gepubliceerd op 10 december 1997
Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
7 JULI 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid artikel 11, § 1, vervangen door de wet van 22 juli 1993;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid artikel 3, § 1, 3° en 4°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995, en artikel 7, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 mei 1976;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 19 november 1996, Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 19 november 1996;
Gelet op het protocol van 26 maart 1997, waarin de conclusies van de onderhandeling gevoerd binnen het Sectorcomité XII, worden vermeld;
Gelet op de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State, inzonderheid artikel 3, § 1, gewijzigd door de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de aanpassing van de administratieve loopbaan van de ambtenaren, die titularis zijn van bijzondere graden, op dezelfde wijze dient te geschieden als deze van de ambtenaren, die titularis zijn van gemene graden; dat bijgevolg de weddeschalen van de ambtenaren die titularis zijn van bijzondere graden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid onverwijld dienen te worden vastgesteld;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Organieke regeling
Artikel 1.De weddeschaal verbonden aan de bijzondere graad van administrateur-generaal (R.16) wordt vastgesteld als volgt : 1.943.348 - 2.580.028 11 x 2 x 57.880 (Kl. 24j. - N1 - G.B.)
Art. 2.De weddeschaal verbonden aan de bijzondere graad van adjunct-administrateur-generaal (R 15) wordt vastgesteld als volgt : 1.843.916 - 2.431.635 11 x 2 x 53.429 (Kl. 24j. - N1 - G.B.)
Art. 3.§ 1. Aan de graad van bibliothecaris (rang 26) wordt de weddeschaal 26 E verbonden. § 2. De bibliothecaris die negen jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddeschaal 26 H.
Art. 4.§ 1 Aan de graad van eerstaanwezend bibliothecaris (rang 28) wordt de weddeschaal 28 C verbonden. § 2. De eerstaanwezend bibliothecaris die ten minste zes jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 28 D bekomen.
Art. 5.§ 1. Aan de graad van actuaris (rang 10) wordt de weddeschaal 10 D verbonden. § 2. De actuaris die ten minste vier jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 10 E bekomen. § 3. De actuaris die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de volgende weddeschaal bekomen : 1.205.758 - 1.713.329 3/1 x 26.713 8/2 x 53.429 (N.1 - G.B) HOOFDSTUK II. - Overgangsbepalingen
Art. 6.De wedde van sommige ambtenaren die op 1 januari 1994 met een geschrapte graad bekleed waren, en die ambtshalve in een nieuwe opgerichte graad benoemd zijn in toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 7 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan en vaststelling van de hiërarchie van de bijzondere graden waarvan de ambtenaren van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kunnen titularis zijn, wordt vastgesteld in de weddeschaal verbonden aan de opgerichte graad opgenomen in tabel I gevoegd bij dit besluit.
Art. 7.De wedde van sommige ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit met een geschrapte graad bekleed zijn, en die ambtshalve in een nieuwe opgerichte graad benoemd zijn in toepassing van artikelen 4 en 5 van het koninklijk besluit van 7 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan en vaststelling van de hiërarchie van de bijzondere graden waarvan de ambtenaren van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kunnen titularis zijn, wordt vastgesteld in de weddeschaal opgenomen in tabel II gevoegd bij dit besluit.
Art. 8.De weddeschalen van de volgende bijzondere graden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden als volgt vastgesteld : § 1. vanaf 1 januari 1994 : Adjunct-bibliothecaris 1e klasse (rang 23) 708.069 - 1.070.502 3/1 x 10.072 1/2 x 11.686 1/2 x 15.578 3/2 x 26.852 9/2 x 24.933 (Kl. 20 j. - N.2 - G.A.) Adjunct-bibliothecaris (rang 22) 618.141 - 953.722 3/1 x 10.072 1/2 x 11.686 1/2 x 15.578 2/2 x 26.852 9/2 x 24.933 (Kl. 20 j. - N.2 - G.A.) § 2. vanaf 1 juli 1995 : Adjunct-bibliothecaris 1e klasse (rang 27) 708.069 - 1.070.502 3/1 x 10.072 1/2 x 11.686 1/2 x 15.578 3/2 x 26.852 9/2 x 24.933 (Kl. 23 j. - N.2 + - G.A.) Adjunct-bibliothecaris (rang 26) 618.141 - 953.722 3/1 x 10.072 1/2 x 11.686 1/2 x 15.578 2/2 x 26.852 9/2 x 24.933 (Kl. 23 j. - N.2 + - G.A.)
Art. 9.De weddeschalen van de hierboven vermelde bijzondere graden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, worden vastgelegd als volgt : § 1. vanaf 1 november 1993 : Administrateur-generaal (rang 16) 1.943.348 - 2.580.028 11 x 2 x 57.880 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) Adjunct-administrateur-generaal (rang 15) 1.843.916 - 2.431.635 11 x 2 x 53.429 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) § 2. vanaf 1 juni 1994 : Adjunct-adviseur-hoofd van dienst (rang 12) Eerstaanwezend inspecteur-hoofd van dienst (rang 12) 1.018.768 - 1.514.768 3/1 x 24.933 11/2 x 38.291 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) Eerstaanwezend inspecteur (rang 11) 898.575 - 1.394.575 3/1 x 24.933 11/2 x 38.291 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.) Inspecteur-boekhouding (rang 10) 826.981 - 1.284.690 3/1 x 24.933 10/2 x 38.291 (Kl. 24 j. - N.1. - G.B.)
Art. 10.De ambtenaar benoemd in de graad van bestuursassistent, voorheen bekleed met de graad van verificateur (rang 23) en die in dienst was op 1 januari 1994, behoudt het voordeel van de volgende bijzondere weddeschaal : 708.069 - 1.049.650 3/1 x 10.676 2/2 x 14.232 2/2 x 28.463 9/2 x 24.907 (Kl. 20 j. - N.2 - G.A.)
Art. 11.De ambtenaar benoemd in de graad van adviseur, voorheen bekleed met de graad van hoofd-inspecteur-directeur (rang 13) en die in dienst is op de datum van inwerkingtreding van dit besluit behoudt het voordeel van de volgende bijzondere weddeschaal : 1.357.137 - 1.944.856 11/2 x 53.429 (Kl. 24 j. - N.1 - G.B.)
Art. 12.De ambtenaar benoemd in de graad van vakman, voorheen bekleed met de graad van persbediener (rang 30) en die in dienst was op 1 januari 1994, behoudt het voordeel van de volgende bijzondere weddeschaal voor zover deze schaal voordeliger is dan de schaal 30 D : 517.075 - 701.093 3/1 x 5.595 5/2 x 11.141 8/2 x 13.941 (Kl. 18 j. - N.3 - G.A.)
Art. 13.In afwijking van artikel 7 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de ministeries, toepasselijk verklaard bij het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, komen de diensten bepaald in artikel 14 van hetzelfde besluit, voor de ambtenaren in dienst op 31 december 1993 en voor alle voor I januari 1994 gepresteerde diensten, in aanmerking vanaf de leeftijd van 20 jaar, voor de ambtenaar die gerechtigd was op een schaal behorend en tot niveau 2 en tot de klasse "20 jaar" en die op 1 juli 1995 gerechtigd is op een schaal behorende tot niveau 2 +.
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 12 juni 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, met uitzondering van : 1° artikel 9, § 1, dat uitwerking heeft met ingang van 1 november 1993;2° artikelen 6, 8, § 1, 10 en 12 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 1994;3° artikel 9, § 2, dat uitwerking heeft met ingang van 1 juni 1994;4° artikelen 8, § 2, en 13, die uitwerking hebben met ingang van 1 juli 1995.
Art. 15.§ 1. De weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden opgenomen in het koninklijk besluit van 8 december 1978 tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 maart 1989, 14 februari 1990, 19 december 1990, 15 juli 1992 en 16 juli 1993, worden vervangen door de weddeschalen vermeld in de artikelen 8 en 9 op de data vermeld in artikel 13; § 2. Het koninklijk besluit van 22 november 1976 tot vaststelling van de weddeschaal van de Administrateur-generaal van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en het koninklijk besluit van 8 december 1978 tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 maart 1989, 14 februari 1990, 19 december 1990, 15 juli 1992 en 16 juli 1993, worden op geheven.
Art. 16.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 juli 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN Bijlage I CONVERSIETABEL VAN DE GESCHRAPTE GRADEN EN DE ERAAN VERBONDEN WEDDESCHALEN NIVEAUS 2, 3 EN 4 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 7 juli 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN BIJLAGE II CONVERSIE TABEL VAN DE GESCHRAPTE GRADEN EN DE ERAAN VERBONDEN WEDDESCHALEN NIVEAUS 2 + EN 1 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 7 juli 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN