Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 januari 2014
gepubliceerd op 24 januari 2014

Koninklijk besluit betreffende de rechtstreekse levering, door een primaire producent, van kleine hoeveelheden van sommige levensmiddelen van dierlijke oorsprong aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel

bron
federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
numac
2014018021
pub.
24/01/2014
prom.
07/01/2014
ELI
eli/besluit/2014/01/07/2014018021/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 JANUARI 2014. - Koninklijk besluit betreffende de rechtstreekse levering, door een primaire producent, van kleine hoeveelheden van sommige levensmiddelen van dierlijke oorsprong aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne, artikel 1, 2. c) en 3; Gelet op Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiëne-voorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong, artikel 1, 3 c) tot e) en 4;

Gelet op de wet van 15 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/04/1965 pub. 12/12/2011 numac 2011000765 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toepassing van de sociale- zekerheidswetgeving voor werknemers op sommige categorieën van personen. - Duitse vertaling sluiten betreffende de keuring van en de handel in vis, gevogelte, konijnen en wild en tot wijziging van de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel, artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 13 juli 1981, 27 mei 1997 en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/2001 pub. 28/02/2001 numac 2001022136 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen sluiten en artikel 4, § 1, derde lid;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw, tuinbouw, en zeevisserijproducten, artikel 3, § 1, 2°, gewijzigd bij de wet van 29 december 1990;

Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, artikel 2;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/2001 pub. 28/02/2001 numac 2001022136 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen sluiten houdende organisatie van de controles die worden verricht door het FAVV en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, bekrachtigd door de wet van 19 juli 2001, artikel 3bis, eerste lid, ingevoegd bij de wet van 28 maart 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005023110 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende de hygiëne van levensmiddelen van dierlijke oorsprong type koninklijk besluit prom. 22/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005023111 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van aanvullende maatregelen voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong sluiten betreffende de hygiëne van levensmiddelen van dierlijke oorsprong;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 november 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2009 pub. 03/12/2009 numac 2009018498 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren sluiten betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren;

Gelet op het advies 02-2012 van het wetenschappelijk comité ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 17 februari 2012;

Gelet op de mededeling aan de Europese Commissie, op 12 september 2012, met toepassing van artikel 8, lid 1, van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van de normen en technische voorschriften met betrekking tot de diensten van de informatiemaatschappij;

Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de Federale Overheid van 15 november 2013;

Gelet op advies nr. 54.426/3 van de Raad van State, gegeven op 4 december 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Werkingssfeer en definities

Artikel 1.Dit besluit legt voorschriften vast met betrekking tot hygiëne evenals de maximale hoeveelheden die van toepassing zijn op : 1° de rechtstreekse levering, door de houder, van kleine hoeveelheden primaire producten aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert;2° de rechtstreekse levering, door de zeevisser, van kleine hoeveelheden primaire producten van zijn eigen vangst aan de eindverbruiker;3° de rechtstreekse levering, door de jager, van kleine hoeveelheden vrij wild aan de eindverbruiker;4° de rechtstreekse levering, door de producent, van kleine hoeveelheden van de in artikel 17 tot 21 bedoelde levensmiddelen van dierlijke oorsprong;

Art. 2.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder : 1° Agentschap : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;2° Verordening (EG) nr.852/2004 : de Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne; 3° Verordening (EG) nr.853/2004 : de Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong; Koninklijk besluit van 16 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten : het koninklijk besluit van 16 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;Koninklijk besluit van 10 november 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2009 pub. 03/12/2009 numac 2009018498 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren sluiten : het koninklijk besluit van 10 november 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2009 pub. 03/12/2009 numac 2009018498 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren sluiten betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren;6° Plaatselijke detailhandel : de detailhandel die gelegen is binnen een straal van 80 km van de productie-inrichting en die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert;7° Gekwalificeerd persoon : de natuurlijke persoon die door het Agentschap is geregistreerd als gekwalificeerd persoon bedoeld in Sectie IV, Hoofdstuk I, van bijlage III bij de Verordening (EG) nr. 853/2004; 8° Producent : de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de dieren op de veehouderij, de natuurlijke persoon die met voormelde natuurlijke persoon samenwoont of de rechtspersoon waarvoor een of meer van de genoemde natuurlijke personen verantwoordelijk zijn en die, wat de in dit besluit bedoelde producten betreft, uitsluitend producten verhandelt of overdraagt die zijn geproduceerd op de veehouderij van de verantwoordelijke. § 2. Zijn eveneens van toepassing voor dit besluit de definities vermeld in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 853/2004. HOOFDSTUK II. - Primaire producten Afdeling I. - Rauwe melk en colostrum

Art. 3.De producent die rechtstreeks rauwe melk of colostrum uit de eigen productie levert aan de eindverbruiker houdt zich, onverminderd hetgeen is bepaald in het koninklijk besluit van 26 april 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/04/2009 pub. 08/06/2009 numac 2009024173 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende microbiologische criteria voor voedingsmiddelen sluiten betreffende microbiologische criteria voor voedingsmiddelen, aan de voorschriften : 1° van bijlage I bij Verordening (EG) nr.852/2004; 2° van sectie IX, hoofdstuk I, delen I en II, van bijlage III bij Verordening (EG) nr.853/2004; 3° van bijlage I.

Art. 4.De producent wiens rechtstreekse leveringen per jaar en per productie-inrichting groter zijn dan 15 000 liter rauwe koemelk, 2 000 liter rauwe melk van andere diersoorten of 20 liter colostrum, houdt zich aan de voorschriften : 1° van artikel 3, 1° en 2° ;2° van sectie IX, hoofdstuk I, deel III van bijlage III bij Verordening (EG) nr.853/2004.

Art. 5.De producent wiens rechtstreekse leveringen per jaar en per productie-inrichting groter zijn dan de helft van het productievolume of 60 000 liter rauwe koemelk of de helft van het productievolume of 8 000 liter voor rauwe melk van andere diersoorten of 100 liter colostrum, houdt zich aan de voorschriften die zijn vastgelegd in artikel 4 en aan alle bepalingen van de Verordeningen (EG) nr. 852/2004 en (EG) 853/2004 die van toepassing zijn op rauwe melk en op colostrum, alsook aan de in uitvoering daarvan genomen verordeningen.

Art. 6.§ 1. De producent mag slechts onverpakte rauwe melk of colostrum rechtstreeks leveren : 1° op de productieplaats, de rauwe melk of het colostrum wordt rechtstreeks aan de eindverbruiker overhandigd door de exploitant die ze in het bijzijn van deze verpakt;2° via huis-aan-huisverkoop binnen een straal van 80 km rond de productieplaats, de rauwe melk wordt rechtstreeks aan de eindverbruiker overhandigd door de exploitant die ze in het bijzijn van deze verpakt;3° op markten binnen een straal van 80 km rond de productieplaats;4° via melkautomaten die zijn opgesteld op de productieplaats of binnen een straal van 80 km rond de productieplaats, onverminderd de bepalingen die zijn vastgelegd in het koninklijk besluit van 22 december 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005023110 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende de hygiëne van levensmiddelen van dierlijke oorsprong type koninklijk besluit prom. 22/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005023111 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van aanvullende maatregelen voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong sluiten betreffende de hygiëne van levensmiddelen;5° vanuit de productie-inrichting aan een plaatselijke detailhandel die de rauwe melk of het colostrum rechtstreeks levert aan de eindverbruiker. § 2. Elke rechtstreekse levering gebeurt in een kleine hoeveelheid. § 3. De recipiënten kunnen door de eindverbruiker worden meegebracht of aan hem ter beschikking worden gesteld door de producent of de exploitant van de plaatselijke detailhandel.

De recipiënten bedoeld in het eerste lid, moeten door de producent of de exploitant van de plaatselijke detailhandel of de melkautomaat worden gevuld in het bijzijn van de eindverbruiker. § 4. Op de plaatsen waar rauwe melk of colostrum rechtstreeks wordt geleverd, moeten de volgende vermeldingen duidelijk zichtbaar en leesbaar zijn aangebracht ter intentie van de eindverbruiker : 1° "Rauwe melk/colostrum.Koken voor gebruik"; 2° "Te gebruiken tot [datum]";3° "Bewaren bij 0 tot 6 ° C". Als het gaat om huis-aan-huisverkoop of rechtstreekse levering aan de plaatselijke detailhandel mag die informatie op een andere wijze worden verstrekt.

De datum zoals bedoeld in het eerste lid, 2° mag niet later vallen dan drie dagen na de eerste melkbeurt waarvan melk of colostrum aanwezig is in de voorraad waaruit de kleine hoeveelheid wordt genomen.

Art. 7.§ 1. In afwijking op artikel 6, § 1, is de rechtstreekse levering van voorverpakte rauwe melk of colostrum zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 13 september 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/09/1999 pub. 29/10/1999 numac 1999022945 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de etikettering van voorverpakte voedingsmiddelen sluiten betreffende de etikettering van voorverpakte voedingsmiddelen toegestaan op voorwaarde dat de producent beschikt over een toelating overeenkomstig artikel 3, § 2 van het koninklijk besluit van 16 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten. In dat geval gebeurt de levering : 1° op de productieplaats;2° via huis-aan-huis verkoop binnen een straal van 80 km rond de productieplaats;3° op markten binnen een straal van 80 km rond de productieplaats;4° van de productieplaats naar een plaatselijke detailhandel. § 2. Elke rechtstreekse levering bedoeld in § 1, gebeurt in een kleine hoeveelheid. § 3. Onverminderd artikel 2 van het voornoemd koninklijk besluit van 13 september 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/09/1999 pub. 29/10/1999 numac 1999022945 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de etikettering van voorverpakte voedingsmiddelen sluiten, moeten de volgende vermeldingen duidelijk zichtbaar en leesbaar zijn aangebracht : 1° "Rauwe melk/colostrum.Koken voor gebruik"; 2° "Te gebruiken tot [datum]";3° "Bewaren bij 0 tot 6 ° C". Als het gaat om huis-aan-huisverkoop of rechtstreekse levering aan de plaatselijke detailhandel mag die informatie op een andere wijze worden verstrekt.

De datum bedoeld in het eerste lid, 2° mag niet later vallen dan drie dagen na de eerste melkbeurt waarvan nog melk of colostrum aanwezig is in de voorraad waaruit de kleine hoeveelheid wordt genomen.

Art. 8.§ 1. Melk die afkomstig is van een productiebedrijf waarvan de melk gedurende vier opeenvolgende maanden niet voldeed aan het geldende criterium inzake het kiemgetal of het aantal somatische cellen, mag niet rechtstreeks worden geleverd van zodra de producent in kennis is gesteld of de mogelijkheid heeft om kennis te nemen van het vierde ongunstige maandresultaat.

De rechtstreekse levering mag pas worden hervat nadat is aangetoond dat de nieuw geproduceerde rauwe melk aan de criteria voldoet. § 2. Melk die bij de test voor het opsporen van antibioticaresiduen een positief resultaat te zien geeft, evenmin als de nadien in het productiebedrijf geproduceerde melk, mag niet rechtstreeks worden geleverd van zodra de producent in kennis is gesteld of de mogelijkheid heeft om kennis te nemen van dit resultaat of het zelf heeft vastgesteld. Evenwel mag de producent de testen en hun gevolgen beperken tot de productie van individuele dieren die met geneesmiddelen werden behandeld.

De rechtstreekse levering mag pas worden hervat nadat is aangetoond dat de nieuw geproduceerde rauwe melk aan de criteria voldoet. Het is verboden niet-conforme melk of vermoedelijk niet- conforme melk te mengen met conforme melk. Afdeling II. - Eieren

Art. 9.§ 1. Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 10 november 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2009 pub. 03/12/2009 numac 2009018498 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren sluiten, kan de pluimveeproducent eieren uit de eigen productie rechtstreeks aan de eindverbruiker leveren : 1° op het productiebedrijf;2° via huis-aan-huisverkoop binnen een straal van 80 km rond de productieplaats;3° via automaten die opgesteld staan op het productiebedrijf of binnen een straal van 80 km rond het productiebedrijf;4° op markten binnen een straal van 80 km rond het productiebedrijf. Uitgezonderd voor kippeneieren, kan de producent eveneens vanaf het productiebedrijf rechtstreeks leveren aan een plaatselijke detailhandel die de eieren rechtstreeks aan de eindverbruiker levert.

In dat geval is de registratie bedoeld in artikel 2, § 1 van het koninklijk besluit van 16 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten vereist. § 2. Elke rechtstreekse levering geschiedt in kleine hoeveelheden. § 3. Voor productiebedrijven die niet beschikken over een registratie zoals bedoeld in artikel 2, § 1 van het voormeld koninklijk besluit van 16 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten, is de rechtstreekse levering beperkt tot maximum 15 000 eieren per jaar. § 4. Kippeneieren kunnen slechts onder de in bijlage II vastgestelde voorwaarden rechtstreeks worden geleverd.

Art. 10.In toepassing van de bepalingen van deze afdeling kan de pluimveeproducent enkel rechtstreeks leveren, indien hij zich houdt aan : 1° de voorschriften van bijlage I bij Verordening (EG) nr.852/2004, 2° de specifieke voorschriften voor eieren van sectie X, hoofdstuk I van de bijlage III bij de Verordening (EG) nr.853/2004. Afdeling III. - Visserijproducten

Art. 11.Deze afdeling is van toepassing op : 1° levende vis uit aquacultuur;2° op zee gevangen vis;3° op zee gevangen vis waarop aan boord van het vaartuig één of meerdere van de volgende bewerkingen zijn uitgevoerd : doden, verbloeden, koppen, strippen, verwijderen van de vinnen, koelen en/of onmiddellijke verpakking.

Art. 12.De rechtstreekse levering door de producent van visserijproducten, bedoeld in artikel 11, uit de eigen productie kan enkel : 1° aan de eindverbruiker op het productiebedrijf of aan de plaatselijke detailhandel, voor wat van aquacultuur afkomstige levende vis betreft;2° aan de eindverbruiker vanaf het vaartuig na het aanmeren of op de kade voor wat op zee gevangen visserijproducten betreft.

Art. 13.De rechtstreekse levering geschiedt in kleine hoeveelheden met een maximum van alles samen : 1° 20 000 kg per jaar voor van aquacultuur afkomstige levende vis.2° 100 kg per aanlanding voor op zee gevangen visserijproducten.

Art. 14.§ 1. De producent kan de in deze afdeling bedoelde producten enkel rechtstreeks leveren indien hij zich houdt aan : 1° de voorschriften van bijlage I bij Verordening nr.(EG) 852/2004; 2° de specifieke hygiënevoorschriften van artikel 15. § 2. Wanneer ze rechtstreeks worden geleverd overeenkomstig deze afdeling, worden de visserijproducten vrijgesteld van de officiële controle bedoeld in de artikelen 15 en 16 van het koninklijk besluit van 22 december 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005023110 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende de hygiëne van levensmiddelen van dierlijke oorsprong type koninklijk besluit prom. 22/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005023111 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van aanvullende maatregelen voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong sluiten tot vaststelling van aanvullende maatregelen voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong.

Art. 15.§ 1. De specifieke inrichtings- en uitrustingsvoorwaarden waaraan de producent moet voldoen die op zee gevangen visserijproducten rechtstreeks levert, zijn de volgende : 1° de vaartuigen zijn zodanig ontworpen en gebouwd dat de visserijproducten niet verontreinigd kunnen worden.De gedeelten die bestemd zijn voor de opslag van visserijproducten zijn schoon en worden goed onderhouden; 2° de lokalen en recipiënten die worden gebruikt voor de opslag van de visserijproducten, zijn van die aard dat de producten onder bevredigende hygiënische omstandigheden kunnen worden bewaard en dat, waar nodig, het smeltwater niet in contact blijft met de producten.De lokalen en de recipiënten zijn schoon en worden goed onderhouden; 3° de oppervlakken waarmee visserijproducten in aanraking komen en de uitrusting en het gereedschap voor de bewerking van visserijproducten bestaan uit corrosiebestendig materiaal dat gemakkelijk kan worden schoongemaakt en ontsmet.Zij zijn schoon en worden goed onderhouden; 4° de voorzieningen voor het aanlanden en lossen die in contact komen met de visserijproducten, bestaan uit materiaal dat gemakkelijk kan worden gereinigd en ontsmet.Die voorzieningen verkeren in goede staat van onderhoud en zijn schoon; § . 2. De specifieke hygiënevoorschriften waaraan de producent die op zee gevangen visserijproducten rechtstreeks levert, zich moet houden, zijn de volgende : 1° zodra de visserijproducten aan boord zijn, worden ze zo snel mogelijk beschermd tegen verontreiniging en tegen inwerking van de zon of andere warmtebronnen;2° de visserijproducten worden, zo snel mogelijk na het aan boord brengen, gekoeld, tenzij zij levend worden bewaard.Als de visserijproducten niet kunnen worden gekoeld op het vaartuig, worden ze zo snel mogelijk aan land gebracht en zo snel mogelijk na het aanlanden gekoeld; 3° de visserijproducten worden zodanig gehanteerd en opgeslagen dat beschadiging wordt voorkomen;4° wanneer visserijproducten aan boord van het vaartuig worden ontkopt en/of gestript, worden die bewerkingen zo snel mogelijk na het vangen onder hygiënische omstandigheden uitgevoerd en worden de producten onmiddellijk grondig gewassen.5° de ingewanden en de delen van de visserijproducten die een gevaar kunnen vormen voor de volksgezondheid worden zo spoedig mogelijk verwijderd en gescheiden van de voor menselijke consumptie bestemde producten bewaard.6° bij het aanlanden en lossen wordt verontreiniging van de visserijproducten vermeden;7° verse visserijproducten worden, ook tijdens het vervoer, bewaard bij een temperatuur welke die van smeltend ijs benadert;8° levend bewaarde visserijproducten worden, ook tijdens het vervoer, bewaard bij een temperatuur en op een manier die de voedselveiligheid of de houdbaarheid ervan niet aantast;9° de visserijproducten voldoen aan de gezondheidsnormen zoals bedoeld in Hoofdstuk V van Sectie VIII van bijlage III bij Verordening (EG) nr.853/2004; 10° in voorkomend geval dienen de voorschriften van punt D van Hoofdstuk III van Sectie VIII van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 te worden nageleefd; Afdeling IV. - Vrij wild

Art. 16.de volgende voorwaarden worden nageleefd bij rechtstreekse levering aan de eindverbruiker door de jager van kleine hoeveelheden vrij wild : 1° het gaat om vrij wild dat is neergeschoten door de jager of door de groep jagers waarvan hij bij de jacht deel uitmaakt;2° naargelang het om grof vrij wild dan wel klein wild gaat, zijn de bepalingen van hoofdstuk II of III van sectie IV bij de bijlage III van de Verordening (EG) nr.853/2004 nageleefd; 3° elke jager mag ten hoogste rechtstreeks aan de eindverbruiker 1 stuk grof vrij wild en 10 stuks klein vrij wild leveren die zijn neergeschoten op dezelfde jachtdag en op een en hetzelfde jachtterrein;4° het wild gaat vergezeld van de verklaring zoals bedoeld in bijlage III, sectie IV, hoofdstuk II van Verordening (EG) nr.853/2004. De jager ziet erop toe dat de passende rubrieken van deze verklaring zijn ingevuld, in het bijzonder wanneer een everzwijn wordt overgedragen; 5° everzwijnen en andere voor trichinen gevoelige soorten ondergaan op aanvraag van de gekwalificeerde persoon een trichinenonderzoek in een geaccrediteerd of erkend laboratorium;het gunstige resultaat is gekend voor de levering of het resultaat wordt, nadat de eindconsument bij de levering gewezen is op het belang van een lopend onderzoek, na ontvangst ervan door de gekwalificeerde persoon aan de eindconsument meegedeeld. HOOFDSTUK III. - Niet primaire producten Afdeling I. - Visserijproducten van aquacultuurbedrijven

Art. 17.§ 1. Onverminderd de bepalingen van Verordening (EG) nr. 852/2004, mag de aquacultuurproducent uitsluitend visserijproducten verkregen uit zijn eigen productie rechtstreeks leveren aan de eindverbruiker of aan de detailhandel die door de producent in de productieplaats wordt geëxploiteerd voor zo ver die producten slechts één of meer van volgende handelingen hebben ondergaan : slachten, verbloeden, koppen, strippen, verwijderen van de vinnen, koelen en/of onmiddellijk verpakken. § 2. De rechtstreekse levering geschiedt : 1° met een maximum totale hoeveelheid per jaar lager of gelijk aan 7 500 kg;2° op voorwaarde dat de inrichting beschikt over een toelating overeenkomstig artikel 3, § 2 van het koninklijk besluit van 16 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten;3° op de productieplaats, via huis-aan-huisverkoop of op markten binnen een straal van 80 km rond het productiebedrijf wanneer de levering rechtstreeks aan de eindverbruiker gebeurt;4° onmiddellijk vanaf de productieplaats wanneer de levering rechtstreeks gebeurt aan de detailhandel die door de producent in de productieplaats wordt geëxploiteerd. § 3. Elke rechtstreekse levering gebeurt in kleine hoeveelheden. § 4. De visserijproducten mogen worden verdeeld in moten, gefileerd, onmiddellijk verpakt en finaal verpakt op vraag van de eindverbruiker en in diens bijzijn.

De visserijproducten mogen andere behandelingen of verwerking ondergaan met het oog op het rechtstreeks leveren aan de eindverbruiker in een verkooppunt of een detailhandel gevestigd op de plaats van het aquacultuurbedrijf en geëxploiteerd onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de producent.

Art. 18.De volgende infrastructuur- en hygiënevoorschriften gelden : 1° de producent beschikt over een lokaal dat goed onderhouden en zodanig ingericht en uitgerust is dat de bewerkingen op hygiënische wijze kunnen worden uitgevoerd en dat inzonderheid voorzien is met de nodige uitrusting voor het wassen en het ontsmetten van het gereedschap en de handen;2° de voorzieningen die gebruikt worden voor de opslag van de visserijproducten zijn van zodanige aard dat de producten onder bevredigende hygiënische omstandigheden kunnen worden bewaard en dat het smeltwater niet in contact met de producten blijft.De lokalen en de recipiënten zijn schoon en worden goed onderhouden; 3° de behandelingen worden zo snel mogelijk na het vangen onder hygiënische omstandigheden uitgevoerd en de producten worden onmiddellijk grondig gewassen met drinkwater of schoon water dat in voldoende hoeveelheid voor handen is;4° de ingewanden en delen van de visserijproducten die een gevaar kunnen vormen voor de volksgezondheid, worden zo spoedig mogelijk verwijderd en gescheiden van de voor menselijke consumptie bestemde producten bewaard.Dierlijke bijproducten zijn rechtstreeks noch onrechtstreeks een bron van verontreiniging; 5° de visserijproducten worden, ook tijdens het vervoer, bewaard bij een temperatuur welke die van smeltend ijs benadert.Het gebruikte ijs wordt bereid op basis van drinkwater of schoon water. Het wordt op zodanige wijze bereid, gehanteerd en opgeslagen dat het tegen verontreiniging is beschermd; 6° er wordt een goede persoonlijke hygiëne in acht genomen en er wordt gepaste en schone kledij gedragen. Afdeling II. - Vlees van pluimvee en lagomorfen

