van levering van de prestatie zich bevindt binnen de geldigheidsperiode van het bedoelde attest. »
Art. 2.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 februari 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE