Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 mei 2004
gepubliceerd op 21 mei 2004

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 oktober 2002 tot uitvoering van artikel 57 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de berekeningsregels voor de per verpleegdag betaalde forfaitaire honoraria inzake klinische biologie

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2004022377
pub.
21/05/2004
prom.
07/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/07/2004022377/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 MEI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 oktober 2002 tot uitvoering van artikel 57 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de berekeningsregels voor de per verpleegdag betaalde forfaitaire honoraria inzake klinische biologie


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 57, § 2, gewijzigd bij de wet van 24 december 1999, en bij het koninklijk besluit van 25 april 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 oktober 2002 tot uitvoering van artikel 57 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de berekeningsregels voor de per verpleegdag betaalde forfaitaire honoraria inzake klinische biologie;

Gelet op het voorstel van de Nationale Commissie Geneesheren-Ziekenfondsen van 20 oktober 2003;

Gelet op de adviezen uitgebracht door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op 27 oktober en 3 november 2003;

Gelet op het advies uitgebracht door de Algemene raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging op 27 oktober 2003;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 december 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 9 maart 2004;

Gelet op het advies nr. 36.773/3 van de Raad van State, gegeven op 14 april 2004;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 18 oktober 2002 tot uitvoering van artikel 57 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de berekeningsregels voor de per verpleegdag betaalde forfaitaire honoraria inzake klinische biologie wordt aangevuld als volgt : « 6° categorale ziekenhuizen : ziekenhuizen die noch over een dienst voor diagnose en heelkundige behandeling (C), noch over een dienst voor diagnose en geneeskundige behandeling (D), noch over een dienst voor kindergeneeskunde beschikken (E). »

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het punt 2° wordt vervangen als volgt : « 2° 40 % van de globale begroting wordt verdeeld op basis van de nationale gemiddelde uitgaven per dag en per dienst, waarvan 3,1 miljoen euro toegekend wordt aan de dienstengroep D4;»; 2° het punt 4° wordt vervangen als volgt : « 4° 10 % van de globale begroting wordt verdeeld op basis van de permanente fysische aanwezigheid van minstens één medisch laboratoriumtechnoloog in het erkend ziekenhuislaboratorium.»

Art. 3.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.De partiële begroting inzake klinische biologie welke verdeeld dient te worden volgens de pathologiegegevens wordt per ziekenhuis verdeeld overeenkomstig de methode die in bijlage is beschreven, met uitzondering voor de psychiatrische diensten in algemene ziekenhuizen, de Sp-diensten in algemene ziekenhuizen en de categorale ziekenhuizen, waarvoor de verdeling gebeurt proportioneel aan de geobserveerde uitgaven inzake klinische biologie. »; 2° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.Voor de verdeling van de partiële begroting inzake klinische biologie welke op basis van de nationale gemiddelde uitgaven per dienst wordt verdeeld worden de volgende diensten en dienstengroepen onderscheiden : 1° D1 : de dienst voor diagnose en heelkundige behandeling (C) waaraan de helft van de dienst voor intensieve verzorging (I) wordt toegevoegd en de eenheid voor behandeling van zware brandwonden (Br);2° D2 : de dienst voor diagnose en geneeskundige behandeling (D), waaraan de helft van de dienst voor intensieve verzorging (I) wordt toegevoegd, de dienst voor kindergeneeskunde (E), de dienst voor geriatrie en revalidatie (G) en de dienst voor besmettelijke aandoeningen (L);3° D3 : de kraamdienst in een algemeen ziekenhuis (M), de dienst voor intensieve verzorging van pasgeborenen (NIC) en de functie voor niet intensieve neonatale verzorging (N*);4° D4 : de dienst voor neuropsychiatrie voor kinderen (K) in psychiatrische ziekenhuizen, de dienst voor neuropsychiatrie (A) in psychiatrische ziekenhuizen, de psychiatrische dienst (T) in psychiatrische ziekenhuizen en de dienst gespecialiseerd voor de behandeling en de revalidatie voor in een ziekenhuis opgenomen patiënten met psychogeriatrische aandoeningen (Sp psychogeriatrisch) in de psychiatrische ziekenhuizen;5° D5 : de dienst voor neuropsychiatrie voor kinderen (K) in een algemeen ziekenhuis, de dienst voor neuropsychiatrie (A) in een algemeen ziekenhuis en de psychiatrische dienst (T) in een algemeen ziekenhuis;6° D6 : de dienst gespecialiseerd voor de behandeling en de revalidatie voor in een ziekenhuis opgenomen patiënten met cardio-pulmonaire aandoeningen (Sp cardio-pulmonair), de dienst gespecialiseerd voor de behandeling en de revalidatie voor in een ziekenhuis opgenomen patiënten met locomotorische aandoeningen (Sp locomotorisch), de dienst gespecialiseerd voor de behandeling en de revalidatie voor in een ziekenhuis opgenomen patiënten met neurologische aandoeningen (Sp neurologisch), de dienst gespecialiseerd voor de behandeling en de revalidatie voor in een ziekenhuis opgenomen patiënten met chronische aandoeningen waarvoor palliatieve zorgen nodig zijn (Sp palliatief), de dienst gespecialiseerd voor de behandeling en de revalidatie voor in een ziekenhuis opgenomen patiënten met chronische polypathologieën waarvoor verlengde medische zorgen nodig zijn (Sp polypathologie), de dienst gespecialiseerd voor de behandeling en de revalidatie voor in een ziekenhuis opgenomen patiënten met psychogeriatrische aandoeningen (Sp psychogeriatrisch) en de dienst gespecialiseerd voor de behandeling en de revalidatie voor in een ziekenhuis opgenomen patiënten met chronische aandoeningen (Sp chronisch). De begroting van het ziekenhuis wordt bekomen door het aantal toegewezen verpleegdagen per dienst te vermenigvuldigen met de gemiddelde nationale waarde van de geobserveerde uitgaven inzake klinische biologie per dag in de betrokken dienst, met dien verstande dat voor de dienst voor neuropsychiatrie (A) in psychiatrische ziekenhuizen een onderscheid tussen drie groepen van ziekenhuizen wordt ingevoerd in de berekening van het nationale gemiddelde. Dat onderscheid wordt gemaakt op basis van de gemiddelde verblijfsduur per opneming naargelang hij korter is dan 50 dagen, begrepen is tussen 50 en 70 dagen of langer is dan 70 dagen. »; 3° § 4 wordt vervangen als volgt : « § 4.De verdeling van de partiële begroting inzake klinische biologie van artikel 4, verdeeld op basis van de permanente fysische aanwezigheid van medisch laboratoriumtechnologen in het erkende ziekenhuislaboratorium, gebeurt door deze partiële begroting te delen door het totaal aantal verpleegdagen in acute diensten in ziekenhuizen die over de permanente fysische aanwezigheid van medisch laboratoriumtechnologen in het erkend ziekenhuislaboratorium beschikken en het bekomen bedrag toe te wijzen aan elk ziekenhuis met voornoemde permanente fysische aanwezigheid op basis van het aantal verpleegdagen in acute diensten. Deze verdeling is niet van toepassing op de psychiatrische ziekenhuizen, op de categorale ziekenhuizen en op de diensten Sp in de algemene ziekenhuizen.

De lijsten met de namen van de medisch laboratoriumtechnologen die de permanentie binnen het laboratorium verzekeren worden bij de hoofdgeneesheer ter beschikking gehouden van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle. »

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 5.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 mei 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE

^