gepubliceerd op 02 januari 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, betreffende het sectoraal brugpensioen op 56 jaar
9 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, betreffende het sectoraal brugpensioen op 56 jaar (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, betreffende het sectoraal brugpensioen op 56 jaar.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 december 2003.
Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2001 Sectoraal brugpensioen op 56 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 15 mei 2001 onder het nummer 57141/CO/130) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf en op de werknemers en werkneemsters, hierna "werknemers" genoemd, tewerkgesteld in deze ondernemingen, met uitsluiting van de werkgevers en/of de arbeiders die onder de toepassing vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Belgische dagbladen, afgesloten op 25 oktober 1995 in het voornoemd paritair comité en neergelegd ter Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen onder het nummer 42115/CO/130. HOOFDSTUK II. - Sectoraal brugpensioen
Art. 2.In uitvoering van artikel 110 van de wet van 26 maart 1999 (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999) en voor zover de onderneming zijn toetreding tot die maatregel officieel bekend gemaakt, kunnen ontslagen werknemers die in de loop van de periode van 1 januari 2001 tot 31 december 2002, de leeftijd van 56 jaar bereiken, in aanmerking komen voor het conventioneel brugpensioen indien zij op het einde van hun arbeidsovereenkomst kunnen aantonen dat ze minstens 33 jaar als loontrekkende hebben gewerkt en indien ze kunnen aantonen dat ze minstens 20 jaar in een arbeidsstelsel met nachtploegen hebben gewerkt, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46.
Art. 3.Overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst "Vorming en tewerkstelling 2001-2002 van 19 april 2001", is de toekenning van het brugpensioen voorzien in het vorige artikel, afhankelijk van het officieel toetreden van de betrokken onderneming tot huidige overeenkomst. Bedrijven die wensen toe te treden moeten ten laatste op 31 december 2001 de voorzitter van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf hierover schriftelijk inlichten.
Art. 4.De maandelijkse aanvullende vergoeding, betaald door de onderneming aan de bruggepensioneerde, is gelijk aan de vergoeding voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, afgesloten op 19 december 1974 en algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 16 januari 1975.
Art. 5.Inzake de vervanging van bruggepensioneerden, zijn enkel van toepassing de wettelijke bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992).
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in voege op 1 januari 2001 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2002.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 december 2003.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE