10 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden ter verlenging van de overeenkomsten, afgesloten op basis van het koninklijk besluit van 13 november 2002 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 2°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de jaren 2002, 2003 en 2004

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 56, § 2, eerste lid, 2°, vervangen bij de wet van 10 augustus 2001;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 8 november 2004;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 1 februari 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 23 mei 2005;

Gelet op het advies nr. 38.551/1 van de Raad van State, gegeven op 30 juni 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Onder de hierna vermelde voorwaarden kunnen de overeenkomsten die tussen het Verzekeringscomité van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en gespecialiseerde centra afgesloten zijn op basis van het koninklijk besluit van 13 november 2002 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 2°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de jaren 2002, 2003 en 2004 verlengd worden voor de volgende periodes : 1° de overeenkomsten afgesloten ter financiering van de behandeling van bepaalde rechthebbenden door middel van botuline toxine A bij kinderen van 2 tot en met 8 jaar met spasticiteit veroorzaakt door hersenverlamming : tot 30 juni 2007;2° de overeenkomsten afgesloten ter financiering van de behandeling van bepaalde rechthebbenden door middel van gehumaniseerde monoklonale antistoffen tegen het F-proteïne van het Respiratoir Syncytiaal Virusinfectie (RSV) : tot 30 april 2005;3° de overeenkomsten afgesloten ter financiering van de behandeling van bepaalde rechthebbenden door middel van geïsoleerde lidmaatperfusie met Tumor Necrosis Factor (TNF) a en Melphalan in het raam van de behandeling van weke-delensarcomen (WDS) : tot 31 december 2005. § 2. Een overeenkomst, die aan de in § 1, 2° bedoelde overeenkomsten wordt toegevoegd, wordt afgesloten met toepassing van artikel 56, § 1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tussen, enerzijds, het Intermutualistisch Agentschap en, anderzijds, het Verzekeringscomité van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering met het oog op de gegevensverzameling en de wetenschapelijke evaluatie door het Intermutualistisch Agentschap in samenwerking met het Begeleidingscomité opgericht door de in § 1, 2° bedoelde overeenkomsten.

Art. 2.§ 1. De tegemoetkoming wordt vastgesteld op een begrotingsenveloppe van maximum : 1° 372.000 euro op jaarbasis voor de behandeling bedoeld in artikel 1, § 1, 1°; 2° 1.316.001 euro voor de behandeling bedoeld in artikel 1, § 1, 2°; 3° 100.000 euro op jaarbasis voor de behandeling bedoeld in artikel 1, § 1, 3°. § 2. Het bedrag van de tegemoetkoming bedoeld in § 1, 2°, wordt verdeeld als volgt : 1° 1.250.000 euro worden toebedeeld voor prestaties die door de verplichte verzekering ten laste kunnen worden genomen overeenkomstig artikel 10 van de in artikel 1, § 1, 2° bedoelde overeenkomsten; 2° 13.500 euro worden toebedeeld aan de gespecialiseerde centra gebonden door de in artikel 1, § 1, 2° bedoelde overeenkomsten voor de samenstelling van opvolgingsdossiers van kinderen die niet in de preventieve behandeling begrepen zijn hoewel ze aan de criteria om ervan te genieten voldoen, dit teneinde een geanonimiseerde historische controlegroep samen te stellen die een vergelijkende evaluatie toelaat van de resultaten verkregen met de kinderen die wel in de preventieve behandeling zijn begrepen; 3° het restbedrag wordt toebedeeld aan het Intermutualistisch Agentschap ter verwezenlijking van de gegevensverzameling en de wetenschappelijke evaluatie.

Art. 3.De betrokken tegemoetkoming wordt aangerekend op de administratiekosten van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 10 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE