gepubliceerd op 25 juni 2003
Koninklijk besluit tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen voor het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen
9 MAART 2003. - Koninklijk besluit tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen voor het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van besluit, waarvan wij de eer hebben het aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, strekt ertoe het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen toegang tot de informatiegegevens en gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister te verlenen.
De rechtsgrond van het besluit wordt gevormd door de artikelen 5, eerste lid, en 8 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
Het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen is een Vlaamse openbare instelling, opgericht door het decreet van 23 januari 1991.
Daarin staat haar opdracht omschreven als volgt : opleiding, vorming en begeleiding van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen. Deze opdracht wordt vertaald in vijf actieterreinen : de opleiding en vorming, de bedrijfsbegeleiding, de bevordering van de vorming, de administratieve vereenvoudiging en de promotie van het zelfstandig ondernemen. Het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen kan die taken slechts realiseren dank zij een coherent netwerk waarvan naast het instituut ook de centra, de leersecretarissen, de lesgevers en de beroepsorganisaties deel uitmaken.
De eisen die aan de opleiding en vorming gesteld worden zijn drastisch aan het veranderen. De vraag naar modulaire en korte termijnprogramma's die specifiek aansluiten bij de behoeften van de ondernemers neemt toe. Ook het vormingstraject van ondernemers verandert. Eerder dan die ene opleiding die ondernemers nodig hebben voor het uitoefenen van hun beroep, gaan zij zich nu voortdurend vormen. Die vorming grijpt plaats in meerdere vormingsinstellingen, zowel binnen als buiten de gereglementeerde middenstandsvorming.
Het verlenen van het recht van toegang en gebruik van het identificatienummer van het rijksregister aan het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen heeft de bedoeling de toekomstige en gevestigde zelfstandigen en bedrijfsleiders van een K.M.O. op een unieke, exhaustieve en stabiele wijze te volgen in hun leerproces. Het zal verder toelaten op een unieke wijze te communiceren met de andere onderwijsinstellingen die, binnen de deeltijdse leerplicht en het volwassenenonderwijs, scholing en opleiding aan zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen verzorgen.
De toegang tot de informatiegegevens zal toelaten het bestand van cursisten nauwkeurig bij te houden. De correcte toepassing van de wetgeving op de deeltijdse leerplicht en het correct opvolgen van de opleiding van cursisten maakt het noodzakelijk over juiste informatiegegevens te beschikken. Cursisten kunnen daarbij in een later stadium worden geïnformeerd over nieuwe opleidingen en vervolmakingsinitiatieven.
Het gebruik van het identificatienummer zal nuttig dienen : - als uniek identificatienummer binnen de diensten van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen; - voor de uitwisseling van de gegevens tussen het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen, de leersecretarissen en de centra van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen.
Er werd bijzonder onderzoek geleverd om vast te stellen of het nuttig is dat het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen beschikt over de negen gegevens van het Rijksregister. Hieruit blijkt dat de gevraagde informatiegegevens noodzakelijk zijn opdat het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen zijn taken van algemeen belang kan vervullen.
In dit opzicht is het nodig te verduidelijken dat de informatiegegevens, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° (de naam en voornamen), 2° (de geboorteplaats en -datum), 3° (het geslacht), 4° (de nationaliteit), 5° (de hoofdverblijfplaats) en 6° (de plaats en datum van overlijden)van de voormelde wet van 8 augustus 1983, de minimale gegevens zijn die noodzakelijk zijn om een dossier met betrekking tot een natuurlijk persoon (de cursist of ondernemer in opleiding) samen te stellen.
De toegang tot de informatiegegevens betreffende het beroep (7°), de burgerlijke staat (8°) en de samenstelling van het gezin (9°) is eveneens noodzakelijk vermits het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen binnen de opleiding van zelfstandigen en K.M.O. ook andere taken vervult, b.v. derde betaler voor de lonen van de leraars in de centra van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen (artikel 7 besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1991 tot bepaling van de werkvoorwaarden en de geldelijke regeling van de lesgevers in de leertijd, in de ondernemersopleiding, in de bijscholing, in de omscholing en in de opleiding tot bedrijfsbegeleider).
De toegang tot de historiek van de gegevens is beperkt tot een periode van vijf jaar vanaf de mededeling van de informatiegegevens. Deze termijn stemt overeen met de verjaringstermijn die van toepassing is bij het sociaal recht waaronder de overtredingen van de reglementeringen betreffende de leertijd en de ondernemersopleiding vallen.
Op aanbeveling van de Raad van State, wordt er voorzien dat de lijst van de personeelsleden die gemachtigd zijn om toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister, jaarlijks opgesteld zal worden en met dezelfde regelmaat bezorgd zal worden aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer verleende advies op 8 april 2002 en de Raad van State op 27 augustus 2002.
Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN
ADVIES Nr. 13/2002 VAN 8 APRIL 2002 VAN DE COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER Ontwerp van koninklijk besluit tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen voor het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid artikel 29;
Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid artikel 5, eerste lid, en artikel 8, eerste lid;
Gelet op de adviesaanvraag van de Minister van Binnenlandse Zaken van 4 maart 2002;
Gelet op het verslag van de heer Frank Robben, Brengt op 8 april 2002 volgend advies uit : 1. VOORWERP VAN DE ADVIESAANVRAAG Het ontwerp van koninklijk besluit dat door de Minister van Binnenlandse Zaken aan de Commissie voor advies wordt voorgelegd, heeft tot doel de openbare instelling met rechtspersoonlijkheid « Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen » (hierna genoemd: VIZO), opgericht bij artikel 20 van het decreet van de Vlaamse Raad van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen, te machtigen, enerzijds, om toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen, en, anderzijds, om het rijksregisternummer te gebruiken, en dit voor het vervullen van haar taken in verband met de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen. De toegang en het gebruik worden met name toegestaan aan de leidend ambtenaar van het VIZO en aan de ambtenaren die hij daartoe binnen zijn diensten, wegens hun functies en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden, bij name en schriftelijk aanwijst, op voorwaarde dat zij een graad bekleden gelijkwaardig aan een graad van niveau 1 van het rijkspersoneel. 2. TOEPASSELIJKE WETGEVING Krachtens artikel 5, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen verleent de Koning toegang tot het Rijksregister aan de openbare overheden, de instellingen van openbaar nut bedoeld bij de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, de notarissen en gerechtsdeurwaarders, voor de informatie die zij krachtens een wet of een decreet bevoegd zijn te kennen alsmede de « Orde van Vlaamse balies » en de « Ordre des barreaux francophones et germanophone », met als enig doel aan de advocaten de informatie mede te delen die zij nodig hebben voor de taken die zij als medewerkers van het gerecht vervullen. Krachtens artikel 8, eerste lid, van dezelfde wet kan de Koning, na advies van de Commissie en bij in Ministerraad overlegd besluit, de openbare overheden en de instellingen bedoeld bij artikel 5 van de wet machtigen om het rijksregisternummer te gebruiken, binnen de grenzen en voor de doeleinden door hem bepaald. 3. ONDERZOEK VAN DE ADVIESAANVRAAG Het VIZO heeft krachtens artikel 21 van het hogervermelde decreet van de Vlaamse Raad van 23 januari 1991 tot opdracht het bevorderen en coördineren van de opleiding, de vorming en de begeleiding van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen. Voormelde opleiding, vorming en begeleiding wordt voorts geregeld door het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende de organisatie, de normering en de financiering van de erkende vorming in het kader van de deeltijdse leerplicht, het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1991 tot bepaling van de werkvoorwaarden en de geldelijke regeling van de lesgevers in de leertijd, in de ondernemersopleiding, in de bijscholing, in de omscholing en in de opleiding tot bedrijfsbegeleider, het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997 houdende erkenning van het vormingsprogramma van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen als vorming die voor de vervulling van de deeltijdse leerplicht in aanmerking komt, het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 betreffende de leertijd, bedoeld bij het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen, het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 1999 betreffende de ondernemersopleiding, bedoeld in het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen en het ministerieel besluit van 20 november 1978 betreffende de voortgezette opleiding, de beroepsomscholing, de aanvullende pedagogische volmaking en de bijscholing van lesgevers.
De Commissie meent dat de doeleinden waarvoor de toegang tot het Rijksregister en het gebruik van het rijksregisternummer worden gevraagd - te weten het vervullen door het VIZO van haar taken in verband met de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen - gerechtvaardigd zijn. De door het ontwerp van koninklijk besluit verleende machtiging wordt gemotiveerd door de wenselijkheid om de toekomstige en gevestigde zelfstandigen en bedrijfsleiders van een kleine of middelgrote onderneming op een unieke, exhaustieve en stabiele wijze te volgen in hun leerproces en het bestand van de cursisten nauwkeurig bij te houden. Verder zal het recht van toegang tot het Rijksregister en gebruik van het rijksregisternummer toelaten op een unieke wijze te communiceren met de andere onderwijsinstellingen die binnen de deeltijdse leerplicht en het volwassenenonderwijs scholing en opleiding aan zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen verzorgen. De informatiegegevens, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° (de naam en voornamen), 2° (de geboorteplaats en -datum), 3° (het geslacht), 4° (de nationaliteit), 5° (de hoofdverblijfplaats) en 6° (de plaats en datum van overlijden) van de voormelde wet van 8 augustus 1983, zijn volgens de aanvrager de minimale gegevens die noodzakelijk zijn om een dossier met betrekking tot een natuurlijk persoon (de cursist of ondernemer in opleiding) samen te stellen. De toegang tot de informatiegegevens betreffende het beroep (7°), de burgerlijke staat (8°) en de samenstelling van het gezin (9°) is eveneens noodzakelijk vermits het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen binnen de opleiding van zelfstandigen en K.M.O. ook andere taken vervult, b.v. derde betaler voor de lonen van de leraars in de centra van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen (artikel 7 besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1991 tot bepaling van de werkvoorwaarden en de geldelijke regeling van de lesgevers in de leertijd, in de ondernemersopleiding, in de bijscholing, in de omscholing en in de opleiding tot bedrijfsbegeleider).
Artikel 2 van het aan de Commissie ter advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit benadrukt dat de uit het Rijksregister verkregen informatiegegevens slechts mogen worden gebruikt voor hogervermelde doeleinden en niet aan derden mogen worden meegedeeld; onder derden worden evenwel niet verstaan, enerzijds, de natuurlijke personen waarop de informatiegegevens betrekking hebben en hun wettelijke vertegenwoordigers en, anderzijds, de openbare overheden en de instellingen aangewezen bij artikel 5 van de wet van 8 augustus 1983, in het kader van de betrekkingen die zij voor hogervermelde doeleinden met het VIZO onderhouden.
Ingevolge artikel 4 van het ontwerp van koninklijk besluit mag het rijksregisternummer, voor interne doeleinden, uitsluitend worden gebruikt als identificatiemiddel in de dossiers, bestanden en repertoria die door het VIZO worden bijgehouden voor het vervullen van haar taken in verband met de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen. Bij extern gebruik mag het rijksregisternummer uitsluitend worden gebruikt in de voor het vervullen van deze taken noodzakelijke betrekkingen met, enerzijds, de houder van het rijksregisternummer of zijn wettelijke vertegenwoordiger en, anderzijds, de openbare overheden en instellingen die zelf reeds werden gemachtigd om het rijksregisternummer te gebruiken en handelen binnen de uitoefening van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden.
De huidige tekst van artikel 5 van het ontwerp van koninklijk besluit voorziet dat jaarlijks een lijst van de ambtenaren van het VIZO die toegang hebben tot het Rijksregister en het rijksregisternummer mogen gebruiken aan de Commissie wordt toegezonden. De Commissie verkiest evenwel dat deze lijst van gemachtigden ter beschikking wordt gehouden, wat toelaat dat zij permanent geactualiseerd blijft.
De Commissie heeft geen verdere opmerkingen bij dit ontwerp.
Om deze redenen, Brengt de Commissie, onder voorbehoud van de hogervermelde opmerkingen, een gunstig advies uit.
Voor de secretaris, wettig verhinderd, G. POPLEU, adjunct-adviseur.
De voorzitter, P. THOMAS. ADVIES 33.816/2/V VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede vakantiekamer, op 11 juli 2002 door de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste een maand, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen voor het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen", heeft op 27 augustus 2002 het volgende advies gegeven : ONDERZOEK VAN HET ONTWERP Dispositief Artikel 1 Het eerste lid van de ontworpen bepaling verleent toegang tot de opeenvolgende bijwerkingen van de gegevens die opgenomen zijn in het Rijksregister, zonder enige beperking in de tijd, aangezien het louter verwijst naar artikel 3, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
Die toegangsmachtiging moet vervallen daar in het Verslag aan de Koning niet wordt gewettigd waarom het noodzakelijk is toegang te hebben tot alle achtereenvolgende wijzigingen van de informatie die in het Register is opgenomen; het openbaar maken van het overzicht van die wijzigingen zonder dat zulks vereist is, zou immers een aanslag vormen op de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen, en is juridisch onaanvaardbaar.
Indien wordt aangetoond dat het nodig is terug te kunnen gaan in de tijd bij het raadplegen van de gegevens, moet samen met de machtiging die wordt verleend bij het ontworpen besluit worden bepaald tot waar in de tijd maximaal kan worden teruggegaan; dat tijdstip wordt vastgesteld op basis van de behoeften van de dienst en gewettigd in het Verslag aan de Koning, zoals dat geschied is in vroegere koninklijke besluiten (bijvoorbeeld door de langste verjaringstermzijn in aanmerking te nemen) (1). Ook de keuze van de gegevens waarvan de achtereenvolgende wijzigingen openbaar mogen worden gemaakt. moet gewettigd worden.
Het ontwerp moet dienovereenkomstig worden herzien. (1) Zie in die zin o.m. advies 31.178/2/V, uitgebracht op 14 augustus 2001 over een ontwerp dat het koninklijk besluit van 14 maart 2002 is geworden waarbij het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, "Net Brussel", gemachtigd wordt toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen (Belgisch Staatsblad van 18 mei 2002).
Opmerking van taalkundige aard Artikel 2 De inleidende zin van de Nederlandse tekst van het tweede lid moet als volgt worden geredigeerd : « Voor de toepassing van het eerste lid worden niet als derden beschouwd : ».
De kamer was samengesteld uit : De heren : R. Andersen, voorzitter van de Raad van State;
P. Hanse en P. Vandernoot, staatsraden;
Mevr. C. Gigot, griffier.
Het verslag werd uitgebracht door de heer J. Regnier. eerste auditeur-afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de heer M. Joassart, adjunct-referendaris.
De overeenstemming tussen de Franse en cle Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer R. Andersen.
De griffier, C. Gigot.
De voorzitter, R. Andersen.
9 MAART 2003. - Koninklijk besluit tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen voor het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 5, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 19 juli 1991, en op artikel 8, gewijzigd bij de wet van 15 januari 1990;
Overwegende dat de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, gewijzigd bij de wet van 11 december 1998, welke wet op 1 september 2001 in werking is getreden, inzonderheid het artikel 4 van eerstgenoemde wet, van toepassing is;
Overwegende dat het decreet van de Vlaamse Raad van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen, gewijzigd bij decreet van 7 juli 1998, van toepassing is;
Overwegende dat het ministerieel besluit van 20 november 1978 betreffende de voortgezette opleiding, de beroepsomscholing, de aanvullende pedagogische volmaking en de bijscholing van lesgevers, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 27 september 1989 van toepassing is;
Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende de organisatie, de normering en de financiering van de erkende vorming in het kader van de deeltijdse leerplicht, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996, van toepassing is;
Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1991 tot bepaling van de werkvoorwaarden en de geldelijke regeling van de lesgevers in de leertijd, in de ondernemersopleiding, in de bijscholing, in de omscholing en in de opleiding tot bedrijfsbegeleider, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 16 maart 1994, van toepassing is;
Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 betreffende de leertijd, bedoeld bij het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 10 februari 1998, van toepassing is;
Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997 houdende erkenning van het vormingsprogramma van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen als vorming die voor de vervulling van de deeltijdse leerplicht in aanmerking komt van toepassing is;
Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 1999 betreffende de ondernemersopleiding, bedoeld bij het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen, van toepassing is;
Gelet op het advies nr. 13/2002 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, uitgebracht op 8 april 2002;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 mei 2002;
Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;
Gelet op advies 33.816/2 van de Raad van State, gegeven op 27 augustus 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van Onze Minister van Justitie, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Toegang tot de informatiegegevens
Artikel 1.Aan het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen wordt toegang verleend tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
De toegang tot de informatiegegevens geldt uitsluitend voor het vervullen van taken in verband met de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen, ter uitvoering van het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen, het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende de organisatie, de normering en de financiering van de erkende vorming in het kader van de deeltijdse leerplicht, het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1991 tot bepaling van de werkvoorwaarden en de geldelijke regeling van de lesgevers in de leertijd, in de ondernemersopleiding, in de bijscholing, in de omscholing en in de opleiding tot bedrijfsbegeleider, het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997 houdende erkenning van het vormingsprogramma van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen als vorming die voor de vervulling van de deeltijdse leerplicht in aanmerking komt, het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 betreffende de leertijd, het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 1999 betreffende de ondernemersopleiding, en het ministerieel besluit van 20 november 1978 betreffende de voortgezette opleiding, de beroepsomscholing, de aanvullende pedagogische volmaking en de bijscholing van lesgevers.
De toegang tot de opeenvolgende wijzigingen van de in het eerste lid bedoelde informatiegegevens wordt beperkt tot een periode van vijf jaar die aan de mededeling van die informatiegegevens voorafgaat.
De toegang tot de informatiegegevens is toegestaan : 1° aan de leidend ambtenaar van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen;2° aan de ambtenaren die de onder 1° vermelde persoon daartoe binnen zijn diensten wegens hun functies en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden bij name en schriftelijk aanwijst, op voorwaarde dat zij een graad bekleden gelijkwaardig aan een graad van niveau 1 van het rijkspersoneel.
Art. 2.De met toepassing van artikel 1, eerste lid, verkregen informatiegegevens mogen slechts worden gebruikt voor de in het tweede lid van dat artikel vermelde doeleinden. Zij mogen niet worden medegedeeld aan derden.
Voor de toepassing van het eerste lid worden niet als derden beschouwd : 1° de natuurlijke personen waarop die informatiegegevens betrekking hebben, alsook hun wettelijke vertegenwoordigers;2° de openbare overheden en de instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, in het kader van de betrekkingen die zij voor de in artikel 1, tweede lid, vermelde doeleinden met het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen onderhouden. HOOFDSTUK II. - Gebruik van het identificatienummer
Art. 3.Aan de in artikel 1, derde lid, vermelde ambtenaren van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen wordt machtiging verleend om het identificatienummer van de personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen te gebruiken.
De machtiging tot gebruik van het identificatienummer is beperkt tot het vervullen van de in artikel 1, tweede lid, vermelde taken.
Art. 4.Voor interne doeleinden mag het identificatienummer uitsluitend gebruikt worden als identificatiemiddel in de dossiers, bestanden en repertoria die door het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen worden bijgehouden voor het vervullen van de in artikel 1, tweede lid, vermelde taken.
Bij extern gebruik mag het identificatienummer enkel gebruikt worden in de betrekkingen die voor het vervullen van de in artikel 1, tweede lid, vermelde taken noodzakelijk zijn, met : - de houder van het nummer of zijn wettelijke vertegenwoordiger; - de openbare overheden en instellingen die ingevolge artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen zelf machtiging hebben verkregen om het nummer te gebruiken en die optreden in uitoefening van hun wettelijke en reglementaire bevoegdheden. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 5.De lijst van de overeenkomstig de artikelen 1, derde lid, en 3 aangewezen ambtenaren wordt, met vermelding van hun graad en van hun ambt, jaarlijks opgesteld en met dezelfde regelmaat aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer toegezonden.
Art. 6.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 maart 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN