9 DECEMBER 2004. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 63 van de Programmawet van 9 juli 2004

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Programmawet van 9 juli 2004, inzonderheid op artikel 63;

Overwegende dat De Post belast is met opdrachten van openbare dienst, waaronder de universele postdienst zoals beschreven in artikel 142 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven; dat De Post in het kader van de uitvoering van de universele postdienst overgaat tot de oprichting en inwerkingstelling van vier nieuwe industriële sorteercentra en de modernisering van een bestaand industrieel sorteercentrum; dat De Post ter financiering van deze industriële sorteercentra beroep doet op externe financiering, namelijk leningen; dat de Koning, overeenkomstig artikel 48 van de Programmawet van 9 juli 2004, de Staatswaarborg kan toekennen aan de verbintenissen van De Post ter financiering van zijn opdrachten van openbare dienst en waarvan het bedrag 110 M EUR niet overschrijdt.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De terugbetaling van de hoofdsom en de betaling van de interesten van de leningen die De Post aangaat ter financiering van de oprichting en inwerkingstelling van vier nieuwe industriële sorteercentra en de modernisering van een bestaand industrieel sorteercentrum, worden door de Staat gewaarborgd tot een maximumbedrag van 110 M EUR;

Art. 2.De Post betaalt jaarlijks een vergoeding aan de Staat met betrekking tot de uitstaande leningen die overeenkomstig artikel 1 van dit besluit de staatswaarborg genieten.

Deze vergoeding wordt bepaald overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 517 van 31 maart 1987 ter invoering van een jaarlijkse premie op de door de Staat gewaarborgde nieuwe verbintenissen van bepaalde instellingen van de openbare sector.

Art. 3.De voorwaarden en de modaliteiten van deze leningen zullen door Onze Minister van Financiën worden goedgekeurd.

Art. 4.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2004.

Gegeven te Brussel, 9 december 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS