Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 september 2024
gepubliceerd op 13 september 2024

Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 730, § 2, a), van het Gerechtelijk Wetboek

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2024007966
pub.
13/09/2024
prom.
06/09/2024
ELI
eli/besluit/2024/09/06/2024007966/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 SEPTEMBER 2024. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 730, § 2, a), van het Gerechtelijk Wetboek


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, regelt de nadere regels voor de elektronische openbare bekendmaking bedoeld in artikel 730, § 2, a), van het Gerechtelijk Wetboek.

In artikel 730, § 2, a), van het Gerechtelijk Wetboek is bepaald dat de griffier elk jaar de zaken moet oplijsten waarvoor sinds vierentwintig maanden geen zitting werd vastgesteld. Hij brengt de bij die zaken betrokken partijen ter kennis dat, in afwezigheid van een aanvraag tot handhaving, hun zaak ambtshalve zal worden weggelaten van de algemene rol. Deze kennisgeving geschiedt door elektronische openbare bekendmaking en per aangetekende zending met ontvangstbewijs aan de partijen die niet door een advocaat worden vertegenwoordigd of bijgestaan. In het artikel wordt ook gepreciseerd dat de nadere regels voor deze bekendmaking door de Koning worden bepaald.

In zijn advies nr. 76.693/2 van 8 juli 2024 vestigt de Raad van State, afdeling Wetgeving, de aandacht erop dat de ontbinding van de wetgevende kamers tot gevolg heeft dat de regering sedert die datum en totdat, na de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, een nieuwe regering is benoemd door de Koning, niet meer over de volheid van haar bevoegdheid beschikt.

Dit ontwerpbesluit is opgesteld in toepassing van artikel 730, § 2, a), van het Gerechtelijk Wetboek, dat onlangs is gewijzigd door de wet van 28 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/03/2024 pub. 22/04/2024 numac 2024003378 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake slachtofferzorg type wet prom. 28/03/2024 pub. 22/04/2024 numac 2024003379 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest inzake slachtofferzorg type wet prom. 28/03/2024 pub. 22/04/2024 numac 2024003380 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie inzake slachtofferzorg voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad sluiten. Deze wet werd aangenomen op een ogenblik dat de regering de volheid van haar bevoegdheid bezat. Zowel het ontwerp van koninklijk besluit als het verslag aan de Koning werden aan de Inspecteur van Financiën voorgelegd op het moment dat de minister van Justitie nog volledig in functie was.

Aangezien de wet voor het eerst dient toegepast te worden op 30 september van dit jaar en het ontwerp van koninklijk besluit de uitvoeringsregels vastlegt, is de tijd tussen de bekendmaking van de wet en de uitvoering ervan via dit ontwerp van koninklijk besluit zeer kort. Bovendien is het ontwerp van koninklijk besluit een technische implementatie van de wet.

Aangezien het ontwerpbesluit niet is gewijzigd naar aanleiding van advies nr. 71/2024 van de Gegevensbeschermingsautoriteit van 26 juli 2024, is het niet nodig een nieuw advies te vragen aan de Raad van State, afdeling Wetgeving.

Artikelsgewijze bespreking In artikel 1 is bepaald dat de elektronische openbare bekendmaking bedoeld in artikel 730, § 2, a), van het Gerechtelijk Wetboek op de website van de hoven en rechtbanken gebeurt.

In haar advies nr. 71/2024 van 26 juli 2024 stelt de Gegevensbeschermingsautoriteit de vraag of een publicatie op een website een noodzakelijk en evenredig karakter heeft.

In de memorie van toelichting bij de wet van 28 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/03/2024 pub. 22/04/2024 numac 2024003378 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake slachtofferzorg type wet prom. 28/03/2024 pub. 22/04/2024 numac 2024003379 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest inzake slachtofferzorg type wet prom. 28/03/2024 pub. 22/04/2024 numac 2024003380 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie inzake slachtofferzorg voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad sluiten, heeft de wetgever zich als volgt uitgedrukt :"Voor de partijen die worden vertegenwoordigd door een advocaat, is voor de vorm van de kennisgeving gekozen voor een elektronische bekendmaking. Met de digitalisering van de samenleving zal de elektronische bekendmaking van die lijst doeltreffender zijn dan de bekendmaking bij de zittingszaal of de griffie. Bepaalde griffies gebruiken die methode al. Daarmee kan ook het verzenden van veel gerechtsbrieven aan de betrokken partijen worden voorkomen, die zich zeker veel vragen gaan stellen over de brief en meteen contact zullen opnemen met [de] advocaat of met de griffiers, met als rechtstreekse gevolg de toename van de schriftelijke en mondelinge uitwisselingen tussen de griffies en de partijen en de toename van werklast in de griffies. Het is dan ook beter om de advocaten van de partijen snel en gemakkelijk in kennis te stellen via de elektronische bekendmaking. Die lijst zal evenwel toegankelijk zijn voor alle burgers en kan dan ook worden geraadpleegd door de partijen zelf.".

Het doel van de wijziging van artikel 730 van het Gerechtelijk Wetboek is de digitalisering van een reeds lang bestaande praktijk, namelijk het aanplakken van de lijst van zaken die worden weggelaten op de deur van de rechtszaal. Deze lijst was al openbaar en toegankelijk voor iedereen, zelfs voor degenen die niet rechtstreeks bij de lijst betrokken waren. De publicatie op een internetpagina, die voor alle burgers toegankelijk is, beantwoordt aan de wens van de wetgever om de lijst voor alle burgers toegankelijk te maken en tegelijk een eenvoudige en doeltreffende informatieoverdracht naar de belanghebbenden te garanderen.

Bovendien is de geplande publicatie in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel, aangezien deze beperkt is tot de informatie die strikt noodzakelijk is om het beoogde doel te bereiken. Alleen de in artikel 2, paragraaf 2, opgesomde gegevens zullen worden gepubliceerd, zodat de betrokkenen hun zaak kunnen achterhalen.

In haar advies nr. 71/2024 van 26 juli 2024 wijst de Gegevensbeschermingsautoriteit ook op de problematiek van de digitale kloof bij de tenuitvoerlegging van de maatregel door de verwerkingsverantwoordelijke, meer specifiek in het geval van partijen van wie de advocaten weinig zorgvuldig zijn, bijvoorbeeld ingevolge een herroeping van hun mandaat tijdens de procedure.

Met de digitale kloof werd wel degelijk rekening gehouden in artikel 730, § 2, a), van het Gerechtelijk Wetboek, zoals vervangen bij de wet van 28 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/03/2024 pub. 22/04/2024 numac 2024003378 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake slachtofferzorg type wet prom. 28/03/2024 pub. 22/04/2024 numac 2024003379 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest inzake slachtofferzorg type wet prom. 28/03/2024 pub. 22/04/2024 numac 2024003380 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie inzake slachtofferzorg voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad sluiten, aangezien de partijen die niet door een advocaat worden vertegenwoordigd of bijgestaan een aangetekende brief met ontvangstbewijs ontvangen met de melding dat hun zaak zal worden weggelaten van de algemene rol.

Wat de zorgvuldigheid van de advocaten betreft, is het moeilijk om te voorzien in het geval waarin de advocaat zijn werk niet correct uitvoert. Die vaststelling kon trouwens ook worden gedaan in het oude systeem, toen de lijst bij de zittingszaal werd bekendgemaakt. Voorts is het wanneer men verandert van advocaat verplicht de griffie daarvan in kennis te stellen (artikel 729/1 van het Gerechtelijk Wetboek). De griffie moet dus in principe beschikken over bijgewerkte gegevens. In elk geval mag de rol van de advocaat, die de echte tussenpersoon is tussen de partij en de rechtbank, niet worden verwaarloosd. Zijn rol bestaat erin de partij te adviseren en de nodige toelichting te geven.

Het is dan ook volkomen logisch dat hij ervoor zorgt dat er vooruitgang wordt geboekt in de dossiers waarin hij tussenkomt of, omgekeerd, dat ze moeten worden weggelaten, in overleg met zijn cliënten.

Tot slot is artikel 730, § 2, a), van het Gerechtelijk Wetboek bedoeld om te laten weten dat de zaak zonder beweging in het dossier zal worden weggelaten. Het gaat er niet om te laten weten dat de weglating heeft plaatsgevonden. De partijen worden noodzakelijkerwijs in kennis gesteld wanneer dat het geval is. In artikel 730 wordt eveneens gepreciseerd dat een zaak die van de algemene rol werd weggelaten, terug kan ingeschreven worden op aanvraag van de meest gerede partij en dat weglating van de rol noch het recht noch het geding doet vervallen. Het betreft dus geen radicale en definitieve maatregel.

Artikel 2, paragraaf 1, voorziet erin dat de griffie van elk rechtscollege de lijst met zaken elektronisch moet overzenden aan het College van de hoven en rechtbanken ten laatste op de werkdag die valt voor 30 september zodoende dat er nog een redelijke tijd is om de publicatie zelf te organiseren.

In paragraaf 2 worden de gegevens opgelijst die voor elke zaak worden vermeld. Het rolnummer en het bevoegde rechtscollege zijn de twee gegevens die ambtshalve worden vermeld voor alle zaken.

Indien de partijen worden vertegenwoordigd of bijgestaan door een advocaat, wordt de vermelding "advocaat" aangebracht en worden ook de naam en voornaam van die advocaat vermeld. Dat geldt uiteraard voor de advocaten van alle partijen en niet alleen voor de partij die de inschrijving van de zaak op de rol heeft gevraagd.

Indien een partij wordt bijgestaan of vertegenwoordigd door de afgevaardigde van een representatieve organisatie van arbeiders, bedienden of zelfstandigen, wordt de vermelding "representatieve organisatie" aangebracht. Dat geldt ook voor alle partijen en niet alleen voor de partij die de inschrijving van de zaak op de rol heeft gevraagd.

Ten slotte, indien een partij niet wordt bijgestaan of vertegenwoordigd door een advocaat of een afgevaardigde van een representatieve organisatie, wordt de vermelding "zonder advocaat noch representatieve organisatie" aangebracht. Dat wordt opnieuw aangebracht voor alle betrokken partijen en niet alleen voor de partij die de inschrijving van de zaak op de rol heeft gevraagd.

Artikel 2, paragraaf 3 voorziet erin dat het College van de hoven en rechtbanken belast is met de bekendmaking van de volledige lijst van de zaken van alle rechtscolleges op zijn website, in een downloadbaar formaat en met vermelding van de datum van de bekendmaking.

De lijst kan zowel rechtstreeks op de webpagina worden geraadpleegd als worden gedownload omwille van het gebruiksgemak.

In haar advies nr. 71/2024 van 26 juli 2024 wijst de Gegevensbeschermingsautoriteit de kwestie aan de orde van het risico dat inherent is aan het publiceren van een downloadbare lijst op een website en vraagt zij hoe met dit risico rekening was gehouden.

Er zijn specifieke maatregelen getroffen om massief downloaden van gegevens, bekend als `bulk downloading', te voorkomen. Die praktijk kan, hoewel ze soms legitiem is, leiden tot problemen zoals overbelasting van de servers, veiligheidsinbreuken en mogelijk misbruik van informatie. De preventieve maatregelen die zijn genomen, gebaseerd op de huidige stand van de technologie, zijn bedoeld om een evenwichtig en verstandig gebruik van de website te verzekeren door de risico's in verband met bulk downloading te voorkomen.

In artikel 2, paragraaf 4 is bepaald dat de lijst op de website van de hoven en rechtbanken voor iedereen openbaar is gedurende twee maanden vanaf de bekendmaking ervan, wat overeenkomt met de termijn waarin de handhaving van de zaak op de algemene rol kan worden aangevraagd. Er wordt ook gepreciseerd dat de lijst doorzoekbaar is op basis van ieder in paragraaf 2 omschreven gegeven, dat wil zeggen dat de lijst gefilterd kan worden op grond van die gegevens om de raadpleging ervan en het opzoeken te vergemakkelijken.

Artikel 3 bepaalt dat het besluit in werking treedt op de dag van de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad, gezien de korte termijn tussen deze publicatie en de eerste toepassing van het nieuwe artikel 730, § 2, a), van het Gerechtelijk Wetboek, voorzien op 30 september.

Artikel 4 voorziet in een uitvoering van het besluit door de minister van Justitie.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Justitie: P. VAN TIGCHELT


Raad van State, afdeling Wetgeving Advies 76.693/2 van 8 juli 2024 over een ontwerp van koninklijk besluit `houdende uitvoering van artikel 730, § 2, a), van het Gerechtelijk Wetboek' Op 10 juni 2024 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-eersteminister en Minister van Justitie en Noordzee verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `houdende uitvoering van artikel 730, § 2, a), van het Gerechtelijk Wetboek'.

Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 8 juli 2024 . De kamer was samengesteld uit Patrick Ronvaux, kamervoorzitter, Christine Horevoets en Pierre-Olivier de Broux, staatsraden, Jacques Englebert, assessor, en Esther Conti, toegevoegd griffier.

Het verslag is uitgebracht door Yves Chauffoureaux, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre-Olivier de Broux.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 8 juli 2024.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Voorafgaande opmerking Rekening houdend met het ogenblik waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de afdeling Wetgeving de aandacht van de adviesaanvrager erop dat de ontbinding van de wetgevende kamers tot gevolg heeft dat de regering sedert die datum en totdat, na de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, een nieuwe regering is benoemd door de Koning, niet meer over de volheid van haar bevoegdheid beschikt. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens die de regering in aanmerking kan nemen als ze te oordelen heeft of het vaststellen of het wijzigen van verordeningen noodzakelijk is.

Voorafgaande vormvereisten In de adviesaanvraag staat in verband met de raadpleging van de Gegevensbeschermingsautoriteit: "Een adviesaanvraag werd ingediend bij de Gegevensbeschermingsautoriteit op 24 mei 2024.

Gelet op het feit dat de wet is gepubliceerd op 28 maart 2024, in werking is getreden op 8 april 2024 en volgens de wet een eerste uitvoering beoogt op 30 september 2024, wordt in parallel het advies Raad van State gevraagd, zodat tijdig een uitvoeringsbesluit kan gepubliceerd worden." De steller van het ontwerp dient erop toe te zien dat dit voorafgaand vormvereiste naar behoren vervuld wordt.

Indien de aan de Raad van State voorgelegde tekst naar aanleiding van het vervullen van dat vormvereiste nog wijzigingen zou ondergaan die niet louter vormelijk zijn en die niet voortvloeien uit het gevolg dat aan dit advies gegeven wordt, zouden de gewijzigde of toegevoegde bepalingen op hun beurt om advies aan de afdeling Wetgeving moeten worden voorgelegd, overeenkomstig artikel 3, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten `op de Raad van State'.

De griffier, Esther Conti De voorzitter, Patrick Ronvaux


6 SEPTEMBER 2024. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 730, § 2, a), van het Gerechtelijk Wetboek FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 730, § 2, a), vervangen bij de wet van 28 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/03/2024 pub. 22/04/2024 numac 2024003378 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake slachtofferzorg type wet prom. 28/03/2024 pub. 22/04/2024 numac 2024003379 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest inzake slachtofferzorg type wet prom. 28/03/2024 pub. 22/04/2024 numac 2024003380 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie inzake slachtofferzorg voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad sluiten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 mei 2024;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 22 mei 2024;

Gelet op het advies nr. 71/2024 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 26 juli 2024;

Gelet op het advies 76.693/2 van de Raad van State, gegeven op 8 juli 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de minister van Justitie,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De elektronische openbare bekendmaking bedoeld in artikel 730, § 2, a), eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek gebeurt op de website van de hoven en rechtbanken.

Art. 2.§ 1. Ten laatste op de laatste werkdag voor 30 september van elk kalenderjaar zendt de griffie van elk rechtscollege de lijst met zaken bedoeld in artikel 730, § 2, a), eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek elektronisch over aan het College van de hoven en rechtbanken. § 2. De lijst bedoeld in paragraaf 1 bevat voor elke zaak: 1° het rolnummer;2° het bevoegde rechtscollege;3° in voorkomend geval, de vermelding "advocaat" en de naam en voornaam van deze advocaat die een partij vertegenwoordigt of bijstaat;4° in voorkomend geval, indien een partij wordt bijgestaan of vertegenwoordigd door een afgevaardigde van een representatieve organisatie van arbeiders, bedienden of zelfstandigen, de vermelding " representatieve organisatie";5° in voorkomend geval, indien een partij niet wordt bijgestaan of vertegenwoordigd door een persoon zoals bedoeld in de bepaling onder 3° en 4°, de vermelding "zonder advocaat noch representatieve organisatie". § 3. Op de datum bepaald in artikel 730, § 2, a), eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, maakt het College van de hoven en rechtbanken de lijst van de zaken van alle rechtscolleges bekend, zulks in een downloadbaar formaat en met vermelding van de datum van bekendmaking. § 4. De in paragraaf 3 bedoelde lijst is openbaar gedurende twee maanden te rekenen vanaf de dag van haar bekendmaking en is doorzoekbaar op basis van ieder in paragraaf 2 bedoeld gegeven.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 september 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT


^