gepubliceerd op 11 september 2024
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
6 SEPTEMBER 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000891 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000892 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 18/08/2003 numac 2003003429 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit waarbij de pensioenregeling ingesteld door de wet van 28 april 1958, toepasselijk wordt gemaakt op het personeel van het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Dit ontwerp van koninklijk besluit heeft tot doel een aantal wijzigingen aan te brengen aan het
koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
11/07/2003
pub.
27/01/2004
numac
2003000891
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen
type
koninklijk besluit
prom.
11/07/2003
pub.
27/01/2004
numac
2003000892
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen
type
koninklijk besluit
prom.
11/07/2003
pub.
18/08/2003
numac
2003003429
bron
federale overheidsdienst financien
Koninklijk besluit waarbij de pensioenregeling ingesteld door de wet van 28 april 1958, toepasselijk wordt gemaakt op het personeel van het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen
type
koninklijk besluit
prom.
11/07/2003
pub.
27/01/2004
numac
2003000890
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen
sluiten tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen teneinde de nieuwe procedure voor toelating tot het grondgebied wegens staatloosheid te implementeren.
Deze wijzigingen zijn het gevolg van de wet van 10 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/03/2024 pub. 22/08/2024 numac 2024006724 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat betreft de aanvraag om toelating tot verblijf wegens staatloosheid type wet prom. 10/03/2024 pub. 22/08/2024 numac 2024005947 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen inzake het recht op gezinshereniging sluiten tot wijziging van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van de vreemdelingen wat betreft de aanvraag om toelating van verblijf wegens staatloosheid voert een nieuwe procedure voor de toelating tot verblijf wegens staatloosheid in.
Het is noodzakelijk om voormeld koninklijk besluit zo spoedig mogelijk in overeenstemming te brengen met de wetswijzigingen.
Samengevat betreft het hoofdzakelijk het invoeren van bepalingen met betrekking tot de oproepingstermijnen, de organisatie van het persoonlijk onderhoud en het verzoek om inlichtingen in het kader van de aanvraag om toelating tot verblijf wegens staatloosheid.
Er wordt voor de goede orde op gewezen dat er geen Europese regelgeving voorhanden is met betrekking tot een verblijfrecht wegens staatloosheid.
ARTIKELSGEWIJZE COMMENTAAR
Artikel 1
Artikel 1 voegt een nieuwe afdeling 6 in onder hoofdstuk III. In deze afdeling zullen de bevoegdheden van de Commissaris-generaal om het advies te verstrekken bedoeld in artikel 57/41, § 1 van de wet bepaald worden.
Artikel 2
Artikel 2 voegt een nieuw artikel 35/5 in. Paragraaf 1 van dit artikel voorziet in de mogelijkheid een persoonlijk onderhoud te organiseren voor de betrokkene en bepaalt de oproepingstermijn die gerespecteerd moet worden.
Er wordt op gewezen dat het de wil is van de wetgever dat de procedure schriftelijk verloopt, aangezien de betrokkene die een aanvraag om toelating tot verblijf wegens staatloosheid indient geacht wordt in zijn aanvraag alle nuttige elementen ter staving van zijn aanvraag over te maken (cf. Memorie van toelichting, Memorie van toelichting, Parl.St. Kamer, 2022-2023, nr. 55 3600/001, 31). De Commissaris-generaal kan dus zijn advies formuleren op grond van de elementen die aan de Minister of diens gemachtigde worden meegedeeld, zoals bepaald in artikel 57/39 van de wet, zonder de betrokkene persoonlijk te horen. De beslissing om de betrokkene al dan niet persoonlijk te horen behoort dan ook tot de soevereine appreciatiebevoegdheid van het Commissariaat-generaal, die geval per geval beoordeelt of een persoonlijk onderhoud noodzakelijk is om de aanvraag te kunnen beoordelen.
De oproepingstermijn wordt, naar analogie met wat er geldt voor verzoekers voor internationale bescherming, bepaald op acht kalenderdagen. Dit volstaat om de betrokkene, op wiens initiatief de aanvraag tot het bekomen van een verblijfsrecht werd ingediend, toe te laten zich voor te bereiden op het persoonlijk onderhoud en de nodige regelingen te treffen om zich naar Brussel te begeven.
In het geval de betrokkene zich bevindt in een welbepaalde plaats zoals bedoeld in de artikelen 74/8 en 74/9 van de wet of het voorwerp uitmaakt van een veiligheidsmaatregel zoals bedoeld in artikel 68 van de wet kan de Minister of diens gemachtigde overeenkomstig artikel 57/41, § 2 van de wet de aanvraag volgens een versnelde procedure behandelen. De verkorting van de oproepingstermijn naar twee kalenderdagen is dan ook redelijk verantwoord.
Wanneer de betrokkene bedoeld in het tweede lid van artikel 35/5, § 1 op afstand gehoord wordt, voorziet het derde lid van hetzelfde artikel dat hij zo spoedig mogelijk de redenen voor een eventueel bezwaar tegen het op afstand plaatsvinden van het persoonlijk onderhoud aan de Commissaris-generaal dient mee te delen. Immers, gelet op het gegeven dat oproepingstermijn in voorkomend geval twee kalenderdagen bedraagt, is het dan ook redelijk verantwoord dat de termijn waarover de betrokkene beschikt om zijn bezwaar tegen het op afstand voeren van het persoonlijk onderhoud te rechtvaardigen in deze gevallen korter is. De termijn voor het indienen van een bezwaar kan evenwel niet herleid worden tot twee kalenderdagen. Dit zou dan namelijk tot gevolg hebben dat de betrokkene zijn bezwaar moet overmaken op het ogenblik dat hij in kennis wordt gesteld van zijn oproeping voor een persoonlijk onderhoud op afstand dewelke twee dagen later plaatsvindt.
Er wordt daarom van de betrokkene verwacht dat hij zo spoedig mogelijk de redenen van zijn bezwaar ter kennis brengt van de Commissaris-generaal.
In paragraaf 2 wordt bepaald dat een kopie van de oproeping ook per fax, per gewone post of per e-mail verstuurd naar de advocaat van de betrokkene. Er wordt verduidelijkt dat deze oproeping louter ter informatie meegedeeld wordt aan de advocaat. Het is immers aan de betrokkene om zijn advocaat in te lichten over de stand van zijn procedure. In de oproepingsbrief die door de Commissaris-generaal aan de betrokkene verstuurd wordt, staat uitdrukkelijk aangegeven dat hij zich op de dag van zijn persoonlijk onderhoud kan laten bijstaan door zijn advocaat. De betrokkene is vrij te beslissen of hij al dan niet wil worden bijgestaan door een advocaat tijdens zijn persoonlijk onderhoud. Indien hij gedurende het persoonlijk onderhoud de bijstand van een advocaat wenst, is het zijn taak om op diligente en alerte wijze zijn verdediging te organiseren, en kan er in redelijkheid worden verwacht dat hij dan zijn advocaat zelf op de hoogte brengt dat het persoonlijk onderhoud zal plaatsvinden. Daar de kopie van de oproeping die aan de advocaat wordt overgemaakt slechts een informatieve waarde heeft, is er geen sanctie voorzien indien de Commissaris-generaal geen kopie van de oproeping heeft verstuurd naar de advocaat.
In paragraaf 3 wordt bepaald welke personen aanwezig zijn op het persoonlijk onderhoud van de begeleide minderjarige. In tegenstelling tot de asielprocedure is het in de verblijfsprocedure wegens staatloosheid wel aangewezen dat de ouder(s) of de voogd aanwezig is bij het persoonlijke onderhoud van de begeleide minderjarige. Het betreft immers een objectieve procedure waarbij objectieve criteria worden nagegaan. Bovendien zal het de ouder of de voogd zijn die de nodige stappen zet om de nationaliteit of verblijfsvergunning voor de minderjarige te bekomen.
Indien het noodzakelijk is om het hoger belang van het kind te waarborgen, kan de ambtenaar zich verzetten tegen de aanwezigheid van de ouder(s) of van de voogd bij het persoonlijk onderhoud.
Paragraaf 4 werd toegevoegd om tegemoet te komen aan de opmerking in het advies van Raad van State om te voorzien in de mogelijkheid gehoord te worden door een ambtenaar van hetzelfde geslacht wanneer de betrokkene hiervoor een gegronde reden heeft. Een gegronde en ernstige reden kan zijn dat de betrokkene het slachtoffer werd van gendergerelateerd geweld.
In paragraaf 5 wordt bepaald dat indien de Commissaris-generaal beslist een persoonlijk onderhoud te organiseren, de meeste bepalingen van onderafdeling 3 betreffende het gehoor ook van toepassing zijn op het persoonlijk onderhoud in het kader van het verstrekken van een advies bij een aanvraag om toelating tot verblijf wegens staatloosheid.
Artikel 12/1, § 2, derde lid is niet van toepassing gezien dit artikel betrekking heeft op de termijn voor het indienen van een eventueel bezwaar tegen het horen op afstand door verzoekers van wie het verzoek om internationale bescherming overeenkomstig de artikelen 57/6, § 3 en 57/6/1 van de wet behandeld wordt.
Artikel 14, § 2, tweede lid voorziet dat de begeleide minderjarige niet wordt gehoord in het bijzijn van zijn ouder(s) of van zijn voogd.
Deze bepaling werd ingevoerd omdat de aanwezigheid van de ouder(s) of van de voogd niet aangewezen is om diverse redenen. Zo zou de aanwezigheid van de ouder(s) of van de voogd het onderhoud met de minderjarige kunnen bemoeilijken of het kind zelfs intimideren, zeker in het geval de minderjarige tegenstrijdige belangen heeft met de ouder(s) of met de voogd. Het persoonlijk onderhoud in het kader van het de verblijfsprocedure wegens staatloosheid is echter een objectieve procedure waarbij enkele objectieve criteria worden nagegaan.
Artikel 16 en 17 werden van toepassing verklaard om gevolg te geven aan de opmerking van de Raad van State in zijn advies van 12 juni 2024.
De mogelijkheid voor het overmaken van aanvullende stukken aan de Commissaris-generaal zoals voorzien in artikel 17, § 3 is erop gericht om bijkomende stukken aanvullend op het persoonlijk onderhoud over te maken, waarna ze bij het individueel dossier van de betrokkene worden gevoegd. Er wordt herhaald en benadrukt dat het de wil is van de wetgever dat de procedure schriftelijk verloopt, aangezien de betrokkene die een aanvraag om toelating tot verblijf wegens staatloosheid indient geacht wordt in zijn aanvraag alle nuttige elementen ter staving van zijn aanvraag over te maken (cf. Memorie van toelichting, Parl.St. Kamer, 2022-2023, nr. 55 3600/001, 31). De memorie van toelichting bij de wet licht verder toe dat de inoverwegingname van een aanvraag geen aparte beslissing is die ter kennis wordt gebracht aan de vreemdeling. (Memorie van toelichting, Parl.St. Kamer, 2022-2023, nr. 55 3600/001, 27). Indien de betrokkene aanvullende stukken zou overmaken aan de Commissaris-generaal zonder te zijn opgeroepen voor een persoonlijk onderhoud, loopt hij het risico dat deze stukken de Commissaris-generaal voortijdig dan wel laattijdig bereiken. Het valt immers niet uit te sluiten dat de minister of diens gemachtigde zijn aanvraag niet in overweging neemt, en de Commissaris-generaal dan ook niet zal gevraagd worden om een advies te formuleren. Het is eveneens mogelijk dat de stukken worden neergelegd nadat de Commissaris-generaal zijn advies reeds heeft overgemaakt aan de minister of diens gemachtigde. De mogelijkheid om aanvullende stukken neer te leggen is bijgevolg slechts van toepassing voor zover het gaat om stukken die bijkomend worden neergelegd na een persoonlijk onderhoud. Er wordt enkel rekening gehouden met de stukken die tijdig bezorgd worden.
Het recht op heroproeping in geval van afwezigheid op het persoonlijk onderhoud wordt geregeld in artikel 35/8, waardoor artikel 18 niet van toepassing is.
Voor zover er in onderafdeling 3 wordt verwezen naar de gekozen woonplaats, moet dit voor de procedure toelating tot verblijf wegens staatloosheid begrepen worden als het bij de aanvraag opgegeven adres van de effectieve verblijfplaats zoals bedoeld in artikel 57/38, § 1 van de wet.
Artikel 3
Artikel 3 voegt een nieuw artikel 35/6 in. Dit artikel somt de elementen op die minstens moeten worden vermeld in de oproeping.
Artikel 4
Artikel 4 voegt een nieuw artikel 35/7 in. Dit artikel bepaalt de rol van de tolk tijdens het persoonlijk onderhoud.
In paragraaf 1 wordt bepaald dat een tolk zal worden voorzien in één van de talen die de betrokkene beheerst. Indien de betrokkene eerder een verzoek om internationale bescherming indiende, kan de Commissaris-generaal voorzien in de bijstand van een tolk die de taal spreekt die tijdens het persoonlijk onderhoud in het kader van de asielprocedure is gebruikt.. Er kan immers redelijkerwijze van uitgegaan worden dat de betrokkene deze talen nog steeds voldoende beheerst. Indien de betrokkene intussen het Nederlands, Frans of Engels voldoende machtig is, dan kan hij overeenkomstig paragraaf 3 verzaken aan de bijstand van de tolk.
In het geval waarin de betrokkene geen eerder verzoek om internationale bescherming heeft ingediend, zal er aan de hand van de elementen vervat in het dossier zoals dat werd overgemaakt door de Minister of zijn gemachtigde bepaalt worden welke talen de betrokkene beheerst. De Commissaris-generaal zal een tolk aanstellen die één van de talen spreekt die de betrokkene voldoende machtig is. Indien het niet mogelijk is om aan de hand van de elementen in het dossier zoals overgemaakt door de Minister of zijn gemachtigde te bepalen welke talen de betrokkene beheerst, kan de Commissaris-generaal een verzoek om inlichtingen sturen overeenkomstig artikel 35/9.
Uitzonderlijk kan de situatie zich voordoen waarbij de Commissaris-generaal geen tolk vindt die één van de talen die de betrokkene machtig is spreekt (bijvoorbeeld omdat het een dialecttaal of weinig gesproken taal betreft). In dergelijk geval zal het Commissariaat-generaal de betrokkene in de oproepingsbrief verzoeken zelf een tolk mee te brengen. Indien ook de betrokkene geen tolk vindt die de door hem gevraagde taal machtig is, kan de Commissaris-generaal een advies geven zonder de betrokkene te horen op basis van de elementen waarover hij beschikt.
Paragraaf 3 bepaalt dat de betrokkene afstand kan doen van de bijstand van een tolk, waarna het persoonlijk onderhoud verder wordt verdergezet in het Frans of Nederlands.
Artikel 5
Artikel 5 voegt een nieuw artikel 35/8 in. Dit artikel bepaalt de termijn om een geldige reden op te geven voor afwezigheid op het persoonlijk onderhoud en de gevolgen hiervan.
De betrokkene maakt zijn geldige reden schriftelijk over aan de Commissaris-generaal. De Commissaris-generaal die, wat dit punt betreft, over een ruime beoordelingsmarge beschikt, gaat daarna na of de opgegeven reden en het bewijs ervan geldig zijn en de afwezigheid van de betrokkene op het persoonlijk onderhoud staaft. Indien dit het geval is dient de Commissaris-generaal de betrokkene op een latere datum opnieuw op te roepen. Bij een volgende gerechtvaardigde afwezigheid zal er een advies gegeven worden op basis van de elementen die de Commissaris-generaal in zijn bezit heeft. Bij afwezigheid van een geldige reden licht de Commissaris-generaal de Minister of zijn gemachtigde in van de afwezigheid van de betrokkene op het persoonlijk onderhoud zonder geldige reden. De Minister of zijn gemachtigde kan ingevolge artikel 57/43, § 2, 1° van de wet overgaan tot het nemen van een beslissing tot beëindiging.
Artikel 6
Artikel 6 voegt een nieuw artikel 35/9 in. Dit artikel bepaalt de modaliteiten bij het versturen van een verzoek om inlichtingen aan de betrokkene. Het doel van het verzoek om inlichtingen is in de eerste plaats om de Commissaris-generaal de mogelijkheid te geven bepaalde inlichtingen te vragen aan de betrokkene.
Paragraaf 2 bepaalt dat het verzoek om inlichtingen kan gesteld worden in een aparte brief, maar ook kan geïncorporeerd zijn in de brief waarbij de betrokkene wordt opgeroepen voor een persoonlijk onderhoud.
Het verzoek om inlichtingen moet duidelijk zijn gesteld, om de betrokkene toe te laten er zo volledig en concreet mogelijk op te antwoorden. De bepaling inzake kennisgeving in artikel 35/5 van onderhavig besluit is van toepassing inzake de kennisgeving van de verzoeken om inlichtingen.
Paragraaf 3 bepaalt de sanctie op het niet antwoorden op het verzoek om inlichtingen. Indien de betrokkene niet antwoordt op het verzoek om inlichtingen, licht de Commissaris-generaal de Minister of zijn gemachtigde hierover. De Minister of zijn gemachtigde kan vervolgens overgaan tot het nemen van een beslissing tot beëindiging ingevolge artikel 57/43, § 2, 2° van de wet.
Artikel 7
Artikel 7 bepaalt dat de Minister bevoegd voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen belast is met de uitvoering van dit besluit.
Dit is het onderwerp van dit ontwerp van koninklijk besluit.
Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, A. VERLINDEN De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, N. DE MOOR
Raad van State afdeling Wetgeving Advies 76.499/4 van 12 juni 2024 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het
koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
11/07/2003
pub.
27/01/2004
numac
2003000891
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen
type
koninklijk besluit
prom.
11/07/2003
pub.
27/01/2004
numac
2003000892
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen
type
koninklijk besluit
prom.
11/07/2003
pub.
18/08/2003
numac
2003003429
bron
federale overheidsdienst financien
Koninklijk besluit waarbij de pensioenregeling ingesteld door de wet van 28 april 1958, toepasselijk wordt gemaakt op het personeel van het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen
type
koninklijk besluit
prom.
11/07/2003
pub.
27/01/2004
numac
2003000890
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen
sluiten tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen' Op 15 mei 2024 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, toegevoegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het
koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
11/07/2003
pub.
27/01/2004
numac
2003000891
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen
type
koninklijk besluit
prom.
11/07/2003
pub.
27/01/2004
numac
2003000892
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen
type
koninklijk besluit
prom.
11/07/2003
pub.
18/08/2003
numac
2003003429
bron
federale overheidsdienst financien
Koninklijk besluit waarbij de pensioenregeling ingesteld door de wet van 28 april 1958, toepasselijk wordt gemaakt op het personeel van het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen
type
koninklijk besluit
prom.
11/07/2003
pub.
27/01/2004
numac
2003000890
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen
sluiten tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen'.
Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 12 juni 2024. De kamer was samengesteld uit Bernard BLERO, kamervoorzitter, Géraldine ROSOUX en Dimitri YERNAULT, staatsraden, Christian BEHRENDT en Jacques ENGLEBERT, assessoren, en Charles-Henri VAN HOVE, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Anne VAGMAN, eerste auditeur-afdelingshoofd.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Bernard BLERO. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 12 juni 2024.
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.
VOORAFGAANDE OPMERKING Rekening houdend met het ogenblik waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de afdeling Wetgeving de aandacht van de adviesaanvrager erop dat de ontbinding van de wetgevende kamers tot gevolg heeft dat de regering sedert die datum en totdat, na de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, een nieuwe regering is benoemd door de Koning, niet meer over de volheid van haar bevoegdheid beschikt. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of het ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens die de regering in aanmerking kan nemen als ze te oordelen heeft of het vaststellen of het wijzigen van verordeningen noodzakelijk is.
ONDERZOEK VAN HET ONTWERP AANHEF 1. De rechtsgrond van het ontworpen besluit ligt enkel in artikel 57/43, § 1, tweede lid, van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten `betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen'. In het eerste lid moet dus enkel die bepaling worden vermeld.
Voorts is, volgens de inlichtingen van de gemachtigde van de staatssecretaris, de "wet van 22 februari 2024" die in dat lid wordt vermeld en die nog niet in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt is, op 10 maart 2024 door de Koning bekrachtigd en afgekondigd.
Het eerste lid moet dan ook als volgt luiden: "Gelet op de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, artikel 57/43, § 1, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 10 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/03/2024 pub. 22/08/2024 numac 2024006724 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat betreft de aanvraag om toelating tot verblijf wegens staatloosheid type wet prom. 10/03/2024 pub. 22/08/2024 numac 2024005947 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen inzake het recht op gezinshereniging sluiten;". 2. In het tweede lid hoort geen melding te worden gemaakt van de historiek van de wijzigingen die in het koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000891 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000892 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 18/08/2003 numac 2003003429 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit waarbij de pensioenregeling ingesteld door de wet van 28 april 1958, toepasselijk wordt gemaakt op het personeel van het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten `tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen' zijn aangebracht.(1) Dat lid moet dienovereenkomstig worden herzien.
DISPOSITIEF
Artikel 2 1. De afdeling Wetgeving begrijpt niet waarom het ontworpen artikel 35/5, § 1, derde lid, van het koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000891 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000892 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 18/08/2003 numac 2003003429 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit waarbij de pensioenregeling ingesteld door de wet van 28 april 1958, toepasselijk wordt gemaakt op het personeel van het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten het enkel heeft over de oproeping die in het tweede lid wordt vermeld, en niet over de oproeping waarin het eerste lid voorziet. Dat valt in voorkomend geval enkel te verklaren doordat de steller van het ontwerp wil uitsluiten dat de betrokkene op afstand zou worden gehoord buiten de gevallen die in het tweede lid worden vermeld. Dan nog zou die bedoeling uitdrukkelijk uit de ontworpen tekst naar voren moeten komen (2) en moeten steunen op een redelijke verantwoording ten aanzien van het beginsel inzake gelijkheid en non-discriminatie, en dit rekening houdend met het bepaalde van artikel 12/1, § 1 en § 2, eerste en tweede lid, van het koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000891 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000892 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 18/08/2003 numac 2003003429 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit waarbij de pensioenregeling ingesteld door de wet van 28 april 1958, toepasselijk wordt gemaakt op het personeel van het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten, toepasselijk gemaakt bij het ontworpen artikel 35/5, § 3.
Het ontwerp moet in het licht van deze opmerking opnieuw worden onderzocht. 2.1. Het ontworpen artikel 35/5, § 3, van het koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000891 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000892 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 18/08/2003 numac 2003003429 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit waarbij de pensioenregeling ingesteld door de wet van 28 april 1958, toepasselijk wordt gemaakt op het personeel van het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten luidt als volgt: "Met uitzondering van artikel 12/1, tweede paragraaf, derde lid, artikel 15, derde lid, artikel 16, artikel 17 en artikel 18 zijn de artikelen van onderafdeling 3 van afdeling van hoofdstuk III met betrekking tot het persoonlijk onderhoud en onderafdeling 4 van afdeling 1 van hoofdstuk III betreffende het recht op bijstand van toepassing op het persoonlijk onderhoud bedoeld in dit artikel." Dat artikel maakt dus de bestaande bepalingen betreffende het persoonlijk onderhoud en het recht op bijstand van asielaanvragers, met uitzondering van de bepalingen die uitdrukkelijk worden vermeld aan het begin van het artikel, toepasselijk op de procedure voor het persoonlijk onderhoud van aanvragers om een toelating tot verblijf wegens staatloosheid.(3) Men kan vraagtekens plaatsen bij het feit dat sommige bepalingen die in het ontworpen artikel worden vermeld, uitgesloten worden. 2.2. Artikel 15, derde lid, van het koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000891 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000892 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 18/08/2003 numac 2003003429 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit waarbij de pensioenregeling ingesteld door de wet van 28 april 1958, toepasselijk wordt gemaakt op het personeel van het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten luidt als volgt: "Indien er aanwijzingen zijn van vervolging wegens zijn of haar geslacht, gaat de ambtenaar na of de asielzoeker er geen bezwaar tegen heeft te worden gehoord door een persoon die een ander geslacht heeft dan de asielzoeker. Indien dat zo is wordt voldaan aan zijn vraag." In dat verband staat in het verslag aan de Koning het volgende te lezen: "Artikel 15, derde lid voorziet in de mogelijkheid om gehoord te worden door een ambtenaar van hetzelfde geslacht als de verzoeker. In de procedure toelating tot verblijf wegens staatloosheid dient de Commissaris-generaal een advies te formuleren over het al dan niet vervullen van voorwaarden vervat in artikel 57/37, 1° tot en met 5° van de wet. Of er al dan niet aanwijzingen zijn van vervolging wegens zijn of haar geslacht betreft dan ook geen element op grond waarvan de Commissaris-generaal de aanvraag dient te beoordelen. De betrokkene kan derhalve om die reden niet vragen om gehoord te worden door een andere ambtenaar." Dat aanwijzingen van vervolgingen op grond van geslacht geen factor vormen op basis waarvan de commissaris-generaal de aanvraag moet beoordelen, verantwoordt niet afdoend dat de verzoeker de mogelijkheid wordt ontzegd om door een ambtenaar van zijn of haar geslacht te worden gehoord. De steller van het ontwerp moet het verschil dat hij in de procedure voor het persoonlijk onderhoud invoert, objectief en redelijk kunnen verantwoorden, rekening houdend met onder meer artikel 7 van de wet van 13 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/07/2023 pub. 31/08/2023 numac 2023044133 bron instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen Wet voor de preventie en de bestrijding van feminicides en gendergerelateerde dodingen sluiten `inzake de preventie en de bestrijding van feminicides, gendergerelateerde dodingen en het geweld dat daar aan voorafgaat'.(4) 2.3. In artikel 16, § 1, van het koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000891 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000892 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 18/08/2003 numac 2003003429 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit waarbij de pensioenregeling ingesteld door de wet van 28 april 1958, toepasselijk wordt gemaakt op het personeel van het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten wordt bepaald dat de ambtenaar die het onderhoud leidt, "nota [neemt] van de verklaringen afgelegd door de asielzoeker tijdens het gehoor" en dat die aantekeningen de gegevens bevatten die in die bepaling worden opgesomd. Artikel 16, § 2, van hetzelfde besluit schrijft voor dat de ambtenaar "een inventaris aan[legt] van de stukken die door de asielzoeker werden voorgelegd ter ondersteuning van zijn asielaanvraag." Het verslag aan de Koning stelt in dat verband het volgende: "Artikel 16 heeft specifiek betrekking notities van het persoonlijk onderhoud en de neergelegde stukken in de asielprocedure." Toch rijst de vraag waarom voor het onderhoud met een aanvrager om een toelating tot verblijf wegens staatloosheid, niet wordt voorzien in een gelijkaardige bepaling, die mutatis mutandis de relevante gegevens oplijst die moeten worden genoteerd of geïnventariseerd. 2.4. In artikel 17, § 2, van het koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000891 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000892 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 18/08/2003 numac 2003003429 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit waarbij de pensioenregeling ingesteld door de wet van 28 april 1958, toepasselijk wordt gemaakt op het personeel van het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten wordt het volgende bepaald: "Indien de ambtenaar tijdens het gehoor tegenstrijdigheden vaststelt in de verklaringen van de asielzoeker of vaststelt dat er relevante elementen ter staving van de asielaanvraag ontbreken, stelt hij de asielzoeker in de loop van het gehoor in de gelegenheid om hier uitleg over te geven." Luidens artikel 17, § 3, kan de asielzoeker, zijn advocaat of de vertrouwenspersoon aan de commissaris-generaal aanvullende opmerkingen of aanvullende stukken zenden die bij het individuele dossier van de asielzoeker zullen worden gevoegd en waarmee rekening zal worden gehouden, als ze tijdig zijn overgezonden.
In dat verband wordt in het verslag aan de Koning het volgende gesteld: "De confrontatieplicht uit artikel 17, § 2 is niet van toepassing gezien het de omzetting betreft van artikel 16 van de richtlijn 2013/32/EU welke logischerwijze niet van toepassing is op de procedure waarbij de Commissaris-generaal een advies moet formuleren over de voorwaarden vervat in artikel 57/37 van de wet." De vraag rijst waarom geen gelijkaardige waarborgen worden geboden aan de aanvrager om een toelating tot verblijf wegens staatloosheid, ongeacht of het gaat om de mogelijkheid uitleg te geven ingeval er tegenstrijdigheden zijn vastgesteld (artikel 17, § 2), dan wel om de mogelijkheid aanvullende opmerkingen of stukken te bezorgen (artikel 17, § 3).
De steller van het ontwerp dient inderdaad die verschillen in behandeling objectief en redelijk te kunnen verantwoorden. De verklaring betreffende artikel 7, § 2, namelijk dat het gaat om de omzetting van een richtlijn die niet op de voorliggende procedure van toepassing is, vormt ten aanzien van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet namelijk geen afdoende verantwoording van de beoogde verschillen in behandeling. (5)
Artikel 3 Het ontworpen artikel 35/6 bepaalt dat de oproeping voor het persoonlijk onderhoud op zijn minst de in de bepaling opgesomde gegevens bevat, waaronder "de vermelding volgens dewelke de betrokkene zich op de dag van het persoonlijk onderhoud kan laten bijstaan door een advocaat".
De bepaling betreffende het recht op bijstand, die in onderafdeling 4 van afdeling 1 van hoofdstuk III staat, te weten in artikel 19 van het koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000891 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000892 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 18/08/2003 numac 2003003429 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit waarbij de pensioenregeling ingesteld door de wet van 28 april 1958, toepasselijk wordt gemaakt op het personeel van het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten, waarvan het eerste lid van paragraaf 1 voorziet dat de asielzoeker "zich tijdens de behandeling van zijn aanvraag bij het Commissariaat-generaal [kan] laten bijstaan door een advocaat of een vertrouwenspersoon", wordt bij het ontworpen artikel 35/5, § 3, dat bij artikel 2 van het ontwerp wordt ingevoegd, toepasselijk gemaakt op het persoonlijk onderhoud in het kader van een aanvraag om toelating tot verblijf wegens staatloosheid.
Het ontworpen artikel 35/6 moet dan ook aldus worden aangevuld dat daarin wordt bepaald dat de oproeping voor het persoonlijk onderhoud vermeldt dat de betrokkene zich op de dag van het persoonlijk onderhoud kan laten bijstaan door een advocaat of een vertrouwenspersoon.
Artikel 5 In de Franse tekst van het ontworpen artikel 35/8 ontbreekt de vermelding " § 1er".
Artikel 7 In de Franse tekst dienen de woorden "La ministre" te worden vervangen door de woorden "Le ministre", omdat het woord "ministre" geslachtsneutraal is. (6) SLOTOPMERKING Men dient erop toe te zien dat het ontworpen besluit niet eerder in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt dan de wet van 10 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/03/2024 pub. 22/08/2024 numac 2024006724 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat betreft de aanvraag om toelating tot verblijf wegens staatloosheid type wet prom. 10/03/2024 pub. 22/08/2024 numac 2024005947 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen inzake het recht op gezinshereniging sluiten die in opmerking 1 over de aanhef ter sprake komt.
De griffier De voorzitter Charles-Henri VAN HOVE Bernard BLERO _______ Nota's (1) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", aanbeveling 30. (2) Met name uit het ontworpen artikel 35/6 (artikel 3 van het ontwerp).Vergelijk met artikel 9, § 1, zevende streepje, van het koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000891 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000892 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 18/08/2003 numac 2003003429 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit waarbij de pensioenregeling ingesteld door de wet van 28 april 1958, toepasselijk wordt gemaakt op het personeel van het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten. (3) Zijnde de artikelen 12 tot 19 van het koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000891 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000892 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 18/08/2003 numac 2003003429 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit waarbij de pensioenregeling ingesteld door de wet van 28 april 1958, toepasselijk wordt gemaakt op het personeel van het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten. (4) Dat artikel, dat in hoofdstuk 3 "Algemene beginselen" staat, luidt als volgt: "Bij de goedkeuring en uitvoering van alle besluiten, beleidslijnen, of maatregelen met betrekking tot het toepassingsgebied van deze wet houden de in artikel 5 bedoelde personen en autoriteiten rekening met de specifieke kenmerken van de behoeften van de personen in kwetsbare toestand." Artikel 5 van diezelfde wet bepaalt het volgende: "Met uitzondering van de aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de gemeenschappen en de gewesten behoren, is deze wet van toepassing op alle personen in de publieke sector, met inbegrip van de overheidsorganen, alsook op alle administratieve en gerechtelijke overheden, met betrekking tot elke maatregel, beslissing, elk beleid in verband met de doelstelling van deze wet zoals bepaald in artikel 3." Een "persoon in kwetsbare toestand" wordt in artikel 4, § 1, 5°, van diezelfde wet gedefinieerd als "elke persoon die zich in een kwetsbare toestand bevindt om sociale, economische, fysieke, psychische of administratieve redenen, zoals onder meer gebruikers van toxische stoffen, personen die zich in een prostitutiesituatie bevinden, migranten of asielzoekers of personen in illegaal verblijf, daklozen, of elke persoon die zich in een kwetsbare positie bevindt omwille van een of meer beschermde criteria wegens hun geslacht, gender, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, taal, geloof of levensbeschouwing, syndicale overtuiging, politieke of andere overtuigingen, sociale afkomst en positie, nationale of etnische afstamming, vermogen, geboorte, seksuele geaardheid, genderidentiteit of -expressie, leeftijd, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, burgerlijke staat, zwangerschap, bevalling, het geven van borstvoeding, moederschap, adoptie, medisch begeleide voortplanting, zogenaamde geslachtsverandering, seksekenmerken, fysieke of genetische eigenschappen, ongeacht of dit kenmerk daadwerkelijk aanwezig is of slechts vermeend is door de dader." (5) Zie GwH 26 september 2013, nr.121/2013. Uit de punten B.49 en B.50 van dat arrest vloeit voort dat wanneer de wetgever in een regeling voorziet die van toepassing is op personen die zich in vergelijkbare situaties bevinden maar waarvan een categorie, in tegenstelling tot de andere, onder het Unierecht valt, hij niet verplicht is strikt identieke regels in te stellen, maar dat het verschil in behandeling dat hij invoert wel redelijk moet kunnen worden verantwoord om bestaanbaar te zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. (6) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", aanbeveling 167 en formule F 4-7-1.
6 SEPTEMBER 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het
koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
11/07/2003
pub.
27/01/2004
numac
2003000891
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen
type
koninklijk besluit
prom.
11/07/2003
pub.
27/01/2004
numac
2003000892
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen
type
koninklijk besluit
prom.
11/07/2003
pub.
18/08/2003
numac
2003003429
bron
federale overheidsdienst financien
Koninklijk besluit waarbij de pensioenregeling ingesteld door de wet van 28 april 1958, toepasselijk wordt gemaakt op het personeel van het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen
type
koninklijk besluit
prom.
11/07/2003
pub.
27/01/2004
numac
2003000890
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen
sluiten tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, het artikel 57/43, § 1, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 10 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/03/2024 pub. 22/08/2024 numac 2024006724 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat betreft de aanvraag om toelating tot verblijf wegens staatloosheid type wet prom. 10/03/2024 pub. 22/08/2024 numac 2024005947 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen inzake het recht op gezinshereniging sluiten;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000891 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000892 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 18/08/2003 numac 2003003429 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit waarbij de pensioenregeling ingesteld door de wet van 28 april 1958, toepasselijk wordt gemaakt op het personeel van het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 2 mei 2024;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 8 mei 2024;
Gelet op het advies nr. 76.499/4 van de Raad van State, gegeven op 12 juni 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In Hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 11 juli 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000891 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000892 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de werking van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 18/08/2003 numac 2003003429 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit waarbij de pensioenregeling ingesteld door de wet van 28 april 1958, toepasselijk wordt gemaakt op het personeel van het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen type koninklijk besluit prom. 11/07/2003 pub. 27/01/2004 numac 2003000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde elementen van de procedure die dienen gevolgd te worden door de dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken die belast is met het onderzoek van de asielaanvragen op basis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen sluiten tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen wordt een afdeling 6 ingevoegd met als titel "Bevoegdheden toegekend aan de Commissaris-generaal om het advies te verstrekken bedoeld in artikel 57/41, § 1 van de wet".
Art. 2.In afdeling 6 wordt een artikel 35/5 ingevoegd luidende: "
Art. 35/5.§ 1. Indien de Commissaris-generaal een persoonlijk onderhoud noodzakelijk acht, wordt de betrokkene opgeroepen voor een persoonlijk onderhoud bij een ter post aangetekende zending of per drager tegen ontvangstbewijs op zijn effectieve verblijfplaats. Dit persoonlijk onderhoud kan ten vroegste acht dagen na de kennisgeving plaatsvinden.
In afwijking van het vorig lid kan het persoonlijk onderhoud ten vroegste twee dagen na de kennisgeving van de oproeping plaatsvinden wanneer de betrokkene zich in een welbepaalde plaats bevindt zoals bedoeld in de artikelen 74/8 of 74/9 van de wet of met het oog op zijn verwijdering het voorwerp uitmaakt van een veiligheidsmaatregel zoals bedoeld in artikel 68 van de wet.
Indien de betrokkene die zich in een welbepaalde plaats bevindt zoals bedoeld in de artikelen 74/8 of 74/9 van de wet of met het oog op zijn verwijdering het voorwerp uitmaakt van een veiligheidsmaatregel zoals bedoeld in artikel 68 van de wet wordt opgeroepen voor een persoonlijk onderhoud op afstand, dient zijn bezwaar zo spoedig mogelijk over te maken aan de Commissaris-generaal. In de andere gevallen waarin de betrokkene wordt uitgenodigd voor een persoonlijk onderhoud op afstand, geldt de in artikel 12/1, § 2, eerste en tweede lid vastgestelde termijn voor het overmaken van het bezwaar. § 2. Een kopie van de oproepingsbrief wordt desgevallend ter informatie per gewone post, per fax of per e- mail gestuurd naar de advocaat van de betrokkene. § 3. Het persoonlijk onderhoud van de begeleide minderjarige vindt alleen plaats in aanwezigheid van de ambtenaar, de minderjarige en de persoon die over de minderjarige het ouderlijk gezag, de voogdij krachtens de nationale wet van de minderjarige of de bijzondere voogdij uitoefent voorzien door de Belgische wet, en, in voorkomend geval, een tolk, de advocaat van de minderjarige en één enkele vertrouwenspersoon.
De ambtenaar kan zich verzetten tegen de aanwezigheid van de persoon die over de minderjarige het ouderlijk gezag, de voogdij krachtens de nationale wet van de minderjarige of de bijzondere voogdij uitoefent voorzien door de Belgische wet indien het hoger belang van het kind dit vereist. § 4. De ambtenaar gaat tijdens het persoonlijk onderhoud na of er geen bezwaar is te worden gehoord door een persoon die een ander geslacht heeft dan de betrokkene. Indien de reden die wordt ingeroepen ter ondersteuning van dit bezwaar als gegrond wordt beschouwd, wordt hieraan gevolg gegeven. § 5. Met uitzondering van artikel 12/1, tweede paragraaf, derde lid, artikel 14, tweede paragraaf, tweede lid, en artikel 18 zijn de artikelen van onderafdeling 3 van afdeling 1 van hoofdstuk III met betrekking tot het persoonlijk onderhoud en onderafdeling 4 van afdeling 1 van hoofdstuk III betreffende het recht op bijstand van toepassing op het persoonlijk onderhoud bedoeld in dit artikel."
Art. 3.In afdeling 6 wordt een artikel 35/6 ingevoegd luidende: "
Art. 35/6.De oproeping tot persoonlijk onderhoud inzake de aanvraag om toelating tot het grondgebied wegens staatloosheid bevat minstens volgende gegevens: - de plaats en de datum van het persoonlijk onderhoud; - de datum van de oproeping; - desgevallend de aankondiging van de aanwezigheid van een tolk die één van de talen gesproken door de betrokkene beheerst; - de vermelding volgens dewelke de betrokkene zich op de dag van het persoonlijk onderhoud kan laten bijstaan door een advocaat en een vertrouwenspersoon; - de mededeling dat, wanneer de betrokkene zich niet aanmeldt op het Commissariaat-generaal op de voor het persoonlijk onderhoud vastgestelde datum, hij schriftelijk de redenen dient mee te delen voor zijn afwezigheid op het persoonlijk onderhoud; - de gevolgen die kunnen voortvloeien uit de afwezigheid van antwoord vanwege de betrokkene."
Art. 4.In afdeling 6 wordt een artikel 35/7 ingevoegd luidende: "
Art. 35/7.§ 1. Indien de betrokkene wordt opgeroepen voor een persoonlijk onderhoud, verzekert de Commissaris-generaal de bijstand van een tolk die één van de talen gesproken door de betrokkene beheerst. § 2. Indien de Commissaris-generaal niet beschikt over een tolk die één van de talen gesproken door de betrokkene beheerst, kan de Commissaris-generaal aan de betrokkene, in de oproepingsbrief, vragen om zelf een tolk naar het persoonlijk onderhoud te brengen.
Indien in het in lid 1 bedoelde geval de betrokkene in gebreke blijft een tolk naar het persoonlijk onderhoud mee te brengen, kan de Commissaris-generaal een advies geven zonder de betrokkene te horen op basis van de elementen waarover hij beschikt. § 3. Op elk moment van de procedure voor het Commissariaat-generaal, kan de betrokkene beslissen om geen beroep meer te doen op een tolk en aan de bijstand van elke tolk, die hem ter beschikking werd gesteld door de Commissaris-generaal, te verzaken. In dat geval gaat het persoonlijk onderhoud verder in het Frans of het Nederlands. De beslissing van de betrokkene wordt genoteerd. § 4. De artikelen 20/1, 21 en 21/1 van onderafdeling 5 van afdeling 1 van hoofdstuk III betreffende de rol van de tolk zijn van toepassing op de tolk bedoeld in dit artikel."
Art. 5.In afdeling 6 wordt een artikel 35/8 ingevoegd luidende: "
Art. 35/8.§ 1. In het geval dat de betrokkene opgeroepen wordt voor een persoonlijk onderhoud, maar hij verhinderd is, moet hij aan de Commissaris-generaal binnen de acht dagen volgend op de door de Commissaris-generaal vastgestelde datum van het persoonlijk onderhoud een geldige reden voor zijn afwezigheid overmaken.
Indien hij de reden geldig acht, roept de Commissaris-generaal deze op een latere datum opnieuw op.
Indien de betrokkene, na opnieuw te zijn opgeroepen overeenkomstig het vorige lid, een nieuwe reden aanhaalt die een afwezigheid op een vastgelegd persoonlijk onderhoud rechtvaardigt, geeft de Commissaris-generaal een advies op basis van de elementen in zijn bezit. § 2. In afwijking van het eerste lid van paragraaf 1 moet de betrokkene die zich in een welbepaalde plaats bevindt zoals bedoeld in de artikelen 74/8 of 74/9 van de wet of met het oog op zijn verwijdering het voorwerp uitmaakt van een veiligheidsmaatregel zoals bedoeld in artikel 68 van de wet binnen de twee dagen volgend op de door de Commissaris-generaal vastgestelde datum van persoonlijk onderhoud een geldige reden voor zijn afwezigheid overmaken. § 3. Bij afwezigheid van de betrokkene op het persoonlijk onderhoud zonder geldige reden licht de Commissaris-generaal de Minister of zijn gemachtigde in van de afwezigheid van de betrokkene op het persoonlijk onderhoud zonder geldige reden."
Art. 6.In afdeling 6 wordt een artikel 35/9 ingevoegd luidende: "
Art. 35/9.§ 1. De Commissaris-generaal kan de betrokkene schriftelijk om bijkomende inlichtingen vragen. Het verzoek kan in de oproeping tot persoonlijk onderhoud worden gevoegd of kan het voorwerp uitmaken van een aparte brief. De bepaling met betrekking tot de kennisgevingen voorzien in artikel 35/5 zijn eveneens van toepassing op dit verzoek. § 2. De Commissaris-generaal geeft uitdrukkelijk in het verzoek om inlichtingen aan wat de gevolgen kunnen zijn indien het verzoek om inlichtingen zonder antwoord blijft en er daarvoor geen geldige reden wordt aangebracht binnen de dertig dagen volgend op de verzending van het verzoek om inlichtingen. § 3. Indien de betrokkene niet antwoordt op het verzoek om inlichtingen en daarvoor geen geldige reden aanbrengt, licht de Commissaris-generaal de Minister of zijn gemachtigde hierover in."
Art. 7.De minister bevoegd voor de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 september 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, A: VERLINDEN De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, N DE MOOR