gepubliceerd op 28 november 1997
Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Fonds voor Arbeidsongevallen
16 OKTOBER 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Fonds voor Arbeidsongevallen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen door de wet van 22 juli 1993;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op het artikel 3, § 1, 3° en 4°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995 en het artikel 7, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 mei 1976;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 oktober 1996 houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen toepasselijk op de rijksbesturen;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 januari 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Fonds voor Arbeidsongevallen;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 oktober 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren en het Fonds voor Arbeidsongevallen die behoren tot de niveaus 1 en 2 +;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Fonds voor Arbeidsongevallen;
Gelet op het akkoord van onze Minister van Begroting, gegeven op 2 september 1996;
Gelet op het akkoord van onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 2 september 1996;
Gelet op het protocol van 26 juni 1997 waarin de conclusies van de onderhandeling gevoerd binnen het sectorcomité XII worden vermeld;
Gelet op de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de aanpassing van de administratieve loopbaan van de ambtenaren, die titularis zijn van bijzondere graden, op dezelfde wijze dient te geschieden als deze van de ambtenaren, die titularis zijn van gemene graden; dat bijgevolg de weddeschalen van de ambtenaren die titularis zijn van bijzondere graden bij het Fonds voor Arbeidsongevallen onverwijld dienen te worden vastgesteld;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Organieke bepalingen
Artikel 1.§ 1. De administrateur-generaal (R16) geniet het voordeel van de weddeschaal 16A. § 2. De adjunct-administrateur-generaal (R15) geniet het voordeel van de weddeschaal 15A. HOOFDSTUK II. - Bijzondere geldelijke bepalingen
Art. 2.De wedde van sommige ambtenaren die ambtshalve benoemd zijn tot een graad overeenkomstig het artikel I van het koninklijk besluit van 31 januari 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Fonds voor Arbeidsongevallen of overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 16 oktober 1997 houdende vereenvoudigmg van de loopbaan van sommige ambtenaren bij het Fonds voor Arbeidsongevallen die behoren tot de niveaus 1 en 2+, wordt vastgesteld in de weddeschaal opgenomen in de bij dit besluit gevoegde tabel.
Art. 3.De ambtenaar benoemd in de graad van bestuursassistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van verificateur en die in dienst is op 1 januari 1994, behoudt het voordeel van de volgende weddeschaal : 708.069 - 1.049.650 3/1 x 10.676 2/2 x 14.232 2/2 x 28.463 9/2 x 24.907 (Kl. 20 j - N2 - G.A.)
Art. 4.De ambtenaar benoemd in de graad van sociaal inspecteur-directeur, voorheen bekleed met de geschrapte graad van hoofdinspecteur directeur en die in dienst is op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit behoudt het voordeel van de volgende weddeschaal : 1.357.137 - 1.944.856 11/2 x 53.429 (Kl. 24 j - N1 - G.B.)
Art. 5.De weddeschalen verbonden aan de hiernavermelde bijzondere graden worden vastgesteld als volgt : a) met ingang van 1 januari 1994 : - paramedicus (R26) 626.780 - 920.651 3/1 x 12.465 12/2 x 21.373 (Kl. 23 j - N2+ - G.A.) b) met ingang van 1 juni 1994 : - eerstaanwezend inspecteur-hoofd van dienst (R12) 1.018.768 - 1.514.768 3/1 x 24.933 11/2 x 38.291 (Kl. 24 j - N1 - G.B.) - eerstaanwezend inspecteur (R 11) 898.575 - 1.394.575 3/1 x 24.933 11/2 x 38.291 (Kl. 24 j - N1 - G.B.) HOOFDSTUK III. - Opheffings- en slotbepalingen
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 7 juli 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Fonds voor arbeidsongevallen, met uitzondering van het artikel 5 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1994 en ophoudt van kracht te zijn op 1 oktober 1997.
Art. 7.§ 1. De weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden opgenomen in artikel 2 van het koninklijk besluit van 31 januari 1997 tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Fonds voor arbeidsongevallen worden vervangen door de in artikel 5 van dit besluit vermelde weddeschalen op de in dit artikel vastgestelde data. § 2. Het koninklijk besluit van 31 januari 1997 tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Fonds voor arbeidsongevallen wordt opgeheven.
Art. 8.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 oktober 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 16 oktober 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN