Etaamb.openjustice.be
Wet van 28 maart 2024
gepubliceerd op 22 april 2024

Wet houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake slachtofferzorg

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2024003378
pub.
22/04/2024
prom.
28/03/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 MAART 2024. - Wet houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake slachtofferzorg (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake slachtofferzorg wordt goedgekeurd.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 28 maart 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken : 55 3784 (2023/2024) Integraal Verslag : 21 maart 2024

22 NOVEMBER 2023. - Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake slachtofferzorg Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);

Gelet op de Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad;

Gelet op de Richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ van de Raad;

Gelet op de Richtlijn 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 inzake terrorismebestrijding en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad en tot wijziging van Besluit 2005/671/JBZ van de Raad;

Gelet op de artikelen 128, § 1, van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, inzonderheid artikel 92bis, § 1, gewijzigd door de bijzondere wet van 6 januari 2014;

Gelet op Titel II van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;

Overwegende dat de bevoegdheden inzake slachtofferzorg verdeeld zijn tussen de Federale staat en de Gemeenschappen en de Gewesten;

Overwegende dat deze versnippering van de bevoegdheden en de verspreiding van het personeel en van de bijhorende materiële en financiële middelen een doeltreffend, effectief, coherent en geïntegreerd slachtofferbeleid kunnen belemmeren;

Overwegende dat een structurele samenwerking tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap noodzakelijk is om tot een kwaliteitsvolle zorg en dienstverlening aan slachtoffers te komen;

Overwegende dat een optimale en goed ontwikkelde slachtofferzorg secundaire victimisatie zo veel mogelijk moet beperken en alle gevolgen van het slachtofferschap in de mate van het mogelijke moet herstellen;

Overwegende dat de Grondwet en de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen de mogelijkheid voorzien dat de vermelde overheden een samenwerkingsakkoord inzake slachtofferzorg sluiten;

De partijen: De Federale Staat, vertegenwoordigd door de federale regering, in de persoon van de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken;

De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de minister-president, de minister van Justitie en Handhaving en de minister van Welzijn;

Hun eigen bevoegdheden gezamenlijk uitoefenend, zijn overeengekomen hetgeen volgt: HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit akkoord wordt verstaan onder: 1° bevoegde actoren: de parketten, rechtbanken, de politie en de bevoegde diensten slachtofferzorg;2° bevoegde diensten slachtofferzorg: de politionele slachtofferbejegening, de diensten slachtofferonthaal en de diensten slachtofferhulp;3° bevoegde overheden: de ministers die over de bevoegdheden beschikken krachtens welke de ministers die dit akkoord ondertekenen, het akkoord gesloten hebben in naam van de partijen bij het akkoord;4° dienst politionele slachtofferbejegening: de dienst binnen de federale en de lokale politie die enerzijds instaat voor de sensibilisering en voortgezette vorming van politieambtenaren inzake politionele slachtofferbejegening en anderzijds voor het bieden van gespecialiseerde slachtofferbejegening, zonder evenwel afbreuk te doen aan de wettelijke verplichtingen inzake slachtofferbejegening van elke individuele politieambtenaar;5° dienst slachtofferhulp: één van de diensten binnen de centra voor algemeen welzijnswerk, erkend en gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, met als taak onder meer slachtofferhulp;6° dienst slachtofferonthaal: de dienst van het justitiehuis die aan een slachtoffer tijdens de hele gerechtelijke procedure specifieke informatie, ondersteuning, bijstand en een gepaste doorverwijzing aanbiedt;7° na(ast)bestaande: de rechthebbende van het slachtoffer of elke persoon die een duurzame affectieve relatie heeft met het slachtoffer;8° politionele slachtofferbejegening: de bijstand aan een slachtoffer door de politie, die bestaat uit het onthaal en de eerste opvang van het slachtoffer, het verstrekken van basisinformatie aan het slachtoffer en het indien nodig doorverwijzen naar de gespecialiseerde diensten.Deze bejegening houdt eveneens het onthaal en de bijstand in van personen die betrokken zijn bij een ongeval, een collectieve noodsituatie, een brand of een zelfdoding; 9° schade: een lichamelijk letsel, een geestelijk letsel, een psychisch lijden, een materieel of een financieel verlies.10° slachtoffer: de natuurlijke persoon, evenals zijn na(ast)bestaanden, die als direct gevolg van een handelen of nalaten in strijd met de strafwetgeving schade heeft geleden of de natuurlijke persoon, evenals zijn na(ast)bestaanden die schade heeft geleden ten gevolge van feiten die aanleiding hebben gegeven tot een politionele of gerechtelijke tussenkomst, ook al zijn de feiten geen inbreuk op de strafwetgeving;11° slachtofferbeleid: het geheel van bestuursdaden van de Federale Staat, de Gemeenschappen, de provinciale en lokale overheden in verband met slachtofferzorg;12° slachtofferhulp: de emotionele ondersteuning en begeleiding die aan slachtoffers wordt geboden bij het verwerkingsproces, het geven van informatie, advies en administratieve en praktische hulp en de gerichte en actieve doorverwijzing van slachtoffers.Deze hulp wordt verleend door de diensten slachtofferhulp.

Slachtofferhulp kan eveneens de ondersteuning, hulp en begeleiding inhouden van personen die betrokken zijn bij een ongeval, een collectieve noodsituatie, een brand of een zelfdoding; 13° slachtofferonthaal: de informatie en ondersteuning die aan het slachtoffer wordt gegeven in de verschillende fasen van de gerechtelijke procedure, die wordt verleend door de dienst slachtofferonthaal of met tussenkomst van de magistraten, de personeelsleden en medewerkers van de parketten of de rechtbanken, binnen het kader van de aan hen toegewezen bevoegdheden. Slachtofferonthaal kan eveneens de informatie en bijstand inhouden aan personen die betrokken zijn bij een ongeval, een collectieve noodsituatie of een zelfdoding; 14° slachtofferzorg: de hulp- en dienstverlening sensu lato, die vanuit verschillende sectoren, hetzij politioneel, justitieel, sociaal, psychisch of medisch, aan een slachtoffer wordt geboden. HOOFDSTUK 2. - Doelstelling

Art. 2.Dit akkoord beoogt een structurele samenwerking inzake de opdrachten slachtofferzorg die wordt opgenomen door de bevoegde actoren op het Nederlandse taalgebied om te komen tot een kwaliteitsvolle slachtofferzorg en secundaire victimisatie zo veel als mogelijk te voorkomen en te beperken.

De structurele samenwerking bedoeld in het eerste lid doet geen afbreuk aan de samenwerkingsverbanden tussen de bevoegde diensten slachtofferzorg en andere meer gespecialiseerde diensten die slachtofferzorg aanbieden, voor zover deze samenwerkingsverbanden rekening houden met de bepalingen van dit akkoord.

Art. 3.Met respect voor ieders duidelijk afgebakende bevoegdheden en verantwoordelijkheden, voeren de bevoegde overheden een beleid dat streeft naar een zorgvuldige en correcte ondersteuning en begeleiding van slachtoffers.

Voor de totstandkoming van een gecoördineerd, integraal en geïntegreerd slachtofferbeleid dient het beleid van de bevoegde overheden op elkaar afgestemd te worden. Hiervoor gaan de bevoegde overheden en de bevoegde actoren actief met elkaar in dialoog binnen de in dit akkoord voorziene overlegorganen.

In geval dat er, in afwijking van de duidelijk afgebakende bevoegdheden en verantwoordelijkheden vermeld in het eerste lid, misvattingen zouden ontstaan op vlak van bevoegdheidsverdeling of verantwoordelijkheden, verbinden de bevoegde overheden er zich toe zich niet te onttrekken aan hun verantwoordelijkheid, maar gezamenlijk op zoek gaan naar concrete oplossingen binnen de in dit akkoord voorziene overlegorganen. HOOFDSTUK 3. - Bevoegdheden

Art. 4.De Federale Staat is bevoegd voor: 1° het beleid inzake politie en veiligheid en, in het bijzonder, de politionele slachtofferbejegening;2° het strafrechtelijk beleid en in het bijzonder het gerechtelijk slachtofferbeleid.In dat kader waarborgt de Federale Staat de rechten van het slachtoffer binnen de gerechtelijke procedure, waaronder het verlenen van slachtofferonthaal.

Art. 5.De Vlaamse Gemeenschap is bevoegd voor: 1° het beleid inzake bijstand aan personen, onder meer het maatschappelijk welzijn en de hulp- en dienstverlening aan slachtoffers;2° de organisatie, de werking en de opdrachten van het Vlaams centrum elektronisch toezicht en de justitiehuizen, in het bijzonder het slachtofferonthaal. HOOFSTUK 4. - Verbintenissen Afdeling 1. - Algemene werkingsprincipes

Art. 6.§ 1. De bevoegde overheden verbinden zich ertoe dat de bevoegde actoren, binnen het kader van de aan hen toegewezen bevoegdheden en in hun contact met slachtoffers, minstens de volgende werkingsprincipes zullen hanteren: 1° een positieve en participatieve basishouding aannemen, vertrekken vanuit het perspectief van het slachtoffer;2° tijdig rekening houden met de individuele noden en behoeften van elk slachtoffer en hierbij in het bijzonder aandacht te hebben voor de specifieke behoeften van kwetsbare slachtoffers bijvoorbeeld het minderjarige slachtoffer en minderjarige kinderen van het slachtoffer;3° informatie verstrekken op maat van het slachtoffer, rekening houdend met de individuele noden en behoeften van het slachtoffer, het type van feiten alsook de kwetsbaarheid van het slachtoffer en de omstandigheden waarin het slachtoffer zich op dat moment bevindt;4° de continuïteit van de aangeboden zorg verzekeren door op een warme manier de zorg over te dragen wanneer het aanbod van één of meer andere diensten beter aansluit bij de noden en behoeften van het slachtoffer. De bevoegde overheden verbinden zich ertoe om via de diensten slachtofferzorg die onder hun bevoegdheid vallen daarnaast een proactief, outreachende en aanklampende aanbod te voorzien voor elk slachtoffer. § 2. De bevoegde overheden verbinden er zich tenslotte toe, binnen het kader van de aan hen toegewezen bevoegdheden, de werkingsprincipes, bedoeld in paragraaf 1, in een gezamenlijk referentiedocument te concretiseren en te vertalen naar een uitgewerkte methodologie voor de uitvoering van de opdrachten en de samenwerking op het terrein tussen de bevoegde actoren.

De redactie van het referentiedocument is een verantwoordelijkheid van de Vlaamse Commissie slachtofferzorg, bedoeld in artikel 37, § 1, van dit akkoord. Het referentiedocument wordt door de commissie voorgelegd aan de bevoegde overheden ter goedkeuring die zo nodig het document kunnen bijsturen.

Art. 7.De bevoegde overheden verbinden zich ertoe dat de bevoegde actoren het slachtoffer waar nodig op een warme manier doorverwijst met het oog op gepaste slachtofferzorg, rekening houdend met de individuele noden en behoeften van het slachtoffer, het type van feiten alsook de kwetsbaarheid van het slachtoffer en dat zij daarbij gebruik kunnen maken van de sociale kaart die is opgesteld door het netwerk slachtofferzorg, bedoeld in artikel 34, § 1, 3° van dit akkoord. Afdeling 2. - Opleiding

Art. 8.§ 1. Met behoud van de toepassing van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, verbinden de bevoegde overheden zich ertoe een gepaste basisopleiding inzake slachtofferzorg te voorzien of te faciliteren voor alle medewerkers van de bevoegde actoren die onder hun bevoegdheid vallen van wie het waarschijnlijk is dat zij vanuit hun functie in persoonlijk contact komen met slachtoffers.

In deze basisopleiding komen minstens de volgende elementen aan bod: 1° erkennen van slachtofferschap;2° de impact en verwerking van schokkende of traumatische ervaringen;3° herkennen van de noden en behoeften van het slachtoffer;4° respectvol, tactvol, professioneel en op niet-discriminerende manier omgaan en communiceren met het slachtoffer;5° de opdrachten van de diensten slachtofferzorg. § 2. De bevoegde overheden verbinden er zich toe voor de medewerkers van de bevoegde diensten slachtofferzorg, naast de basisopleiding bedoeld in het eerste lid van paragraaf 1, eveneens gespecialiseerde en voortgezette opleidingen inzake slachtofferzorg te voorzien.

In deze gespecialiseerde en voortgezette opleidingen komen onder andere de volgende elementen aan bod: 1° de individuele beoordeling die tot doel heeft de specifieke noden en behoeften van het slachtoffer vast te stellen;2° de psychosociale (na-)zorg bij traumatische of schokkende ervaringen;3° specifieke doelgroepen en vormen van slachtofferschap, zoals minderjarige slachtoffers, slachtoffers van seksueel geweld en intrafamiliaal geweld, slachtoffers van terroristische misdrijven;4° vaardigheden om een zorgvuldige en correcte bejegening aan het slachtoffer te kunnen bieden zoals bijvoorbeeld gesprekstechnieken. § 3. De bevoegde overheden verbinden zich ertoe vervolgopleidingen te voorzien opdat de medewerkers van de bevoegde actoren op de hoogte blijven van evoluties in de materie en hun kennis en vaardigheden kunnen verdiepen en verbreden. Afdeling 3. - Informatieverstrekking

Art. 9.De bevoegde overheden verbinden zich ertoe, via de bevoegde actoren die onder hun bevoegdheid vallen en met behoud van de toepassing van de onafhankelijkheid van de rechtelijke macht, het slachtoffer de nodige informatie te geven over de: 1° gerechtelijke procedure en de rechten van het slachtoffer in dit kader;2° wijze waarop het slachtoffer toegang kan krijgen tot juridisch advies en rechtsbijstand;3° mogelijkheid en de wijze waarop het slachtoffer een schadevergoeding kan verkrijgen;4° beschikbare herstelrechtvoorzieningen, onder andere de mogelijkheid tot bemiddeling met de dader;5° bevoegde diensten slachtofferzorg en hun opdrachten. Hoe uitgebreid of gedetailleerd de in het eerste lid bedoelde informatie is, kan verschillen naargelang de individuele noden, behoeften en persoonlijke omstandigheden van het slachtoffer.

Afhankelijk van deze noden, behoeften en omstandigheden van het slachtoffer, kan deze informatie ook in een later stadium gegeven worden dan op het moment van de eerste contacten met het slachtoffer. Afdeling 4. - Materiële omstandigheden

Art. 10.De bevoegde overheden verbinden zich ertoe om aparte en aangepaste lokalen te voorzien voor de bevoegde diensten slachtofferzorg die onder hun bevoegdheid vallen, zodat het slachtoffer met de nodige privacy onthaald en opgevangen kan worden.

Specifiek wat betreft de federale overheid, deze verbindt zich ertoe de nodige inspanningen te leveren om binnen de gerechtsgebouwen ook voldoende en aangepaste lokalen te voorzien voor de diensten slachtofferonthaal zodat slachtoffers opgevangen, onthaald en bijgestaan kunnen worden in de best mogelijke omstandigheden, rekening houdend met de beperkingen die bestaande gebouwen hebben. Afdeling 5. - Toegankelijk hulp- en dienstverleningsaanbod

Art. 11.De bevoegde overheden verbinden zich ertoe mee te werken aan bestaande en nieuwe praktijken die de samenwerking tussen de bevoegde actoren verbeteren en die in het bijzonder tot doel hebben om een centraal, voldoende en toegankelijk hulp- en dienstverleningsaanbod voor slachtoffers te installeren en te waarborgen.

Art. 12.De bevoegde overheden verbinden zich ertoe informatie en ondersteuning zoveel als mogelijk digitaal aan slachtoffers beschikbaar te stellen en de initiatieven die zij hiertoe nemen onderling op elkaar af te stemmen. Afdeling 6. - Sensibilisering

Art. 13.De bevoegde overheden verbinden zich ertoe sensibiliseringscampagnes op te zetten en die onderling op elkaar af te stemmen met het oog op een betere bekendmaking van de rechten van het slachtoffer en van de bevoegde diensten slachtofferzorg die onder hun bevoegdheid vallen. Afdeling 7. - Verzamelen en delen van gegevens

Art. 14.De bevoegde overheden verbinden zich ertoe een slachtofferbeleid te voeren mede op basis van kwalitatieve en kwantitatieve gegevens die de bevoegde actoren die onder hun bevoegdheid vallen ieder autonoom verzamelen en ter beschikking stellen van de andere bevoegde actoren.

Hiertoe worden minstens de volgende kwantitatieve gegevens verzameld: 1° het aantal bereikte slachtoffers door de bevoegde actoren;2° het aantal doorverwijzingen vanuit de bevoegde actoren;3° de diensten of sectoren waarnaar werd doorverwezen door de bevoegde actoren. De gegevens bedoeld in het voorgaande lid zijn geanonimiseerde en gegeneraliseerde gegevens, en vallen niet onder het toepassingsgebied van de Verordening (EU) 2016/679 van 27 april van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. De gegevens bedoeld in het tweede lid worden ter beschikking gesteld en samen gebracht op het niveau van de arrondissementele raad voor slachtofferbeleid, met het oog op analyse en evaluatie door de arrondissementele raad voor slachtofferbeleid en de Vlaamse Commissie slachtofferzorg, zoals bedoeld in artikel 30 van dit akkoord. HOOFDSTUK 5. - Opdrachten van de bevoegde actoren Afdeling 1. - Politionele slachtofferbejegening

Art. 15.In het kader van zijn bevoegdheid, bedoeld in artikel 4 van dit akkoord en in uitvoering van artikel 46 van de wet van 5 augustus 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1992 pub. 21/10/1999 numac 1999015203 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 sluiten op het politieambt, biedt de Federale Staat via de politie de nodige bijstand aan het slachtoffer door te voorzien in: 1° de eerste opvang;2° dringende en praktische bijstand ;3° informatie zoals bedoeld in artikel 9 van dit akkoord;4° hercontactname;5° doorverwijzing waar nodig naar de gepaste slachtofferzorg in functie van de noden en behoeften van het individuele slachtoffer. De politie ziet erop toe dat het slachtoffer in het proces-verbaal of enige andere politionele schriftelijke informatiedrager de nodige informatie kan laten opnemen over de geleden materiële en immateriële schade.

Art. 16.De politiemedewerkers kunnen in het kader van hun opdracht, bedoeld in artikel 15 van dit akkoord, worden bijgestaan door een gespecialiseerde medewerker binnen de politiediensten of door de dienst politionele slachtofferbejegening, wanneer blijkt dat meer gespecialiseerde bijstand of informatievoorziening nodig is. De gespecialiseerde medewerker werkt samen met de beleidsofficier inzake politionele slachtofferbejegening voor de ontwikkeling en implementatie van het beleid binnen de politiedienst.

De gespecialiseerde medewerker of de dienst politionele slachtofferbejegening, bedoeld in het eerste lid, heeft als opdracht: 1° het slachtofferbeleid binnen het korps mee vorm te geven samen met de beleidsadviseur politionele slachtofferbejegening door het verzamelen en verspreiden van informatie in verband met slachtofferzorg, de leden van het korps te sensibiliseren en interne opleiding te verzekeren inzake politionele slachtofferbejegening;2° het organiseren van gespecialiseerde bijstand aan het slachtoffer wanneer politiemedewerkers het slachtoffer niet of op onvoldoende wijze kunnen bijstaan;3° de doorverwijzing waar nodig naar de gepaste dienst slachtofferzorg rekening houdend met de artikelen 7 en 20 van dit akkoord;4° het actief doorverwijzen en samenwerken met hulp- en dienstverleningsinstanties;5° het deelnemen aan de overlegstructuren.

Art. 17.De politiemedewerker of de dienst politionele slachtofferbejegening licht elk slachtoffer systematisch in over het bestaan van de bevoegde diensten slachtofferzorg, hun opdrachten en hun contactgegevens. Op basis van de actuele noden en behoeften van het individuele slachtoffer wordt dit aangevuld met informatie over andere meer gespecialiseerde diensten of personen die slachtofferzorg aanbieden.

Art. 18.§ 1. De politiemedewerker of de dienst politionele slachtofferbejegening biedt elk slachtoffer doorverwijzing naar een dienst slachtofferhulp aan. Wanneer het slachtoffer hiermee instemt, brengt men het slachtoffer actief in contact met deze dienst. § 2. De politiemedewerker of de dienst politionele slachtofferbejegening maakt op basis van de noden en behoeften, het type van feiten alsook de kwetsbaarheid van het individuele slachtoffer de inschatting of hij ook doorverwijzing naar een dienst slachtofferonthaal aanbiedt. Als het slachtoffer hiermee instemt, brengt hij het slachtoffer actief in contact met deze dienst. § 3. In uitvoering van paragraaf 1 en 2 en met het oog op het realiseren van de doeleinden vermeld in artikel 2 en 3 van dit akkoord, maakt de politiemedewerker of de dienst politionele slachtofferbejegening de volgende gegevens telefonisch of via elektronische weg over aan de desbetreffende diensten: 1° de persoonsgegevens van het slachtoffer dat wordt doorverwezen: a) de identiteitsgegevens, waaronder het rijksregisternummer of identificatienummer van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid;b) de relatie tot het directe slachtoffer in geval betrokkene een nabestaande of naastbestaande betreft;c) de contactgegevens;2° de identificatiegegevens van de verbalisant;3° het nummer van het proces-verbaal;4° de datum van de feiten. Indien het slachtoffer dit wenst, kan de politiemedewerker of de dienst politionele slachtofferbejegening eveneens de volgende persoonsgegevens overmaken aan de desbetreffende diensten: 1° persoonsgegevens van het slachtoffer betreffende de feiten die aanleiding gegeven hebben tot de politionele tussenkomst, met name een omschrijving van de feiten, conform de geldende richtlijnen en regelgeving;2° gegevens over de gezondheid van het slachtoffer, meer bepaald de geleden schade zoals bedoeld in artikel 1, 9° van dit akkoord, met het oog op de inschatting van de noden en behoeften van het slachtoffer;3° praktische informatie betreffende de beschikbaarheid van het slachtoffer voor contactname;4° informatie over andere diensten waarnaar het slachtoffer is doorverwezen met het oog op de continuïteit van de slachtofferzorg. Het slachtoffer dient steeds zijn instemming te geven voordat deze gegevens van het slachtoffer overgemaakt worden aan de desbetreffende diensten.

Art. 19.Rekening houdend met de bepalingen van artikel 7 van dit akkoord, doet de politiemedewerker of de dienst politionele slachtofferbejegening een aanvullend aanbod tot doorverwijzing naar andere, meer gespecialiseerde diensten of personen die slachtofferzorg aanbieden. Hij heeft hierbij extra aandacht voor kwetsbare slachtoffers zoals minderjarige slachtoffers, slachtoffers van intrafamiliaal geweld, slachtoffers van seksueel geweld en slachtoffers van terroristische misdrijven.

Art. 20.De politiemedewerker of de dienst politionele slachtofferbejegening maakt na een eerste contact met het slachtoffer een inschatting van de noden, behoeften en verwachtingen, om te bepalen of een hercontactname aangewezen is. Hij heeft hierbij bijzondere aandacht voor kwetsbare slachtoffers zoals minderjarige slachtoffers, slachtoffers van seksueel geweld, slachtoffers van intrafamiliaal geweld, slachtoffers van terroristische misdrijven, alsook voor slachtoffers die in eerste instantie niet wilden doorverwezen worden of geen instemming gaven om hun gegevens door te geven voor een doorverwijzing, maar die op basis van zijn inschatting baat zouden hebben met meer gespecialiseerde slachtofferzorg.

Voor wat betreft partnergeweld als vorm van intrafamiliaal geweld, zal de politiemedewerker of de dienst politionele slachtofferbejegening overeenkomstig de van kracht zijnde omzendbrieven het slachtoffer van partnergeweld opnieuw contacteren na het opstellen van het aanvankelijk proces-verbaal. Op basis van de actuele noden en behoeften van het slachtoffer doet hij opnieuw een aanbod tot doorverwijzing naar de bevoegde diensten slachtofferzorg, of andere meer gespecialiseerde diensten of personen die slachtofferzorg aanbieden.

Art. 21.De politiemedewerker vermeldt het aanbod tot doorverwijzing van het slachtoffer in het proces-verbaal of enige andere politionele schriftelijke informatiedrager. De beslissing van het slachtoffer om al dan niet in te gaan op het aanbod wordt niet vermeld in het proces-verbaal of enige andere schriftelijke politionele informatiedrager. Afdeling 2. - Dienst slachtofferhulp

Art. 22.In het kader van zijn bevoegdheid, bedoeld in artikel 5, 1° van dit akkoord en in uitvoering van artikel 11, eerste lid, 8° ,13° en 15° van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/06/2013 pub. 01/08/2013 numac 2013204207 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het algemeen welzijnswerk sluiten betreffende het algemeen welzijnswerk biedt de Vlaamse Gemeenschap via de diensten slachtofferhulp de nodige hulpverlening aan het slachtoffer door te voorzien in: Het aanbod omvat: 1° een duidelijk aanspreekpunt voor slachtoffers voor alle vragen en hulp rond slachtofferschap, ongeacht of zij een klacht ingediend hebben; 2° informatie zoals bedoeld in artikel 9 van dit akkoord, informatie over de verwerking van schokkende of traumatische ervaringen alsook advies hierover, informatie bij verzekeringstechnische en juridische vragen;; 3° administratieve en praktische hulp zoals de procedure voor de Commissie voor Financiële Hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en occasionele redders en het in contact brengen van slachtoffers met de gepaste diensten zoals een mutualiteit, verzekeringsinstantie of advocaat;4° emotionele ondersteuning en begeleiding bij het verwerkingsproces waarbij het slachtoffer en zijn directe sociale omgeving kunnen praten over wat hen is overkomen en waarbij hulpverleners samen met het slachtoffer op zoek gaan naar een goede en gepaste manier om met de gevolgen ervan om te gaan;5° een gerichte en actieve doorverwijzing waar nodig naar de dienst slachtofferonthaal waarbij de persoonsgegevens zoals bepaald in artikel 18 § 3 van dit akkoord, na instemming van het slachtoffer, telefonisch of via elektronische weg worden overgemaakt of naar andere gepaste slachtofferzorg in functie van de noden en behoeften van het individuele slachtoffer, rekening houdend met de bepalingen van artikel 7 van dit akkoord en met het oog op het realiseren van de doeleinden vermeld in artikel 2 en 3 van dit akkoord. In uitvoering van artikel 9 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid type decreet prom. 08/05/2009 pub. 08/07/2009 numac 2009202913 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het algemeen welzijnswerk sluiten op het algemeen welzijnswerk zijn de medewerkers van de diensten die slachtofferhulp aanbieden tot geheimhouding verplicht.

Art. 23.De dienst slachtofferhulp bevestigt telefonisch of via elektronische weg aan de doorverwijzende politiedienst of de doorverwijzende dienst slachtofferonthaal dat zij met het slachtoffer contact heeft opgenomen, en kan, in samenspraak en na instemming van het slachtoffer, bijkomende en noodzakelijke persoonsgegevens overmaken met het oog op verdere begeleiding en ondersteuning. Afdeling 3. - Parket en rechtbank

Art. 24.In het kader van hun bevoegdheid, bedoeld in artikel 4 van dit akkoord en in uitvoering van artikel 3bis Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering, biedt de Federale Staat via de magistraten, de medewerkers van de griffie en de personeelsleden van de parketten en rechtbanken, de nodige ondersteuning aan het slachtoffer door te voorzien in: 1° een correct en zorgvuldig slachtofferonthaal;2° informatie zoals bedoeld in artikel 9 van dit akkoord.

Art. 25.De parketten en rechtbanken worden in het kader van hun opdracht bijgestaan door de diensten slachtofferonthaal bedoeld in artikel 26 van dit akkoord wanneer blijkt dat meer gespecialiseerde of geïndividualiseerde bijstand of informatievoorziening nodig is.

Overeenkomstig de van kracht zijnde regelgeving en omzendbrieven zal het parket de diensten slachtofferonthaal vatten om een aanbod te doen aan individuele slachtoffers. In de gevallen waarin dit niet verplicht is, beoordeelt de magistraat die belast is met het dossier, van bij de aanvang van het dossier en gedurende de volledige procedure, of de tussenkomst van de dienst slachtofferonthaal vereist is. Afdeling 4. - Dienst slachtofferonthaal

Art. 26.§ 1. In het kader van hun bevoegdheid, bedoeld in artikel 5, 2° van dit akkoord en in uitvoering van artikel 5 van het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 17/06/2019 numac 2019012937 bron vlaamse overheid Decreet houdende de justitiehuizen en de juridische eerstelijnsbijstand sluiten houdende de justitiehuizen en de juridische eerstelijnsbijstand biedt de Vlaamse Gemeenschap via de diensten slachtofferonthaal de nodige ondersteuning en bijstand aan het slachtoffer door te voorzien in: 1° informatie zoals bedoeld in artikel 9 van dit akkoord;2° bijstand en ondersteuning tijdens de gerechtelijke procedure, zoals bij de inzage van het dossier, de wedersamenstelling, de teruggave van inbeslaggenomen stukken of de zitting van de rechtbank;3° een brugfunctie ten aanzien van de magistratuur;4° doorverwijzing waar nodig naar de dienst slachtofferhulp waarbij de persoonsgegevens zoals bepaald in artikel 18 § 3 van dit akkoord, na instemming van het slachtoffer, telefonisch of via elektronische weg worden overgemaakt of naar andere gepaste diensten slachtofferzorg in functie van de noden en behoeften van het slachtoffer, rekening houdend met de bepalingen van artikel 7 van dit akkoord en met het oog op het realiseren van de doeleinden vermeld in artikel 2 en 3 van dit akkoord. § 2. De dienst slachtofferonthaal heeft ook een structurele opdracht door het signaleren van de moeilijkheden waarmee het slachtoffer wordt geconfronteerd in zijn contacten met de gerechtelijke overheid en door de magistraten en de medewerkers en personeelsleden van de parketten en de rechtbanken te sensibiliseren voor de specifieke noden en rechten van het slachtoffer.

Art. 27.De dienst slachtofferonthaal bevestigt telefonisch of via elektronische weg aan de doorverwijzende politiedienst of de doorverwijzende dienst slachtofferhulp dat zij met het slachtoffer contact heeft opgenomen en kan, in samenspraak en na instemming van het slachtoffer, bijkomende en noodzakelijke persoonsgegevens overmaken met het oog op verdere begeleiding en ondersteuning.

Indien het slachtoffer positief reageert op het dienstaanbod, stelt de dienst slachtofferonthaal hun tussenkomst ter kennis aan het secretariaat van het parket dat hen gevat heeft, overeenkomstig de van kracht zijnde richtlijnen. Afdeling 5. - Omgaan met persoonsgegevens

Art. 28.§ 1. De verwerking van persoonsgegevens, vermeld in dit hoofdstuk, gebeurt conform artikel 6, eerste lid, c) en e) van de algemene verordening gegevensbescherming en de wet van 30 juni 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.

De verwerking van persoonsgegevens, vermeld in dit hoofdstuk, kan ook de verwerking omvatten van bijzondere categorieën van persoonsgegevens vermeld in artikel 9, lid 1 en artikel 10 van de algemene verordening gegevensbescherming. Deze verwerkingen worden beschouwd als noodzakelijke verwerkingen om redenen van zwaarwegend algemeen belang als vermeld in artikel 9, lid 2, g) van de voormelde verordening. § 2. Voor de verwerking van de persoonsgegevens door de politie en de politionele slachtofferbejegening treden de ministers van Binnenlandse zaken en Justitie op als verwerkingsverantwoordelijke.

Voor de verwerking van persoonsgegevens door de parketten en rechtbanken treden respectievelijk het College van procureurs-generaal en het College van hoven en rechtbanken of, al naargelang van het geval, de rechtbanken zelf op als verwerkingsverantwoordelijke.

