gepubliceerd op 31 augustus 2002
Koninklijk besluit houdende de voorwaarden van uitgifte van een speciale tranche van de Nationale Loterij, « Europese Loterij 2002 » genaamd
9 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit houdende de voorwaarden van uitgifte van een speciale tranche van de Nationale Loterij, « Europese Loterij 2002 » genaamd
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, en artikel 6, § 1, 1°;
Overwegende dat acht Staatsloterijen, aangesloten bij de Europese Vereniging van Staatsloterijen en -Toto's, zijn overeengekomen om, met het doel internationale samenwerkingsvormen te bevorderen, elk een tranche van hun nationale biljettenloterij uit te geven onder de gemeenschappelijke benaming « Europese Loterij 2002 », met dien verstande dat elke betrokken Staatsloterij haar uitgifte beperkt tot het grondgebied van haar land;
Dat binnen dat raam alle biljetten van de acht betrokken nationale uitgiften meedingen naar een enig lot van 2.000.000 EUR, dat de naam « Europees lot » draagt en dat bij loting op 12 oktober 2002 in Griekenland zal worden toegewezen;
Dat de acht betrokken Staatsloterijen gezamenlijk het Europees lot volgens een afgesproken verdeling financieren;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gewettigd door de overweging dat dit initiatief zonder verwijl een geheel van praktische maatregelen vergt;
Op de voordracht van Onze Minister van Overheidsbedrijven en Participaties, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit reglement is van toepassing op de tranche van de biljettenloterij van de Nationale Loterij die de benaming « Europese Loterij 2002 » draagt.
Art. 2.De uitgifte omvat 2 000 000 biljetten. De verkoopprijs van de biljetten is op 1,25 EUR bepaald.
Elk biljet bestaat uit twee scheidbare delen. Voor de verkoop van de biljetten vormen deze twee delen één geheel. Voor de lotentoewijzing worden de twee delen afzonderlijk beschouwd. De loten toegewezen met het linkerdeel, « nationaal deel » genaamd, worden « nationale loten » genoemd. De loten toegewezen met het rechterdeel, « Europees deel » genaamd, worden « Europese loten » genoemd.
Alle vermeldingen op de biljetten die betrekking hebben op de lotentoewijzing, zijn verborgen onder een ondoorzichtige deklaag.
Art. 3.Het lotenbedrag is op 1.355.000 EUR bepaald.
Een bedrag van 1.335.000 EUR wordt verdeeld over 400 222 nationale loten, overeenkomstig de artikelen 4 en 5.
Een bedrag van 20.000 EUR wordt verdeeld in 20 Europese loten van 1.000 EUR, overeenkomstig de artikelen 6 tot 9. In voorkomend geval wordt daaraan een in twee loten van 1.000.000 EUR verdeeld bedrag van 2 000 000 EUR toegevoegd overeenkomstig de artikelen 6 tot 9.
Art. 4.De zonder loting door het « nationaal deel » toegewezen nationale loten worden verdeeld volgens de tabel hierna : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 5.§ 1. In een afgebakende zone van het « nationaal deel » van de biljetten bevindt zich een rooster van 9 vakjes gelegen op 3 horizontale lijnen, « rijen » genaamd, en op 3 verticale lijnen, « kolommen » genaamd. Elke lijn telt 3 vakjes, net zoals de 2 diagonalen van het rooster. In elk van de 9 vakjes staat, gekozen onder twee mogelijke afbeeldingen, een veranderlijke afbeelding. Naast het bedoelde rooster, in een onderscheiden zone « winstzone » genaamd, staat in Arabische cijfers een wisselend bedrag, uit de in artikel 4 vermelde lotenbedragen.
De zones bedoeld in het eerste lid, zijn bedekt met een ondoorzichtige laag die de deelnemers moeten afkrassen. § 2. Winnend is, met uitsluiting van elk ander deel, het « nationaal deel » van de biljetten met een rooster waarvan de 3 op een rij, een kolom of een diagonaal liggende vakjes, een identieke afbeelding bevatten. In voorkomend geval komt het bedrag van het toegewezen lot overeen met het bedrag vermeld in de winstzone. § 3. Met het oog op de geautomatiseerde verwerking van de biljetten, staan er op de voorzijde of de keerzijde van het « nationaal deel » : 1° een reeks zichtbare cijfers;2° twee andere reeksen cijfers onder een ondoorzichtige bedekkingslaag;3° twee zichtbare streepjescodes.
Art. 6.§ 1. Het « Europees deel » van elk biljet neemt deel aan de loting van een lot van 2.000.000 EUR, dat « Europees lot » wordt genoemd en waarnaar, overeenkomstig de bepalingen van § 3, alle biljetten meedingen van de nationale tranches die, onder de gemeenschappelijke benaming « Europese Loterij 2002 », door de Staatsloterijen van België, Cyprus, Griekenland, Malta, Nederland, Portugal, Romaans Zwitserland en Spanje, co-financiers van het Europees lot, op het grondgebied van hun eigen land en volgens eigen regels worden uitgegeven. § 2. Met het oog op hun deelneming aan de loting van het Europees lot, worden de Europese delen van de biljetten uitgegeven in twee hoeveelheden van 10 reeksen, dus in 20 reeksen. Deze 20 reeksen bevatten elk 100.000, van 00000 tot 99999 genummerde delen.
De nummers staan in een zone op de voorzijde van het « Europees deel » van de biljetten. De ondoorzichtige laag waarmee die zone bedekt is, moet door de deelnemers worden afgekrast. Voor elke van de twee hoeveelheden van 10 uitgegeven reeksen, zijn de reeksen genummerd van 01 tot 10. De reeksnummers zijn bedekt met een ondoorzichtige laag en staat in de voornoemde zone links van de nummers.
Onderaan het « Europees deel » van de biljetten staan zichtbare aanduidingen die uitsluitend dienen voor het beheer van de biljetten. § 3. Het Europees lot wordt toegewezen door opeenvolgende lotingen ter aanduiding van : 1° een nummer van 5 cijfers, « Europees nummer » genaamd, onder de nummers gaande van 00000 tot 99999;2° de Staatsloterij waarvan de uitgifte het Europees lot krijgt toegewezen;3° het nummer van de twee reeksen die, onder de 20 in § 2 bedoelde reeksen, elk een fractie van het Europees lot krijgen, indien de uitgifte van de Belgische Nationale Loterij met het Europees lot wordt begunstigd. § 4. Als het Europees lot de uitgifte van de Belgische Nationale Loterij toekomt, wordt het verdeeld in twee delen van 1.000.000 EUR, waarbij één deel wordt toegekend aan elkeen der twee « Europese delen » van de biljetten die het Europees nummer en het winnend reeksnummer dragen. § 5. Elk van de 20 « Europese delen » van de biljetten die het Europees nummer dragen, wint een lot van 1.000 EUR dat eventueel gecumuleerd wordt met het gesplitste Europees lot. § 6. De in § 3 bedoelde lotingen zijn openbaar en vinden plaats in Griekenland, op 12 oktober 2002. Ze staan onder het toezicht van het orgaan dat is aangewezen door de overheid die er de leiding over heeft en die alle incidenten m.b.t. de lotingen regelt.
Art. 7.De loting die het in artikel 6, § 3, 1°, bedoelde Europees nummer aanduidt, geschiedt met vijf trommels die elk tien, van 0 tot 9 genummerde ballen bevatten. Deze trommels, en de ballen die ze bevatten, vertegenwoordigen respectievelijk, in de volgorde van de opstelling van de trommels en vertrekkend van de ten opzichte van het publiek rechts staande trommel, de eenheden, de tientallen, de honderdtallen, de duizendtallen en de tienduizendtallen.
De loting geschiedt door gelijktijdig één bal uit de vijf trommels te halen. Vóór de loting worden de ballen gemengd.
Art. 8.De loting die de staatsloterij aanduidt waarvan de uitgifte begunstigd wordt met het in artikel 6, § 3, 2°, bedoeld Europees lot, wordt gedaan met behulp van een trommel die 100 ballen bevat. Deze ballen vertegenwoordigen de uitgiften van de deelnemende staatsloterijen in een overeengekomen verhouding. De ballen zijn behoorlijk geïdentificeerd. De 14 ballen die de uitgifte van de Belgische Nationale Loterij vertegenwoordigen, dragen de letter « B ».
Na menging van de ballen, wordt er één bal getrokken, die de begunstigde uitgifte aanduidt.
Art. 9.De loting die het nummer aanduidt van de twee reeksen van de uitgifte van de Belgische Nationale Loterij waaraan het in artikel 6, § 3, 3° bedoeld Europees lot wordt toegewezen, geschiedt met een trommel met 10 ballen die 10 reeksen voorstellen. Deze ballen zijn genummerd van 0 tot 9, waarbij de bal 0 overeenstemt met het nummer 10.
Nadat de ballen zijn gemengd, wordt één bal getrokken die het nummer van de twee winnende reeksen aanduidt.
Art. 10.Teneinde te waarborgen dat alleen het toeval de toewijzing van de loten bepaalt : 1° wordt elke stelselmatigheid geweerd bij het drukken van de vermeldingen betreffende de toekenning van de loten;2° vertonen de biljetten geen uiterlijke verschillen die de vermeldingen betreffende de toewijzing van de loten zouden kunnen onthullen. De « nationale delen » en de « Europese delen » van de biljetten vertonen op de voor- of achterzijde vermeldigen in cijfers en/of letters ter identificatie van de uitgifte waartoe ze behoren.
Art. 11.De resultaten van de lotingen bedoeld in artikel 6, § 3, worden bekendgemaakt met alle door de Nationale Loterij nuttig geachte middelen.
Art. 12.§ 1. De loten bedoeld in artikel 4 zijn bij de verkopers betaalbaar aan toonder tegen afgifte van de winnende « nationale delen » van de biljetten, vanaf de aankoop tot de laatste dag van een periode van twee maand te tellen vanaf de uiterste verkoopdatum van de biljetten.
De loten bedoeld in artikel 3, laatste lid, zijn betaalbaar aan toonder, tegen afgifte van de winnende « Europese delen » van de biljetten, ten zetel van de Nationale Loterij te Brussel, vanaf 14 oktober 2002 tot de laatste dag van een periode van twee maand te tellen vanaf de uiterste verkoopdatum van de biljetten. § 2. De klachten betreffende de betaling van de loten moeten, op straffe van nietigheid, uiterlijk binnen de periode van twee maand bedoeld in § 1, eerste en tweede lid, worden ingediend. Ze moeten per aangetekend schrijven gericht worden aan de Nationale Loterij of moeten bij de Nationale Loterij tegen ontvangstbewijs worden ingediend.
Bij elke klacht moet het « nationaal deel » of het « Europese deel » van het betrokken biljet gevoegd zijn. Op de keerzijde ervan moet de deelnemer zijn naam, voornaam en adres vermelden. § 3. De uiterste verkoopdatum van de biljetten en de daarmee samenhangende uiterste betalingsdatum van de loten, bedoeld in § 1, eerste en tweede lid, worden door de Nationale Loterij bekendgemaakt met alle door haar nuttig geachte middelen. § 4. De loten die niet zijn opgeëist binnen de in § 1 bepaalde termijn, verblijven aan de Nationale Loterij.
Art. 13.De Nationale Loterij erkent slechts een eigenaar van een winnend biljetdeel, namelijk de toonder ervan. De staving van de identiteit wordt geëist als er twijfel bestaat nopens de geldigheid van dit stuk of als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of herplakt is. In dat geval houdt de Nationale Loterij het in tot ze de zaak heeft beslecht en wordt er een bewijs van afgifte opgesteld ten gunste van de toonder van het biljet.
Bij diefstal, verlies of vernietiging van een biljetdeel of van een bewijs van afgifte ten gunste van de toonder, wordt geen klacht of verzet aanvaard.
Voor minderjarigen is de deelneming verboden.
Art. 14.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 15.De Minister die de Nationale Loterij onder zijn bevoegdheden heeft wordt belast met de uitvoering van dit besluit Gegeven te Nice, 9 augustus 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS