gepubliceerd op 28 maart 2001
Koninklijk besluit tot vaststelling, met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de graden van de personeelsleden van het Penitentiair Onderzoeks- en Klinisch Observatiecentrum, die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen
9 MAART 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling, met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de graden van de personeelsleden van het Penitentiair Onderzoeks- en Klinisch Observatiecentrum, die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, inzonderheid op artikel 43;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke inrichtingen van de Staat, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 juni 1975, 12 augustus 1981, 10 mei 1995 en 26 mei 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1965 tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel der wetenschappelijke inrichtingen van de Staat, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 februari 1969, 3 juni 1975, 3 mei 1976, 12 augustus 1981, 10 december 1987, 18 februari 1988, 19 november 1991, 3 februari 1994, 30 mei 1994, 4 februari 1998, 19 april 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 juni 1970 tot vaststelling van het statuut van het administratief personeel, van het technisch personeel en van het vak- en dienstpersoneel der wetenschappelijke inrichtingen van de Staat, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 augustus 1971, 23 juli 1973, 22 november 1973, 4 februari 1975, 24 oktober 1979, 4 april 1980, 19 augustus 1983, 11 januari 1984, 28 oktober 1988, 19 november 1991, 10 april 1995 en 11 april 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 april 1999 tot instelling van een Penitentiair Onderzoeks- en Klinisch Observatiecentrum met het statuut van wetenschappelijke inrichting van de Staat;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van het statuut van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke inrichtingen van de Staat;
Overwegende dat er voldaan werd aan de voorschriften van artikel 54, tweede lid, van bovenvermelde wetten;
Gelet op het advies van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht, gegeven op 29 juni 2000;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Bij de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, worden de verschillende graden van de personeelsleden van het Penitentiair Onderzoeks- en Klinisch Observatiecentrum, die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen als volgt vastgesteld : - 1e trap Hoofd van de inrichting;
Hoofd van het departement;
Hoofd van een afdeling; - 3e trap Werkleider geaggregeerde;
Werkleider;
Eerstaanwezend assistent;
Assistent;
Attaché; - 5e trap Hoofdtechnicus der vorsing; - 7e trap Technicus der vorsing.
Art. 2.Voor de toepassing van dezelfde wetten worden de graden die in de personeelsformatie in een zelfde groep van graden zijn opgenomen, alsook de graden van de vlakke loopbaan en wetenschappelijke loopbaan, gerangschikt onder de laagste graad van die groep of van die loopbaan.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 maart 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN