gepubliceerd op 30 juli 2003
Koninklijk besluit houdende oprichting bij de Federale Overheidsdienst Justitie van een veiligheidskorps voor de politie van hoven en rechtbanken en voor de overbrenging van gevangenen, en tot vaststelling van organisatorische, administratieve en geldelijke bepalingen ten gunste van de veiligheidsbeambten bij het veiligheidskorps van de Federale Overheidsdienst Justitie
11 JULI 2003. - Koninklijk besluit houdende oprichting bij de Federale Overheidsdienst Justitie van een veiligheidskorps voor de politie van hoven en rechtbanken en voor de overbrenging van gevangenen, en tot vaststelling van organisatorische, administratieve en geldelijke bepalingen ten gunste van de veiligheidsbeambten bij het veiligheidskorps van de Federale Overheidsdienst Justitie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op de wet van 25 februari 2003 houdende de oprichting van de functie van veiligheidsbeambte met het oog op de uitvoering van taken die betrekking hebben op de politie van hoven en rechtbanken en de overbrenging van gevangenen;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 juli 2003 betreffende de selectie, de opleiding en de aanwerving van veiligheidsbeamten bij het veiligheidskorps voor de politie van Hoven en Rechtbanken en voor de overbrenging van gevangenen bij de Federale Overheidsdienst Justitie;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 september 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 19 december 2002 en 22 april 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 10 december 2002;
Gelet op het protocol nr. 250 van 15 mei 2003 van het Sectorcomité III - Justitie;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzaak;
Overwegende het groot aantal noodzakelijke overbrengingen van gedetineerden;
Overwegende de moeilijkheden die inherent zijn aan deze overbrengingen in het bijzonder wat het begeleidingspersoneel betreft;
Overwegende dat deze toestand dringend dient geregeld te worden door de oprichting van een specifiek korps voor deze opdracht;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en op het advies van Onze in raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Organisatorische bepalingen
Artikel 1.§ 1. Bij toepassing van artikel 2 van de wet van 25 februari 2003 houdende de inrichting van de functie van veiligheidsbeambte met het oog op de uitvoering van taken die betrekking hebben op de politie van hoven en rechtbanken en op de overbrenging van gevangenen, wordt een veiligheidskorps opgericht bij het Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen. § 2. Het veiligheidskorps bestaat uit twee secties : - een centrale administratieve eenheid; - veiligheidsdiensten.
Art. 2.Het veiligheidskorps bestaat uit twee categorieën ambtenaren : 1. zij die belast zijn met administratieve en logistieke taken;2. zij die bekleed zijn met de bevoegdheden vermeld in artikel 6 van de voormelde wet van 25 februari 2003. HOOFDSTUK II. - Administratieve bepalingen
Art. 3.Bij de Federale Overheidsdienst Justitie worden ten behoeve van de ambtenaren vermeld in artikel 2, 2., volgende graden opgericht : in rang 30 : veiligheidsbeambte; in rang 32 : eerstaanwezend veiligheidsbeambte; in rang 20 : adjunct-veiligheidsassistent; in rang 20 : veiligheidsassistent; in rang 22 : hoofdveiligheidsassistent.
Art. 4.De betrekkingen van het veiligheidspersoneel dat de functie vervult van veiligheidsbeambte bedoeld in artikel 3 van de voormelde wet van 25 februari 2003 kunnen slechts ingenomen worden door kandidaten die met vrucht een opleiding van 4 werkdagen hebben gevolgd waarvan de inhoud door het koninklijk besluit van 1 juli 2003 betreffende de selectie, de opleiding en de aanwerving van veiligheidsbeambten bij het veiligheidskorps voor de politie van hoven en rechtbanken en voor de overbrenging van gevangenen bij de Federale Overheidsdienst Justitie wordt bepaald.
Art. 5.§ 1. De graad van veiligheidsbeambte wordt verleend bij wijze van verandering van graad aan ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Justitie die bekleed zijn met de graad van penitentiair beambte. § 2. De graad van veiligheidsbeambte kan eveneens verleend worden bij wijze van verandering van graad aan de gewezen ambtenaren van de Regie voor maritiem transport die bekleed zijn met een graad van rang 30.
Art. 6.Een selectie voor verhoging in graad wordt ingesteld voor de bij bevordering door verhoging in graad te verlenen graad van eerstaanwezend veiligheidsbeambte.
Onverminderd de overige gestelde reglementaire voorwaarden mogen aan de selectie deelnemen de ambtenaren, bekleed met de graad van veiligheidsbeambte, die ten minste twee jaar graadanciënniteit hebben.
Art. 7.§ 1. In afwijking van artikel 53 van het koninklijk van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel kan alleen de veiligheidbeambte die geslaagd is voor de in artikel 6 van dit besluit vermelde selectie en ten minste vier jaar graadancienniteit heeft tot de graad van eerstaanwezend veiligheidbeambte worden bevorderd. § 2. De graad van eerstaanwezend veiligheidsbeamte kan eveneens verleend worden aan de ambtenaren in dienst bij de Federale Overheidsdienst Justitie die bekleed zijn met de graad van kwartierchef.
De in het eerste lid bedoelde benoeming wordt verleend bij wijze van verandering van graad. § 3. De graad van eerstaanwezend veiligheidsbeambte kan evenens verleend worden aan de gewezen ambtenaren van de Regie voor maritiem transport die bekleed zijn met een graad van rang 32.
De in het eerste lid bedoelde benoeming wordt verleend bij wijze van verandering van graad.
Art. 8.§ 1. De graad van adjunct-veiligheidsassistent wordt verleend aan de ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Justitie die bekleed zijn met een van de hierna volgende graden : - adjunct-penitentiair assistent; - adjunct-technisch assistent.
De in het eerste lid bedoelde benoeming wordt verleend bij wijze van verandering van graad. § 2. De graad van adjunct-veiligheidsassistent kan eveneens verleend worden aan de onderofficieren van de Belgische Krijgsmacht die bekleed zijn met een van de hierna volgende graden : - sergeant; - eerste sergeant.
De in het eerste lid bedoelde benoeming wordt verleend bij wijze van verandering van graad. § 3. De graad van adjunct-veiligheidsassistent kan eveneens verleend worden aan de gewezen ambtenaren van de Regie voor maritiem transport die bekleed zijn met een graad van rang 20.
De in het eerste lid bedoelde benoeming wordt verleend bij wijze van verandering van graad.
Art. 9.Een vergelijkende selectie voor overgang naar het hogere niveau in de graad van veiligheidsassistent wordt vastgesteld.
In afwijking van artikel 29, § 2, 2°, van het voornoemd koninklijk besluit van 7 augustus 1939 en onverminderd de overige gestelde reglementaire voorwaarden mogen aan de vergelijkende selectie deelnemen de ambtenaren bekleed met de graad van eerstaanwezend veiligheidsbeambte evenals de ambtenaren bekleed met de graad van veiligheidsbeambte die ten minste vier jaar graadanciënniteit hebben.
Art. 10.Alleen de eerstaanwezend veiligheidsbeambte en de veiligheidsbeambte die geslaagd zijn voor de in artikel 9 van dit besluit vermelde vergelijkende selectie kunnen tot de graad van veiligheidsassistent bevorderd worden.
Art. 11.§ 1. In afwijking van artikel 66, tweede lid, van het voormeld koninklijk besluit van 7 augustus 1939 kunnen de ambtenaren bekleed met de graad van adjunct-veiligheidsassistent die ten minste vier jaar graadanciënniteit hebben evenals de ambtenaren bekleed met de graad van penitentiair assistent of met de graad van technisch assistent benoemd worden tot de graad van veiligheidsassistent.
De in het eerste lid bedoelde benoeming wordt verleend bij wijze van verandering van graad.
Deze verandering van graad wordt afhankelijk gesteld van een onderzoek naar de beroepsgeschiktheid waarvan het programma gelijk is aan dit van het tweede gedeelte van de vergelijkende selectie voor overgang naar het hogere niveau in de graad van veiligheidsassistent. § 2. De graad van veiligheidsassistent kan eveneens verleend worden aan de onderofficieren van de Belgische Krijgsmacht die bekleed zijn met één van de hierna volgende graden : - eerste sergeant-chef; - eerste sergeant-majoor.
De in het eerste lid bedoelde benoeming wordt verleend bij wijze van verandering van graad.
Art. 12.De veiligheidsassistent die ten minste vier jaar graadanciënniteit heeft kan bevorderd worden tot de graad van hoofdveiligheidsassistent.
Art. 13.§ 1. In afwijking van artikel 66, tweede lid, van het voornoemd koninklijk besluit van 7 augustus 1939 kunnen de ambtenaren bekleed met de graad van hoofdpenitentiair assistent of met de graad van hoofdtechnisch assistent benoemd worden tot de graad van hoofdveiligheidsassistent.
De in het eerste lid bedoelde benoeming wordt verleend bij wijze van verandering van graad.
De verandering van graad wordt afhankelijk gesteld van het onderzoek naar de beroepsgeschiktheid bedoeld in artikel 11, § 1, derde lid. § 2. De graad van hoofdveiligheidsassistent kan eveneens verleend worden aan de onderoficieren van de Belgische Krijgsmacht die bekleed zijn met één van de hierna volgende graden : - adjudant; - adjudant van het gebrevetteerd varend personeel van de land- en zeemacht; - adjudant-chef; - adjudant-chef van het gebrevetteerd varend personeel van de land- en zeemacht; - adjudant-majoor; - adjudant-majoor van het gebrevetteerd varend personeel van de land- en zeemacht.
De in het eerste lid bedoelde benoeming wordt verleend bij wijze van verandering van graad. § 3. De graad van hoofdveiligheidsassistent kan eveneens veerleend worden aan de gewezen ambtenaren van de Regie voor maritiem transport die bekleed zijn met een graad van rang 22.
De in het eerste lid bedoelde benoeming wordt verleend bij wijze van verandering van graad.
Art. 14.§ 1. De onderofficieren van de Belgische Krijgsmacht en de gewezen ambternaren van de Regie voor maritien transport, benoemd tot één van de graden vermeld in artikel 3 van dit besluit, zijn onderworpen aan de administratieve bepalingen die gelden voor de ambtenaren van de Federale Overheidsdiensten. § 2. De ambtenaren vermeld in artikel 2, 2., van dit besluit zijn tevens onderworpen aan de bepalingen van de artikelen 1, 2 en 3 van het koninklijk besluit van 14 mei 1971 houdende bijzondere instructie van toepassing op de personeelsleden van de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen.
Art. 15.In de tabel gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hierarchissche indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de rijksbesturen kunnen titularis zijn, inzonderheid gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 april 1968, worden onder het opschrift « I. Alfabetische rangschikking van de Nederlandse benamingen, Afdeling A, Administratief personeel » en onder het opschrift « II. Alfabetische rangschikking van de Franse benamingen, Afdeling A, Administratief personeel » de volgende graden ingevoegd :
Rang 30 : veiligheidsbeambte (Federale Overheidsdienst Justitie).
Rang 32 : eerstaanwezend veiligheidsbeambte (Federale Overheidsdienst Justitie).
Rang 20 : adjunct veiligheidsassistent (Federale Overheidsdienst Justitie).
Rang 20 : veiligheidsassistent (Federale Overheidsdienst Justitie).
Rang 22 : hoofdveiligheidsassistent (Federale Overheidsdienst Justitie).
HOFDSTUK III. - Geldelijke bepalingen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 20.§ 1. Aan de graad van hoofdveiligheidsassistent wordt de weddenschaal 22 A verbonden. § 2. De hoofdveiligheidsassistent die ten minste zes jaar graadanciënniteit heeft kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal 22 B bekomen.
Art. 21.De geldelijke bepalingen van toepassing op de personeelsleden van de Federale Overheidsdiensten gelden eveneens voor de onderofficieren van de Belgische Krijgsmacht en de gewezen ambtenaren van de Regie voor maritiem transport benoemd tot één van de graden vermeld in artikel 3 van dit besluit.
Art. 22.Voor de berekening van de weddenanciënniteit van de onderofficieren van de Belgische Krijgsmacht, de gewezen ambtenaren van de Regie voor maritiem transport, en de ambtenaren bekleed met één van de graden van penitentiair beambte, kwartierchef, adjunct-penitentiair assistent, adjunct-technisch assistent, penitentiair assistent, technisch assistent, hoofdpenitentiair assistent, hoofdtechnisch assistent, benoemd tot één van de graden vermeld in artikel 3 van dit besluit, wordt de anciënniteit verworven in de weddenschaal verbonden aan hun graade geacht verworven te zijn in hun nieuwe weddenschaal.
Art. 23.De onderofficieren van de Belgische Krijgsmacht, de gewezen ambtenaren van de Regie voor maritiem transport, en de ambtenaren bekleed met één van de graden van penitentiair beambte, kwartierchef, adjunct-penitentiair assistent, adjunct-technisch assistent, penitentiair assistent, technisch assistent, hoofdpenitentiair assistent, hoofdtechnisch assistent, benoemd tot één van de graden vermeld in artikel 3 van dit besluit, behouden het voordeel van hun laaatste weddenschaal tot wanneer ze in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad en wedde bekomen die ten minste daaraan gelijk is.
Art. 24.Het veiligheidspersoneel bekleed met één van de graden vermeld in artikel 3 van dit besluit, geniet eveneens de toelagen en vergoedingen toegekend aan het bewakings- en technisch personeel in dienst in de buitendiensten van het Directoraat-generaal Uitvoering van straffen en Maatregelen.
Art. 25.Bij een in ministerraad ovelegd besluit kunnen Wij het toepassingsgebied van het huidig besluit uitbreiden tot de ambtenaren van de Federale Overheidsdiensten die in herstructurering zijn.
Art. 26.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van de dag van inwerkingtreding van de wet van 25 februari 2003 houdende de inrichting van de functie van veiligheidsbeambte met het oog op de uitvoering van taken die betrekking hebben op de politie van hoven en rechtbanken en de overbrenging van gevangenen.
Art. 27.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 juli 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE