8 JULI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, betreffende de tewerkstelling en de vorming van risicogroepen (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, betreffende de tewerkstelling en de vorming van risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1995 Tewerkstelling en vorming van risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 19 juli 1995, onder het nummer 38522/CO/130) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers tewerkgesteld in de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf. HOOFDSTUK II. - Maatregelen ten voordele van de risicogroepen

Art. 2.Overeenkomstig het centraal akkoord 1995-1996 van 20 december 1994 en de artikelen 15 en 16, hoofdstuk 2 van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling, komen de partijen overeen een bijdrage van 0,15 pct. van de brutolonen in 1995 en een bijdrage van 0,20 pct. van de brutolonen in 1996 te heffen, ten einde de tewerkstelling en de vorming te bevorderen van de personen die beantwoorden aan de criteria « risicogroepen » zoals hierna bepaald.

Art. 3.De "risicogroepen" waarvan sprake in artikel 2 zijn de werkzoekenden die geen universitair diploma hebben en de werknemers "arbeiders" tewerkgesteld in de ondernemingen die werknemers onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf.

Art. 4.Ten einde de initiatieven van artikel 2 te financieren, zullen de in artikel 1 bedoelde ondernemingen worden vrijgesteld van de bijdrage van 0,15 pct. van de brutolonen in 1995 en 0,20 pct. van de brutolonen in 1996 aan het Tewerkstellingsfonds. Deze bijdrage aan het Tewerkstellingsfonds wordt vervangen door een bijkomende trimestriële bijdrage aan het "Bijzonder Fonds voor het grafische en dagbladbedrijf" die gelijk is aan 0,15 pct. van de brutolonen in 1995 en 0,20 pct. van de brutolonen in 1996. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 5.De raad van beheer van het "Bijzonder Fonds" zal de uitvoeringsmodaliteiten van de bepalingen voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst vastleggen en toezien op de correcte uitvoering ervan.

De werkgevers verbinden zich er toe om tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst geen aanvragen voor tewerkstellingspremies in te dienen.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsvoereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1996.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juli 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld