gepubliceerd op 12 mei 2015
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de eindejaarspremie - Antwerpen
10 APRIL 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de eindejaarspremie - Antwerpen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de eindejaarspremie - Antwerpen.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 april 2015.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juli 2014 Eindejaarspremie - Antwerpen (Overeenkomst geregistreerd op 19 augustus 2014 onder het nummer 122984/CO/111) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.De collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen gevestigd in de provincie Antwerpen, welke ressorteren onder het Paritair Comité 111 voor de arbeiders van de metaal-, machine- en elektrische bouw, met uitzondering van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren. HOOFDSTUK II. - Toekennings- en betalingsmodaliteiten
Art. 2.Vanaf 1 januari 1992 ontvangen de werklieden en werksters minimum 165 uren (38-urenweek) als eindejaarspremie, op voorwaarde dat zij 1 jaar dienst hebben op 1 december van het kalender jaar waarin de eindejaarspremie wordt toegekend.
In de ondernemingen die volgens een ander dan de 38-urenweek werken, wordt dit aantal uren aangepast volgens de formule aantal effectief te presteren uren per week x 52 weken/12 maanden Voorbeeld : 165 uren in de 38-urenweek worden : - in de 36-urenweek : 36 uur x 52/12 = 156,00 uur - in de 37-urenweek : 37 uur x 52/12 = 160,33 uur - in de 39-urenweek : 39 uur x 52/12 = 169,00 uur - in de 40-urenweek : 40 uur x 52/12 = 173,33 uur
Art. 3.De eindejaarspremie wordt uitgekeerd, tegelijk met de laatste loonuitbetaling gelegen vóór 25 december van elk kalenderjaar. Van deze algemene regel kan worden afgeweken in de gevallen, opgesomd in artikel 5.
Zij wordt berekend op grond van het basisuurloon van december van het betrokken kalenderjaar, premies of toeslagen van welke aard ook niet inbegrepen, met uitzondering van de produktie premies. Afwijkingen kunnen op het vlak van het bedrijf worden besproken.
In alle gevallen wordt de eindejaarspremie, bij toepassing van de 5-dagenweek, toegekend naar rato van 1/260ste per dag effectief gepresteerd in de referteperiode, begrepen tussen 1 december van het vorig kalenderjaar en 30 november van het betrokken kalenderjaar met als maximum 260/260sten.
Art. 4.Hebben recht op de eindejaarspremie, de werklieden en werksters die volgende twee voorwaarden vervullen : a) in dienst zijn op 1 december van het betrokken kalenderjaar;b) op die datum minstens drie maanden anciënniteit in de onderneming hebben bereikt.
Art. 5.In afwijking aan artikel 4, a) wordt de eindejaarspremie uitbetaald : a) aan de werklieden en werksters die gepensioneerd werden of met brugpensioen gingen in de loop van het refertejaar, tegelijk met de laatste loonuitbetaling, tenzij zij bij hun vertrek andere minstens evenwaardige voordelen genieten overeenkomstig hetgeen gebruikelijk is in de onderneming;b) aan de persoon die de begrafeniskosten heeft gedragen voor een overleden werkman of werkster, ter gelegenheid van de voorlegging van het bewijs van betaling, hetzij het gebruikelijk is dat de onderneming bij overlijden andere minstens evenwaardige voordelen toekent;c) aan de werklieden en werksters die onder de wapens worden geroepen, tegelijk met de laatste loonuitbetaling vóór de legerdienst of bij aanbieding van de betrokkene op het werk in de gevallen waar de eerste vermelde regeling niet meer kan worden toegepast;d) aan de werklieden en werksters die door de werkgever worden ontslagen wegens andere dan dringende reden, tegelijk met de laatste loonuitbetaling bij uitdiensttreding;e) aan de werklieden en werksters bij de beëindiging van de volgende arbeidsovereenkomsten : stagecontracten, contracten van bepaalde duur, contracten voor een duidelijk omschreven werk en vervangingscontracten, tegelijk met de laatste loonuitbetaling bij uitdiensttreding;f) aan de werklieden en werksters waarvan de arbeidsovereenkomst een einde neemt tengevolge van overmacht om medische reden, tegelijk met de laatste loonuitbetaling bij uitdiensttreding;g) aan de werklieden en werksters bij ontslag gegeven door de werknemer om te genieten van het wettelijk rustpensioen, tegelijk met de laatste loonuitbetaling bij uitdiensttreding. Voor het bepalen van de anciënniteit binnen de onderneming zoals voorzien in artikel 4, b), wordt er rekening gehouden met alle onder 5, e) vermelde contracten tijdens de referteperiode.
Art. 6.Met effectief gepresteerde dagen worden gelijkgesteld : - de betaalde feestdagen; - de vakantiedagen; - de dagen klein verlet; - de dagen van afwezigheid ingevolge arbeidsongeval, zolang de eindejaarspremie niet begrepen is in de arbeidsongevallen vergoeding, wanneer er prestaties in de referteperiode zijn geweest; - de dagen van gedeeltelijke werkloosheid om economische redenen, met een maximum van 120 dagen per referteperiode; - de dagen van ziekte en ongeval van gemeen recht, met een maximum van 90 dagen per geval (hervalling inbegrepen), zonder dat per referteperiode meer dan 90 dagen kunnen worden gelijkgesteld; - de dagen van afwezigheid wegens syndicale verplichtingen of syndicale vorming; - de dagen van wederoproeping onder de wapens; - de dagen van toegestane afwezigheid met een maximum van 5 dagen per referteperiode; - de dagen van afwezigheid wegens educatief verlof of wegens sociale promotie; - de dagen van afwezigheid wegens familiaal verlof; - de dagen van werkloosheid wegens technische stoornis, slecht weer of overmacht, met uitsluiting van overmacht als gevolg van staking in een gedeelte van de onderneming, met een maximum van 10 dagen per geval; - de dagen van afwezigheid wegens zwangerschaps- en bevallingsrust (maximum 15 weken); - [dagen van afwezigheid wegens "vaderschapsverlof" of wegens "adoptieverlof" in uitvoering van artikel 30, § 2 en 30ter van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, gewijzigd door de wet van 10 augustus 2001; - dagen van afwezigheid in het kader van de specifieke regeling "jeugdvakantie" in uitvoering van de wet van 22 mei 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2001 pub. 16/06/2001 numac 2001000593 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken type wet prom. 22/05/2001 pub. 09/06/2001 numac 2001003254 bron ministerie van financien Wet betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen type wet prom. 22/05/2001 pub. 21/06/2001 numac 2001022388 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2001/2002 inzake jaarlijkse vakantie sluiten, tot wijziging van artikel 5 van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van 28 juni 1971].
De dagen van afwezigheid komen alleen in aanmerking in zover zij tijdig werden gerechtvaardigd volgens de modaliteiten, vermeld in het arbeidsreglement.
Art. 7.De eindejaarspremie, berekend als bedoeld in artikel 3 is slechts verworven indien in de referteperiode geen dagen van ongerechtvaardigde afwezigheid voorkomen.
Voor de eerste en tweede dag van ongerechtvaardigde afwezigheid wordt telkens een vermindering van 5 uren toegepast. Voor elke volgende dag van ongerechtvaardigde afwezigheid bedraagt de vermindering 10 uren.
Bij elke ongerechtvaardigde afwezigheid zal de vermindering aan de betrokkene worden betekend.
Niet ingevolge artikel 6 gelijkgestelde doch door de werkgever of zijn afgevaardigde toegestane afwezigheid, wordt niet als ongerechtvaardigde afwezigheid beschouwd.
Art. 8.Met uitzondering van artikel 5, d), f) en g) en van artikel 6, 1° lid, laatste gedachtenstreep (betreffende zwangerschaps- en bevallingsrust) hebben de bepalingen van de artikelen 3 tot en met 7 in geen geval betrekking op de bedrijven die een programmatie hebben opgesteld omtrent de toekenning van de eindejaarspremie, evenmin op de bedrijven waar de 13e maand of eindejaarspremie reeds is verworven.In bedrijven waar al een gunstiger regeling bestaat blijft deze behouden.
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 augustus 1992 (met registratienummer 34154/CO/111, koninklijk besluit van 9 januari 1995, Belgisch Staatsblad van 17 maart 1995) alsook de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2014 (122610/CO/111).
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking vanaf 1 december 2013 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan worden opgezegd door één der partijen, mits drie maanden op voorhand opzegging wordt betekend per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 2015.
De Minister van Werk, K. PEETERS