gepubliceerd op 23 juli 2002
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 tot uitvoering van artikel 35, § 4, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers
7 JULI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 tot uitvoering van artikel 35, § 4, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, inzonderheid op artikel 35, § 4, vervangen bij de wet van 26 maart 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 mei 1999 tot uitvoering van artikel 35, § 4 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 september 2000;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid gegeven op 24 mei 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 mei 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 28 mei 2002;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat in artikel 35, § 1, 5°, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers wordt bepaald dat bedrag F* (forfaitair kwartaalbedrag van de bijdragevermindering) vanaf 1 april 1999 jaarlijks wordt vastgelegd bij een in Ministerraad overlegd besluit;
Dat dit besluit, dat past in de algemene hervorming tot verhoging van de structurele vermindering van de lasten op de arbeidsinkomsten, tot doel heeft gevolg te geven aan voormeld wettelijk voorschrift, door de indexering van de loongrenzen waarmee rekening wordt gehouden voor de berekening van de specifieke structurele vermindering van de werkgeversbijdragen van sociale zekerheid voor de werknemers van beschutte werkplaatsen;
Dat voor het welslagen van de hervorming er dan ook absoluut zoveel mogelijk moet voorkomen worden dat de verschillende reeds of weldra aangenomen maatregelen op verschillende data in werking zouden treden;
Dat dit besluit dus op 1 april 2002 uitwerking moet hebben om de wettelijke verplichting van jaarlijkse vaststelling van het bedrag F* te kunnen nakomen.
Dat aangezien onderhavige bepalingen op 1 april 2002 uitwerking hebben, de betrokken werkgevers dus dringend alle zekerheid moeten bekomen over de toepassing van deze vermindering vanaf deze datum, en namelijk om hun de mogelijkheid te geven hun verplichtingen inzake driemaandelijkse aangifte aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid te kunnen nakomen;
Gelet op het advies nr. 33.631/1 van de Raad van State, gegeven op 18 juni 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 tot uitvoering van artikel 35, § 4, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 december 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de getallen « 9 750 frank », « 19 000 », « 8 500 BEF » en « 21 206 », worden vervangen door de getallen « 241,70 EUR », « 471,00 », « 210,71 EUR » en « 525,68 »;2° § 2, 1.a) wordt vervangen als volgt : « a) De lastenverlaging hangt af van de zone waarin de loonmassa S van de werknemer zich situeert. Hiertoe onderscheidt men vier zones die afgebakend worden door de waarden S0, S1 en S2 : S0 is gelijk aan 2.565,18 EUR;
S1 is gelijk aan 3.536,43 EUR;
S2 is gelijk aan 4.470,31 EUR. »
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2002.
Art. 3.Onze Minister van Werkgelegenheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 juli 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE