gepubliceerd op 25 april 2024
Koninklijk besluit houdende de overdracht bij wege van ambtshalve intrafederale mobiliteit van sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan naar de Federale overheidsdienst Justitie
9 APRIL 2024. - Koninklijk besluit houdende de overdracht bij wege van ambtshalve intrafederale mobiliteit van sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan naar de Federale overheidsdienst Justitie
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 330quater, § 2, eerste en derde lid, gewijzigd bij de wetten van 1 december 2013, 10 april 2014 en van 4 mei 2016;
Gelet op de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2019 pub. 19/04/2019 numac 2019011850 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de gerechtskosten in strafzaken en gelijkgestelde kosten en tot invoeging van een artikel 648 in het Wetboek van strafvordering sluiten betreffende de gerechtskosten in strafzaken en gelijkgestelde kosten en tot invoeging van een artikel 648 in het Wetboek van strafvordering, artikel 17/1, § 2, ingevoegd bij de wet van 18 januari 2024 ;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 april 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/04/2017 pub. 28/04/2017 numac 2017020328 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit betreffende de intrafederale mobiliteit van de personeelsleden die de rechterlijke macht terzijde staan en tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot regeling van het verwerven door de militair van de hoedanigheid van Rijksambtenaar door overplaatsing sluiten betreffende de intrafederale mobiliteit van de personeelsleden die de rechterlijke macht terzijde staan en tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot regeling van het verwerven door de militair van de hoedanigheid van Rijksambtenaar door overplaatsing;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 februari 2024;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 5 maart 2024;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 25 maart 2024;
Overwegende de inrichting van een dienst gerechtskosten binnen de Federale Overheidsdienst Justitie, bestaande uit één taxatiebureau en een centraal bureau gerechtskosten;
Overwegende de noodzaak om de leden van het gerechtspersoneel, daaronder begrepen zij die de graad van griffier of griffier-hoofd van dienst hebben, die afhangen van een arrondissementeel taxatiebureau verbonden aan een rechtbank van eerste aanleg, over te dragen naar het (centrale) taxatiebureau dat is opgericht bij de Federale Overheidsdienst Justitie;
Gelet op het protocol nr. 544 houdende de besluiten van de onderhandelingen van sectorcomité III-Justitie, gesloten op 26 maart 2024;
Gelet op het protocol nr. 86 houdende de besluiten van de onderhandeling in het onderhandelingscomité voor de griffiers, referendarissen en parketjuristen van de rechterlijke orde, gesloten op 26 maart 2024;
Op de voordracht van de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. In het kader van de ambtshalve overdracht bedoeld in artikel 17/1, § 2, van de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2019 pub. 19/04/2019 numac 2019011850 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de gerechtskosten in strafzaken en gelijkgestelde kosten en tot invoeging van een artikel 648 in het Wetboek van strafvordering sluiten betreffende de gerechtskosten in strafzaken en gelijkgestelde kosten en tot invoeging van een artikel 648 in het Wetboek van strafvordering, worden de statutaire personeelsleden, waarvan de namen zijn opgenomen in de bijlage I, in afwijking van artikel 15, eerste lid, 2° en 3° van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, van rechtswege overgedragen naar de Federale Overheidsdienst Justitie - dienst gerechtskosten.
De artikelen 10 tot 16 van het koninklijk besluit van 26 april 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/04/2017 pub. 28/04/2017 numac 2017020328 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit betreffende de intrafederale mobiliteit van de personeelsleden die de rechterlijke macht terzijde staan en tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot regeling van het verwerven door de militair van de hoedanigheid van Rijksambtenaar door overplaatsing sluiten betreffende de intrafederale mobiliteit van de personeelsleden die de rechterlijke macht terzijde staan en tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 juni 2006 tot regeling van het verwerven door de militair van de hoedanigheid van Rijksambtenaar door overplaatsing, zijn van toepassing op deze personeelsleden. § 2. De personeelsleden vermeld in kolom 1 van de tabel opgenomen in bijlage I worden van rechtswege benoemd in de klasse of de graad vermeld in kolom 4 van deze tabel. Zij genieten hierbij de weddenschaal vermeld in kolom 5 van deze tabel.
Art. 2.De personeelsleden aangeworven met een arbeidsovereenkomst in de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan en van wie de namen opgenomen zijn in de bijlage II, genieten op hun vraag van een arbeidsovereenkomst bij de Federale Overheidsdienst Justitie onder dezelfde voorwaarden.
Ingeval van een eventueel ontslag door de Federale Overheidsdienst Justitie zal rekening worden gehouden met een fictieve dienstanciënniteit die teruggaat tot de datum van indiensttreding als contractueel personeelslid bij de voormelde diensten die de rechterlijke macht terzijde staan. Deze anciënniteitsclausule wordt opgenomen in de nieuwe arbeidsovereenkomst bij de Federale Overheidsdienst Justitie.
Art. 3.De personeelsleden beoogd in artikel 1, § 2, en in het artikel 2, behouden ten persoonlijke titel het voordeel van de taaltoelage die ze genoten in hun dienst van oorsprong.
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2024.
Art. 5.De minister bevoegd voor Justitie is, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 april 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT Bijlage I bij het koninklijk besluit van 9 april 2024 houdende de overdracht bij wege van ambtshalve intrafederale mobiliteit van sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan naar de Federale overheidsdienst Justitie
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om toegevoegd te worden aan het koninklijk besluit van 9 april 2024 houdende de overdracht bij wege van ambtshalve intrafederale mobiliteit van sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan naar de Federale overheidsdienst Justitie.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT
Bijlage II bij het koninklijk besluit van 9 april 2024 houdende de overdracht bij wege van ambtshalve intrafederale mobiliteit van sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan naar de Federale overheidsdienst Justitie
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om toegevoegd te worden aan het koninklijk besluit van 9 april 2024 houdende de overdracht bij wege van ambtshalve intrafederale mobiliteit van sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan naar de Federale overheidsdienst Justitie.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT