gepubliceerd op 13 mei 2015
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing, betreffende het nationaal akkoord 2013-2014
10 APRIL 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing, betreffende het nationaal akkoord 2013-2014 (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing, betreffende het nationaal akkoord 2013-2014.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 april 2015.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 2014 Nationaal akkoord 2013-2014 (Overeenkomst geregistreerd op 7 juli 2014 onder het nummer 122016/CO/219)
Artikel 1.Toepassingsgebied § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing. § 2. De bepalingen van de artikels 10 en 14 zijn echter enkel van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing.
Voor het begrip bediende moet worden verwezen naar de definitie die al vermeld is voor de materies behandeld in deze collectieve arbeidsovereenkomst : - hetzij in de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing; - hetzij in de overeenkomsten of in verband met de gebruiken die bestaan op het niveau van de ondernemingen van de sector.
Bij ontstentenis daarvan zijn de bepalingen van deze overeenkomst van toepassing op de mannelijke en vrouwelijke bedienden die een functie uitoefenen welke behoort tot de beroepenclassificatie vastgesteld in de artikelen 2 tot 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 1978, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 september 1978. § 3. Partijen komen overeen om in een paritaire werkgroep een onderzoek te doen naar de mogelijkheid om het toepassingsgebied vanaf 2015 geleidelijk uit te breiden naar alle bedienden.
Art. 2.Voorwerp Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten met in acht name van het koninklijk besluit van 28 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/04/2013 pub. 02/05/2013 numac 2013202627 bron f.o.d. kanselarij van de eerste minister, min. van landsverdediging, f.o.d. buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, f.o.d. economie, k.m.o., middenstand en energie, f.o.d. binnenlandse zaken, f.o.d. sociale zekerheid, f.o.d. budget en beheerscontrole, f.o.d. werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en f.o.d. financien Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen sluiten tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 2 mei 2013).
Art. 3.Tijdskrediet 3.1. Recht op voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5 loopbaanvermindering In toepassing van artikel 4, § 1, 3° van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, gesloten in de nationale arbeidsraad op 27 juni 2012, wordt het recht op tijdskrediet zonder motief, gelijk aan een equivalent van maximum 12 maanden volledige schorsing van de arbeidsprestaties over de gehele loopbaan, uitgebreid met 24 maanden volledig of halftijds tijdskrediet met motief.
De collectieve arbeidsovereenkomst van 12 oktober 2010 (registratienummer 102424/CO/219, koninklijk besluit van 13 maart 2011, Belgisch Staatsblad van 27 april 2011) zal in deze zin worden aangepast, rekening houdend met de bepalingen van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. 3.2. Recht van oudere bedienden op landingsbanen In uitvoering van artikel 8, § 3 van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, hebben de bedienden van de sector van minstens 50 jaar en die een beroepsloopbaan van 28 jaar doorlopen hebben, recht op een vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5de.
Art. 4.Verlenging akkoorden van de stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) 4.1. De leeftijdsgrens van 58 jaar voor het SWT blijft gehandhaafd tot 31 december 2014 onder dezelfde voorwaarden en binnen de grenzen van de wettelijke bepalingen : - voor de administratieve bedienden; - voor de technische bedienden, rekening houdend met de arbeidsorganisatie, de kwalificaties en de functies uitgeoefend in de onderneming; - voor alle bedienden, om medische en/of sociale redenen, en op voorwaarde dat zij een beroepsverleden hebben, conform de wettelijke vereisten. 4.2. Partijen wijzen erop dat de op ondernemingsniveau bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten inzake SWT enkel op ondernemingsvlak kunnen worden verlengd en bevelen aan om deze ook onder dezelfde voorwaarden en met inachtneming van de wettelijke bepalingen op ondernemingsvlak te verlengen tot 31 december 2014. 4.3. Het SWT vanaf 56 jaar, voor zover de bediende in toepassing van de reglementering SWT 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende kan rechtvaardigen en 20 jaar gewerkt heeft in een nachtregeling zoals bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46, wordt onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd tot 31 december 2014. 4.4. Vrijstelling In voorkomend geval vragen de partijen aan de bevoegde minister een vrijstelling van de vervangingsplicht. 4.5. Doorbetaling aanvullende vergoeding in geval van werkhervatting De aanvullende vergoeding van de werknemer in SWT wordt verder betaald bij werkhervatting als zelfstandige of als werknemer bij een andere werkgever dan deze die ontslagen heeft of bij een werkgever die niet tot dezelfde technische bedrijfseenheid behoort als de werkgever die ontslagen heeft. 4.6. SWT 56 jaar met 40 jaar beroepsverleden Partijen wijzen erop dat in het kader van de wet van 29 maart 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2012 pub. 30/03/2012 numac 2012021057 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen tot 31 december 2015 de mogelijkheid werd gecreëerd om bedienden van 56 jaar en meer met een beroepsverleden van minstens 40 jaar op SWT te stellen. 4.7. Kliksysteem In toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 107 van 28 maart 2013 betreffende het kliksysteem voor het behoud van de aanvullende vergoeding in het kader van bepaalde stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag, behouden de bedienden hun rechten op een regime van aanvullende vergoedingen in geval van SWT en dit binnen de wettelijke mogelijkheden.
Art. 5.Werkbaar werk Ondernemingen zullen in de toekomst onvermijdelijk geconfronteerd worden met werknemers die langer zullen moeten werken. Het werkbaar houden van het werk voor de werknemers - met vooral aandacht voor 45-plussers - om zo de duurzaamheid ervan te verzekeren, zal bijgevolg een belangrijke uitdaging worden voor werkgevers en vakbonden.
De sectorale sociale partners zijn van mening dat de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 104 van 27 juni 2012 over de uitvoering van een werkgelegenheidsplan voor oudere werknemers in de onderneming en de aanbeveling nr. 20 van 9 juli 2008 om oudere werknemers aan het werk te houden, gedaan door de nationale arbeidsraad, adequate oplossingen kunnen bieden om deze uitdaging aan te pakken.
Ondernemingen zullen in de eerste plaats op hun vlak, samen met hun werknemersvertegenwoordigers, onderzoeken welke afspraken gemaakt moeten worden om de duurzame inzet van de werknemers en het goed functioneren van de ondernemingen te verzekeren. Op sectorvlak zal een paritaire werkgroep het "werkbaar werk" verder inhoud geven en sturen op basis van het wettelijk kader enerzijds en van de op ondernemingsvlak onderkende "best practices" anderzijds, die als dusdanig het raamwerk kunnen vormen voor de invulling van de doelstelling "werkbaar werk".
Daarnaast is het ook belangrijk dat werknemers die ontslagen worden, alle kansen op de arbeidsmarkt behouden. De nieuwe wetgeving inzake opzegtermijnen bevat de mogelijkheid om maatregelen te af te spreken die de inzetbaarheid van ontslagen werknemers en zo hun kansen op de arbeidsmarkt verhogen. Een paritaire werkgroep zal de timing en de voorstellen formuleren die deze wettelijke mogelijkheden in de sector zullen concretiseren.
Art. 6.Werkzekerheid 6.1. Individueel ontslag om economische en/of technische redenen Tijdens de duur van dit akkoord ontslaat geen enkele onderneming om economische en/of technische redenen.
Indien er zich echter uitzonderlijke economische en/of technische omstandigheden voordoen, die een invloed kunnen hebben op de tewerkstelling, brengt de onderneming onmiddellijk de syndicale afvaardiging of bij ontstentenis de voorzitter van het paritair comité hiervan op de hoogte.
De toestand wordt vervolgens op het meest gepaste niveau onderzocht om naar een oplossing te zoeken.
In ieder geval mag er geen enkel ontslag om economische en/of technische redenen plaats vinden vooraleer de sociale gesprekspartners alle mogelijke tewerkstellingsbehoudende maatregelen onderzocht hebben en in de mate van het mogelijke toegepast, zoals onder meer het tijdskrediet, de deeltijdse arbeid, de opleiding, de herplaatsing, de interne of externe overplaatsing, enz..
Vallen niet onder de toepassing : - ontslagen om dringende redenen; - ontslagen om professionele of persoonlijke redenen; - ontslagen met het oog op brugpensioen. 6.2. Meervoudig ontslag om economische en/of technische redenen A. Principe In geen enkele onderneming zal overgegaan worden tot meervoudig ontslag vooraleer andere tewerkstellingsbehoudende maatregelen onderzocht en, in de mate van het mogelijke, toegepast werden, waaronder tijdskrediet, deeltijdse arbeid, opleidingstrajecten, tijdelijke werkloosheid en arbeidsherverdeling.
B. Procedure Wanneer zich echter onvoorzienbare en onvoorziene economische en/of financiële en/of technische omstandigheden zouden voordoen, zal de volgende overlegprocedure worden nageleefd : Wanneer de werkgever voornemens is over te gaan tot ontslag van meerdere bedienden dat als meervoudig ontslag kan worden beschouwd, licht hij voorafgaandelijk de ondernemingsraad, of, bij ontstentenis, de syndicale delegatie in.
In geval er geen ondernemingsraad of syndicale delegatie bestaat, licht hij voorafgaandelijk, schriftelijk en tegelijkertijd zowel de betrokken bedienden in alsook de voorzitter van het paritair comité.
Binnen de vijftien kalenderdagen na de informatie aan de bediendevertegenwoordigers, dienen partijen op ondernemingsvlak de besprekingen te starten over de maatregelen die ter zake kunnen worden genomen. Ten laatste 15 kalenderdagen na de start van de besprekingen moet het overleg tot een oplossing leiden.
Indien het overleg niet binnen de periode van 15 kalenderdagen tot een oplossing leidt, dan wordt binnen de acht kalenderdagen na het vaststelling van een niet-akkoord op ondernemingsvlak, beroep gedaan op het paritair comité op initiatief van de meest gerede partij.
In geval er geen ondernemingsraad of syndicale delegatie bestaat in de onderneming, kan, binnen de vijftien kalenderdagen na de informatie aan de bedienden en aan de voorzitter van het paritair comité, dezelfde overlegprocedure worden ingeleid op initiatief van de vakbondsorganisaties die de bedienden vertegenwoordigen.
C. Sanctie Wanneer de procedure niet conform zou zijn nageleefd, zal een bijdrage van 1 870 EUR per ontslagen bediende gestort worden aan de paritaire opleidingsinstantie "Opleidings- en Tewerkstellingsfonds voor de Bedienden van de Metaalverwerkende nijverheid van Brabant OBMB-FEMB)".
In geval van betwisting wordt beroep gedaan op het paritair comité op vraag van de meest gerede partij.
De afwezigheid van een werkgever op de in deze procedure voorziene bijeenkomst van het paritair comité wordt beschouwd als een niet-naleving van de bovenstaande procedure.
De werkgever kan zich hiervoor laten vertegenwoordigen door een bevoegde afgevaardigde behorende tot zijn onderneming.
De sanctie is eveneens van toepassing op de werkgever die een unaniem advies van het paritair comité niet respecteert.
D. Definitie Onder "meervoudig ontslag" wordt verstaan : elk ontslag dat in de loop van een periode van zestig kalenderdagen een aantal bedienden treft dat ten minste 7,5 pct. bedraagt van het gemiddelde bediendebestand onder arbeidsovereenkomst in de loop van het kalenderjaar dat het ontslag voorafgaat, met een minimum van 3 bedienden voor ondernemingen met minder dan 30 bedienden. Elk resultaat wordt altijd naar boven afgerond.
Ook ontslagen als gevolg van een sluiting vallen onder toepassing van deze definitie.
Vallen niet onder de toepassing van de definitie : - ontslagen om dringende redenen; - ontslagen om professionele of persoonlijke redenen; - ontslagen met het oog op brugpensioen. 6.3. Ontslag om persoonlijke of professionele redenen Indien bij de uitoefening van zijn taak bij de bediende persoonlijke tekortkomingen worden vastgesteld, die aanleiding kunnen geven tot ontslag, kan, behalve wegens dringende redenen in hoofde van de werknemer, het ontslag slechts gebeuren na een voorafgaandelijke, gemotiveerde en schriftelijke verwittiging.
Deze verwittiging bevat eveneens de termijn waarbinnen de bediende de mogelijkheid heeft zich te verweren.
Desgevallend wordt in onderling overleg met de betrokken bediende een termijn afgesproken om hem de gelegenheid te geven zich aan te passen of te verbeteren.
De bediende kan zich op zijn verzoek laten bijstaan door een lid van de vakbondsvertegenwoordiging van de onderneming.
De beslissing tot ontslag om persoonlijke of professionele redenen blijft uitsluitend toekomen aan de werkgever.
Een paritaire werkgroep zal de meerwaarde van de sectorale bepalingen betreffende het ontslag om persoonlijke of professionele redenen evalueren rekening houdend met de bepalingen opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 109 betreffende de motivering van het ontslag, gesloten in de nationale arbeidsraad op 12 februari 2014.
Art. 7.Vervoerskosten 7.1. Fietsvergoeding Artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 april 2010 houdende de coördinatie betreffende de tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten van de bedienden (registratienummer 99337/CO/219, koninklijk besluit van 10 oktober 2010, Belgisch Staatsblad van 27 oktober 2010) wordt vervangen door onderstaand artikel 7 : "
Art. 7.Vervoer per fiets Voor de bediende die zich, voor een gedeelte of de ganse afstand, met de fiets verplaatst bedraagt de tussenkomst van de werkgever vanaf 1 april 2014 0,22 EUR per afgelegde kilometer.
De werkgever zal jaarlijks, op vraag van de bediende, schriftelijk de nodige gegevens bevestigen die het de bediende mogelijk maakt zijn fietsgebruik aan te tonen. Deze gegevens hebben betrekking op de in aanmerking genomen afstand tot de werkplaats, het aantal gewerkte dagen en de betaalde vergoeding.". 7.2. Aanbeveling Partijen bevelen de ondernemingen aan om op bedrijfsvlak de werkgeverstussenkomst in de openbare vervoerskosten van de werknemer te verhogen tot 100 pct. via een derde betalerregeling, waar mogelijk. 7.3. Sectorale tabel openbaar vervoer De bedragen van de tussenkomst van de werkgever in de kost van het openbaar vervoer, zoals opgenomen in bijlage 1 van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 12 april 2010, worden verhoogd met 4 pct. vanaf 1 februari 2014.
De sectorale tabel met de aangepaste bedragen is in bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst toegevoegd.
Deze nieuwe bedragen blijven onveranderd van toepassing tot 31 januari 2017. Een eventuele verhoging na deze datum zal onderhandeld worden in functie van de beslissingen genomen op interprofessioneel vlak over de verhogingen in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.19 betreffende de werkgeverstussenkomst in de prijs van het vervoer van de werknemers.
Artikel 2 van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 12 april 2010 wordt vervangen door onderstaand artikel 2 : "
Art. 2.Wat het door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen georganiseerde vervoer betreft, wordt de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs berekend op basis van de in bijlage 1 toegevoegde sectorale tabel.
Deze tabel blijft onveranderd van toepassing tot 31 januari 2017. Een eventuele verhoging na deze datum zal onderhandeld worden in functie van de beslissingen genomen op interprofessioneel vlak over verhogingen in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19 betreffende de werkgeverstussenkomst in de prijs van het vervoer van de werknemers.".
Art. 8.Beroepsopleiding 8.1. Permanente vorming De ondertekenende partijen onderschrijven de noodzaak van permanente vorming als middel tot verhoging van de competenties van de bedienden, en bijgevolg van de ondernemingen. 8.2. Opleidingsinspanning De werkgever verbindt er zich toe om vanaf 1 januari 2014 gemiddeld en globaal 4,5 dagen per jaar per bediende te besteden aan beroepsopleiding.
Aanbevolen wordt om deze beroepsopleiding maximaal te spreiden tussen de technische en de administratieve bedienden.
Om de realisatie van de inspanning te meten zal in de loop van het tweede kwartaal van 2015 een enquête georganiseerd worden bij de ondernemingen, inclusief deze zonder syndicale delegatie.
Ondernemingen die niet antwoorden op deze enquête, kunnen geen beroep doen op de financiële tussenkomsten van de paritaire opleidingsinstantie van de sector. 8.3. Recht op opleiding In 2014 en in 2015 heeft elke bediende recht op jaarlijks 1 dag beroepsopleiding.
Deze dag beroepsopleiding moet niet noodzakelijk opgenomen worden tijdens het jaar waarin het recht ontstaat, maar alleszins in de periode gaande van 1 januari 2014 tot 31 december 2015.
De bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2008 betreffende het recht op opleiding (registratienummer 88945/CO/219, koninklijk besluit van 10 december 2008, Belgisch Staatsblad van 11 maart 2009), gewijzigd door collectieve arbeidsovereenkomst van 31 januari 2011 (registratienummer 103479/CO/219, koninklijk besluit van 4 oktober 2011, Belgisch Staatsblad van 8 december 2011), worden verlengd tot 31 december 2015.
De bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2008 zal in deze zin worden aangepast.
Ten laatste tegen 31 december 2015 zal het paritair comité de uitvoering van dit artikel evalueren. 8.4. Opleidingsplannen Artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2008 betreffende de opleidingsplannen (registratienummer 87295/CO/219, koninklijk besluit van 8 maart 2009, Belgisch Staatsblad van 9 april 2009), gewijzigd door artikel 11, § 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2009 betreffende het nationaal akkoord 2009-2010 (registratienummer 96992/CO/219, koninklijk besluit van 30 juli 2010, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2010), wordt vervangen door onderstaand artikel 5 : "
Art. 5.Jaarlijks zal vóór 30 april een opleidingsplan ter informatie en voor advies aan de ondernemingsraad en ter bespreking aan de vakbondsafvaardiging worden voorgelegd. Bij die gelegenheid zal de werkgever zijn beslissing om bepaalde opleidingen al dan niet te doen motiveren.
Bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging zal het opleidingsplan jaarlijks vóór 30 april overgemaakt moeten worden aan de voorzitter van het paritair comité, die het voor informatie en advies overmaakt aan het paritair comité.
Ondernemingen die geen opleidingsplan voorleggen of overmaken, kunnen geen beroep doen op de financiële tussenkomsten van de paritaire opleidingsinstantie van de sector. Hetzelfde geldt voor ondernemingen die een opleidingsplan voorleggen of overmaken dat niet voldoet aan de minimale criteria zoals vermeld in de artikels 4, 6 en 7 van deze overeenkomst.". 8.5. Opleidings-CV De evaluatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2008 betreffende het opleidings-CV (registratienummer 88944/CO/219, koninklijk besluit van 6 februari 2009, Belgisch Staatsblad van 11 maart 2009) zal in 2014 verder gezet en afgerond worden teneinde het opleidings-CV aantrekkelijker te maken voor zowel werkgevers als bedienden.
Art. 9.Vorming en tewerkstelling van risicogroepen De inhoud van artikel 8 van het nationaal sectoraal akkoord 1993-1994 van 5 juli 1993 betreffende de maatregelen ten gunste van de risicogroepen (nr. 33701/CO/219), wordt verlengd tot 31 december 2014.
De jaarlijkse bijdrage zal 0,10 pct. bedragen in 2013 en 0,10 pct. en 2014.
De helft van deze middelen zal aangewend worden voor risicogroepen zoals bepaald in het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van artikel 189, 4de lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 8 april 2013.
Art. 10.Syndicaal waarborgfonds Het bedrag van de werkgeversbijdrage aan het syndicaal waarborgfonds zoals bepaald in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 1978 betreffende het syndicaal waarborgfonds (nr. 5407/CO/219), wordt aangepast aan de ontwikkeling van de levensduurte en verhoogd tot 79 EUR vanaf 2014 en tot 80 EUR vanaf 2015.
Art. 11.Vakbondsopleiding Het fonds voor vakbondsopleiding, ingevoerd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 29 januari 1985 en 17 juli 1986 (nr. 12094/CO/219 en nr. 16563/CO/219), wordt behouden voor de jaren 2013 en 2014.
Art. 12.Aanbeveling e-policy Rekening houdend met de evolutie inzake elektronische communicatietechnologieën (e-mail, internet) en onverminderd de bepalingen van de interprofessionele collectieve arbeidsovereenkomst nr. 81 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de werknemers ten opzichte van de controle op de elektronische onlinecommunicatiege gevens bevelen sociale partners van Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing aan om de werknemersafgevaardigden in de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk en de vakbondsafvaardiging gebruik te laten maken van de in de onderneming beschikbare elektronische communicatiemiddelen in het kader van de normale uitoefening van hun mandaat.
Art. 13.Fonds voor bestaanszekerheid Een paritaire werkgroep zal de mogelijkheden onderzoeken om in de sector een fonds voor bestaanszekerheid op te richten teneinde een betere inning van de sectorale bijdragen te verzekeren.
Art. 14.Arbeidstijd en versoepeling van de arbeidsorganisatie 14.1. Partijen herbevestigen het artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 januari 1985 en 17 juli 1986, die een wekelijkse arbeidsduur van 37 uren of minder verplichtend maakt voor de bedienden die instaan voor externe controles, als voorwaarde voor de toepassing van de versoepeling van de arbeidsorganisatie voorzien in het betrokken artikel. 14.2. De bepalingen van hoofdstuk IV van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 januari 1985 en 17 juli 1986, gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1987 inzake de versoepeling van de arbeidsorganisatie (nr. 12094/CO/219 en nr. 16563/CO/219), worden verlengd voor de duur van deze overeenkomst. 14.3. Een paritaire werkgroep zal tegen uiterlijk 31 december 2014 een onderzoek doen naar de problemen op het vlak van arbeidsorganisatie en naar de noodzaak om andere dan de al bestaande arbeidsregelingen in te voeren in de sector door middel van toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42. Intussen worden hierover geen onderhandelingen op ondernemingsniveau gestart.
Art. 15.Reistijd De paritaire werkgroep opgericht in uitvoering van het artikel 7 van de collectieve arbeids overeenkomst van 16 november 2011Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 16/11/2011 pub. 29/12/2011 numac 2011022430 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten betreffende het nationaal akkoord 2011-2012 (registratienummer 107526/CO/219, koninklijk besluit van 15 juli 2013, Belgisch Staatsblad van 28 november 2013) zal zijn werkzaamheden voortzetten in 2014.
Art. 16.Nationale minimum weddeschalen De paritaire werkgroep opgericht in uitvoering van het artikel 3.4, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2007 betreffende het nationaal akkoord 2007-2008 (registratienummer 84222/CO/219, koninklijk besluit van 19 februari 2008, Belgisch Staatsblad van 9 april 2008) zal zijn werkzaamheden voortzetten in 2014.
Art. 17.Sociale vrede De sociale vrede in de sector wordt gewaarborgd tijdens de duur van dit akkoord.
Bijgevolg mag op sectoraal niveau of in de ondernemingen geen enkele eis van algemene of collectieve aard worden ingediend die van die aard zou zijn dat de in dit akkoord bepaalde verbintenissen van de ondernemingen worden uitgebreid.
Dit akkoord wordt gesloten in een geest van wederzijdse rechten en verplichtingen.
Bijgevolg is de naleving van de verplichtingen van elk van de partijen afhankelijk van de naleving door de andere ondertekenaars van hun verplichtingen.
Art. 18.Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde tijd van 1 januari 2013 tot 31 december 2014, tenzij een andere duur werd bepaald.
De bepalingen van de artikels 3, 4.7, 7.1, 7.3, 8.2, 8.4, 10 en 12 gelden voor onbepaalde duur. Zij kunnen slechts opgezegd worden mits aangetekend schrijven aan de voorzitter van het paritair comité en met respect van een opzeggingstermijn van 6 maanden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 2015.
De Minister van Werk, K. PEETERS
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten en organismen voor technische controles en gelijkvormigheidstoetsing, betreffende het nationaal akkoord 2013-2014 Tussenkomst van de werkgever in de kosten van het openbaar vervoer, geldig vanaf 1 februari 2014 - sectorale tabel
Km
Semaine/Week
Carte mensuelle/ Maandkaart
3 mois/ 3 maanden
Annuel/Jaarlijks
Carte train mi-temps/ Halftijdse treinkaart
1
5,72
19,03
54,08
192,40
-
2
6,34
21,32
59,28
212,16
-
3
6,97
23,19
64,48
232,96
7,70
4
7,59
25,38
70,72
252,72
8,94
5
8,22
27,04
76,96
274,56
9,88
6
8,74
29,12
81,12
291,20
10,71
7
9,26
31,20
86,52
308,88
11,44
8
9,78
32,24
91,52
326,56
12,06
9
10,30
34,32
96,72
344,24
12,58
10
10,82
36,40
101,92
361,92
13,10
11
11,44
38,48
107,12
380,64
13,62
12
11,96
40,04
112,32
398,32
14,14
13
12,58
41,60
117,52
418,08
14,77
14
13,10
43,68
122,72
436,80
15,18
15
13,62
45,24
126,88
453,44
15,60
16
14,14
46,80
132,08
473,20
16,12
17
14,66
49,40
137,28
490,88
16,54
18
15,18
50,96
142,48
508,56
17,06
19
15,91
53,04
147,68
527,28
17,58
20
16,43
55,12
152,88
544,96
17,99
21
16,95
56,16
158,08
563,68
18,41
22
17,47
58,24
163,28
582,40
18,93
23
18,10
60,32
168,48
602,16
19,45
24
18,62
61,36
173,68
619,94
19,86
25
19,14
64,48
178,88
638,56
20,28
26
19,86
65,52
184,08
657,28
21,01
27
20,28
67,80
189,28
676,00
21,42
28
20,70
69,68
194,48
693,68
21,84
29
21,42
70,72
198,64
711,36
22,15
30
21,84
72,80
204,88
729,04
22,57
31-33
22,67
75,92
214,24
762,32
23,50
34-36
24,23
81,12
226,72
807,04
25,06
37-39
25,38
85,28
238,16
850,72
26,00
40-42
27,04
90,48
253,76
905,84
28,08
43-45
28,60
94,64
286,24
950,56
29,12
46-48
30,16
99,84
278,72
995,28
30,16
49-51
31,20
105,04
293,28
1.048,32
32,24
52-54
32,76
108,16
302,64
1.080,56
33,28
55-57
33,28
111,28
310,96
1.112,80
34,32
58-60
34,84
115,44
322,40
1.152,32
35,88
61-65
35,88
119,80
334,88
1.194,96
37,44
66-70
37,44
124,80
349,44
1.249,04
39,52
71-75
39,52
131,04
368,16
1.315,60
42,12
76-80
41,60
137,28
382,72
1.369,68
43,68
81-85
43,16
142,48
398,32
1.423,76
46,28
86-90
44,72
148,72
416,00
1.486,16
47,84
91-95
46,28
153,92
431,60
1.540,24
49,40
96-100
47,84
159,12
447,20
1.595,36
52,00
101-105
49,92
166,40
464,88
1.660,88
54,08
106-110
51,48
171,80
480,48
1.716,00
55,12
111-115
53,04
177,84
496,08
1.771,12
57,20
116-120
55,12
184,08
512,72
1.833,52
59,28
121-125
56,16
188,24
529,36
1.888,64
61,36
126-130
58,24
194,48
544,96
1.943,76
63,44
131-135
60,32
199,68
559,52
1.998,88
64,48
136-140
61,36
205,92
575,12
2.054,00
65,52
141-145
63,44
211,12
590,72
2.109,12
67,60
146-150
65,52
219,44
615,68
2.198,56
69,68
151-155
66,56
222,56
625,04
2.231,84
-
156-160
68,64
228,80
639,60
2.286,96
-
161-165
69,68
234,00
656,24
2.342,08
-
166-170
71,76
240,24
671,84
2.398,24
-
171-175
73,84
245,44
687,44
2.453,36
-
176-180
75,92
251,68
703,04
2.508,48
-
181-185
76,96
255,84
718,64
2.564,64
-
186-190
79,04
263,12
736,32
2.630,16
-
191-195
81,12
268,32
751,92
2.686,32
-
196-200
82,16
274,56
767,52
2.742,48
-
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 2015.
De Minister van Werk, K. PEETERS