9 OKTOBER 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van de uitvoeringsbesluiten van de wet van 25 februari 2003 houdende inrichting van de functie van veiligheidsbeambte met het oog op het uitvoeren van taken die betrekking hebben op de politie van hoven en rechtbanken en de overbrenging van gevangenen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op de wet van 25 februari 2003 houdende de inrichting van de functie van veiligheidsbeambte met het oog op de uitvoering van taken die betrekking hebben op de politie van hoven en rechtbanken en de overbrenging van gevangenen;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 juli 2003 betreffende de selectie, de opleiding en de aanwerving van veiligheidsbeambten bij het veiligheidskorps voor de politie van hoven en rechtbanken en voor de overbrenging van gevangenen bij de Federale Overheidsdienst Justitie;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 juli 2003 houdende oprichting bij de Federale Overheidsdienst Justitie van een veiligheidskorps voor de politie van hoven en rechtbanken en voor de overbrenging van gevangenen, en tot vaststelling van organisatorische, administratieve en geldelijke bepalingen ten gunste van de veiligheidsbeambten bij het veiligheidskorps van de Federale Overheidsdienst Justitie;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 juli 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 30 juli 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 24 juli 2003;

Gelet op het protocol nr. 254 van 31 juli 2003 van het Sectorcomité III Justitie;

Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 8 augustus 2003;

Overwegende dat er bij de Belgische Krijgsmacht onvoldoende kandidaten zijn voor de functie van veiligheidsbeambte zodat in de mogelijkheid dient te worden voorzien om over te gaan tot de aanwerving van veiligheidsbeambten;

Overwegende de noodzaak om bijkomende maatregelen te nemen teneinde een maximum aantal personeelsleden van de Belgische Krijgsmacht tot de functie van veiligheidsbeambte toe te laten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende het groot aantal noodzakelijke uithalingen van gedetineerden;

Overwegende de moeilijkheden die inherent zijn aan deze overbrengingen, in het bijzonder wat het begeleidingspersoneel betreft;

Overwegende dat deze toestand dringend dient te worden geregeld door de oprichting van een specifiek korps voor deze opdracht, dat over voldoende veiligheidsbeambten moet kunnen beschikken;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, van Onze Minister van Begroting en van Onze Minister van Landsverdediging en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 5 van het koninklijk besluit van 1 juli 2003 betreffende de selectie, de opleiding en de aanwerving van veiligheidsbeambten bij het veiligheidskorps voor de politie van hoven en rechtbanken en voor de overbrenging van gevangenen bij de Federale Overheidsdienst Justitie wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 5.Kunnen toegelaten worden om zich kandidaat te stellen voor een of meerdere betrekkingen van de functie van veiligheidsbeambte bij het veiligheidskorps en deelnemen aan de selectie : 1° de ambtenaren van het federaal administratief openbaar ambt na de selectie bedoeld in artikel 2;2° de laureaten van een vergelijkende selectie ingericht door SELOR voor een graad van niveau C, na de vergelijkende selectie bedoeld bij artikel 2, 1°;3° de laureaten van een vergelijkende selectie ingericht door SELOR voor de graad van veiligheidsbeambte of adjunct-veiligheidsassistent. »

Art. 2.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 13.De kandidaat-veiligheidsbeambten, uitgezonderd die bedoeld in artikel 5, 3°, die een positieve evaluatie hebben verkregen, treden na oproeping in dienst van de Federale Overheidsdienst Justitie.

De positieve evaluatie blijft gedurende een periode van 3 jaar geldig vanaf de datum van het proces-verbaal van de evaluatie ».

Art. 3.In artikel 16 van hetzelfde besluit wordt in het eerste lid, de eerste zin vervangen door de volgende bepaling : « Elke veiligheidsbeambte moet binnen een termijn van drie maanden volgend op zijn indiensttreding, een vorming volgen onder toezicht van een openbare instelling. »

Art. 4.Bij artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd bij het einde van de zin : « op voorwaarde dat deze module(s) vrijgesteld werden onder toezicht van een openbare instelling. »

Art. 5.Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid : « Voor de agenten bedoeld onder artikel 5, 2° en 3°, wordt het evaluatieverslag toegevoegd aan hun individuele dossier. »

Art. 6.Artikel 4 van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 houdende oprichting bij de Federale Overheidsdienst Justitie van een veiligheidskorps voor de politie van hoven en rechtbanken en voor de overbrenging van gevangenen, en tot vaststelling van organisatorische, administratieve en geldelijke bepalingen ten gunste van de veiligheidsbeambten bij het veiligheidskorps van de Federale Overheidsdienst Justitie wordt opgeheven.

Art. 7.In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt een § 3 ingevoegd, luidende : « § 3. De graad van veiligheidsbeambte kan eveneens verleend worden aan laureaten van een vergelijkende selectie ingericht door SELOR voor de graad van veiligheidsbeambte. »

Art. 8.In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt een § 4 ingevoegd, luidende : « § 4. De graad van adjunct-veiligheidsassistent kan eveneens worden toegekend aan de laureaten van een vergelijkende selectie voor de graad van adjunct veiligheidsassistent ingericht door SELOR. »

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 10.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 oktober 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT