Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 augustus 2015
gepubliceerd op 08 september 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de sociale programmatie voor de personeelsleden op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2004 van toepassing is, met betrekking tot de waarborg van rechten van de werknemers van de bedrijfstak elektriciteit en gas in dienst op 31 december 2001

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015012125
pub.
08/09/2015
prom.
10/08/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 AUGUSTUS 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de sociale programmatie voor de personeelsleden op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2004 van toepassing is, met betrekking tot de waarborg van rechten van de werknemers van de bedrijfstak elektriciteit en gas in dienst op 31 december 2001 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de sociale programmatie voor de personeelsleden op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2004 van toepassing is, met betrekking tot de waarborg van rechten van de werknemers van de bedrijfstak elektriciteit en gas in dienst op 31 december 2001.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Poitiers, 10 augustus 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 2014 Sociale programmatie voor de personeelsleden op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2004 van toepassing is, met betrekking tot de waarborg van rechten van de werknemers van de bedrijfstak elektriciteit en gas in dienst op 31 december 2001 (Overeenkomst geregistreerd op 24 juli 2014 onder het nummer 122602/CO/326) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de gebaremiseerde werknemers, op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2004 van toepassing is, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de waarborg van rechten van de werknemers van de bedrijfstak elektriciteit en gas in dienst op 31 december 2001 en op de ondernemingen die hen tewerkstellen. HOOFDSTUK II. - Begrippen en definities

Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder : -"gebaremiseerde werknemer" : de werknemer a) aangeworven vóór 1 januari 2002 bij : - ondernemingen, die vallen onder het toepassingsgebied van artikel 1, ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf vóór 1 januari 2004; - ondernemingen, die vallen onder het toepassingsgebied van artikel 1, ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, die voortkomen uit de hiervoor genoemde ondernemingen; - ondernemingen, die vallen onder het toepassingsgebied van artikel 1, ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf die personeel overnemen, op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 32bis van 7 juni 1985, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de waarborg van rechten van de werknemers in geval van verandering van werkgever wegens een conventionele transfer van de onderneming en die de rechten regelt van de werknemers die overgenomen worden in geval van overname van het actief na faillissement of gerechtelijk concordaat door afstand van het actief; b) aangeworven tussen 1 juli 2000 en 31 december 2003 bij : - de onderneming EDF Luminus; - een onderneming, ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, en die voortkomt uit de onderneming EDF Luminus; - een onderneming, ressorterend onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, die, op basis van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 32bis personeel van EDF Luminus heeft overgenomen; c) aangeworven met een contract van onbepaalde duur op 31 augustus 2006 in de intercommunale Sibelga en getransfereerd op 1 september 2006 of later naar de firma Brussels Network Operations; - "onderneming" : de juridische entiteit; - "collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2004" : de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2004, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de waarborg van rechten van de werknemers van de bedrijfstak elektriciteit en gas in dienst op 31 december 2001; - "bruto maandloon" : bruto maandloon zoals gedefinieerd in titel III - "Beroepsjubileum", punt 4 van het Sociaal Statuut (overeenkomst geregistreerd op 21 maart 1989 onder het nummer 22411/CO/326). HOOFDSTUK III. - Sociale maatregelen

Art. 3.Jubilarispremie De titel III - "Beroepsjubileum", punt 4 van het Sociaal Statuut (overeenkomst geregistreerd op 21 maart 1989 onder het nummer 22411/CO/326) wordt als volgt aangevuld : "Toepassingsmodaliteiten vanaf 1 januari 2014 § 1. Vanaf 1 januari 2014 en zolang de sociale en fiscale wetgevingen het toelaten aan een werkgever om één bruto maandloon netto te betalen na een anciënniteit van 25 jaar binnen de onderneming en twee bruto maandlonen netto te betalen na een anciënniteit van 35 jaar binnen de onderneming, wordt de jubilarispremie als volgt toegekend : - 25 jaar : 3 maanden bruto (14/12den) + 1 maand netto (12/12den) + 2/12den maanden bruto; - 30 jaar : 3 maanden bruto (14/12den); - 35 jaar : 2 maanden netto (12/12den); - 40 jaar : 1 maand bruto (14/12den). § 2. De equivalente of gunstigere lokale akkoorden blijven bestaan. § 3. Als een werknemer niet heeft kunnen genieten van de betaling van één bruto maandloon in netto na 25 of van twee bruto maandlonen in netto na 35 jaar dienst, zal de eerste jubilarispremie betaalbaar op 30 jaar of 40 jaar of de premie betaalbaar bij vertrek op pensioen, desgevallend, als volgt worden aangepast : - 30 jaar : 2 maanden bruto (14/12den) + 1 maand netto (12/12den) + 2/12den maanden bruto; - 40 jaar : 1 maand netto (12/12den); - vertrekpremie : respectievelijk 2 maand netto (12/12den) of 1 maand netto (12/12den) afhankelijk of het vertrek plaatsvond tussen 35 en 40 jaar dienst of na 40 jaar dienst.

Deze mogelijkheid zal echter niet van toepassing zijn in de ondernemingen waar er equivalente of gunstigere lokale akkoorden van toepassing blijven op 25 jaar en/of op 35 jaar dienst.

In elk geval zal het aantal netto betaalde maanden nooit meer kunnen zijn dan 3 (12/12den) over de volledige loopbaan. § 4. Indien de sociale of fiscale wetgeving niet langer een betaling in netto toelaat, vervallen de wijzigingen aangebracht door de huidige collectieve arbeidsovereenkomst aan titel III - "Beroepsjubileum", punt 4 van het Sociaal Statuut. Er is in dat geval een automatische terugkeer naar het systeem van kracht op 31 december 2013.".

Art. 4.Gezondheidszorgen - rechthebbenden Er wordt een paritaire werkgroep opgericht teneinde de begrippen "rechthebbenden gezondheidszorgen" te finaliseren voor het einde van het jaar 2014. HOOFDSTUK IV. - Aanvullende pensioenen en groepsverzekering

Art. 5.Persoonlijke bijdrage na 60 jaar Rekening houdend met het feit dat de pensioenanciënniteit niet meer evolueert na de leeftijd van 60 jaar ten gevolge een onmiddellijke in aanmerking name van de anciënniteit tijdens de periode van vervroegde pensionering, worden, vanaf de 1ste dag van de maand die volgt op de ondertekening van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst en zonder terugwerkende kracht, de persoonlijke bijdragen aan het pensioenplan afgeschaft voor de werknemers van meer dan 60 jaar. Deze afschaffing van de persoonlijke bijdragen zal effectief zijn vanaf de 1ste dag van de maand die volgt op de 60ste verjaardag.

Het sectoraal pensioenreglement wordt dienovereenkomstig aangepast.

Art. 6.Overlijdensdekking Vanaf de 1ste dag van de maand die volgt op de ondertekening van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst en zonder terugwerkende kracht, is de overlijdensdekking van de werknemer die blijft werken na 60 jaar ten minste gelijk aan het pensioenkapitaal berekend op het moment van overlijden.

Voor de invaliden wordt dezelfde overlijdensdekking gegarandeerd tot aan de eerste datum waarop de betrokken werknemer op vervroegd wettelijk pensioen kan vertrekken. Contassur zal aan de betrokken invalide werknemer vragen om dit recht te laten gelden door de overhandiging, op de leeftijd van 60 jaar, van een loopbaanoverzicht uitgegeven door de RVP dat toelaat de effectieve datum te bepalen waarop de deelnemer aanspraak zal maken op het vervroegd wettelijk pensioen. Na deze datum wordt de overlijdensdekking van de invalide deelnemer terug gelijk aan de overlijdensdekking toegekend aan de werknemers van minder dan 60 jaar.

Het sectoraal pensioenreglement wordt dienovereenkomstig aangepast.

Art. 7.Observatorium der pensioenen Het Observatorium der pensioenen blijft behouden maar wordt hervormd.

Een controle van de resultaten blijft mogelijk op basis van specifieke individuele vragen door de werknemers of de werknemersvertegenwoordigers gesteld aan de pensioeninstelling in zoverre deze vragen gedocumenteerd zijn. HOOFDSTUK V. - Tijdskrediet

Art. 8.Uitbreiding van het tijdskrediet met motief Vanaf de datum van ondertekening van de collectieve arbeidsovereenkomst en tot en met 31 december 2018 wordt het artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2005 betreffende tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking (geregistreerd op 18 november 2005 onder het nummer 77011/CO/326) vervangen door hetgeen volgt : "

Art. 3.In toepassing van artikel 4, § 1, 3° van de collectieve arbeidsovereenkomst van de Nationale Arbeidsraad nr. 103 van 27 juni 2012 wordt de duur van de loopbaanvermindering tot een halftijdse betrekking gebracht op 36 maanden voor de motieven vermeld in artikel 4, § 1, 1° van hogervermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103.

De werknemers dienen de wettelijke termijnen van kennisgeving te respecteren zoals opgenomen in artikel 12 van de hogervermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103.

Zij die in dit regime zijn op 31 december 2018, mogen in dit regime blijven tot het einde van de voorziene duur van hun tijdskrediet.". HOOFDSTUK VI. - Overuren

Art. 9.Overuren Overeenkomstig de recentste wettelijke bepalingen wordt de interne limiet inzake overuren voorzien in artikel 26bis, § 1bis van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten op 78 uren gebracht in de loop van de referentieperiode van een jaar voorzien in de sector. Deze limiet van 78 uren wordt op 91 uren gebracht na de 3de maand van het jaar.

Het onmiddellijk uitbetaalde overurenkrediet zonder recuperatie op vraag van de werknemer, voorzien in artikel 26bis, § 2bis van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten, wordt op 91 uren per kalenderjaar gebracht.

Deze aanpassing doet geen afbreuk aan het artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 2003 betreffende de overuren met betrekking tot de lokale akkoorden. HOOFDSTUK VII. - Tewerkstelling

Art. 10.Eindeloopbaan De werkgevers besteden bijzondere aandacht aan maatregelen om "oudere" werknemers langer aan het werk te houden.

De beste praktijken in de sector die erover waken de verwachtingen van de "oudere" werknemers en de werkgevers inzake de arbeidsorganisatie te verzoenen zullen verzameld worden en regelmatig voorgesteld worden aan de Tewerkstellingscel. Een gedachtenuitwisseling tussen de sociale partners zal volgen op deze voorstelling en zal voor de eerste keer plaatsvinden vóór het eind van het jaar 2014. HOOFDSTUK VIII. - Aandachtsgroepen

Art. 11.Inspanningen Voor de jaren 2013 en 2014 wordt de inspanning met betrekking tot de aandachtsgroepen behouden op 0,10 pct. van de loonmassa. HOOFDSTUK IX. - Sociale vrede, syndicaal vormingsfonds, syndicale premie

Art. 12.Sociale vrede, syndicaal vormingsfonds en syndicale premie § 1. De syndicale premie wordt behouden op 135 EUR voor de jaren 2013 en 2014. § 2. De patronale dotatie aan het syndicaal vormingsfonds wordt behouden voor de jaren 2013 en 2014. § 3. De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe de sociale vrede te respecteren zoals opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2012 betreffende de sociale vrede, de syndicale premie en het syndicaal vormingsfonds. HOOFDSTUK X. - Geldigheidsduur

Art. 13.Tenzij andersluidende bepalingen, wordt deze collectieve arbeidsovereenkomst gesloten voor onbepaalde duur en heeft ze uitwerking met ingang van 1 januari 2013.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan geheel of gedeeltelijk worden opgezegd, door elk van de partijen, middels een opzeggingstermijn van 6 maanden, per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^