gepubliceerd op 25 oktober 2013
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 april 1975 tot herinrichting van de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst
7 OKTOBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 april 1975 tot herinrichting van de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, artikelen 37, 107 en 108;
Gelet op de wet van 15 maart 1954 betreffende de herstelpensioenen voor de burgerlijke slachtoffers van de oorlog 1940-1945 en hun rechthebbenden, artikel 20;
Gelet op de wet van 1 augustus 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/08/1985 pub. 15/11/2000 numac 2000000832 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet houdende fiscale en andere bepalingen . - hoofdstuk III, afdeling II. - Duitse vertaling sluiten houdende fiscale en andere bepalingen, artikel 34bis;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 april 1975 tot herinrichting van de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 november 1991;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001000327 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten sluiten tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, artikel 10.3.10;
Gelet op het besluit van de Regent van 5 oktober 1948 houdende goedkeuring van de tekst van de samengeordende wetten op de vergoedingspensioenen, artikelen 16 en 45;
Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 januari 2012, 24 februari 2012 en 3 mei 2012;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting gegeven op 1 juni 2012;
Gelet op het advies van de Hoge Raad van Oorlogsinvaliden, Oudstrijders en Oorlogsslachtoffers, gegeven op 25 oktober 2012;
Gelet op het advies van het Contactcomité van de vaderlandslievende verenigingen, gegeven op 8 november 2012;
Gelet op het advies 53.348/1 van de Raad van State, gegeven op 12 juni 2013;
Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 11 april 1975 tot herinrichting van de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst, worden de woorden « de Bestuursafdeling der Sociale Geneeskunde » vervangen door de woorden « het Bestuur van de medische expertise ».
Art. 2.In de artikelen 2, 3, 11, 15, 17, 19, 23 en 24 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « kamers van beroep » worden vervangen door de woorden « medische kamers van beroep »;2° de woorden « (of door de) (en de) (de) (van de) (of de) (of door een) (of van de) (of twee) speciale kamer(s) van beroep voor politieke gevangenen » worden opgeheven.
Art. 3.Artikel 2,2. van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « 2. wat betreft de rechthebbende van het slachtoffer : het oorzakelijk verband tussen het overlijden en de in aanmerking genomen invaliditeit of de aangevoerde feiten. ».
Art. 4.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden « een Raad van advies » opgeheven.
Art. 5.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 4.De voorzitter van de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst wordt, op voorstel van de minister bevoegd voor Volksgezondheid, door de Koning benoemd voor een verlengbare termijn van vijf jaren, uit artsen die tenminste tien jaren praktijk tellen en doen blijken van een bijzondere bevoegdheid op het gebied van gerechtelijk-geneeskundige expertises.
Te dien einde legt het Bestuur van de medische expertise een kandidatenlijst voor aan de Minister.
De voorzitter bewaakt de medische kwaliteit van de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst en het respect van de gerechtelijk-geneeskundige jurisprudentie die eigen is aan de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst, zit het College van gerechtelijk-geneeskundige rechtspraak voor en vertegenwoordigt de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst bij de representatieve verenigingen.
De vergoeding van de functie van voorzitter van de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst wordt bepaald door de Koning of door de minister en bedraagt ten hoogste 1/5 van het barema van een ambtenaar van niveau A41. »
Art. 6.In artikel 5, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de voorzitter van de Dienst » vervangen door de woorden « het Bestuur van de medische expertise ».
Art. 7.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 6.De Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst omvat drie medische kamers van beroep, één Nederlandstalige, één Franstalige en één Duitstalige.
Elke medische kamer van beroep is samengesteld uit : 1° een arts-voorzitter, aangeduid door de minister bevoegd voor Volksgezondheid, voor een verlengbare termijn van vijf jaren, op voorstel van het Bestuur van de medische expertise en na advies van het College van gerechtelijk-geneeskundige rechtspraak, uit artsen die tenminste vijf jaren praktijk tellen en blijk geven van hun bevoegdheid inzake gerechtelijk-geneeskundige expertises;2° een arts-ambtenaar, aangeduid door de minister bevoegd voor Volksgezondheid, voor een verlengbare termijn van vijf jaren;3° een arts, aangeduid door de minister bevoegd voor Volksgezondheid, voor een verlengbare termijn van vijf jaren, tussen de artsen voorgesteld door de representatieve verenigingen betreffende : a) de invaliden van oorlogstijd b) de invaliden van vredestijd c) de politieke gevangenen d) de personeelsleden van de geïntegreerde politie. Voor ieder lid wordt onder dezelfde voorwaarden, tenminste één plaatsvervanger aangewezen.
De medische kamer van beroep kan slechts geldig zetelen als de drie leden aanwezig zijn; het derde lid wordt aangewezen in functie van het statuut van de verzoeker.
De administratieve afdeling van de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst verzekert de organisatie van de medische kamers van beroep. »
Art. 8.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden tussen de woorden « gerechtelijke geneeskunde » en « naar rata » de woorden « of evaluatie van lichamelijke schade » ingevoegd;2° het tweede lid en het derde lid worden opgeheven;3° het artikel wordt aangevuld met de volgende leden : « Bij verhindering kunnen de leden van het College een ander lid van het College machtigen in hun naam te stemmen of beroep doen op telecommunicatiemiddelen. Het College kan beroep doen op alle personen wier advies het wenselijk acht voor het oplossen van een probleem dat onder zijn bevoegdheid valt.
De administratieve afdeling van de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst verzekert de organisatie van het College. »
Art. 9.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 10.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Art.9. Het personeel van de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst bestaat uit een medische afdeling en een administratieve afdeling, samengesteld uit ambtenaren van het Bestuur van de medische expertise. »
Art. 11.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid worden de woorden « neemt eveneens deel aan de werkzaamheden van de Raad van advies, en » opgeheven;2° het artikel wordt aangevuld met het volgende lid : « Het heeft eveneens als taak de nodige maatregelen voor te stellen om, op grond van de wetenschappelijke vooruitgang, de Officiële Belgische Invaliditeitsschaal bij te houden.»
Art. 12.De artikelen 13 en 14 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art. 13.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « die voor een verlengbare periode van vijf jaren door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, zijn erkend.» opgeheven; 2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art. 14.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het derde lid wordt het woord « expertisecentra » vervangen door het woord « experten »;2° het laatste lid wordt opgeheven.
Art. 15.In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « en onderzoekt hem zo daartoe opdracht gegeven wordt » opgeheven;2° in het vierde, vijfde en zevende lid wordt tussen het woord « expert » en de woorden « de kamer van beroep » het woord « of » ingevoegd;3° in het vijfde lid worden de woorden « de erkende » opgeheven;4° het zesde lid wordt opgeheven.
Art. 16.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de woorden « door de voorzitter van de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst of, in zijn naam, » opgeheven.
Art. 17.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 22.Indien het expertiserapport van de arts-expert te wensen overlaat ten aanzien van een of ander punt vermeld in artikel 20, wordt dit door een arts van de medische afdeling van de Gerechtelijk-Geneeskundige dienst ter kennis gebracht van de arts-expert, met het verzoek zijn conclusies aan te vullen of te verantwoorden.
Indien het meningsverschil tussen beide bovengenoemde artsen blijft bestaan, wordt het dossier, met een gemotiveerd rapport, voorgelegd aan het College van gerechtelijk-geneeskundige rechtspraak.
Dit College wijst een van zijn leden aan om, in bijzijn van de expert, over te gaan tot een nieuw onderzoek. De verzoeker of de rechthebbende wordt opgeroepen. Zijn aanwezigheid is facultatief.
Indien de belanghebbende verschijnt, mag hij zich doen vergezellen door een arts, een advocaat of een niet-medisch raadsman. Alleen de arts echter mag het medisch onderzoek bijwonen.
De conclusies van het lid van het College worden, na goedkeuring door het College, medeondertekend door een arts van de medische afdeling van de Gerechtelijk-Geneeskundige Dienst en met het dossier en al de erbij horende medische documenten, teruggezonden aan de overheden, bedoeld in artikel 18, eerste lid. ».
Art. 18.In artikel 23 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « door toedoen van de voorzitter van de Dienst, » opgeheven;2° in het tweede lid worden de woorden «, door bemiddeling van de voorzitter van de Dienst, » opgeheven;3° het derde lid wordt vervangen als volgt : « Alvorens eindconclusies te nemen, onderzoekt of verhoort het College de verzoeker of de rechthebbende die dit wenst. De verzoeker of de rechthebbende wordt opgeroepen. Zijn aanwezigheid is facultatief. »; 4° het vijfde lid wordt vervangen als volgt : « De voorzitter van de medische kamer van beroep waarvan de conclusies worden betwist, wordt opgeroepen.»; 5° het zesde lid wordt opgeheven.
Art. 19.De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 oktober 2013.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX