7 JULI 2020. - Koninklijk besluit houdende goedkeuring van het reglement van orde van de Raad van State

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 101, eerste lid, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten;

Gelet op het advies van de auditeur-generaal en de adjunct-auditeur-generaal, gegeven op 16 januari 2020;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het reglement van orde, aangenomen op 18 februari 2020 door de algemene vergadering van de Raad van State, dat gevoegd is als bijlage bij dit besluit, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.De minister bevoegd voor Binnenlandse zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 juli 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DE CREM

REGLEMENT VAN ORDE VAN DE RAAD VAN STATE De algemene vergadering van de Raad van State, Gelet op artikel 101 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit : HOOFDSTUK 1. - DE WERKING VAN DE RAAD VAN STATE Afdeling 1. - De algemene vergadering van de Raad van State

Onderafdeling 1. - Bijeenroeping, beraadslaging en stemming

Artikel 1.De algemene vergadering van de Raad van State wordt bijeengeroepen door de eerste voorzitter, hetzij in overleg met de voorzitter, hetzij op gemotiveerd verzoek van ten minste drie leden.

Behoudens in geval van dringende noodzakelijkheid die de algemene vergadering aanvaardt, ontvangen de leden van de algemene vergadering uiterlijk vijf werkdagen vóór de vergadering de volledige agenda van de vergadering alsmede alle stukken. Bij elk voorstel van beslissing wordt ten minste een toelichtende nota gevoegd.

De auditeur-generaal, de adjunct-auditeur-generaal, de hoofdgriffier en de beheerder mogen aan de eerste voorzitter onderwerpen ter bespreking door de algemene vergadering voorleggen. Indien de eerste voorzitter weigert om dit onderwerp te agenderen, deelt hij de redenen van zijn weigering aan de algemene vergadering mee.

Art. 2.De eerste voorzitter zit de algemene vergadering voor. Hij heeft er het recht van politie. Hij verleent en ontneemt het woord, vat het debat samen en legt de vragen ter stemming.

Art. 3.De hoofdgriffier neemt de dienst waar van de algemene vergaderingen en van de plechtige zittingen.

Hij stelt het proces-verbaal op van de verrichtingen van de vergadering. Het wordt getekend door de voorzitter van de vergadering en de hoofdgriffier.

Art. 4.De auditeur-generaal en de adjunct-auditeur-generaal worden opgeroepen voor alle algemene vergaderingen. Aan hen en aan de hoofdgriffier wordt het woord verleend, telkens als zij het vragen.

De beheerder woont de algemene vergaderingen bij met raadgevende stem wanneer het gaat om zijn bevoegdheden.

De assessoren, de leden van het auditoraat, de leden van het Coördinatiebureau, de griffiers evenals de stafdirecteurs kunnen tot het bijwonen van de zitting of van een gedeelte van de zitting van de algemene vergadering worden uitgenodigd.

Art. 5.Het is verboden deel te nemen aan de bespreking en de stemming in geval van een rechtstreeks persoonlijk belang.

Art. 6.De algemene vergadering kan slechts geldig beslissingen nemen indien de meerderheid van de leden van de Raad van State aanwezig is.

Wanneer het quorum niet bereikt wordt, roept de eerste voorzitter op een latere datum een nieuwe algemene vergadering samen met dezelfde agenda, die dan geldig kan beraadslagen of stemmen zonder dat de meerderheid van de leden aanwezig is.

Onderafdeling 2. - Plechtige zitting en eedaflegging

Art. 7.Telkens daartoe grond bestaat, komen de leden van de Raad van State in openbare en plechtige algemene vergadering bijeen.

Art. 8.De eedaflegging van de leden van de Raad van State, de voorzitter, de kamervoorzitters, de leden van het Coördinatiebureau met uitzondering van de adjunct-referendarissen, de hoofdgriffier en de assessoren geschiedt voor de Raad van State, zetelende in openbare en plechtige algemene vergadering.

De eedaflegging van de adjunct-referendarissen en van de griffiers geschiedt op de terechtzitting van een kamer waar de eerste voorzitter of de voorzitter zetelt, naar gelang van de taal van de eedaflegging.

Onderafdeling 3. - Voordracht of aanwijzing van kandidaten

Art. 9.Wanneer een betrekking van lid van de Raad van State of van assessor openvalt, roept de eerste voorzitter de leden van de Raad van State bijeen in een algemene vergadering om over te gaan tot het horen van de kandidaten en het formuleren van een voordracht overeenkomstig artikel 70, § 1, van de gecoördineerde wetten.

Wanneer een mandaat van eerste voorzitter of van voorzitter vacant is, roept de eerste voorzitter de leden van de Raad van State bijeen in een algemene vergadering om over te gaan tot de voordracht voor het betrokken mandaat.

Wanneer een adjunct-mandaat van kamervoorzitter vacant is, roept de eerste voorzitter de leden van de Raad van State bijeen in een algemene vergadering om over te gaan tot de aanwijzing van het betrokken adjunct-mandaat.

Art. 10.Elke kandidaat wordt bij geheime stemming afzonderlijk voorgedragen, respectievelijk aangewezen.

Indien geen van de kandidaten de volstrekte meerderheid van de stemmen der aanwezige leden behaalt, wordt overgegaan tot herstemming over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald.

Bij staking van stemmen gaat de voorkeur naar de kandidaat behorende tot het minst vertegenwoordigde geslacht. Indien deze voorrang niet kan worden toegepast, wordt overgegaan tot herstemming, totdat een kandidaat de vereiste meerderheid behaalt.

Onderafdeling 4. - Tijdelijke vervanging van de eerste voorzitter of van de voorzitter

Art. 11.Wanneer de eerste voorzitter of de voorzitter verhinderd is, voorziet de algemene vergadering in zijn tijdelijke vervanging. De waarnemende eerste voorzitter of de waarnemende voorzitter moet voldoen aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 74/2, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten en door zijn diploma het bewijs leveren dat hij het examen van doctor, licentiaat of master in de rechten heeft afgelegd in dezelfde taal, Nederlands of Frans, als de korpschef die hij tijdelijk vervangt.

Art. 12.De in artikel 11 beschreven wijze van vervanging is niet van toepassing voor een afwezigheid die de duur van drie maanden niet overschrijdt. De niet-afwezige korpschef oefent gedurende die periode het mandaat van korpschef alleen uit. In dat geval wordt de afwezige korpschef vervangen, wat de leiding betreft van de afdeling die hij voorzit, door de kamervoorzitter die hij heeft aangewezen om hem tijdens de duur van zijn afwezigheid te vervangen of, bij gebreke hieraan, door de eerste rangnemende kamervoorzitter die behoort tot dezelfde taalrol en tot dezelfde afdeling als die waarvan de afwezige korpschef de leiding heeft.

Onderafdeling 5. - Andere bevoegdheden van de algemene vergadering

Art. 13.De voorzitter en de drie staatsraden, leden van de personeelscommissie bedoeld in het administratief statuut van het personeel, worden aangewezen door de algemene vergadering.

Art. 14.De algemene vergadering wijst de staatsraden aan die belast worden met de opdracht van persmagistraat.

Ten minste eenmaal per jaar houdt de algemene vergadering een gedachtewisseling over het gevoerde communicatiebeleid.

Art. 15.De algemene vergadering hoort jaarlijks de beheerder over de financiële situatie van de Raad, de evolutie van de personeelsformatie en de personeelsbezetting en de logistieke middelen.

Jaarlijks brengt de voorzitter van de personeelscommissie verslag uit aan de algemene vergadering over de activiteiten van de personeelscommissie over het afgelopen jaar.

Art. 16.De Raad van State neemt in algemene vergadering kennis van de tuchtvervolgingen ter zake waarvan zijn advies wordt gevorderd of gevraagd.

Indien de vervolgingen worden ingespannen tegen een lid van het auditoraat is de auditeur-generaal of de adjunct-auditeur-generaal naar gelang van het geval, aanwezig op de vergadering en wordt hij er gehoord. Afdeling 2. - De afdeling Wetgeving

Art. 17.De kamers van de afdeling Wetgeving vergaderen op de dag, daartoe vastgesteld in de bij artikel 44 bedoelde regeling van de dienst en voorts volgens de dienstnoden op dag en uur bepaald door hun voorzitter.

Art. 18.De aanvragen gericht aan de afdeling Wetgeving worden door de hoofdgriffier onmiddellijk na de ontvangst ervan ingeschreven in een algemene rol die op de griffie wordt bijgehouden.

Die rol bevat alle nuttige gegevens voor het dossierbeheer.

Na de inschrijving van de adviesaanvraag in de algemene rol zorgt de hoofdgriffier ervoor dat de noodzakelijke exemplaren ervan onverwijld bezorgd worden aan het auditoraat.

Art. 19.De algemene rol wordt aldus gevoerd dat op ieder ogenblik ten behoeve van het zaakbeheer een bijzondere rol per kamer kan worden samengesteld van de aan die kamer toegewezen en nog hangende aanvragen.

Art. 20.De afdeling Wetgeving onderzoekt alleen de aanvragen tot advies of tot voorontwerp die bezorgd worden onder de handtekening van een minister of van de voorzitter van één van de parlementaire assemblees.

Art. 21.Nadat de adviesaanvraag op de algemene rol is ingeschreven, stelt de voorzitter van de kamer waarbij ze werd aanhangig gemaakt de datum vast waarop de aanvraag door de kamer zal worden onderzocht en wijst hij de assessoren aan die zullen deelnemen aan dat onderzoek. De hoofdgriffier zorgt ervoor dat een exemplaar van de adviesaanvraag wordt bezorgd aan de leden en assessoren van de kamer waaraan ze werd toegewezen, aan de concordantiedienst en aan het Coördinatiebureau.

De assessoren van de afdeling Wetgeving nemen deel aan het onderzoek van de aanvragen die aan die afdeling om advies worden voorgelegd op de wijze bepaald door de voorzitter van de betrokken kamer, verenigde kamers of algemene vergadering.

Art. 22.Het verslag, opgesteld door het daartoe aangewezen lid van het auditoraat, wordt bezorgd aan al de leden en assessoren van de kamer.

Art. 23.Op de zitting vastgesteld voor het onderzoek van de aanvraag bespreekt de kamer waarbij ze werd aanhangig gemaakt de aanvraag en het verslag van de auditeur-verslaggever.

De auditeur-verslaggever woont de zitting bij met raadgevende stem.

Wanneer alle gegevens ter beoordeling voorhanden zijn, geeft de kamer haar advies of legt zij de tekst van het gevraagde voorontwerp vast.

Zij kan het opstellen van een ontwerp van dat advies of van die tekst opdragen aan één of meer van haar leden of assessoren.

Art. 24.Het advies dat overeenkomstig artikel 83 van de gecoördineerde wetten vertaald moet worden, wordt bezorgd aan de concordantiedienst, die zijn vertaling onderwerpt voor nazicht aan het lid van de kamer dat de Franse en de Nederlandse taal machtig is of aan de auditeur die het bewijs heeft geleverd van een voldoende kennis van de Duitse taal, naar gelang van het geval.

Art. 25.De adviezen worden aan de aanvrager bezorgd door de hoofdgriffier.

Art. 26.De minuten van de adviezen worden ondertekend door de voorzitter van de algemene vergadering, van de verenigde kamers of van de kamer evenals door de griffier die hem bijgestaan heeft.

Art. 27.Bij toepassing van artikel 85 van de gecoördineerde wetten roept de voorzitter van de afdeling Wetgeving, zodra de vraag bij hem aanhangig wordt gemaakt, de afdeling Wetgeving in algemene vergadering bijeen en stelt hij de datum vast waarop de aanvraag zal worden onderzocht en wijst hij de assessoren aan die zullen deelnemen aan dat onderzoek.

Bij toepassing van artikel 85bis van de gecoördineerde wetten verwijst de voorzitter van de afdeling Wetgeving, zodra de vraag bij hem aanhangig wordt gemaakt, ofwel de voorzitter van de kamer waar de aanvraag aanhangig is, de zaak naar de verenigde kamers, stelt hij de datum vast waarop de aanvraag zal worden onderzocht en wijst hij de assessoren aan die zullen deelnemen aan dat onderzoek.

Wanneer het belang van de aanvraag zulks vordert, kan de voorzitter van de afdeling Wetgeving, buiten de gevallen bedoeld bij artikel 85 en 85bis van de gecoördineerde wetten, de aanvraag aan de algemene vergadering van de afdeling of aan de verenigde kamers van de afdeling onderwerpen.

Voor het overige zijn de artikelen 18 tot 26 van dit reglement toepasselijk.

Art. 28.De algemene vergadering van de afdeling Wetgeving kan slechts geldig beraadslagen op voorwaarde dat ten minste acht leden van de Raad van State aanwezig zijn.

Art. 29.De verenigde kamers van de afdeling Wetgeving kunnen slechts geldig beraadslagen op voorwaarde dat zes leden van de Raad van State aanwezig zijn. Afdeling 3. - De afdeling Bestuursrechtspraak

Art. 30.De kamers van de afdeling Bestuursrechtspraak zetelen in openbare terechtzitting op de dag, daartoe vastgesteld in de bij artikel 44 bedoelde regeling van de dienst en voorts volgens de dienstnoden op dag en uur bepaald door hun voorzitter, maar met uitzondering van de zaterdag, de zondag en de wettelijke feestdagen.

Art. 31.Elke week, op dag en uur vastgesteld door hun voorzitter, komen daarenboven de kamers bijeen voor hun beraadslagingen evenals voor de vervulling van alle andere spoedeisende plichten. De verenigde kamers, de tweetalige kamer en de kamer die kennis neemt van de zaken waarin het Duits moet worden gebruikt komen eveneens bijeen telkens de noodwendigheden van de dienst zulks vereisen.

Art. 32.Door de voorzitter van de afdeling Bestuursrechtspraak wordt een rol van de wachtdienst opgemaakt, voor de onverwijlde afhandeling buiten de dagdienst of, in afwijking op artikel 30, op zaterdag, zondag en wettelijke feestdagen, van de vorderingen die wegens hun uiterst dringende noodzakelijkheid niet door de dagdienst behandeld kunnen worden.

Art. 33.Indien in de loop van een geding blijkt dat een zaak bij een kamer aanhangig is die met toepassing van de bepalingen betreffende het gebruik der talen niet tot kennisnemen ervan geroepen is, zal deze de zaak met een gemotiveerde beslissing verwijzen naar de algemene rol.

De voorzitter van de afdeling Bestuursrechtspraak wijst de aanvraag aan een andere kamer toe.

In geval van betwisting tussen twee kamers wordt door de algemene vergadering van de afdeling beslist.

Art. 34.De tweetalige kamer die kennis neemt van de zaken die artikel 52 van de gecoördineerde wetten haar opdragen, zetelt met twee leden die door hun diploma bewezen hebben dat zij het examen van doctor, licentiaat of master in de rechten hebben afgelegd in de vereiste taal van de uitspraak, als bedoeld in voormeld artikel 52 en het derde lid in de andere taal.

De tweetalige kamer die kennis neemt van de zaken die artikel 61, 1°, van de gecoördineerde wetten haar opdragen, zetelt met twee leden die door hun diploma bewezen hebben dat zij het examen van doctor, licentiaat of master in de rechten hebben afgelegd in de taal die is opgelegd aan de verwerende partij voor haar akten en verklaringen en het derde lid in de andere taal.

De tweetalige kamer die kennis neemt van de zaken die artikel 61, 2°, van de gecoördineerde wetten haar opdragen, zetelt met twee leden die door hun diploma bewezen hebben dat zij het examen van doctor, licentiaat of master in de rechten hebben afgelegd in de taal waarin de zaak die het eerst op de algemene rol werd ingeschreven, zonder de verwijzing naar de tweetalige kamer behandeld zou moeten worden en het derde lid in de andere taal.

De tweetalige kamer die kennis neemt van de zaken die artikel 61, 4°, van de gecoördineerde wetten haar opdragen, zetelt met twee leden die door hun diploma bewezen hebben dat zij het examen van doctor, licentiaat of master in de rechten hebben afgelegd in de taal die aan de verzoekende partij is opgelegd voor haar akten en verklaringen en het derde lid in de andere taal.

Deze bepaling staat niet eraan in de weg dat de kamer zetelt met één lid in de door of krachtens de wet bepaalde gevallen.

Art. 35.De beroepen worden, in de orde van hun ontvangst, door de hoofdgriffier ingeschreven in een register of algemene rol ter griffie gehouden.

Die rol bevat alle nuttige gegevens voor het dossierbeheer.

Art. 36.De algemene rol wordt aldus gevoerd dat op ieder ogenblik ten behoeve van het zaakbeheer een bijzondere rol kan worden samengesteld van de ingeschreven en nog hangende zaken, hetzij van de over een bepaalde periode reeds uitgesproken zaken, in functie van de kamer of de staatsraad-verslaggever aan wie ze zijn toegewezen of in functie van de stand van de rechtspleging.

Art. 37.Indien een zaak in staat van wijzen is, wordt op de algemene rol melding gemaakt zowel van de terechtzitting waarop ze wordt opgeroepen, als van de terechtzittingen naar waar ze nadien verzonden zou worden.

Art. 38.Voor elke terechtzitting maakt de griffier een uittreksel op van de zittingsrol.

Een exemplaar van dit uittreksel wordt bekendgemaakt aan de ingang van de zaal waar de kamer zetelt en een ander op een gemakkelijk zichtbare plaats in de griffie. Er wordt ook melding van gemaakt op de website van de Raad van State.

Op verzoek van een procespartij deelt de hoofdgriffier de namen mee van de leden van de Raad die in een bepaalde zaak zullen beslissen.

Art. 39.De aanvragen ingediend op grond van artikel 12 van de gecoördineerde wetten worden onderzocht in raadkamer. Ze worden niet gebracht op de aan het publiek bekendgemaakte uittreksels van de rol van de zaken die in staat van wijzen zijn.

Zodra over die aanvraag het arrest is uitgesproken, bezorgt de griffier daarvan een afschrift aan de eerste voorzitter die het bezorgt aan de administratieve overheid van wie de aanvraag uitgaat.

Art. 40.Alvorens de toelating te verkrijgen de stukken te tekenen of te pleiten vóór de Raad van State, kan elke advocaat ertoe gehouden zijn te laten blijken dat hij voldoet aan de voorwaarden waarin artikel 19, vierde lid, van de gecoördineerde wetten voorziet.

Art. 41.Vóór de Raad van State gedragen de advocaten zich volgens de bepalingen in voege betreffende de tussenkomst vóór de hoven en rechtbanken.

Zij dragen voor hun pleidooien de kledij voorgeschreven bij het koninklijk besluit van 30 september 1968 `tot vaststelling van de kledij die bij artikel 441 van het Gerechtelijk Wetboek voor de advocaten wordt voorgeschreven'.

Art. 42.De leden zetelende in de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State mogen noch rechtstreeks noch onrechtstreeks particuliere gesprekken voeren met de partijen, hun wettelijke vertegenwoordigers en hun advocaten betreffende de geschillen waarover zij moeten beslissen.

Art. 43.Wanneer een magistraat wettig verhinderd is de uitspraak bij te wonen van een arrest waarover hij mede heeft beraadslaagd, mag de eerste voorzitter een andere magistraat aanwijzen om hem op het ogenblik van de uitspraak te vervangen. Afdeling 4. - Gemeenschappelijke bepalingen voor de afdeling Wetgeving

en de afdeling Bestuursrechtspraak

Art. 44.Ieder jaar maakt de eerste voorzitter in overleg met de voorzitter een lijst op van de leden van de Raad van State om de regeling van de dienst vast te stellen. Deze regeling bepaalt ook de plaatsvervangingen in geval van verhindering.

Wanneer de noodwendigheden van de dienst zulks eisen, kan hij die lijst wijzigen.

De hoofdgriffier draagt ervoor zorg dat een steeds bijgewerkt overzicht van de samenstelling van de kamers voor het publiek ter inzage ligt op de griffie. Dit overzicht wordt eveneens gepubliceerd op de website van de Raad.

Art. 45.De voorzitter van iedere afdeling bepaalt de algemene toedeling van de zaken aan de kamers van die afdeling.

Art. 46.De eerste voorzitter stelt elk jaar in overleg met de voorzitter de samenstelling van de vakantiekamers vast. Zij waken erover dat de vakantie van de leden van de Raad van State en van de griffiers geen aanleiding kan geven tot vertraging in de zaken waarvan het onderzoek geen uitstel duldt.

Art. 47.De eerste voorzitter of de voorzitter, naar gelang van het geval, roept de leden van de afdeling Wetgeving en van de afdeling Bestuursrechtspraak bijeen in algemene vergadering van deze afdelingen of in verenigde kamers, wanneer de noodwendigheden van de dienst zulks vergen.

Art. 48.De voorzitter van de algemene vergadering van een afdeling, van de verenigde kamers of van een kamer heeft er het recht van politie. Hij verleent en ontneemt het woord.

Art. 49.De voorzitter geeft eerst de verslaggever het woord en leidt vervolgens de bespreking, waarbij elk zijn standpunt naar voor kan brengen vooraleer de voorzitter conclusies formuleert en deze zo nodig in stemming brengt.

Art. 50.De beraadslagingen van de Raad van State zijn geheim. HOOFDSTUK 2. - DE GRIFFIERS

Art. 51.De hoofdgriffier en de griffiers staan de leden van de Raad van State bij in de akten betreffende hun ambtsverrichtingen en stellen de processen-verbaal op die er bij horen.

Zij staan eveneens de leden van het auditoraat bij in de onderzoeksverrichtingen waarvoor zij worden aangesteld.

Art. 52.De hoofdgriffier en de griffiers schrijven op wat uitgesproken of gedicteerd wordt door de Raad van State en door zijn leden in de uitoefening van hun ambtsverrichtingen en maken akte op van de onderscheiden rechtsvormen waarvan de inachtneming dient vastgesteld.

Art. 53.De hoofdgriffier staat ten opzichte van de indiener of afzender in voor de stukken die hem worden bezorgd om aan de Raad van State te worden voorgelegd.

Art. 54.Indien een akte waartoe de hoofdgriffier of een griffier heeft bijgedragen door hem niet kan getekend worden, stelt de voorzitter of de staatsraad die hem vervangt deze onmogelijkheid vast.

Art. 55.Indien een kamervoorzitter van de afdeling Bestuursrechtspraak in de onmogelijkheid verkeert de notulen van zijn kamer te tekenen, laat de griffier ze tekenen door de eerst rangnemende staatsraad die de terechtzitting of de vergadering heeft bijgewoond.

Indien een voorzitter in de onmogelijkheid verkeert een arrest, een advies of een voorontwerp te tekenen, laat de griffier ze tekenen door al de staatsraden deel uitmakende van de kamer of de vergadering, en dezen maken melding van deze onmogelijkheid.

Indien alle magistraten deel uitmakende van de kamer of de vergadering in de onmogelijkheid verkeren te tekenen, stelt de griffier proces-verbaal op van het geval en laat het feit voor waar verklaren door de eerste voorzitter of de voorzitter, naargelang het geval. Dit proces-verbaal blijft aan de minuut gehecht en wordt alleen door de griffier getekend.

Art. 56.Indien de hoofdgriffier verhinderd is, wordt hij vervangen door de griffier(s) die hij aanwijst. Indien deze aanwijzing niet werd gedaan, wordt hij vervangen door de griffier(s) aangewezen door de eerste voorzitter, in overleg met de voorzitter.

Art. 57.Indien de hoofdgriffier en alle griffiers verhinderd zijn, kunnen de eerste voorzitter, de voorzitter of elk ander lid van de Raad van State, alsmede de leden van het auditoraat zich als griffier toevoegen een persoon van Belgische nationaliteit die, behalve in spoedeisende gevallen, voldoet aan de voorwaarden om tot griffier te worden benoemd, laureaat zijn van het vergelijkend examen desnoods uitgezonderd.

Alvorens in functie te treden, legt de aldus toegevoegde persoon in handen van het lid van de Raad van State of van het auditoraat dat hem daartoe aanzocht, de eed af voorgeschreven bij het decreet van 20 juli 1831Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/07/1831 pub. 26/07/2012 numac 2012000423 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Decreet « betreffende de eedaflegging bij de aanvang der grondwettelijke vertegenwoordigende monarchie ». - Officieuze coördinatie in het Duits type decreet prom. 20/07/1831 pub. 07/02/2013 numac 2013000079 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Decreet op de drukpers sluiten.

Art. 58.De zittingsbladen en de notulen van de zittingen zijn van hetzelfde formaat en worden per jaar samengebracht in de vorm van een register.

Art. 59.De rollen, repertoria en registers worden elektronisch ter griffie gehouden.

De hoofdgriffier bewaart de minuten, de registers en alle akten die uitgaan van de Raad van State.

Hij bezorgt daarvan de grossen, de uitgiften, de uittreksels of afschriften.

Art. 60.De hoofdgriffier verdeelt het werk onder hem en de griffiers.

Voor het opstellen van de dienstregeling, de regeling van de wachtdienst en van de vakantie overlegt de eerste voorzitter met de hoofdgriffier, wat de aanwijzing van de griffiers betreft. HOOFDSTUK 3. - HET COÖRDINATIEBUREAU

Art. 61.Het Coördinatiebureau houdt de voorzitter van de afdeling Wetgeving op de hoogte van de uitvoering van zijn wettelijke opdrachten.

Art. 62.Het Coördinatiebureau voert rechtstreeks briefwisseling met de openbare besturen, met het oog op de inzameling van alle inlichtingen die het nodig heeft. HOOFDSTUK 4. - DE GRIFFIE

Art. 63.De griffie van de afdeling Bestuursrechtspraak is toegankelijk van maandag tot vrijdag, van negen tot dertien uur.

De adviesaanvragen voor de griffie Wetgeving moeten worden ingediend bij de receptie van de Raad van State gedurende de openingsuren.

Art. 64.Zolang de zaken bij de afdeling Bestuursrechtspraak aanhangig zijn, mag aan de partijen afschrift worden geleverd van de niet-vertrouwelijke stukken van het dossier, van de bevelschriften en van de arresten.

Behoudens deze gevallen wordt geen mededeling van stukken of geen afgifte van afschriften gedaan anders dan via het publiek toegankelijke informatienetwerk, zonder toelating van de eerste voorzitter of van het lid van de Raad van State die te dien einde van hem opdracht ontvangt.

Art. 65.De hoofdgriffier treft de nodige schikkingen teneinde te beletten dat de werkzaamheden en de bescheiden waarvan de geheimhouding dient verzekerd op de griffie ruchtbaar gemaakt zouden worden. HOOFDSTUK 5. - SLOTBEPALINGEN Afdeling 1. - De rang en de voorrang

Art. 66.Door de Raad van State wordt een ranglijst gehouden, waarop in volgende orde worden ingeschreven: De leden van de Raad: - de eerste voorzitter; - de voorzitter; - de kamervoorzitters, naar orde van hun benoeming of aanwijzing tot kamervoorzitter; - de staatsraden, naar orde van hun benoeming tot staatsraad;

De leden van het auditoraat: - de auditeur-generaal; - de adjunct-auditeur-generaal; - de eerste auditeurs-afdelingshoofden, naar orde van hun benoeming of aanwijzing tot eerste auditeurs-afdelingshoofd; - de eerste auditeurs, naar orde van hun benoeming tot eerste auditeur; - de auditeurs naar orde van hun benoeming tot auditeur; - de adjunct-auditeurs naar orde van hun benoeming;

De leden van het Coördinatiebureau: - de eerste-referendaris-afdelingshoofden, naar orde van hun benoeming of aanwijzing tot eerste referendaris-afdelingshoofd; - de eerste referendarissen, naar orde van hun benoeming tot eerste referendaris; - de referendarissen, naar orde van hun benoeming tot referendaris; - de adjunct-referendarissen, naar orde van hun benoeming;

De leden van de griffie: - de hoofdgriffier; - de griffiers, naar orde van hun benoeming.

Indien twee of meer personen op dezelfde dag in eenzelfde ambt worden benoemd, wordt hun opname op de lijst vervolgens bepaald door de volgorde van hun eedaflegging.

Art. 67.De lijst bedoeld in artikel 66 bepaalt de rang voor openbare plechtigheden, vergaderingen, terechtzittingen en bijeenkomsten in de Raad van State. Afdeling 2. - Opheffingsbepaling

Art. 68.Het reglement van orde, aangenomen door de algemene vergadering van de Raad van State op 13 januari 1949, wordt opgeheven.

Aldus aangenomen door de algemene vergadering van de Raad van State tijdens haar zitting van 18 februari 2020.

De eerste voorzitter van de Raad van State, (getekend) Roger STEVENS De hoofdgriffier van de Raad van State, (getekend) Gregory DELANNAY Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 7 juli 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DE CREM