Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 januari 2002
gepubliceerd op 30 maart 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, tot intrekking van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 en tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995 houdende coördinatie van de statuten van het "gemeenschappelijk fonds"

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001013244
pub.
30/03/2002
prom.
07/01/2002
ELI
eli/besluit/2002/01/07/2001013244/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, tot intrekking van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 en tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995 houdende coördinatie van de statuten van het "gemeenschappelijk fonds" (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 juni 1997, inzonderheid op de artikelen 3, 6 en 14 van de statuten;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, tot intrekking van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 en tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995 houdende coördinatie van de statuten van het "gemeenschappelijk fonds".

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 januari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 10 juni 1997, Belgisch Staatsblad van 13 augustus 1997.

Bijlage Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1999 Intrekking van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 en wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995 houdende coördinatie van de statuten van het "gemeenschappelijk fonds" (Overeenkomst geregistreerd op 6 mei 1999 onder het nummer 50680/CO/110)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf.

Art. 2.De collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, houdende coördinatie van de statuten van het "gemeenschappelijk fonds", geregistreerd ter Griffie van de dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen onder het nummer 44488/CO/110, wordt ingetrokken.

Art. 3.Artikel 3, 1° van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, houdende coördinatie van de statuten van het "gemeenschappelijk fonds", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 juni 1997 wordt vervangen door de volgende bepalingen : «

Art. 3.1° aan de bij artikel 5, b) bedoelde werklieden aanvullende sociale toelagen toe te kennen, vormingspremies toe te kennen en acties te organiseren en te financieren voor de algemene en sociale vorming, opleiding en tewerkstelling van werknemers, zoals ondermeer voorzien in het interprofessioneel akkoord 1995/1996. »

Art. 4.Artikel 3, 5° van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995, wordt vervangen door de volgende bepalingen : «

Art. 3.5° de oprichting van een commissie voor vorming, beroepsinschakeling en tewerkstelling, het organiseren van vormings- en tewerkstellingsinitiatieven ten bate van de bij artikel 5, b) bedoelde werklieden. »

Art. 5.Artikel 3, van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995 wordt in fine aangevuld met de volgende bepaling : «

Art. 3.6° de betaling waarborgen van de aanvullende vergoeding verschuldigd aan de ontslagen werknemers, ouder dan 55 jaar, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, betreffende een aanvullende vergoeding ten voordele van oudere, ontslagen werknemers. »

Art. 6.Artikel 6, 2° van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995 wordt in fine aangevuld door de volgende bepalingen : «

Art. 6.2° Het bedrag van de aanvullende sociale toelage wordt vastgesteld op 3 450 BEF voor het jaar 1997 en op 3 450 BEF voor het jaar 1998 en wordt uitgekeerd volgens de modaliteiten vastgesteld door de beheerraad van het fonds aan de in artikel 5, b) bedoelde werklieden en werksters, voorzover zij op 30 juni van het betrokken jaar voorkomen op de lijst van het personeel van een van de in artikel 5, a) bedoelde werkgevers, evenals aan de in artikel 5, a), c) en d) bedoelde werklieden en werksters, volgens de in deze paragrafen bepaalde modaliteiten. »

Art. 7.Artikel 14 van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995 wordt in fine aangevuld met de volgende bepalingen : «

Art. 14.De werkgeversbijdrage wordt voor het jaar 1997 vastgesteld op : 1,50 pct. van de lonen van de in de onderneming tewerkgestelde werklieden en werksters die onder het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf ressorteren : - 0,85 pct. bestemd voor de werking van het gemeenschappelijk fonds; - 0,45 pct. in uitvoering van artikel 3, 4° inzake brugpensioen; - 0,20 pct. bestemd voor de personen die behoren tot de risicogroepen en de personen op wie een begeleidingsplan van toepassing is.

De werkgeversbijdrage wordt voor het jaar 1998 vastgesteld op : 1,30 pct. van de lonen van de in de onderneming tewerkgestelde werklieden en werksters die onder het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf ressorteren : - 0,85 pct. bestemd voor de werking van het gemeenschappelijk fonds; - 0,25 pct. in uitvoering van artikel 3, 4° inzake brugpensioen; - 0,10 pct. bestemd voor de personen die behoren tot de risicogroepen en de personen op wie een begeleidingsplan van toepassing is, en de initiatieven voor de vorming en tewerkstelling; - 0,10 pct. bestemd voor de aanvullende vergoeding, verschuldigd aan de ontslagen werknemers, ouder dan 55 jaar, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, betreffende een aanvullende vergoeding ten voordele van oudere, ontslagen werknemers.

De werkgeversbijdrage wordt voor het jaar 1999 vastgesteld op : - 1,40 pct. van de lonen van de in de onderneming tewerkgestelde werklieden en werksters die onder het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf ressorteren : - 0,85 pct. bestemd voor de werking van het gemeenschappelijk fonds; - 0,25 pct. in uitvoering van artikel 3, 4° inzake brugpensioen; - 0,20 pct. bestemd voor de personen die behoren tot de risicogroepen en de personen op wie een begeleidingsplan van toepassing is, en de initiatieven voor de vorming en tewerkstelling; - 0,10 pct. bestemd voor de aanvullende vergoeding, verschuldigd aan de ontslagen werknemers, ouder dan 55 jaar, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, betreffende een aanvullende vergoeding ten voordele van oudere, ontslagen werknemers.

Indien de werkgeversbijdrage van 0,25 pct. voor brugpensioen en van 0,10 pct. voor de aanvullende vergoeding, verschuldigd aan de ontslagen werknemers ouder dan 55 jaar, niet volstaan om de uitgaven te dekken wordt de werkgeversbijdrage verhoogd teneinde de uitgaven te dekken. Indien de reserves van het gemeenschappelijk fonds zouden stijgen boven de drempel beslist in de beheerraad van het gemeenschappelijk fonds, worden de werkgeversbijdragen verminderd. »

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en heeft dezelfde geldigheidsduur als de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^