gepubliceerd op 31 oktober 2013
Koninklijk besluit tot vaststelling van de vereisten van toepassing op het veiligheidspersoneel. - Addendum
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER
9 JULI 2013. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de vereisten van toepassing op het veiligheidspersoneel. - Addendum
In het Belgisch Staatsblad van 22 oktober 2013, op bladzijde 74954, dient, na het verslag aan de Koning, het advies van de Raad van State te worden gepubliceerd.
Advies 52.881/4 van 11 maart 2013 van de Raad van State, afdeling Wetgeving, over een ontwerp van koninklijk besluit `tot bepaling van de vereisten van toepassing op het veiligheidspersoneel' Op 12 februari 2013 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot bepaling van de vereisten van toepassing op het veiligheidspersoneel'.
Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 11 maart 2013. De kamer was samengesteld uit Pierre Liénardy, kamervoorzitter, Jacques Jaumotte en Bernard Blero, staatsraden, Yves De Cordt en Christian Behrendt, assessoren, en Colette Gigot griffier.
Het verslag is uitgebracht door Yves Chauffoureaux, auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 11 maart 2013.
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2003 pub. 14/05/2003 numac 2003000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van sommige aspecten van de wetgeving met betrekking tot de inrichting en de werkwijze van de afdeling wetgeving van de Raad van State type wet prom. 02/04/2003 pub. 16/04/2003 numac 2003000298 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, en van het Kieswetboek type wet prom. 02/04/2003 pub. 02/05/2003 numac 2003000309 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie sluiten, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.
Voorafgaande vormvereisten 1. Overeenkomstig artikel 6, § 4, 3°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten `tot hervorming der instellingen' moeten de drie gewestregeringen worden betrokken bij het uitwerken van het voorliggende ontwerp. In het dossier dat bij de adviesaanvraag is gevoegd, bevinden zich evenwel slechts de afschriften van de brieven die aan de verschillende gewestregeringen zijn overgezonden en die net zoals de adviesaanvraag 5 februari 2013 zijn gedateerd.
De steller van het ontwerp moet er derhalve voor zorgen dat dit voorafgaand vormvereiste volledig wordt vervuld. 2. Het ontwerp valt onder het begrip "veiligheidsvoorschriften die het regelgevend kader van de nationale veiligheidsvoorschriften vormen", in de zin van artikel 6, § 1, 3°, van de wet van 19 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/2006 pub. 23/01/2007 numac 2006014300 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen sluiten `betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen'. De steller van het ontwerp moet op basis van de criteria die in artikel 7, § 1, van de wet van 19 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/2006 pub. 23/01/2007 numac 2006014300 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen sluiten zijn vastgesteld, nagaan of op het ontwerp niet de procedures van raadpleging en van voorafgaande kennisgeving, waarin in de paragrafen 2 en 3 van hetzelfde artikel wordt voorzien, moeten worden toegepast.
Onderzoek van het ontwerp Opschrift Het opschrift zou beter worden aangevuld teneinde aan te geven dat het van toepassing is op de exploitatie van het treinverkeer.
Het volgende opschrift wordt voorgesteld : "Koninklijk besluit tot bepaling van de vereisten van toepassing op het veiligheidspersoneel van de gebruikers van de spoorweginfrastructuur".
Aanhef 1. Het eerste lid van de aanhef bevat de verwijzing naar de verschillende bepalingen van de wet van 19 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/2006 pub. 23/01/2007 numac 2006014300 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen sluiten die rechtsgrond opleveren voor het ontwerp.De rechtsgrond van het ontwerp moet vollediger en nauwkeuriger worden aangegeven.
Voor wat artikel 6 van de wet van 19 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/2006 pub. 23/01/2007 numac 2006014300 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen sluiten betreft, moet worden vermeld dat artikel 6, § 2, derde lid, is vervangen, en niet gewijzigd, bij de wet van 26 januari 2010. Het is daarenboven onnodig daar het opschrift van deze wijzigingswet over te nemen. 2. Aangezien het ontwerp er onder andere toe strekt de bijkomende vereisten vast te stellen die van toepassing zijn op het veiligheidspersoneel dat met de toeristische spoorwegritten met historische voertuigen is belast (artikelen 34 tot 38, die afdeling 3 van hoofdstuk 3 van het ontwerp vormen), moet ook artikel 6, § 2, 5°, van de wet van 19 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/2006 pub. 23/01/2007 numac 2006014300 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen sluiten, vervangen bij de wet van 26 januari 2010, als rechtsgrond worden vermeld.3. Voor wat artikel 37/27 van de wet van 19 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/2006 pub. 23/01/2007 numac 2006014300 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen sluiten betreft, moet worden aangegeven dat dit artikel is ingevoegd bij de wet van 26 januari 2010. Zoals de gemachtigde ambtenaar heeft beaamd, moet ook worden verwezen naar artikel 37/27, § 5, 3° en 4°, in plaats van naar artikel 37/27, § 1, 3bis en 5°.
Dispositief Artikel 15 Artikel 15, § 1, van het ontwerp bevat een opsomming van de verschillende categorieën (nationale) vergunningen van treinbestuurder. Categorie A4 betreft de categorie "bestuurder van een spooraansluiting" ("conducteur de raccordé").
De gemachtigde ambtenaar is het ermee eens dat de term "spooraansluiting" beter zou worden vervangen door de woorden "private spooraansluiting" ("raccordement privé") (1).
Deze opmerking geldt ook voor het model van vergunning dat in bijlage 1.4 van het ontwerp is opgenomen.
Artikel 39 1. Artikel 39, § 1, derde lid, van het ontwerp luidt als volgt : "De IB meldt dit onmiddellijk en uiterlijk de volgende werkdag aan de veiligheidsinstantie." Aangezien deze bepaling een herhaling is van de regel die reeds in artikel 27, § 1, van de wet van 4 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/12/2006 pub. 23/01/2007 numac 2006014299 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur sluiten `betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur' is vervat, moet ze, teneinde elke misvatting betreffende haar strekking te voorkomen, worden aangevuld met de woorden "overeenkomstig artikel 27, § 1, van de wet van 4 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/12/2006 pub. 23/01/2007 numac 2006014299 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur sluiten betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur". 2. Artikel 39, § 3, van het ontwerp luidt als volgt : "Het veiligheidspersoneelslid dat het voorwerp uitmaakt van een preventieve schorsing van de veiligheidsfuncties wordt onderworpen aan een alcoholtest". Een preventieve schorsing kan voorkomen in gevallen die in het geheel niets te maken hebben met een vermoeden van een te groot alcoholpromillage van de betrokken werknemer. Het is dus overdreven te bepalen dat het lid van het veiligheidspersoneel dat preventief is geschorst, in alle gevallen een alcoholtest moet ondergaan. De woorden "wordt onderworpen" moeten dus worden vervangen door de woorden "kan worden onderworpen".
Bijlagen 1. In overeenstemming met de gemachtigde ambtenaar moet punt 3 van bijlage 1 van het ontwerp worden weggelaten.2. De modellen van attest van lijnkennis en van attest van materieelkennis die in de punten 5 en 6 (die de punten 4 en 5 worden) van bijlage 1 van het ontwerp zijn opgenomen, grijpen terug naar het "Boek van de Treindienst - Deel III". Er moet nauwkeurig worden aangegeven naar welke regelgeving dit document verwijst, of anders moet het document in het dispositief van het ontwerp worden gedefinieerd. 3. De voorgaande opmerking geldt tevens voor het model van attest van beroepskennis, opgenomen in bijlage 2, punt 4, van het ontwerp, dat in voetnoot (2) melding maakt van "In Deel III van het BVT opgenomen benamingen." De griffier, Colette Gigot De voorzitter, Pierre Liénardy _______ Nota (1) Zie advies 52.830/4, op 25 februari 2013, gegeven over een ontwerp van koninklijk besluit `tot aanneming van de van toepassing zijnde vereisten op het rollend materieel zonder het gebruik van rijpaden' (bijzondere opmerking betreffende artikel 3 in die zin).