7 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 29 november 2001 houdende uitvoering van artikel 3, § 1, tweede en derde lid, van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming voor de gelijktijdige verkiezingen van 13 juni 1999 met het oog op de vernieuwing van de federale wetgevende Kamers, het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden, alsmede voor de provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2000

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 29 november 2001 houdende uitvoering van artikel 3, § 1, tweede en derde lid, van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming voor de gelijktijdige verkiezingen van 13 juni 1999 met het oog op de vernieuwing van de federale wetgevende Kamers, het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden, alsmede voor de provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2000, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 29 november 2001 houdende uitvoering van artikel 3, § 1, tweede en derde lid, van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming voor de gelijktijdige verkiezingen van 13 juni 1999 met het oog op de vernieuwing van de federale wetgevende Kamers, het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden, alsmede voor de provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2000.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 februari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage MINISTERIUM DES INNERN 29. NOVEMBER 2001 - Königlicher Erlass zur Ausführung von Artikel 3 § 1 Absatz 2 und 3 des Gesetzes vom 11.April 1994 zur Organisierung der automatisierten Wahl für die gleichzeitigen Wahlen vom 13. Juni 1999 zur Erneuerung der Föderalen Gesetzgebenden Kammern, des Europäischen Parlaments und der Regional- und Gemeinschaftsräte und für die Provinzial- und Gemeindewahlen vom 8. Oktober 2000 ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 11. April 1994 zur Organisierung der automatisierten Wahl, insbesondere des Artikels 3 § 1 Absatz 2, abgeändert durch das Gesetz vom 12. August 2000, und Absatz 3;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 11. April 2001;

Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Haushalts vom 4. Juli 2001;

Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates;

Auf Vorschlag Unseres Ministers des Innern Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Vorliegender Erlass findet Anwendung auf Gemeinden, die für die gleichzeitigen Wahlen vom 13. Juni 1999 zur Erneuerung der Föderalen Gesetzgebenden Kammern, des Europäischen Parlaments und der Regional- und Gemeinschaftsräte und für die Provinzial- und Gemeindewahlen vom 8. Oktober 2000 ein automatisiertes Wahlsystem angewandt haben, das vom Staat oder gemeinsam vom Staat und von der Deutschsprachigen Gemeinschaft erworben worden ist.

Art. 2 - Für die gleichzeitigen Wahlen vom 13. Juni 1999 beläuft sich der Betrag, der von den Gemeinden, die ein automatisiertes Wahlsystem anwenden, zu entrichten ist, auf einen Euro fünfundzwanzig Cent pro eingetragenen Wähler.

Art. 3 - Für die Provinzial- und Gemeindewahlen vom 8. Oktober 2000 wird dieser Betrag auf einen Euro pro eingetragenen Wähler festgelegt.

Art. 4 - Für die Gemeindewahlen vom 8. Oktober 2000 im Verwaltungsbezirk Brüssel-Hauptstadt wird dieser Betrag auf fünfzig Cent pro eingetragenen Wähler festgelegt.

Art. 5 - Die Hälfte der in den vorhergehenden Artikeln erwähnten Beträge wird auf Initiative Unseres Ministers des Innern der Deutschsprachigen Gemeinschaft gezahlt für die Beträge, die von den dieser Gemeinschaft zugehörigen Gemeinden entrichtet worden sind.

Art. 6 - Der Betrag, der für die Wahlen vom 13. Juni 1999 zu entrichten ist, wird im Laufe des Haushaltsjahres 2001 eingenommen.

Der Betrag, der für die Wahlen vom 8. Oktober 2000 zu entrichten ist, wird im Laufe des Haushaltsjahres 2002 eingenommen.

Art. 7 - Vor der Einziehung von Amts wegen zu Lasten des Kontos jeder Gemeinde, das auf deren Namen bei einem die Bestimmungen der Artikel 7, 65 beziehungsweise 66 des Gesetzes vom 22. März 1993 über den Status und die Kontrolle der Kreditinstitute erfüllenden Kreditinstitut eröffnet ist, wird Unser Minister des Innern der Gemeinde eine Aufstellung der geschuldeten Beträge übermitteln.

Art. 8 - Bis zum 31. Dezember 2001 belaufen sich die in den Artikel 2, 3 und 4 festgelegten Beträge auf fünfzig Franken, vierzig Franken beziehungsweise zwanzig Franken.

Art. 9 - Unser Minister des Innern ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 29. November 2001 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister des Innern A. DUQUESNE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 7 februari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE