gepubliceerd op 06 februari 2015
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdinesten, betreffende de arbeidsduur en humanisering van de arbeid voor de 8e activiteit
8 JANUARI 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdinesten, betreffende de arbeidsduur en humanisering van de arbeid voor de 8e activiteit (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdinesten, betreffende de arbeidsduur en humanisering van de arbeid voor de 8e activiteit.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 januari 2015.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2013 Arbeidsduur en humanisering van de arbeid voor de 8e activiteit (Overeenkomst geregistreerd op 18 februari 2014 onder het nummer 119473/CO/317) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers werkzaam in het begeleiden van bijzondere transporten (zoals voorzien in de wet inzake de private veiligheid) in ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten.
Onder "werknemers" wordt verstaan : zowel de mannelijke als de vrouwelijke arbeider of bediende. HOOFDSTUK II. - Principes
Art. 2.De arbeidsduur wordt vastgelegd op een gemiddelde van 37 uren per week. Om de gemiddelde arbeidsduur te berekenen wordt de diensttijd zoals lager bepaald in aanmerking genomen.
Art. 3.§ 1. De minimale arbeidsduur per maand (de volledige diensttijd en de daarmee gelijkgestelde uren) wordt voor elke arbeider en operationele bediende, met uitzondering van de administratieve bedienden zoals vermeld in artikel 13 van deze overeenkomst, op de volgende wijze berekend : - voor de werknemers in een stelsel van 6 dagen per week : aantal werkdagen (werkdag = van maandag tot zaterdag inbegrepen) per maand, vermenigvuldigd met 6,17, min de feestdag(en) ongeacht de dag(en) waarop deze feestdag(en) valt/vallen; - voor de werknemers in een stelsel van 5 dagen per week : aantal werkdagen (werkdag = van maandag tot vrijdag inbegrepen) per maand, vermenigvuldigd met 7,40, min de feestdag(en) ongeacht de dag(en) waarop deze feestdag(en) valt/vallen. HOOFDSTUK III. - Arbeiders
Art. 4.Definities : § 1. Arbeidstijd De arbeidstijd zoals bepaald in artikel 3, a) "arbeidstijd" 1. en 2. van de Richtlijn van het Europees Parlement en van de Raad 2002/15/EG van 11 maart 2002, namelijk de tijd die wordt besteed aan : - het rijden; - het schoonmaken en het technisch onderhoud van het voertuig; - de werkzaamheden om de veiligheid van het voertuig of de lading te verzekeren; - de werkzaamheden om te voldoen aan wettelijke of bestuursrechtelijke verplichtingen in verband met het vervoer, afwikkeling van administratieve formaliteiten bij de politie, de douane; - alle overige tijden van fysieke arbeid in het raam van de arbeidsopdracht van de werknemer. § 2. Beschikbaarheidstijd De beschikbaarheidstijd zoals bepaald in artikel 3, b) "beschikbaarheidstijd" van de Richtlijn van het Europees Parlement en van de Raad 2002/15/EG van 11 maart 2002, namelijk : - andere periodes dan pauzes of rusttijden, waarin de werknemer niet op de werkplek behoeft te blijven, doch beschikbaar moet zijn om gevolg te kunnen geven aan eventuele oproepen om de rit aan te vatten of te hervatten, of om andere werkzaamheden uit te voeren; - de periodes waarin de werknemer een per veerboot of per trein vervoerd voertuig begeleidt; - de wachttijden ten gevolge van de rijverboden; - de tijd doorgebracht gedurende de rit naast de bestuurder; - de wachttijden die verband houden met de tol-, quarantaine- of medische aangelegenheden; - de tijd gedurende dewelke de werknemer aan boord of in de nabijheid van de wagen verblijft, teneinde de veiligheid van de wagen en de goederen te verzekeren, maar geen arbeid presteert; - de tijd gedurende welke geen arbeid verricht wordt maar tijdens dewelke de aanwezigheid aan boord of in de nabijheid van de wagen vereist is, ten einde de verkeersreglementen na te komen of de verkeersveiligheid te verzekeren.
Worden niet als beschikbaarheidstijd beschouwd : - de tijd gewijd aan de eetmalen; - de tijd waarover de werknemer vrij kan beschikken; - de tijd die de werknemer zichzelf toe-eigent; - de tijd die nodig is om de afstand van zijn woonplaats naar de onderneming of de gebruikelijke standplaats van het voertuig af te leggen en omgekeerd; - de tijd die nodig is om zich te kleden en te wassen vóór en na de arbeid. § 3. Diensttijd Onder "diensttijd" wordt verstaan : de som van arbeidstijden en beschikbaarheidstijden. § 4. Werktijdonderbrekingen De som van de volgende tijden : - De reglementaire onderbreking van de rijtijd; - De tijd besteed aan de eetmalen; - De tijd waarover de werknemer vrij kan beschikken of zichzelf toe-eigent. § 5. Volledige arbeidsprestaties De volledige diensttijd, overdag en/of 's nachts, begrepen tussen het eerste en het laatste gewerkte uur overdag en/of 's nachts. Het is mogelijk dat een volledige arbeidsprestatie twee kalenderdagen overbrugt.
Art. 5.De diensttijd is beperkt als volgt : a) per dag : In uitvoering van de wet van 17 maart 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/1987 pub. 18/03/2010 numac 2010000131 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen en van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.42 van 2 juni 1987 van de Nationale Arbeidsraad betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen mogen per dag maximaal 12 uren diensttijd worden gepresteerd.
Er wordt een rusttijd van 12 uren gewaarborgd tussen 2 volledige arbeidsprestaties. b) per week : Maximum 48 uren.c) per maand : De planning mag afwijken van de maandelijkse duur zoals is bepaald in artikel 3 van deze overeenkomst en het verschil mag door de werkgever worden gecompenseerd, volgens de bepalingen voorzien in artikel 6. Omwille van operationele noodwendigheden kan de planning schommelen tussen het contractueel aantal uren min 15 en 175 uren. De prestaties boven 175 uren gebeuren op vrijwillige basis. - minimumgrens : de werkgever verbindt zich er toe een planning te voorzien die het minimum aan contractuele uren garandeert. Indien hij hier niet in slaagt, moet hij in ieder geval een minimum aantal uren waarborgen gelijk aan 15 uren minder dan de contractuele uren. Indien dit aantal hoger is dan 160, wordt het minimum bepaald op 145 uren. - maximum grens : 180 uren. - indien de planning van de arbeider niet het maandelijks contractueel minimum bereikt, mag hij worden opgeroepen mits respect van een termijn van minimum 48 uren.
Deze oproepen mogen niet samenvallen met de jaarlijkse vakantie, noch met de volgens de regels door de arbeider aangevraagde recuperatie.
Voor de arbeider die op economische werkloosheid geplaatst wordt, geldt deze regel niet.
Deze oproep is verschillend van de dringende oproep zoals beschreven in artikel 2, § 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 oktober 2011 betreffende de verplaatsingskosten. d) per jaar (van 1 januari tot en met 31 december) : - maximum grens : 1 924 uren.
Art. 6.De verloning en de inhaalrust van de diensttijd worden als volgt vastgesteld : § 1. Verloning a) per dag : De volledige arbeidstijd (zoals gedefinieerd in artikel 4, § 1) die 12 uren overschrijdt, geeft recht op een overloon van 50 pct.per gepresteerd uur boven deze 12 uren. b) per week (maandag 00u00 - zondag 24u00) : De volledige arbeidstijd die de 48 uren overschrijdt geeft recht op een overloon van 50 pct.per uur boven de 48 uren. c) per maand : - de minimum te betalen diensttijd wordt vastgesteld volgens artikel 3 van deze overeenkomst; - de maximum te betalen diensttijd bedraagt 180 uren; - de volledige diensttijd boven de 180 uren per maand wordt gerecupereerd via betaalde inhaalrust die kan plaatsvinden tijdens de referteperiode (van 1 januari tot en met 31 december); - de geplande diensttijd onder het maandelijks minimum, zoals bepaald in artikel 5, § 3 van deze overeenkomst (minimum gelijk aan 15 uren minder dan de contractuele uren of 145 uren) kan niet meer in aanmerking worden genomen voor recuperatie en blijven verworven voo de arbeider; - voor elk uur arbeidstijd gepresteerd boven het 180ste uur wordt een overloon van 50 pct. toegekend. d) per jaar : - op het einde van de referteperiode (van 1 januari tot 31 december) moet de nog niet betaalde diensttijd worden betaald, met een maximum van 1 924 uren; - voor elk uur arbeidstijd boven de 1 924 uren wordt een overloon van 50 pct. toegekend en betaald bij de verrekening op het einde van de referteperiode; - de diensttijd die de 1 924 uren overschrijden en die nog niet werden betaald moeten worden omgezet in betaalde inhaalrust, op te nemen tijdens het trimester dat volgt op de referteperiode. e) cumul van overloon : De overlonen op dagbasis en op weekbasis zijn cumuleerbaar.Deze regel geldt niet voor de cumul van de weekgrens, de maandgrens en de jaargrens. § 2. Inhaalrust a) principes : Tijdens de referteperiode mag het positieve saldo (de uren boven 180 uren per maand) op geen enkel ogenblik groter zijn dan 65 uren.Zodra deze grens is bereikt, moet er inhaalrust zijn.
Tijdens de referteperiode mag het maximale negatieve saldo (in geval de werkgever niet in staat was aan de arbeider het minimum contractuele uren te waarborgen) de 30 uren niet overschrijden. De uren die deze grens overschrijden, mogen niet meer in aanmerking worden genomen voor inhaalrust en blijven voor de arbeider verworven.
Op het einde van de referteperiode moet elk negatief saldo worden aangezuiverd of blijft verworven voor de arbeider. b) modaliteiten : - de inhaalrust tijdens de referteperiode kan op eender welk ogenblik plaatsvinden, op initiatief van de arbeider of op initiatief van de werkgever.Van zodra de arbeider het minimum aantal contractuele bereikt, mag de werkgever geen inhaalrust meer opleggen; - de inhaalrust van die uren is volgens de volgende procedure bepaald : - de werkgever zal aan de arbeider de afrekening van zijn overuren bezorgen samen met zijn loonfiche; - voor zover de werkgever deze afrekening aan de arbeider bezorgt ten laatste op de 15e van de maand, dient deze laatste zijn aanvraag om deze uren te recupereren te doen ten laatste de 20ste van dezelfde maand, voor de maand(en) die er op volgt/volgen; - indien de werkgever voornoemde afrekening niet binnen de voorziene termijn heeft verstrekt, staat het de arbeider vrij zelf zijn recuperatieperiode te bepalen; - in geval er binnen de gestelde termijn geen aanvraag werd ingediend door de arbeider, heeft de werkgever de mogelijkheid inhaalrust op te leggen zonder dat hierbij het minimum aantal contractuele uren mag worden overschreden; - elke probleem dat het resultaat is van de toepassing van dit nieuwe regime, zal worden voorgelegd aan de betrokken syndicale delegatie; - ingeval de uren niet kunnen worden gerecupereerd binnen de voorziene termijnen, bestaat de mogelijkheid om een akkoord te sluiten met de vakbondsafvaardiging en de gewestelijke secretarissen om deze uren te laten recupereren volgens andere modaliteiten. Er wordt in ieder geval overeengekomen dat deze uren niet worden uitbetaald.
Art. 7.Controle § 1. Een beperkte vakbondsafvaardiging, waarvan de samenstelling wordt bepaald binnen de onderneming, beschikt over de mogelijkheid om de planning na te zien. De modaliteiten moeten worden overeengekomen op het niveau van de onderneming. § 2. Bij het begin van de maand wordt aan deze vakbondsafvaardiging, zoals hierboven omschreven, een lijst overgemaakt van de arbeiders die geen minimum planning hebben gekregen (gelijk aan 15 uren minder dan de contractuele uren of 145 uren). § 3. In het midden van de maand zal door de hiertoe aangewezen afvaardiging een evaluatie worden gemaakt en zullen eventuele correcties worden aangebracht. § 4. De ondernemingsraad of de beperkte vakbondsafvaardiging oefent toezicht uit op de correcte naleving van deze bepalingen. a) Beperkte vakbondsafvaardiging De werkgever zal de beperkte syndicale afvaardiging informeren aangaande de redenen van het negatief saldo, ter gelegenheid van de in voege zijnde controleprocedure. Elke maand zal hij de nominatieve lijst verstrekken van de arbeiders die beschikken ofwel over een saldo van in te halen uren ofwel over een negatief saldo. b) Ondernemingsraad Er wordt een jaarlijkse gedetailleerde evaluatie van het toegepaste systeem aan de leden van de ondernemingsraad voorgelegd.Telkens worden ook de effecten van deze maatregelen op tewerkstelling nagegaan. In geval van betwisting, wordt beroep gedaan op de vakbondsafvaardiging om een bijkomend onderzoek te doen inzake betaling, omzetting naar inhaalrust en afrekening van de uren. c) Paritair Comité Deze jaarlijks evaluatie wordt ter informatie aan de voorzitter van het paritair comité overgemaakt.
Art. 8.Gemeenschappelijke bepalingen § 1. De verplaatsingstijd gelegen tussen opeenvolgende arbeidsprestaties bij verschillende klanten of op verschillende locaties, zal beschouwd worden als arbeidstijd en als dusdanig worden vergoed. Onder "verplaatsingstijd" wordt verstaan : de effectieve tijd die noodzakelijk is om zich van de ene klant/locatie naar de andere klant/locatie te begeven. § 2. Oproepen Onder "oproep" wordt verstaan : elke prestatie die wordt gedaan buiten de planning. Zij gebeurt op vrijwillige basis en geeft geen aanleiding tot de betaling van een specifieke premie.
Er wordt een lijst opgesteld van de personen die beschikbaar zijn voor deze oproepen; deze lijst wordt gecontroleerd door de vakbondsafvaardigingen. Indien er geen vakbondsafvaardigingen zijn, wordt de controle uitgevoerd door de gewestelijke secretarissen van de ondertekenende vakorganisaties van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 3. a) Voor elke prestaties van 3 uren kan worden afgeweken van de wettelijke regeling voor zover dit het voorwerp heeft uitgemaakt van discussie binnen de syndicale delegatie, en er met de bevoegde regionale vakbondssecretarissen van de organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten een bijzonder collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten die zal worden neergelegd bij de voorzitter van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, en goedgekeurd door het paritair comité. b) De uren en dagen jaarlijkse vakantie komen niet in aanmerking om eventuele planningsproblemen op te lossen.De ondernemingsraad of syndicale delegatie zal een verlofaanvraagformulier uitwerken waardoor misbruiken uitgesloten kunnen worden. c) Specifieke problemen op het vlak van een onderneming dienen met de bevoegde regionale vakbondssecretarissen van de organisaties vertegenwoordigd in het paritair comité, besproken te worden en maken het voorwerp uit van een lokale of bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst die zal neergelegd worden bij de voorzitter van het paritair comité. § 4. Weekends a) De arbeiders hebben recht op twintig vrije weekends per jaar, buiten de jaarlijkse vakantie.De werkgever verbindt zich er toe alles in het werk te stellen om voor de arbeiders meer vrije weekends te plannen. b) De arbeiders kunnen weigeren om te werken vanaf het 29e weekend (dit wil zeggen na 28 gepresteerde weekends) zonder hiervoor te worden gesanctioneerd.c) Onder "weekend" verstaat men : een referteperiode van vrijdag 20 uur tot maandag 8 uur (60 uren) met de waarborg van een ononderbroken periode van 48 uren binnen de referteperiode, terwijl een volledige zaterdag of zondag wordt gehandhaafd.De mogelijkheid bestaat om in de ondernemingen samen met de vakbondsafvaardiging eventuele afwijkingen te bepalen tijdens het onderzoek van de planningen. d) In de ondernemingen voor dewelke deze definitie van het begrip weekend een probleem zou vormen, kan een ondernemingscollectieve arbeidsovereenkomst voorzien in een afwijking als zij de volgende elementen bevat : - het gaat om vrijwilligheid beperkt in de tijd met een mogelijkheid voor de werknemer om uit deze vrijwilligheid te stappen met een te bepalen opzeggingstermijn; - de vrijwillige aanvraag zal worden ingediend door de vakbondsafvaardigingen die de lijst van de vrijwilligers aan de betrokken werkgever zullen overhandigen.
Alle (bestaande of komende) ondernemingscollectieve arbeidsovereenkomsten die afwijken van de definitie van het bovenvermelde begrip weekend zullen ter controle moeten worden voorgelegd aan de voorzitter van het paritair comité. De voorzitter zal het paritair comité informeren over alle ontvangen collectieve arbeidsovereenkomsten. e) De werkgevers engageren zich om strikter toe te zien op de bestaande regeling voor weekendarbeid, en om op het bedrijfsniveau, samen met de ondernemingsraad, een concrete evaluatie uit te werken. § 5. Planningen § 1. De werkgevers zullen de planning overmaken aan de arbeiders tussen de 22e en 25e van iedere maand voor de daaropvolgende maand. § 2. Elke onderneming zal de mogelijkheid om een chronologische controle van de planning in te voeren moeten bespreken. HOOFDSTUK IV. - Bedienden
Art. 9.De administratieve bedienden zullen 37 uren per week presteren. In geval van overuren, zal artikel 29, § 1 en 2, 1e alinea van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten van toepassing zijn(1). HOOFDSTUK V. - Verplicht gebruik van het prestatieblad
Art. 10.In dit artikel wordt bepaald welke rubrieken het prestatieblad ten minste moet bevatten : - de periode met betrekking tot de prestatie; - naam en voornaam van de werknemer; - de door de werknemer uitgeoefende functie; - identificatie van de werkgever; - het arbeidsregime; - de dag en datum; - de effectief gepresteerde arbeidstijd; - de effectief gepresteerde beschikbaarheidstijd; - de diensttijd; - de vergoeding(en); - de opmerkingen; - de handtekening van de werknemer en van de werkgever; - de vermelding dat het gebruik van een dagelijks prestatieblad verplicht is; - de vermelding dat de werkgever de verplichting heeft aan zijn werknemers een dagelijkse prestatieblad ter beschikking te stellen in tweevoud waarvan één exemplaar voor de werkgever en één exemplaar voor de werknemer bestemd is.
Art. 11.De contracterende partijen van de arbeidsovereenkomst zijn ertoe gehouden het prestatieblad te gebruiken voor de berekening van de bezoldiging, evenals voor de vaststelling van de vergoedingen van de werknemers.
Art. 12.Het prestatieblad wordt door de partijen erkend als het enige instrument naar het welk mag teruggegrepen worden ingeval van een betwisting van de bezoldiging.
Art. 13.Indien het exemplaar getekend is door beide contracterende partijen van de overeenkomst, is iedere betwisting ervan onontvankelijk.
Art. 14.Betwistingen zijn slechts toegelaten ingeval één van de partijen weigert het prestatieblad te ondertekenen. De werkgevers en de werknemers mogen zonder wettige en nauwkeurige reden niet weigeren het voorgelegde prestatieblad te ondertekenen.
Art. 15.De bewijslast valt ten laste van de niet ondertekenende partij, en in geval van betwisting bij de werkgever. Dit wil met andere woorden zeggen dat nog steeds geldt dat in geval van betwisting, de in het niet door de werkgever ondertekende document opgetekende prestaties juist zijn zolang de werkgever deze niet kan weerleggen door middel van een tegenbewijs.
Art. 16.De dagelijkse prestatiebladen dienen bewaard te worden gedurende de periode voorzien in het koninklijk besluit van 8 augustus 1980 betreffende het bijhouden van sociale documenten (momenteel vijf jaar). Met de bedoeling deze collectieve arbeidsovereenkomst te doen toepassen, komen partijen overeen een dagelijks prestatieblad op te stellen enkel en alleen rechtsgeldig voor de berekening van het loon. HOOFDSTUK VI. - Algemeenheden
Art. 17.Wat betreft de arbeidstijd van deeltijdse werknemers zijn de wettelijke bepalingen inzake deeltijdse arbeid van toepassing.
Art. 18.Overeenkomstig artikel 38quater, § 4, alinea 1 van de wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten op de arbeid en zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van toepassing op de waardevervoerders en op de mobiele agenten, hebben de werknemers zoals bedoeld in artikel 1 recht op 15 minuten pauze na 6 uren van prestaties. Deze 15 minuten maken integraal deel uit van de duur van de prestaties en worden vergoed als arbeidstijd.
De pauze in de zin van deze bepaling kan door de werkman worden gebruikt voor zijn persoonlijke bezigheden, zonder dat het hem is toegelaten afwezig te zijn, te slapen, of zich te onttrekken aan de taken van de dienst.
Art. 19.Economische werkloosheid kan niet worden gehanteerd als en planningsinstrument. Nulplanningen zijn verboden.
Art. 20.Het overloon waarvan sprake in bovenstaande artikelen wordt berekend op basis van een gemiddeld uurloon dat wordt bekomen door de verloning (met inbegrip van de premies) tijdens de 3 kalendermaanden voorafgaand aan de maand waarop de verloning moet gebeuren te delen door het aantal gepresteerde uren.
Voor de verloning worden in rekening gebracht : de normale prestaties, de niet-productieve uren, de opleiding, de interne syndicale uren, de externe syndicale uren, de inhaaluren, de verschillende premies (zaterdag, zondag, feestdag, nacht, wapen, hond,...) onderworpen aan de RSZ. Onder "aantal gepresteerede uren" wordt verstaan : de normale uren, de niet-productieve uren, de opleiding, de interne syndicale uren en de externe syndicale uren.
Art. 21.§ 1. Indien sommige van de voordelen, opgenomen in deze collectieve arbeidsovereenkomst, reeds geheel of gedeeltelijk door bepaalde werkgevers worden toegepast op werknemers, wordt tussen de ondertekenende partijen overeengekomen dat deze werkgevers enkel het eventuele verschil tussen wat reeds werd toegekend en wat is bepaald in de huidige overeenkomst, moeten betalen.
Alle hogere voordelen die reeds worden toegekend blijven verkregen. § 2. Alle bepalingen van de bestaande overeenkomsten die niet door deze conventie worden gewijzigd blijven van toepassing, meer in het bijzonder de bepalingen inzake waardentransport. § 3. Alle voordeliger overeenkomsten en voor zover ze niet strijdig zijn met de algemene bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten blijven behouden. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 22.§ 1. In geval van betwisting zijn partijen akkoord om uitsluitend een beroep te doen op de voorzitter van het paritair comité die een verzoeningsbureau kan samenstellen en een oplossing kan voorstellen aan betrokken partijen. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014 en is gesloten voor onbepaalde duur. § 3. Zij kan worden opgezegd door een van de ondertekenende partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, bij aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2015.
De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Art.29. § 1. Overwerk wordt betaald tegen een bedrag dat ten minste 50 pct. hoger is dan het gewone loon. Deze vermeerdering bedraagt 100 pct. voor overwerk op zondagen of op de rustdagen toegekend krachtens de wetgeving op de betaalde feestdagen. § 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt als overwerk aangemerkt, arbeid verricht boven 9 uren per dag of 40 uren per week of boven de lagere grenzen vastgesteld overeenkomstig artikel 28.
Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de arbeidsduur en humanisering van de arbeid voor de 8e activiteit C : Contractuele uren : Minimum aantal te betalen uren per maand.
P : Arbeidstijd (artikel 4, § 1) Alsook trainingsuren, niet productieve uren (onder andere onderhoud, administratie, bijgepaste uren om tot het minimum van 3 uren per prestatie te komen, medisch onderzoek) tijdens de betrokken maand.
BP : Beschikbaarheidstijd (artikel 4, § 2) DP : Diensttijd (=P+BP) IS : Interne syndicale uren : OR, CPBW, SD, interne opdrachten binnen de onderneming R : Genomen recuperatie : Aantal uren recuperatie genomen tijdens de betrokken maand.
ES : Externe syndicale uren : Externe syndicale vergaderingen en opleiding.
BA1 : Betaalde afwezigheid tot 100 pct. : Uren niet aanwezig maar wel betaald aan 100 pct. : ziekte (eerste 7 dagen), arbeidsongeval (eerste 7 dagen), klein verlet, anciënniteitsverlof, educatief verlof.
RBA : Rest betaalde afwezigheid : Uren niet aanwezig maar wel betaald : ziekte en arbeidsongeval (meer dan 7 dagen).
NA : Niet betaalde afwezigheid : Uren niet aanwezig en niet betaald : ziekte end arbeidsongeval (meer dan 30 dagen), toegestane afwezigheid, ongewettigde afwezigheden, schorsing, onbetaald verlof, betaald verlof, economische werkloosheid.
Referentie 1 : Voor het bepalen van de contractuele uren : P + BP + IS + R + ES + BA1 + RBA + NA Referentie 2 : Voor het bepalen van de uren die gerecupereerd moeten worden (boven 180 uren) : P + BP + IS + R + ES + BA1 Referentie 3 : Voor het bepalen van de overuren : P Algemeen principe : Het aantal te betalen uren mag maximaal 180 uren bedragen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2015.
De Minister van Werk, K. PEETERS