Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 augustus 2005
gepubliceerd op 23 november 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende het conventioneel brugpensioen in de ondernemingen van openbare en speciale autobusdiensten en de autocarondernemingen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012338
pub.
23/11/2005
prom.
10/08/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende het conventioneel brugpensioen in de ondernemingen van openbare en speciale autobusdiensten en de autocarondernemingen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende het conventioneel brugpensioen in de ondernemingen van openbare en speciale autobusdiensten en de autocarondernemingen met uitzondering van de bepalingen in strijd met artikel 4, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 10 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.

Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2003 Conventioneel brugpensioen in de ondernemingen van openbare en speciale autobusdiensten en de autocarondernemingen (Overeenkomst geregistreerd op 25 september 2003 onder het nummer 67718/CO/140.01.02.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen van openbare en speciale autobusdiensten en van de autocarondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer. HOOFDSTUK II. - Conventioneel brugpensioen

Art. 2.§ 1. Het conventioneel brugpensioen wordt vanaf de leeftijd van 58 jaar verleend aan iedere ontslagen arbeider of arbeidster, behalve om dringende reden, die 25 jaar beroepsloopbaan als werknemer kan rechtvaardigen. § 2. De arbeiders en arbeidsters die ontslagen worden om dringende reden kunnen geen aanspraak maken op het conventioneel brugpensioen.

Art. 3.De arbeider of arbeidster zal een aanvullende vergoeding krijgen die gelijk is aan de helft van het verschil tussen zijn/haar laatste nettoloon en de werkloosheidsuitkering.

Het "Sociaal Fonds voor de werklieden van de ondernemingen van openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten" neemt de betaling van de aanvullende vergoeding, de bijzondere bijdrage voor het conventioneel brugpensioen, en de patronale bijdrage voor het conventioneel brugpensioen ten laste op voorwaarde dat de volgende voorwaarden terzelfder tijd worden in acht genomen : - de arbeider of arbeidster dient een anciënniteit van minimum 10 jaar in de sector te bewijzen; - de arbeiders en arbeidsters moeten de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst; - de ontslagen arbeider of arbeidster moet uitdrukkelijk te kennen geven dat hij/zij van het conventioneel brugpensioen gebruik wil maken.

Indien deze voorwaarden niet zijn vervuld, zullen de aanvullende vergoedingen bij het brugpensioen en de andere lasten ten laste komen van de werkgever.

Art. 4.Het conventioneel brugpensioen wordt verleend tot de datum waarop het gewoon rustpensioen ingaat. HOOFDSTUK III. - Bijzondere bepalingen

Art. 5.Het sociaal fonds behoudt zich het recht voor om de volgende controlemaatregelen toe te passen : - Voor alle sectoren : vergelijking van het brutoloon met het referentieloon. Indien het verschil meer dan 10 pct. bedraagt, de laatste 12 loonfiches opvragen. Wanneer men de som van de 12 laatste brutolonen deelt door 12 en men dit bedrag vergelijkt met het laatste brutoloon, mag het verschil niet hoger zijn dan 5 pct. anders wordt de tegemoetkoming van het sociaal fonds beperkt tot de uitkering berekend op basis van het gemiddelde van de laatste 12 maanden, vermeerderd met 5 pct., en moet de rest door de werkgever worden betaald; - Geregelde diensten : het referentieloon wordt het brutoloon, rekening houdend met de anciënniteit en berekend volgens de formule van de standaardkostprijs; - Bijzonder geregelde diensten : het referentieloon wordt het brutoloon, rekening houdend met de anciënniteit en berekend volgens de formule van de standaardkostprijs; - Ongeregelde diensten : het minimumreferentieloon zal elk jaar op 1 oktober worden bepaald overeenkomstig de bekrachtigde sociale programmatie voor de ongeregelde diensten; - Garagepersoneel : het referentieloon zal overeenstemmen met het brutoloon, in functie van de minimumloonschalen per categorie.

Art. 6.Geen enkele bruggepensioneerde mag werken in de in artikel 1 vermelde ondernemingen.

De partijen verbinden zich ertoe om een alternatieve en/of aanvullende regeling uit te werken, teneinde in een structurele oplossing van de recruteringsproblematiek in de sector te voorzien.

Art. 7.Vanaf 1 januari 2005 vervangt deze collectieve arbeidsovereenkomst deze van 21 maart 2001, betreffende het conventioneel brugpensioen in de ondernemingen van openbare en speciale autobusdiensten en de autocarondernemingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 6 december 2002, Belgisch Staatsblad van 2 april 2003. HOOFDSTUK IV. - Geldigheid

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2007.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2005.

Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^