gepubliceerd op 20 juli 2006
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2003 tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand
7 JULI 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2003 tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 23 van de Grondwet;
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 508/13, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 23 november 1998 betreffende de juridische bijstand, en op artikel 676, vervangen bij dezelfde wet;
Gelet op voornoemde wet van 23 november 1998, inzonderheid op artikel 9;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 december 2003 tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 november 2005 en op 19 april 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 31 januari 2006 en op 26 april 2006;
Gelet op advies van 40.473/2 van de Raad van State, gegeven op 7 juni 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Gelet op advies 40.474/2 van de Raad van State, gegeven op 7 juni 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van onze Minister van Justitie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 18 december 2003 tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt aangevuld als volgt : « 11° de persoon tijdens de procedure van collectieve schuldenregeling, op voorlegging van de beschikking van toelaatbaarheid, bedoeld in artikel 1675/6 van het Gerechtelijk Wetboek, alsmede de persoon belast met overmatige schulden op voorlegging van een verklaring van hem waaruit blijkt dat de toekenning van de rechtsbijstand of van de juridische tweedelijnsbijstand aangevraagd wordt met het oog op de inleiding van een procedure van collectieve schuldenregeling.» 2° in het tweede lid, worden de woorden « 10 % van het leefloon » vervangen door de woorden « 15 % van het leefloon ».
Art. 2.In artikel 2, tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden « 10 % van het leefloon » vervangen door de woorden « 15 % van het leefloon ».
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2006.
Art. 4.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 juli 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX