gepubliceerd op 30 maart 2021
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2020, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, betreffende de bijdrage in de vervoerskosten
7 MAART 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2020, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, betreffende de bijdrage in de vervoerskosten (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2020, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, betreffende de bijdrage in de vervoerskosten.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 maart 2021.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2020 Bijdrage in de vervoerskosten (Overeenkomst geregistreerdop 19 maart 2020 onder het nummer 157721/CO/200) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden (200) behoren.
Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden.
Art. 2.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de bedienden die hun eigen vervoermiddel gebruiken, zoals bepaald in Hoofdstuk VI, en wiens jaarlijkse brutobezoldiging 27 750 EUR overschrijdt. § 2. De jaarlijkse brutobezoldiging dient berekend te worden volgens bijlage IV die bij deze overeenkomst is gevoegd; deze bijlage maakt integraal deel uit van onderhavige overeenkomst. HOOFDSTUK II. - Gemeenschappelijk openbaar treinvervoer
Art. 3.§ 1. Wat het door de NMBS georganiseerde vervoer betreft, is de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs gelijk aan 80 pct. van de prijs van de treinkaart in 2de klasse voor een overeenstemmende afstand vanaf de eerste kilometer. § 2. Aan de ondernemingen wordt aanbevolen om zonder bijkomende kosten een derdebetalersregeling voor het treinvervoer af te sluiten met de NMBS, waarbij de overige 20 pct. door de overheid ten laste worden genomen zodat de bediende kan genieten van kosteloos woon-werkverkeer met de trein, mits geen bijkomende kosten voor de werkgever als het derdebetalersysteem zou wegvallen. HOOFDSTUK III. - Gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer
Art. 4.Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer, wordt de bijdrage van de werkgever in de prijs van de abonnementen voor de verplaatsingen vanaf 3 kilometer berekend vanaf de vertrekhalte, vastgesteld volgens de hierna vastgestelde modaliteiten : a) wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, wordt de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs berekend op basis van de in bijlage I opgenomen tabel met forfaitaire bedragen, zonder evenwel 75 pct.van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden; b) wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 71,8 pct.van de effectief door de werknemer betaalde prijs, zonder evenwel het bedrag van de werkgeverstussenkomst berekend op basis van de in bijlage I opgenomen tabel met forfaitaire bedragen voor een afstand van 7 kilometer te overschrijden.
Vanaf 1 juli 2020 wordt de hierboven vermelde grens van 3 kilometer afgeschaft. HOOFDSTUK IV. - Gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer
Art. 5.In geval de werknemer gebruik maakt van een combinatie van de trein en één of meerdere andere gemeenschappelijke openbare vervoermiddelen dan de trein, en er wordt slechts één vervoerbewijs afgeleverd voor het geheel van de afstand - zonder dat in dit vervoerbewijs een onderverdeling wordt gemaakt per gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel - wordt de bijdrage van de werkgever berekend op basis van de in bijlage I opgenomen tabel met forfaitaire bedragen.
Art. 6.In elk ander geval dat de werknemer meer dan één gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt dan voorzien in artikel 5, wordt de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afstand als volgt berekend : nadat met betrekking tot elk afzonderlijk gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel waarvan de werknemer gebruik maakt de bijdrage van de werkgever is berekend overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 3, 4, a), 4, b) en 5 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, worden de aldus bekomen bedragen bij elkaar opgeteld om de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afgelegde afstand vast te stellen. HOOFDSTUK V. - Fietsvergoeding
Art. 7.§ 1. Voor de bedienden die regelmatig gebruik maken van de fiets om zich te verplaatsen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling wordt de werkgeverstussenkomst onder de vorm van fietsvergoeding, met ingang van 1 juli 2020 vastgesteld op 0,10 EUR per effectief met de fiets afgelegde kilometer met een maximum van 4 EUR (maximum 40 km heen en terug) per arbeidsdag. § 2. De bedoelde bedienden leggen aan hun werkgever een ondertekende verklaring voor waarin zij verklaren dat zij bij de verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling regelmatig gebruik maken van de fiets. Zij delen iedere wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd mee.
De werkgever mag op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt. § 3. De fietsvergoeding is niet cumuleerbaar met andere tussenkomsten op het woon-werktraject, met uitzondering van de tussenkomst in het openbaar vervoer. § 4. De modaliteiten van de toekenning van de fietsvergoeding worden vastgelegd op ondernemingsvlak. HOOFDSTUK VI. - Andere vervoermiddelen
Art. 8.§ 1. Voor de bedienden die hun eigen vervoermiddel gebruiken om zich te verplaatsen over een afstand gelijk aan of groter dan 3 kilometer zijn de modaliteiten van de tussenkomst van de werkgevers als volgt bepaald : a) bedoelde bedienden leggen aan de werkgevers een ondertekende verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld over een afstand gelijk of groter dan 3 kilometer een ander dan een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel benutten om zich van de woonplaats naar hun plaats van tewerkstelling te begeven.Zij delen iedere wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd mee; b) de werkgevers mogen op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt. § 2. De bijdrage van de werkgevers is gelijk aan 50 pct. van de prijs van een treinkaart geldig voor één maand in 2de klas voor het overeenstemmend aantal kilometers vermeld in de verklaring waarvan sprake in § 1, a).
Art. 9.Het in aanmerking te nemen aantal kilometers wordt in gemeenschappelijk akkoord op ondernemingsvlak vastgesteld. In geval van betwisting wordt verwezen naar het Boek der wettelijke afstanden goedgekeurd bij koninklijk besluit van 15 oktober 1969 tot vaststelling der wettelijke afstanden, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 juli 1970. HOOFDSTUK VII. - Vervoer georganiseerd door de ondernemingen, met financiële deelneming van de bedienden of vervoer uitsluitend op eigen kosten georganiseerd door de ondernemingen, voor een gedeelte van het traject
Art. 10.In geval het transport is georganiseerd door de werkgever, met de financiële deelneming van de bedienden, of indien de werkgever een gedeelte van het traject uitsluitend op eigen kosten heeft georganiseerd, dient, wat zijn bijdrage in de kosten van vervoer der werknemers betreft, een oplossing te worden gezocht die is ingegeven door de bepalingen van onderhavige overeenkomst. HOOFDSTUK VIII. - Terugbetalingstijdstip
Art. 11.De bijdrage van de werkgever in de door de bediende gedragen vervoerskosten zal maandelijks betaald worden. HOOFDSTUK IX. - Modaliteiten van terugbetaling
Art. 12.§ 1. De bedienden leggen aan de werkgevers een ondertekende verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld over een afstand gelijk aan of hoger dan 3 kilometer een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel benutten om zich van hun woonplaats naar hun plaats van tewerkstelling te begeven; bovendien preciseren zij, indien mogelijk, het aantal effectief gereden kilometers. Zij zullen ervoor zorgen iedere wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd mede te delen. § 2. De werkgevers mogen op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.
Art. 13.§ 1. Wat het gemeenschappelijk openbaar vervoer betreft zal de tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten betaald worden op voorlegging van de vervoerbewijzen, uitgereikt door de NMBS en/of de andere maatschappijen van gemeenschappelijk openbaar vervoer. § 2. Voor de bedienden die geen gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruiken, wordt de bijdrage enkel betaald voor de aanwezige werkdagen zonder andere modaliteiten. HOOFDSTUK X. - Duur en opheffingsbepalingen
Art. 14.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2019, met uitzondering van hoofdstuk V - Fietsvergoeding dat ingaat op 1 juli 2020, en wordt gesloten voor een onbepaalde duur. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden op 1 juli 2019 betreffende de bijdrage in de vervoerkosten geregistreerd onder het nr. 152852/CO/200).
Ze kan door één der partij en opgezegd worden, mits een opzegging van 3 maanden, gericht bij aangetekende brief aan de voorzitter van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden en aan de ondertekenende partijen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 maart 2021.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE
Bijlage I aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2020, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, betreffende bijdrage in de vervoerskosten Tussenkomst van de werkgevers in de prijs van de vervoerkosten voor het gemeenschappelijk openbaar vervoer (artikel 4 en 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst) In uitvoering van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten akkoorden werd op 23 april 2019 in de Nationale Arbeidsraad de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19/9 gesloten. Deze brengt de tussenkomst van de werkgevers in de prijs van de vervoerkosten voor het gemeenschappelijk openbaar vervoer op gemiddeld 75 pct. en drukt die voortaan uit in forfaitaire bedragen die niet geïndexeerd worden. Over een eventuele aanpassing van deze forfaits zal er tweejaarlijks door de sociale partners worden onderhandeld.
U vindt hierna de tabellen met de bedragen geldig per 1 juli 2019.
Afstand/ Distance
Maandkaart/ Carte mensuelle
3 maanden/ 3 mois
Jaarlijks/ Annuel
Railflex
Maandtreinkaart/ Carte train mensuelle
Trimestertreinkaart Carte train trimestrielle
Jaartreinkaart/ Carte train annuelle
Halftijdse treinkaart/ Carte train mi-temps
Maandelijkse bijdrage van de werkgever/ Intervention mensuelle de l'employeur
Driemaandelijkse bijdrage van de werkgever/ Intervention trimestrielle de l'employeur
Jaarlijkse bijdrage van de werkgever/ Intervention annuelle de l'employeur
Bijdrage van de werkgever/ Intervention de l'employeur
Km
EUR
EUR
EUR
EUR
1
21,00
58,00
209,00
-
2
23,00
64,00
231,00
-
3
25,00
71,00
253,00
9,00
4
28,00
77,00
275,00
9,00
5
30,00
83,00
298,00
10,00
6
32,00
89,00
316,00
11,00
7
34,00
94,00
336,00
11,00
8
36,00
99,00
355,00
12,00
9
37,00
105,00
374,00
13,00
10
39,00
110,00
393,00
13,00
11
41,00
116,00
412,00
14,00
12
43,00
120,00
431,00
15,00
13
45,00
126,00
450,00
15,00
14
47,00
132,00
469,00
16,00
15
49,00
137,00
488,00
17,00
16
50,00
142,00
507,00
17,00
17
53,00
147,00
526,00
18,00
18
55,00
153,00
545,00
19,00
19
57,00
158,00
564,00
19,00
20
58,00
163,00
583,00
20,00
21
60,00
169,00
602,00
21,00
22
62,00
174,00
621,00
21,00
23
64,00
179,00
641,00
22,00
24
66,00
185,00
659,00
22,00
25
68,00
190,00
678,00
23,00
26
70,00
195,00
697,00
24,00
27
71,00
201,00
716,00
25,00
28
74,00
206,00
736,00
25,00
29
76,00
211,00
755,00
26,00
30
77,00
216,00
774,00
26,00
31-33
81,00
225,00
804,00
27,00
34-36
85,00
239,00
851,00
29,00
37-39
90,00
251,00
898,00
30,00
40-42
95,00
265,00
945,00
32,00
43-45
99,00
278,00
991,00
34,00
46-48
104,00
291,00
1038,00
36,00
49-51
109,00
304,00
1085,00
37,00
52-54
112,00
313,00
1118,00
38,00
55-57
115,00
323,00
1152,00
39,00
58-60
118,00
332,00
1184,00
41,00
61-65
123,00
344,00
1229,00
42,00
66-70
128,00
360,00
1285,00
44,00
71-75
134,00
375,00
1340,00
46,00
76-80
139,00
391,00
1395,00
48,00
81-85
145,00
406,00
1450,00
50,00
86-90
151,00
421,00
1506,00
51,00
91-95
156,00
438,00
1562,00
53,00
96-100
162,00
453,00
1617,00
55,00
101-105
167,00
468,00
1672,00
57,00
106-110
173,00
484,00
1728,00
59,00
111-115
179,00
499,00
1784,00
61,00
116-120
184,00
515,00
1839,00
63,00
121-125
190,00
531,00
1894,00
64,00
126-130
195,00
546,00
1950,00
67,00
131-135
200,00
561,00
2005,00
69,00
136-140
206,00
577,00
2061,00
70,00
141-145
211,00
592,00
2116,00
72,00
146-150
219,00
614,00
2194,00
75,00
151-155
223,00
624,00
2227,00
156-160
228,00
639,00
2282,00
161-165
234,00
655,00
2338,00
166-170
239,00
670,00
2393,00
171-175
245,00
685,00
2449,00
176-180
251,00
701,00
2504,00
181-185
256,00
717,00
2559,00
186-190
262,00
732,00
2615,00
191-195
267,00
748,00
2671,00
196-200
272,00
763,00
2726,00
Eveneens geldig voor de berekening van werkgeversbijdrage in de prijs van gecombineerde abonnementen.
Eveneens geldig voor de berekening van de prijs voor treinkaarten in gemengd verkeer NMBS/TEC. De totale afstand mag niet korter zijn dan 3 km (vanaf 1 juli 2020 wordt de grens van 3 km afgeschaft.). Afstanden NMBS beperkt tot 150 km.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 maart 2021.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE
Bijlage II aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2020, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, betreffende bijdrage in de vervoerskosten Tussenkomst van de werkgever in de prijs van de vervoerkosten voor het treinvervoer (artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst) Bedragen geldig vanaf 1 februari 2019
(km)
Maandkaart/ Carte mensuelle
3 maanden/ 3 mois
Jaarlijks/ Annuel
Railflex
Afstand Distance
Maandtreinkaart/ Carte train mensuelle
Trimestertreinkaart/ Carte train trimestrielle
Jaartreinkaart/ Carte train annuelle
Halftijdse treinkaart/ Carte train mi-temps
Maandelijkse bijdrage van de werkgever/ Intervention mensuelle de l'employeur
Driemaandelijkse bijdrage van de werkgever/ Intervention trimestrielle de l'employeur
Jaarlijkse bijdrage van de werkgever/ Intervention annuelle de l'employeur
Bijdrage van de werkgever/ Intervention de l'employeur
Km
EUR
EUR
EUR
EUR
1
24,00
66,00
238,00
-
2
26,50
74,00
264,00
-
3
29,00
81,00
289,00
9,80
4
31,50
88,00
314,00
10,70
5
34,00
95,00
340,00
11,60
6
36,00
102,00
362,00
12,30
7
38,50
107,00
384,00
13,10
8
41,00
114,00
406,00
13,80
9
42,50
120,00
427,00
14,60
10
45,00
126,00
449,00
15,30
11
47,00
132,00
470,00
16,10
12
49,50
138,00
493,00
16,80
13
51,00
144,00
514,00
17,50
14
54,00
150,00
536,00
18,20
15
56,00
156,00
558,00
19,00
16
58,00
162,00
579,00
19,80
17
60,00
168,00
602,00
20,40
18
62,00
174,00
623,00
21,20
19
65,00
181,00
645,00
22,00
20
66,00
186,00
666,00
22,80
21
69,00
193,000
688,00
23,60
22
71,00
198,00
710,00
24,40
23
73,00
205,00
732,00
24,80
24
75,00
211,00
754,00
25,50
25
78,00
217,00
775,00
26,50
26
80,00
223,00
797,00
27,00
27
82,00
230,00
818,00
28,00
28
84,00
235,00
841,00
29,00
29
86,00
242,00
862,00
29,50
30
88,00
247,00
884,00
30,00
31-33
92,00
258,00
919,00
31,00
34-36
98,00
273,00
973,00
33,00
37-39
102,00
287,00
1026,00
35,00
40-42
108,00
302,00
1080,00
37,00
43-45
114,00
318,00
1133,00
39,00
46-48
118,00
332,00
1186,00
41,00
49-51
124,00
347,00
1240,00
42,50
52-54
128,00
358,00
1278,00
43,00
55-57
131,00
369,00
1316,00
45,00
58-60
135,00
379,00
1354,00
46,50
61-65
141,00
394,00
1405,00
48,00
66-70
146,00
411,00
1468,00
50,00
71-75
153,00
429,00
1531,00
52,00
76-80
159,00
446,00
1594,00
54,00
81-85
166,00
464,00
1658,00
57,00
86-90
172,00
482,00
1722,00
58,00
91-95
178,00
500,00
1785,00
61,00
96-100
185,00
518,00
1848,00
63,00
101-105
191,00
535,00
1911,00
65,00
106-110
198,00
553,00
1974,00
67,00
111-115
204,00
570,00
2038,00
70,00
116-120
210,00
589,00
2102,00
72,00
121-125
217,00
606,00
2165,00
74,00
126-130
223,00
624,00
2228,00
76,00
131-135
229,00
642,00
2291,00
78,00
136-140
235,00
659,00
2355,00
80,00
141-145
242,00
677,00
2418,00
82,00
146-150
250,00
702,00
2507,00
86,00
151-155
254,00
713,00
2545,00
156-160
261,00
730,00
2608,00
161-165
267,00
748,00
2672,00
166-170
274,00
766,00
2735,00
171-175
280,00
783,00
2798,00
176-180
286,00
802,00
2862,00
181-185
293,00
819,00
2925,00
186-190
299,00
837,00
2989,00
191-195
305,00
854,00
3052,00
196-200
311,00
872,00
3115,00
Eveneens geldig voor de berekening van de prijs voor treinkaarten in gemengd verkeer NMBS/TEC. De totale afstand mag niet korter zijn dan 3 km. Vanaf 1 juli 2020 wordt de grens van 3 km afgeschaft.
Afstanden NMBS beperkt tot 150 km.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 maart 2021.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE
Bijlage III aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2020, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, betreffende bijdrage in de vervoerskosten Tussenkomst van de werkgevers in de prijs van de vervoerkosten voor het privévervoer voor bedienden waarvan de jaarlijkse bruto bezoldiging de 27 750 EUR niet overschrijdt (artikel 8 en artikel 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst) Bedragen vanaf 1 februari 2019
Afstand/ Distance
Maandabonnement 2de klasse 1 maand/ Abonnement mensuel 2ème classe 1 mois
Werkgeversbijdrage privévervoer/ Intervention de l'employeur pour le transport privé
1-3
36,00
18,00
4
39,50
19,75
5
42,50
21,25
6
45,00
22,50
7
48,00
24,00
8
51,00
25,50
9
53,00
26,50
10
56,00
28,00
11
59,00
29,50
12
62,00
31,00
13
64,00
32,00
14
67,00
33,50
15
70,00
35,00
16
72,00
36,00
17
75,00
37,50
18
78,00
39,00
19
81,00
40,50
20
83,00
41,50
21
86,00
43,00
22
89,00
44,50
23
91,00
45,50
24
94,00
47,00
25
97,00
48,50
26
100,00
50,00
27
102,00
51,00
28
105,00
52,50
29
108,00
54,00
30
110,00
55,00
31-33
115,00
57,50
34-36
122,00
61,00
37-39
128,00
64,00
40-42
135,00
67,50
43-45
142,00
71,00
46-48
148,00
74,00
49-51
155,00
77,50
52-54
160,00
80,00
55-57
164,00
82,00
58-60
169,00
84,50
61-65
176,00
88,00
66-70
183,00
91,50
71-75
191,00
95,50
76-80
199,00
99,50
81-85
207,00
103,50
86-90
215,00
107,50
91-95
223,00
111,50
96-100
231,00
115,50
101-105
239,00
119,50
106-110
247,00
123,50
111-115
255,00
127,50
116-120
263,00
131,50
121-125
271,00
135,50
126-130
279,00
139,50
131-135
286,00
143,00
136-140
294,00
147,00
141-145
302,00
151,00
146-150
313,00
156,50
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 maart 2021.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE
Bijlage IV aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2020, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, betreffende bijdrage in de vervoerskosten Komen in aanmerking voor de raming van de jaarlijkse brutobezoldiging van 27 750 EUR : 1. de vaste elementen : de maandelijkse brutowedde, inbegrepen de eventuele bijkomende wedden, zoals onder meer de vergoeding voor de kennis en het gebruik van beide landstalen, hierbij rekening gehouden met het beweeglijk gedeelte toegekend in functie van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het jaarlijks brutobedrag wordt bekomen door de vaste elementen, die betrekking hebben op de eerste maand waarvoor de financiële bijdrage van de werkgever in de prijs van het vervoer van de werknemers wordt gevraagd, te vermenigvuldigen met 12, zelfs indien de bediende geen 12 maanden werkt. 2. de veranderlijke elementen : a) per maand : commissieloon, premies, overuren, enz.Hier gelden de brutocijfers voor de laatste 12 maanden. Indien de bediende geen 12 maanden heeft gewerkt, wordt het in aanmerking te nemen bedrag bekomen door het maandgemiddelde voor de effectief gewerkte maanden, te vermenigvuldigen met 12; b) per jaar : commissieloon, premies, 13de maand en andere toelagen die sommige werkgevers eens of meermaals per jaar aan hun personeel toekennen, ingevolge overeenkomst of gebruik. De brutobedragen toegekend gedurende de laatste 12 maanden moeten bij de jaarlijkse brutobedragen, waarvan sprake onder 1. en 2., a), worden gevoegd.
De raming van de jaarlijkse brutobezoldiging moet niet omvatten : 1° de toelagen van sociale aard, zoals haard- en standplaatstoelage, kindergeld, vakantiegeld; 2° de bedragen toegekend als vergoeding voor bepaalde kosten (reiskosten, representatiegelden, enz.); 3° pensioenen van allerlei aard. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 maart 2021.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE
Bijlage V aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2020, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, betreffende bijdrage in de vervoerskosten Bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers die deeltijdse arbeid verrichten bij verscheidene werkgevers Aanbeveling van 6 maart 1984 van de Nationale Arbeidsraad De Nationale Arbeidsraad heeft vastgesteld dat er in sommige gevallen interpretatiemoeilijkheden rijzen inzake het ten laste nemen van de bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers die deeltijdse arbeid verrichten bij verscheidene werkgevers. Dat is met name het geval wanneer de reiswegen, om de verscheidene ondernemingen waar de werknemer is tewerkgesteld te bereiken, geheel of gedeeltelijk samenvallen.
Om deze moeilijkheden weg te werken beveelt de Nationale Arbeidsraad aan : 1. Dat het geheel van de werkgeversbijdrage in de prijs van de vervoerkosten van de bedoelde werknemers, zoals die is bepaald : - voor wat het sociale spoorabonnement betreft, krachtens de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van een werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden; - voor wat de andere vervoermiddelen betreft, krachtens de bepalingen van een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst of krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19 die op 26 maart 1975 in de Nationale Arbeidsraad werd gesloten betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, zou worden verdeeld tussen de verscheidene werkgevers, rekening houdend met de arbeidsduur die door de werknemer bij elke werkgever wordt gepresteerd. 2. De totale last van de bijdrage die elke van deze werkgevers moet dragen, mag echter niet hoger zijn dan de last van de bijdrage die de werkgever krachtens de onder 1.vermelde regelingen zou verschuldigd zijn indien de betrokken deeltijdse werknemer enkel bij hem in dienst zou zijn geweest. 3. Om de terugbetaling te bekomen van het aandeel in de reiskosten dat elk van de werkgevers verschuldigd is, dient de werknemer aan elke werkgever de hem afgeleverde transportbewijzen voor te leggen. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 maart 2021.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE
Bijlage VI aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 2020, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, betreffende bijdrage in de vervoerskosten Aanbevelingen Mobiliteit Aan de werkgevers wordt aanbevolen om in een budgetneutraal kader na te denken over maatregelen inzake multimodale mobiliteit, met inbegrip van het mobiliteitsbudget.
Handelsvertegenwoordigers - Dagelijkse forfaitaire baanvergoeding : Er wordt aanbevolen een toeslag, per gewerkte dag te betalen ten titel van tussenkomst in de kosten voortvloeiend uit het werk op de baan, bij voorbeeld drank, restauratie, telefoon, wanneer deze ontstaan buiten de privéwoonst en de zetel van de onderneming; - Verplaatsingskosten : Er wordt aanbevolen een vergoeding te betalen voor verplaatsingskosten gedragen tijdens dienstprestaties.
De hierboven vermelde aanbevelingen zijn niet van toepassing voor de ondernemingen die aan hun handelsvertegenwoordigers een of meerdere tussenkomsten voorzien die gelijk aan of hoger zijn dan bovenvermelde aanbevelingen.
Ter informatie : de tussenkomst voor de federale ambtenaren wordt jaarlijks herzien op 1 juli en bedraagt van l juli 2019 tot 30 juni 2020, 0,3653 EUR per kilometer.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 maart 2021.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE