Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 april 2015
gepubliceerd op 29 april 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de instelling van het fonds voor bestaanszekerheid "Pensio+ Beton" en de vaststelling van de statuten ervan

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015201262
pub.
29/04/2015
prom.
10/04/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 APRIL 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de instelling van het fonds voor bestaanszekerheid "Pensio+ Beton" en de vaststelling van de statuten ervan (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de betonindustrie;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de instelling van het fonds voor bestaanszekerheid "Pensio+ Beton" en de vaststelling van de statuten ervan.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 april 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 7 februari. Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Subcomité voor de betonindustrie Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2014 Instelling van het fonds voor bestaanszekerheid "Pensio+ Beton" en vaststelling van de statuten ervan (Overeenkomst geregistreerd op 22 oktober 2014 onder het nummer 123942/CO/106.02)

Artikel 1.In toepassing van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, sluit het Paritair Subcomité voor de betonindustrie een collectieve arbeidsovereenkomst tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid waarvan de statuten worden vastgesteld en als bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst overgenomen.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeid(st)ers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de betonindustrie.

Art. 3.De partijen vragen de algemeen verbindend verklaring aan.

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2013 en wordt gesloten voor een onbepaalde duur.

Art. 5.De collectieve arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd door één van de ondertekenende partijen mits een opzegging van 6 maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, die een kopie van de opzegging aan ieder van de ondertekenende partijen overmaakt.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de instelling van het fonds voor bestaanszekerheid "Pensio+ Beton" en de vaststelling van de statuten ervan STATUTEN 1. Oprichting, benaming en maatschappelijke zetel Artikel 1.Er wordt met ingang van 1 oktober 2013 een fonds voor bestaanszekerheid opgericht onder de benaming "Pensio+ Beton", hierna "het fonds" genaamd.

Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te 1170 Watermaal-Bosvoorde, Vorstlaan 68. De zetel kan, bij beslissing van het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, naar een andere plaats in België worden overgebracht. 2. Doel Art.3. Het fonds heeft als doel : - op te treden als inrichter van het sectoraal pensioenstelsel zoals zal worden bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst tot omvorming van het sectoraal pensioenstelsel in een sociaal sectoraal pensioenstelsel; - de organisatie van de doorstroming van de noodzakelijke gegevens voor het beheer van het aanvullend pensioenstelsel; - het ontvangen, beheren en toewijzen van de door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid geïnde bijdragen zoals beschreven in hoofdstuk IV - Financiering; - het toewijzen van de financiële middelen en hun opbrengsten, onder aftrek van de werkingskosten, aan de financiering van het sectoraal pensioenstelsel van de betonindustrie; - het toezicht op de algemene werking en op de resultaten van de pensioeninstelling; - het toezicht op het solidariteitsluik, beheerd door een afzonderlijk fonds voor bestaanszekerheid; - de vaststelling van de modaliteiten en procedures die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst; - de taken die aan de inrichter opgelegd wordt door de wet betreffende de aanvullende pensioenen en de uitvoeringsbesluiten van deze wet.

Art. 4.Het fonds kan alle daden stellen die rechtstreeks of onrechtstreeks, geheel of gedeeltelijk, verband houden met zijn doel, de ontwikkeling ervan bevorderen of de totstandkoming ervan vergemakkelijken.

Het fonds kan ervoor opteren om één of meerdere aspecten van zijn taken aan derden uit te besteden. 3. Bestaansduur Art.5. Het fonds wordt opgericht voor onbepaalde duur. 4. Financiering Art.6. Het bedrag van de bijdragen, welke werkgevers deze bijdragen moeten betalen en voor welke arbeid(st)ers ze van toepassing zijn, worden op voorstel van de raad van beheer, vastgesteld door collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie.

Art. 7.De inning en invordering van de bijdragen worden verzekerd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, bij toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.

Art. 8.In geen geval mag de betaling van voordelen afhankelijk gesteld worden van de storting der bijdragen die de werkgever verschuldigd is. 5. Beheer Art.9. Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer, paritair samengesteld uit werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers. Deze raad bestaat uit acht leden, hetzij vier werkgeversafgevaardigden en vier werknemersafgevaardigden.

De leden van de raad van beheer worden aangewezen door het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, onder de effectieve of plaatsvervangende leden van dit comité.

Art. 10.Hun mandaat eindigt wanneer : zij ophouden lid te zijn van het Paritair Subcomité voor de betonindustrie; door overlijden; of door ontslag.

Het ontslag kan gegeven worden door de organisatie die het lid voorgedragen heeft.

In deze gevallen, worden zij vervangen door een lid van het paritair subcomité, behorend tot dezelfde groep als het lid wiens mandaat een einde nam.

Art. 11.Het mandaat van beheerder wordt niet bezoldigd.

Art. 12.De raad van beheer gaat ieder jaar over tot de aanduiding, in zijn schoot, van een herkiesbaar voorzitter voorgesteld door de groep van de werknemers. Hij duidt tevens elk jaar twee herkiesbare ondervoorzitters aan voorgesteld door de groep van de werkgevers.

Wanneer de voorzitter verhinderd is, oefenen de twee ondervoorzitters beurtelings zijn functie uit.

De raad van beheer duidt eveneens de persoon of de personen aan die belast zijn met het secretariaat.

Art. 13.De raad van beheer vergadert op bijeenroeping van de voorzitter.

De voorzitter dient de raad van beheer minstens één keer per jaar bijeen te roepen en telkens wanneer minstens twee leden erom verzoeken. De oproepingen vermelden de agenda.

De verslagen van de vergaderingen worden opgemaakt door de secretaris, aangewezen door de raad van beheer, en ondertekend door degene die de vergadering heeft voorgezeten.

Art. 14.Alle beslissingen van de raad van beheer dienen éénparig te worden goedgekeurd door alle leden die aan de vergadering deelnemen.

De stemming is geldig indien eraan deelgenomen wordt door ten minste één lid van iedere in de raad van beheer vertegenwoordigde organisatie en op voorwaarde dat het ter stemming gebracht punt duidelijk vermeld werd op de agenda van de bijeenroeping der vergadering.

Art. 15.De raad van beheer heeft tot opdracht het fonds te beheren en alle maatregelen te treffen welke nodig blijken voor zijn goede werking en bezit hiervoor de meest uitgebreide machten voor het beheren en het besturen van het fonds.

Art. 16.Voor het optreden in rechte en voor al de handelingen, andere dan die waarvoor de raad van beheer bijzondere opdrachten heeft gegeven, wordt het fonds geldig vertegenwoordigd door zijn voorzitter en zijn twee ondervoorzitters samen.

Art. 17.De raad van beheer kan zijn machten geheel of ten dele overdragen aan één of meerdere van zijn leden of zelfs aan derden.

Art. 18.De leden zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan uit hoofde van hun beheer ten opzichte van de verbintenissen aangegaan door het fonds.

Art. 19.De raad van beheer kan zijn eigen interne werking verder regelen in een huishoudelijk reglement. 6. Begrotingen en rekeningen Art.20. Het boekjaar neemt een aanvang op 1 april van elk jaar en sluit op 31 maart van het volgende jaar.

In afwijking op de vorige paragraaf begint het eerste boekjaar op 1 oktober 2013 en eindigt op 31 maart 2015.

Art. 21.Op 31 maart worden de rekeningen van het verlopen jaar afgesloten. De afsluiting en de balans worden opgesteld overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 januari 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/01/1999 pub. 10/02/1999 numac 1999012060 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de boekhouding en de jaarrekening met betrekking tot de Fondsen voor bestaanszekerheid sluiten betreffende de boekhouding en de jaarrekening met betrekking tot de fondsen voor bestaanszekerheid en het ministerieel besluit van 7 mei 1999 tot uitvoering van hoofdstuk III van dit koninklijk besluit.

Art. 22.De raad van beheer, alsmede de bij toepassing van artikel 12 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid aangewezen revisor, brengen jaarlijks ieder een schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun opdracht tijdens het verlopen jaar.

Art. 23.De jaarrekening, samen met de schriftelijke verslagen, moeten uiterlijk tijdens de maand september ter goedkeuring aan het Paritair Subcomité voor de betonindustrie worden voorgelegd. 7. Ontbinding en vereffening Art.24. Het fonds kan op elk ogenblik ontbonden worden door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie.

In dat geval wijst het Paritair Subcomité voor de betonindustrie de vereffenaars aan, bepaalt hun machten en bezoldigingen en duidt de aanwending van het vermogen aan.

Na aanzuivering van het eventueel passief, zal het saldo van het actief na de ontbinding slechts mogen aangewend worden overeenkomstig het doel waarvoor het ontbonden fonds werd opgericht.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^