Art. 19.§ 1. Onverminderd de bepalingen van de Verordening (EG) nr. 852/2004, mag de producent van pluimvee of lagomorfen tot 7 500 stuks van zijn pluimvee en tot 1 000 stuks van zijn lagomorfen per jaar op zijn bedrijf slachten met het oog op de rechtstreekse levering in kleine hoeveelheden aan de eindverbruiker of aan het verkooppunt of de detailhandel gevestigd op de plaats van productie en geëxploiteerd onder rechtstreekse verantwoordelijkheid van de producent van het pluimvee of de lagomorfen, indien : 1° de inrichting beschikt over een toelating voor slachting op het landbouwbedrijf in toepassing van artikel 3, § 2 van het koninklijk besluit van 16 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten en 2° hij zich houdt aan de vereisten van artikel 20 bij het uitoefenen van zijn activiteiten. § 2. De producent kan pluimvee en lagomorfen die op zijn bedrijf zijn geslacht rechtstreeks aan de eindverbruiker leveren onder de vorm van hele karkassen die evenwel mogen worden versneden op vraag van en in het bijzijn van de eindverbruiker.

De rechtstreekse levering bedoeld in het eerste lid kan plaatsvinden : 1° op het landbouwbedrijf;2° op de plaatselijke markt ingericht in de gemeente waar het landbouwbedrijf zich bevindt of in de aangrenzende gemeenten.Indien in geen van deze gemeenten een plaatselijke markt is ingericht, dan kan de rechtstreekse levering plaatsvinden in de dichtstbijgelegen markt.

In geval van rechtstreekse levering op een plaatselijke markt, worden de naam en het adres van de producent evenals de toelating bedoeld in § 1, 1° zodanig geafficheerd dat de eindverbruiker er gemakkelijk kennis van kan nemen. § 3. De producent kan pluimvee en lagomorfen die op het bedrijf zijn geslacht, leveren aan de vleeswinkel of aan de detailhandel die maaltijden verstrekt en zich op het bedrijf bevinden en worden geëxploiteerd onder zijn rechtstreekse verantwoordelijkheid, op voorwaarde dat de vleeswinkel of detailhandel uitsluitend levert aan de eindverbruiker.

Art. 20.§ 1. De producent beschikt over een slachtlokaal waar pluimvee en lagomorfen worden geslacht dat voldoet aan de volgende vereisten : 1° het is voldoende groot en geschikt om de dieren hygiënisch te slachten;2° het lokaal is voorzien van de uitrusting die nodig is om te vermijden dat het vlees met de vloer of de muren in aanraking komt;3° de producent beschikt in het slachtlokaal ten minste over een wasbak;4° de producent beschikt over een installatie voor het ontsmetten van gereedschap die in overeenstemming is met hetgeen is bepaald in bijlage III, sectie II, hoofdstuk II, 3, bij Verordening (EG) nr. 853/2004; 5° de producent beschikt over een koelvoorziening met voldoende capaciteit om het geslachte pluimvee of de geslachte lagomorfen op te slaan. § 2. De producent leeft de volgende hygiënevoorwaarden na : 1° de dieren die op een andere manier gestorven zijn dan door slachten, worden niet voor menselijke consumptie gebruikt;2° pluimvee en lagomorfen worden niet in hetzelfde lokaal geslacht tenzij die verrichtingen plaatsvinden op verschillende tijdstippen of op verschillende plaatsen;3° de te slachten dieren worden zonder uitstel bedwelmd, verbloed, geplukt of uitgeslacht en van hun ingewanden ontdaan op zodanige wijze dat elke verontreiniging van het vlees wordt vermeden;4° het verwijderen van de ingewanden gebeurt op een andere plaats dan de andere slachtverrichtingen;5° er worden maatregelen getroffen om te vermijden dat bij het verwijderen van de ingewanden maag- en darminhoud wordt gemorst;6° na verwijdering van de ingewanden worden de geslachte dieren zo spoedig mogelijk schoongemaakt en gekoeld tot een temperatuur van ten hoogste 4 ° C.Indien de levering ter plaatse gebeurt, kan de koeling evenwel worden onderbroken vanaf het moment van de levering. § 3. De producent houdt een schriftelijk register bij waarin per slachtdag de diersoort, het aantal geslachte dieren, evenals de plaats en de datum van de rechtstreekse levering worden vermeld.

Art. 21.§ 1. In afwijking op artikel 19, § 1, dient de inrichting niet te beschikken over een toelating voor slachting op het landbouwbedrijf indien de producent zich beperkt tot het slachten van ten hoogste 500 stuks van zijn pluimvee en 250 stuks van zijn lagomorfen per jaar op zijn bedrijf met het oog op de rechtstreekse levering aan de eindverbruiker op het landbouwbedrijf. § 2. De producent bedoeld in § 1 houdt zich aan de voorschriften die zijn vermeld in artikel 20, § 1, 1° en 5°, § 2, 1°, 3°, 5° en 6° en § 3. HOOFDSTUK V - Opheffings-, wijzigings- en slotbepalingen

Art. 22.In het koninklijk besluit van 22 december 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005023110 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende de hygiëne van levensmiddelen van dierlijke oorsprong type koninklijk besluit prom. 22/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005023111 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van aanvullende maatregelen voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong sluiten betreffende de hygiëne van levensmiddelen van dierlijke oorsprong worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° artikel 1, § 1, wordt opgeheven;2° titel II wordt opgeheven.

Art. 23.§ 1. In bijlage II bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 juli 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/07/2008 pub. 22/08/2008 numac 2008018207 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de erkenningen, toelatingen en registraties sluiten en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 augustus 2012, wordt punt 4.3. vervangen als volgt :

4.3.

Inrichtingen voor de verwerking en het in de handel brengen van levensmiddelen op basis van rauwe melk

Voorverpakken van rauwe melk of vervaardigen van levensmiddelen op basis van rauwe melk, tenzij deze activiteiten door de melkproducent op het productiebedrijf zijn uitgevoerd en deze rauwe melk of levensmiddelen bestemd zijn voor rechtstreekse levering aan de eindverbruiker of de plaatselijke detailhandel

4.3.

Etablissements pour la fabrication et la mise sur le marché de denrées alimentaires à base de lait cru

Le préemballage de lait cru ou la fabrication de denrées à base de lait cru, sauf si ces activités sont effectuées par le producteur sur le site de production et ce lait cru ou ces denrées sont destinés à l'approvisionnement direct du consommateur final ou du commerce de détail local


§ 2. In bijlage III van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 juli 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/07/2008 pub. 22/08/2008 numac 2008018207 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de erkenningen, toelatingen en registraties sluiten en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 augustus 2012, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° onderdeel 2 wordt aangevuld met een punt 2.8. luidend :

2.8

Bewerken van visserijproducten op aquacultuurbedrijven

Bewerken van maximum 7 500 kg visserijproducten per jaar voor rechtstreekse levering aan de eindverbruiker op de plaats van productie of via huis-aan-huis-verkoop of aan een detailhandel die door de producent op de productieplaats wordt geëxploiteerd.

2.8

Préparation de produits de la pêche dans les exploitations aquacoles

Préparation de maximum 7 500 kg produits de la pêche par an pour l'approvisionnement direct au consommateur final sur le site de production ou via le commerce ambulant ou à un commerce de détail exploité par le producteur sur le site de production.


2° punt 4.3. wordt vervangen als volgt :

4.3.

Inrichting waar melk wordt voorverpakt of verwerkt op het productiebedrijf

Het voorverpakken of verwerken van eigen geproduceerde melk door de producent voor rechtstreekse levering aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel

4.3.

Etablissement de préemballage ou de transformation de lait à la ferme

Le préemballage et la transformation de son lait par le producteur pour l'approvisionnement direct du consommateur final ou du commerce de détail local


Art. 24.In het koninklijk besluit van 10 november 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2009 pub. 03/12/2009 numac 2009018498 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren sluiten betreffende de handelsnormen voor eieren, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° artikel 1, § 1, 2°, 3° en 4° worden opgeheven;2° in artikel 2, worden de woorden "op de productieplaats, op een lokale openbare markt of bij leuren" vervangen door de woorden "in overeenstemming met het koninklijk besluit van 7 januari 2014 betreffende de rechtstreekse levering, door de primaire producent, van kleine hoeveelheden van sommige levensmiddelen van dierlijke oorsprong aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel".

Art. 25.De minister bevoegd voor de Veiligheid van de voedselketen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te, Brussel, 7 januari 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE

Bijlage I HOOFDSTUK I : Voor rauwe melk geldende criteria Onverminderd hetgeen is bepaald in het koninklijk besluit van 26 april 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/04/2009 pub. 08/06/2009 numac 2009024173 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende microbiologische criteria voor voedingsmiddelen sluiten betreffende microbiologische criteria voor voedingsmiddelen, past de producent procedures toe die ervoor moeten zorgen dat de rauwe melk aan de volgende criteria voldoet : 1° voor rauwe koemelk :

Kiemgetal bij 30 ° C (per ml)

? 100 000 (*)

Aantal somatische cellen (per ml)

? 400 000 (**)

(*) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van twee maanden met ten minste 1 monsterneming en analyse per 3 maanden

(**) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van drie maanden met ten minste 1 monsterneming en analyse per 3 maanden


2° voor rauwe melk van andere diersoorten :

Kiemgetal bij 30 ° C (per ml)

? 1 500 000 (*)

(*) Voortschrijdend meetkundig gemiddelde over een periode van twee maanden met ten minste 1 monsterneming en analyse per 3 maanden


3° Voor rechtstreekse verkoop bestemde rauwe melk mag geen residuen van antibiotica bevatten in hoeveelheden die groter zijn dan de gehalten die zijn toegestaan voor een van de stoffen bedoeld in de bijlage bij de Verordening (EU) nr.37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong of als het totaal van de residuen van alle antibiotica samen een toegelaten maximumwaarde overschrijdt.

HOOFDSTUK II : controle door de producent op de naleving van de criteria § 1. Er worden met het oog op de controle monsters genomen uit de voorraad waaruit de rauwe melk wordt genomen die rechtstreeks aan de verbruiker zal worden geleverd.

In afwijking van het eerste lid, mogen controles worden verricht op de melk van elk dier dat met diergeneesmiddelen werd behandeld om de afwezigheid van antibioticaresiduen met betrekking tot de voor menselijke consumptie gewonnen melk na te gaan waarbij de in de bijsluiter bij de diergeneesmiddelen vermelde wachttijd in acht moet worden genomen, of zelfs een langere periode indien die is voorgeschreven door de behandelende dierenarts. § 2. De in hoofdstuk I voorgeschreven analyses worden uitgevoerd in een volgens de Europese norm EN ISO/IEC 17025 geaccrediteerd laboratorium. Ook mogen de routinemethoden worden toegepast die zijn beschreven in het ministerieel besluit van 6 november 2001Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 06/11/2001 pub. 25/07/2002 numac 2002016082 bron ministerie van middenstand en landbouw Ministerieel besluit tot vaststelling van de referentiemethoden en de principes van de routinemethoden voor de officiële bepaling van de kwaliteit en de samenstelling van melk geleverd aan kopers type ministerieel besluit prom. 06/11/2001 pub. 15/03/2002 numac 2001016374 bron ministerie van middenstand en landbouw Ministerieel besluit tot vaststelling van de referentiemethoden en de principes van de routinemethoden voor de officiële bepaling van de kwaliteit en de samenstelling van melk geleverd aan kopers sluiten tot vaststelling van de referentiemethoden en de principes van de routinemethoden voor de officiële bepaling van de kwaliteit en de samenstelling van melk geleverd aan kopers. Ongunstige resultaten vallen onder de meldingsplicht van het Agentschap.

Als een monster in overeenstemming met het tweede lid van § 1 wordt genomen, mag de producent een test uitvoeren die geschikt is voor en aangepast aan de aard van de werkzame bestanddelen van de voor behandeling van de dieren gebruikte diergeneesmiddelen. Die test is terug te vinden in een op de website van het FAVV gepubliceerde lijst. § 3. Op voorwaarde dat de rechtstreeks geleverde melk afkomstig is uit een voorraad die wordt gecontroleerd zoals bepaald in het koninklijk besluit van 21 december 2006 betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen, moeten geen extra monsters worden genomen voor de analyse op het kiemgetal, het aantal somatische cellen en de residuen van antibiotica.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 7 januari 2014 betreffende de rechtstreekse levering, door een primaire producent, van kleine hoeveelheden van sommige levensmiddelen van dierlijke oorsprong aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE

Bijlage II Nadere regels met betrekking tot rechtstreekse levering van kleine hoeveelheden kippeneieren : verplichtingen voortvloeiende uit de verordeningen betreffende de handelsnormen voor kippeneieren.

Nadere regels met betrekking tot rechtstreekse levering van kleine hoeveelheden kippen-eieren

Registratie van opfokbedrijf van legkippen

Merken

Indeling/sortering

Koninklijk besluit van 7 januari 2014 betreffende de rechtstreekse levering, door een primaire producent, van kleine hoeveelheden van sommige levensmiddelen van dierlijke oorsprong aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel

Koninklijk besluit van 3 mei 2003 betreffende de identificatie en de registratie van inrichtingen waar legkippen worden gehouden

Verordening (EG) nr.1234/2007 van de raad van 22 october 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten Bijlage XIV, A;

Handelsnormen voor eieren van kippen van de soort Gallus gallus Verordening(EG) nr. 589/2008 van de Commissie van 23 juni 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat betreft de handelsnormen voor eieren Koninklijk besluit van 10 november 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2009 pub. 03/12/2009 numac 2009018498 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren sluiten betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

Verordening (EG) nr.1234/2007 van de raad van 22 october 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten Bijlage XIV, A Handelsnormen voor eieren van kippen van de soort Gallus gallus Verordening(EG) nr. 589/2008 van de Commissie van 23 juni 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat betreft de handelsnormen voor eieren

Rechtstreekse levering op de productieplaats

ja - vanaf 15 000 eieren

neen

neen

Huis-aan-huis-huisverkoop

ja - vanaf 15 000 eieren

neen

neen

Lokale markt

ja - vanaf 15 000 eieren

Oui neen - minder dan 50 legkippen

Neen neen

Automaten op de productieplaats

ja - vanaf 15 000 eieren

neen

neen

Plaatselijke detailhandel die rechtstreeks levert aan de eindverbruiker

ja

ja

ja


Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 7 januari 2014 betreffende de rechtstreekse levering, door een primaire producent, van kleine hoeveelheden van sommige levensmiddelen van dierlijke oorsprong aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE

^