gepubliceerd op 19 mei 2015
Koninklijk besluit tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten
10 APRIL 2015. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999016119 bron ministerie van middenstand en landbouw Wet betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen sluiten betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, artikel 45/1, § 4, eerste lid, ingevoegd bij de wet van 25 februari 2013;
Gelet op de beslissingen van de Nationale Raad van het Beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten van 28 maart 2014 en 24 oktober 2014 tot vaststelling van het stagereglement ;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 januari 2015;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 5 februari 2015;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de economische beroepen, gegeven op 19 september 2014;
Op de voordracht van de Minister van Middenstand en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het door de Nationale Raad van het Beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten opgestelde en als bijlage aan dit besluit gehecht stagereglement heeft bindende kracht en vervangt het stagereglement bijgevoegd bij het koninklijk besluit van 29 januari 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/01/1998 pub. 26/02/1998 numac 1998016041 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders sluiten tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van Boekhouders.
Art. 2.De minister bevoegd voor Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 april 2015.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Middenstand en KMO's, Willy BORSUS
Bijlage bij het koninklijk besluit van 10 april 2015 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten STAGEREGLEMENT HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder : 1° de wet : de Wet van 22 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999016119 bron ministerie van middenstand en landbouw Wet betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen sluiten betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, zoals gewijzigd bij de wetten van 25 februari 2013, inzonderheid titel VI;2° Het beroepsinstituut : het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten, opgericht bij artikel 43 van de Wet van 22 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999016119 bron ministerie van middenstand en landbouw Wet betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen sluiten betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, zoals laatst gewijzigd bij de wetten van 25 februari 2013;3° de Raad : de Nationale Raad van het Instituut, bedoeld in artikel 45/1 § 4 van de wet;4° de Kamer : de bevoegde uitvoerende kamer van het Beroepsinstituut zoals voorzien in artikel 45/1 § 2 van de wet;5° het tableau van de beroepsbeoefenaars : het tableau bedoeld in artikel 44 van de Wet van 22 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999016119 bron ministerie van middenstand en landbouw Wet betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen sluiten betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, zoals laatst gewijzigd bij de wetten van 25 februari 2013;6° de lijst van de stagiairs : de lijst bedoeld in artikel 44 van de Wet van 22 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999016119 bron ministerie van middenstand en landbouw Wet betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen sluiten betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, zoals laatst gewijzigd bij de wetten van 25 februari 2013;7° de leden : alle natuurlijke personen die op het tableau van het Beroepsinstituut zijn ingeschreven, zoals voorzien in artikel 45/1 § 1 van de wet;8° de stagemeester : een natuurlijk persoon lid van hetzij het beroepsinstituut hetzij een accountant lid van het Instituut van de accountants en de belastingconsulenten hetzij een bedrijfsrevisor lid van het Instituut der bedrijfsrevisor die de stagiair begeleidt tijdens zijn stage conform de voorschriften van dit reglement;9° de stagiair : de stagiair-boekhouder en de stagiair boekhouder-fiscalist, natuurlijke persoon, opgenomen op de lijst van de stagiairs van het beroepsinstituut zoals voorzien in artikel 44 van de wet;10° de externe stagiair : de stagiair die zijn beroep op zelfstandige basis en voor rekening van derden uitoefent zoals bedoeld in artikel 44 van de wet;11° de interne stagiair : de stagiair die zijn beroep uitsluitend uitoefent in ondergeschikt dienstverband via een arbeidsovereenkomst of een door de overheid bezoldigde betrekking zoals bedoeld in artikel 44 van de wet;12° de externe boekhouder : de boekhouder die zijn beroep op zelfstandige basis en voor rekening van derden uitoefent zoals bedoeld in artikel 44 van de wet;13° de interne boekhouder : de boekhouder die zijn beroep uitsluitend uitoefent in ondergeschikt dienstverband via een arbeidsovereenkomst of een door de overheid bezoldigde betrekking zoals bedoeld in artikel 44 van de wet;14° het praktisch bekwaamheidsexamen : het praktisch bekwaamheidsexamen zoals voorzien bij artikel 51 van de wet.15° de stagecommissie : de stagecommissie zoals bedoeld in hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 20 januari 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/01/2003 pub. 12/02/2003 numac 2003011040 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende het programma, de voorwaarden en de examenjury voor het praktisch bekwaamheidsexamen van de "erkende boekhouders" en "erkende boekhouders-fiscalisten" sluiten betreffende het programma, de voorwaarden en de examenjury voor het praktisch bekwaamheidsexamen van de erkende boekhouders en erkende boekhouders-fiscalisten.16° de instituten van de economische beroepen : Het Instituut der Bedrijfsrevisoren (IBR, het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB) en het Beroepsinstituut van de erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF). HOOFDSTUK II. - De stage in het algemeen
Art. 2.De stage heeft tot doel de stagiair voor te bereiden op zijn inschrijving op het tableau van de beroepsbeoefenaars door hem de mogelijkheid te bieden zich te vormen op het vlak van de beroepspraktijk en de plichtenleer. De stage wordt verricht onder begeleiding van een stagemeester.
Dit stagereglement is van toepassing op alle personen die op de lijst van de stagiairs van het beroepsinstituut werden ingeschreven en op hun stagemeesters. HOOFDSTUK III. - De inschrijving op de lijst van de stagiairs
Art. 3.§ 1. De aanvraag tot inschrijving op de lijst van de stagiairs wordt per aangetekend schrijven toegezonden aan de Voorzitter van de Uitvoerende kamer. § 2. Om ontvankelijk te zijn moet de aanvraag vergezeld zijn van een dossier waaruit ondermeer moet blijken dat voldaan is aan de voorwaarden bepaald in artikel 50, § 2 en/of § 3 van de Wet door middel van een door de kandidaat ondertekend afschrift van het diploma of onder de vorm van een gelijkwaardig getuigschrift. § 3. Het dossier omvat tevens : 1° een bewijs van nationaliteit of van woonplaats, afgeleverd door de bevoegde overheid of het samenvattend document van de gegevens van de elektronische identiteitskaart, niet ouder dan drie maanden;2° een uittreksel uit het strafregister niet ouder dan drie maanden;3° drie originele exemplaren van de stageovereenkomst, elk behoorlijk ondertekend door de partijen, en beantwoordend aan de in dit reglement gestelde voorwaarden;4° een bewijs van betaling van de dossierkosten, waarvan het bedrag door de Raad wordt vastgesteld.5° elk ander door het beroepsinstituut noodzakelijk geacht document vanwege zowel de kandidaat stagemeester als de kandidaat stagiair. § 4. het dossier van de kandidaat interne stagiair bevat bovendien : 1° voor diegenen die het beroep uitoefenen via een door de overheid bezoldigde betrekking : een kopij van de statutaire benoeming, een gedetailleerde omschrijving van het takenpakket en het organigram op het ogenblik van de aanvraag allen ondertekend door de hiërarchische overste;2° Voor diegenen die het beroep uitsluitend uitoefenen in ondergeschikt dienstverband via een arbeidsovereenkomst : een kopie van de arbeidsovereenkomst en een attest ondertekend door de werkgever met een gedetailleerde omschrijving van het takenpakket alsook het organigram van de onderneming op het ogenblik van de aanvraag. § 5. het dossier van de kandidaat externe stagiair bevat bovendien : - een bewijs van aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen of bij de nationale hulpkas voor de sociale verzekering der zelfstandigen, niet ouder dan drie maanden; - het bewijs dat de kandidaat stagiair beschikt over een verzekeringspolis die zijn burgerlijke beroepsaansprakelijkheid dekt voor zijn persoonlijke activiteiten in het kader van zijn BIBF stage.
Art. 4.De aanvraag tot inschrijving op de lijst van de stagiairs zal door de bevoegde Uitvoerende Kamer als onontvankelijk beschouwd worden, indien de kandidaat stagiair de gevraagde documenten of gegevens niet of slechts gedeeltelijk overmaakt binnen de drie maanden volgend op het indienen van het aanvraagdossier.
Art. 5.§ 1. De stageperiode vangt aan op de dag van de inschrijving op de lijst van de stagiairs door de Kamer. § 2. De Kamer aanvaardt al dan niet de door de stagiair voorgestelde stagemeester. Het Beroepsinstituut stelt de kandidaat stagiairs instrumenten ter beschikking die het zoeken van een stagemeester vergemakkelijken en verleend desgevallend bijstand aan de kandidaat stagiair bij het zoeken van een stagemeester. Het Instituut houdt een lijst bij van de kandidaat stagemeesters. § 3. Wanneer het een weigering van de inschrijving op de lijst van de stagiairs betreft wordt de kennisgeving vergezeld van alle inlichtingen betreffende de termijn van beroep en de modaliteiten volgens dewelke dit beroep kan ingesteld worden. HOOFDSTUK IV. - De stageovereenkomst
Art. 6.§ 1. De stageovereenkomst gesloten tussen de stagiair en zijn stagemeester behelst : 1° de verbintenis van de partijen om zich te schikken naar het stagereglement en naar de onderrichtingen en instructies die door het Instituut worden verstrekt;2° de verbintenis van de stagiair en de stagemeester om zich met loyaliteit aan de stage te wijden, het beroepsgeheim te eerbiedigen, en de beroepsbelangen van beide partijen tijdens de stage niet te schaden.De stagiair en de stagemeester gaan de verbintenis aan om gedurende de stage en twee jaar na het beëindigen van de stageovereenkomst geen dossiers over te nemen van hun respectief cliënteel zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de andere partij die bij de stageovereenkomst betrokken was. § 2. De stageovereenkomst heeft uitwerking zodra de Kamer beslist heeft de stagiair in te schrijven op de lijst van de stagiairs.
Als ze een vorige stageovereenkomst vervangt of wijzigt wordt deze, ter goedkeuring voorgelegd aan de Kamer. Na goedkeuring van de overeenkomst wordt een exemplaar aan de stagiair alsook aan de stagemeester toegezonden. Het derde exemplaar blijft gevoegd bij het dossier van de stagiair. § 3. De stageovereenkomst mag ondertekend worden in naam van een vennootschap, op voorwaarde dat deze een natuurlijk persoon mandataris van deze vennootschap aanwijst, die daadwerkelijk als verantwoordelijke stagemeester optreedt en die voldoet aan de vereisten van artikel 19. § 4. De interne stagiair kan niet op zelfstandige basis prestaties leveren voor zijn werkgever.
Art. 7.§ 1 Wanneer de stage op zelfstandige basis wordt verricht, worden de voorwaarden waaronder de dienstverlening zal geschieden schriftelijk vastgelegd. De stage wordt verricht in het kader van een overeenkomst van zelfstandige dienstverlening. Deze overeenkomst wordt afgesloten, hetzij tussen de stagiair en zijn stagemeester hetzij tussen de stagiair en zijn cliënt.
De stageovereenkomst is onderscheiden van de overeenkomst voor zelfstandige dienstverlening. § 2. Wanneer de stage verricht wordt als interne stagiair, wordt benadrukt dat de stageovereenkomst die ondertekend wordt in het kader van de stage BIBF, geen arbeidsovereenkomst of gelijkwaardig document is.
Art. 8.Aan de stageovereenkomst kan vroegtijdig een einde gesteld worden : 1° mits een vooropzeg van twee maanden aan de andere partij betekend;2° mits schriftelijke toestemming van beide partijen;3° om een gegronde reden, die door de Kamer wordt beoordeeld nadat de partijen gehoord of minstens behoorlijk opgeroepen werden. Het beëindigen van de stageovereenkomst moet onverwijld betekend worden aan de Kamer door de partij die de opzeg doet. HOOFDSTUK V. - De duur van de stage
Art. 9.De stage wordt in België volbracht. De Kamer kan toestaan dat de stage voor maximaal één derde van de totale stageduur wordt volbracht in een andere lidstaat van de Europese unie. In dat geval kan de stagemeester een persoon zijn die in het betreffende land een hoedanigheid heeft die gelijkwaardig is met deze van erkend boekhouder (-fiscalist).
Art. 10.De Kamer kan vrijstelling van het volgen van de stage toestaan aan de personen die in een andere lidstaat van de Europese Unie een hoedanigheid bezitten waarvan zij vaststelt dat deze gelijkwaardig is met die van erkend boekhouder(-fiscalist).
Art. 11.§ 1. Op gemotiveerd verzoek van de stagiair, de stagemeester of de stagecommissie kan de Kamer, de stage voor een door haar bepaalde duur opschorten of beëindigen. § 2.Wanneer aan de stageovereenkomst een einde wordt gemaakt bij toepassing van artikel 8, wordt de uitvoering van de stage ambtshalve geschorst vanaf de dag door de Kamer vastgesteld.
De stage begint opnieuw te lopen wanneer de Kamer een nieuwe, met een andere stagemeester gesloten stageovereenkomst heeft goedgekeurd.
De nieuwe stageovereenkomst wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Kamer uiterlijk binnen een termijn van drie maanden nadat de ontbinding van de vorige stageovereenkomst van kracht werd.
Bij gebreke kan de stagiair door de Kamer van de lijst van stagiairs worden weggelaten conform de procedure waarnaar artikel 45 van de Wet verwijst.
Art. 12.De stagiair die in de onmogelijkheid verkeert zijn stagewerkzaamheden te verrichten, kan, in het belang van het beroep, door de Kamer geschorst worden overeenkomstig de procedure vermeld in artikel 45/2 van de wet.
Art. 13.Wanneer de stagiair geschorst wordt, wordt de stage onderbroken voor de duur van de schorsing. Wanneer de stagemeester geschorst wordt of zijn beroepswerkzaamheden dient stop te zetten, wordt de stage niet onderbroken wanneer een nieuwe stageovereenkomst, goed te keuren door de Kamer, binnen de zestig dagen wordt afgesloten.
Art. 14.Elke schorsing of weglating wordt gelijktijdig aan de stagemeester en aan de stagiair per aangetekende brief betekend door de Kamer. De motivering van de schorsing of de weglating wordt enkel vermeld op de kennisgeving gericht aan de persoon die geschorst of weggelaten wordt.
Art. 15.Bij het verstrijken van de stageperiode kan de stagiair een aanvraag richten tot de Kamer tot inschrijving op het tableau van de beroepsbeoefenaars.
Bij de aanvraag wordt een document gevoegd waarbij de stagemeester, een evaluatie geeft van de doorlopen stage. De Raad bepaalt vorm en inhoud van dit document. HOOFDSTUK VI. - Rechten en plichten van de stagiairs
Art. 16.§ 1. De stagiair vervult gewetensvol zijn stage. Gedurende de volledige stageduur, moet de stagiair daadwerkelijk actief zijn in beroepswerkzaamheden van een erkend boekhouder(-fiscalist). § 2. Enkel de beroepswerkzaamheden van een erkend boekhouder (-fiscalist) verricht op zelfstandige basis, in hoofd- of bijberoep, komen in aanmerking voor de stage van de externe stagiairs. § 3. Enkel de beroepswerkzaamheden van een erkend boekhouder (-fiscalist) in het kader van een arbeidsovereenkomst of een door de overheid bezoldigde betrekking komen in aanmerking van de interne stagiairs.
Art. 17.De stagiair neemt nauwgezet deel aan de verplichte voordrachten en seminaries die door de Raad ten behoeve van de stagiairs georganiseerd worden.
Voor hetgeen niet expliciet wordt voorzien door dit reglement, zijn de stagiairs onderworpen aan dezelfde regels als de erkende boekhouders (-fiscalisten) met inbegrip van de identificatieplicht zoals voorzien door de anti-witwaswetgeving.
De stagiair maakt aan het beroepsinstituut binnen de gestelde termijn de verslagen en informatie over die hem worden gevraagd en beantwoordt de vragen die hem worden gesteld.
Art. 18.De stagiair maakt samen met de stagemeester een stageverslag op voorafgaand aan zijn aanvraag tot inschrijving op het praktisch bekwaamheidsexamen. . Het stageverslag geeft een overzicht van de werkzaamheden die de stagiair heeft verricht of waaraan hij heeft deelgenomen alsook een evaluatie van het verloop van de stage. De Raad bepaalt vorm en inhoud van dit verslag. HOOFDSTUK VII. - De stagemeester en de rechten en plichten van de stagemeester
Art. 19.§ 1. De kandidaat-stagemeester moet als erkend boekhouder BIBF of erkend boekhouder -fiscalist BIBF, accountant IAB, of bedrijfsrevisor IBR tenminste 5 jaar ingeschreven zijn op het tableau van de leden van het BIBF, van het IAB of van het IBR. De ervaring bij de verschillende Instituten is cumuleerbaar alsook de hoedanigheid van extern of intern lid. Gedurende een periode van 5 jaar vanaf de inwerkingtreding van dit besluit zal een kandidaat stagemeester met de hoedanigheid van intern erkend boekhouder of intern erkend boekhouder-fiscalist niet moeten voldoen aan de vereisten van 5 jaar inschrijving op het tableau van de leden van het BIBF. Hij zal enkel vijf jaar nuttige beroepservaring moeten aantonen betreffende de werkzaamheden en de beroepspraktijk van een erkend boekhouder (-fiscalist); § 2. De kandidaat stagemeester die wenst op te treden als stagemeester voor een externe stagiair BIBF moet extern erkend boekhouder BIBF, extern erkend boekhouder -fiscalist BIBF, extern accountant IAB, of bedrijfsrevisor IBR zijn. § 3. De kandidaat-stagemeester met een externe hoedanigheid dient actief te zijn in de beroepspraktijk in hoofdberoep. Als criterium voor het hoofdberoep dient het sociaalrechterlijke criterium te worden gehanteerd voor het bepalen van het sociale statuut (in functie van tijdsbesteding). De Uitvoerende Kamer kan van deze regel afwijken op verzoek van de kandidaat-stagemeester. Deze moet hiertoe een voldoende beschikbaarheid (in tijd) en een brede beroepservaring kunnen aantonen. § 4. De kandidaat-stagemeesters mogen geen tuchtrechterlijke veroordelingen hebben opgelopen binnen hun beroepsinstituut behoudens indien zij eerherstel verkregen in overeenstemming met de wettelijke voorwaarden. § 5. De kandidaat-stagemeester moet in orde zijn met zijn verplichting betreffende permanente vorming. § 6. De kandidaat-stagemeester met een externe hoedanigheid dient een beroepsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten te hebben die conform is met de deontologische en wettelijke bepalingen ter zake en dient zijn verplichtingen inzake de anti-witwaswetgeving ten aanzien van het Beroepsinstituut te hebben vervuld. § 7. De kandidaat-stagemeester moet in orde zijn met de ledenbijdrage. § 8. De Kamer kan een stagemeester weglaten van de lijst van stagemeesters of weigeren als stagemeester wanneer zij blijk hebben gegeven van nalatigheid bij het nakomen van hun verplichtingen. De betrokken stagemeester kan hiertegen in beroep gaan zoals voorzien in artikel 45/1 van de wet. § 9. De stagemeester is niet verantwoordelijk voor de beroepsdaden die de externe stagiair in de persoonlijke dossiers van de stagiair heeft verricht.
De kandidaat stagemeester lid van het IAB en het IBR maakt een attest, afgeleverd door zijn Instituut, over aan de Kamer waarin wordt bevestigd dat hij voldoet aan de voorwaarden zoals vermeld in § 3 tot en met § 7 van dit artikel.
Art. 20.De stagemeester mag maximaal drie stagiairs tegelijk begeleiden voor alle instituten van de economische beroepen samen.
Art. 21.De stagemeester zal de werkzaamheden van de stagiair opvolgen en zal bovendien de stagiair begeleiden bij de werkzaamheden als boekhouder (-fiscalist) telkens deze hem hierom verzoekt.
De stagemeester volbrengt zijn taak om zijn kennis en beroepservaring over te dragen aan zijn stagiair op een waardige en professionele wijze zonder dat hiervoor enige directe of indirecte vergoeding verschuldigd is.
De stagemeester vervult zijn rol op geheel vrijwillige basis. De stagemeester kan zich niet laten vergoeden voor de opvolging en de begeleiding van de stagiair in het kader van de persoonlijke dossiers van zijn stagiair.
Art. 22.De stagemeester neemt geregeld kennis van de stagewerkzaamheden van zijn stagiair. Hij bespreekt deze samen met de stagiair.
Indien de stagiair aan zijn verplichtingen tekort komt zal de stagemeester dit tijdens de stage dienen te melden aan de Kamer. HOOFDSTUK VIII - Inbreuk op de verplichtingen van de stageovereenkomst.
Art. 23.Elke inbreuk op de verplichtingen aangegaan in de stageovereenkomst kan, bij de Kamer aanhangig gemaakt worden door elke belanghebbende partij bij deze stageovereenkomst. HOOFDSTUK IX. - Slotbepaling.
Art. 24.Ten laatste op 30 juni van elk jaar maakt de Raad een gedetailleerd verslag over aan de Minister die de Middenstand onder zijn bevoegdheid heeft alsook aan de Hoge Raad voor de Economische beroepen, aangaande de toepassing van dit stagereglement tijdens het voorbije jaar. Hierin formuleert hij de opmerkingen en voorstellen die hij nuttig acht.
Art. 25.De Koning kan ten allen tijde dit stagereglement wijzigen teneinde het in overeenstemming te brengen met de internationale verdragen.
Gezien om gevoegd te worden bij het ons besluit van 10 april 2015 tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Middenstand en KMO's, Willy BORSUS