Voor de verwerking van persoonsgegevens door de diensten slachtofferonthaal en slachtofferhulp treden respectievelijk het Agentschap Justitie en Handhaving en het CAW op.

Iedere bevoegde actor respecteert het principe van de opslagbeperking en de op hen van toepassing zijnde overeenkomstige bewaartermijnen, neemt de passende maatregelen ter beveiliging van de persoonsgegevens, en zorgt dat de te verwerken persoonsgegevens steeds juist en geactualiseerd zijn, rekening houdend met de wettelijke en reglementaire bepalingen die op iedere actor van toepassing zijn. § 3. De verwerkingsverantwoordelijken van de actoren politie, de parketten en rechtbanken en de bevoegde diensten slachtofferzorg nemen ieder de passende maatregelen opdat het slachtoffer de informatie en de communicatie over de verwerking van diens persoonsgegevens overeenkomstig de op hen toepasselijke regelgeving in een beknopte, transparante, begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke vorm en in duidelijke en eenvoudige taal ontvangt. HOOFDSTUK 6. - Overlegstructuren Afdeling 1. - Arrondissementeel niveau

Art. 29.§ 1. In elk gerechtelijk arrondissement komt een arrondissementele raad voor slachtofferbeleid, hierna "de raad" genoemd, samen.

De raad is belast met de coördinatie van de implementatie van een geïntegreerd slachtofferbeleid binnen het gerechtelijk arrondissement. § 2. De raad heeft tot taak het: 1° concretiseren en implementeren van de in dit akkoord gemaakte afspraken in functie van een geïntegreerde slachtofferzorg;2° opvolgen en evalueren van de in 1° gemaakte afspraken en beslissingen.Hierbij kan zij de bevoegde actoren aansporen tot het nemen van noodzakelijke corrigerende acties in geval van niet-naleving van de gemaakte afspraken; 3° coördineren, ondersteunen en opvolgen van de samenwerking tussen de bevoegde actoren;4° opmaken van structurele afspraken inzake de samenwerking tussen de bevoegde actoren en de doorverwijzing naar meer gespecialiseerde diensten die slachtofferzorg aanbieden en vice versa, alsook het afstemmen van samenwerkingsafspraken die op niveau van de lokale netwerken binnen het arrondissement zijn opgemaakt en erop toezien dat deze afspraken in overeenstemming zijn met de afspraken en verbintenissen bepaald in dit akkoord;5° voorstellen van de nodige beleidsmaatregelen aan de Vlaamse commissie slachtofferzorg.

Art. 30.De raad stelt tweejaarlijks een verslag op met betrekking tot de wijze waarop er binnen haar arrondissement aan de doelstelling van dit akkoord uitvoering gegeven wordt.

Het verslag bevat minstens: 1° een kwantitatief gedeelte waarin minstens de gegevens zoals bepaald in artikel 14, lid 2, van dit akkoord worden opgenomen en geanalyseerd;2° een kwalitatief gedeelte waarin een overzicht wordt gegeven van de wijze waarop de raad haar taak, bedoeld in artikel 29, § 2, van dit akkoord invult.Dit gebeurt minstens door een opsomming en beschrijving van de acties die binnen het arrondissement genomen zijn, alsook de initiatieven, verwezenlijkingen, projecten en moeilijkheden inzake de toepassing en implementering van de bepalingen uit het akkoord; 3° een inventaris van de samenwerkingsafspraken die zijn gemaakt of die gemaakt moeten worden met diensten slachtofferzorg, zoals bedoeld in artikel 29, § 2, 4° van dit akkoord. Dit verslag wordt overgemaakt aan de voorzitter van de Vlaamse commissie slachtofferzorg uiterlijk op 1 april van het jaar volgend op de periode waarop het verslag betrekking heeft.

Art. 31.De raad is minimaal samengesteld uit: 1° de procureur des Konings of de verbindingsmagistraat;2° een onderzoeksrechter of vertegenwoordiger van de rechtbank eerste aanleg;3° een gemandateerde vertegenwoordiger van de dienst(en) slachtofferhulp;4° de korpschefs van de politiezones of hun gemandateerde vertegenwoordiger(s), eventueel vergezeld van een vertegenwoordiger van de dienst voor politionele slachtofferbejegening;5° de directeur-coördinator van de federale politie eventueel vergezeld van een vertegenwoordiger van de dienst voor politionele slachtofferbejegening van de federale politie van zijn arrondissement;6° de directeurs van de justitiehuizen van het arrondissement;7° een gemandateerde vertegenwoordiger van het vertrouwenscentrum kindermishandeling of het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg van het Agentschap Opgroeien;8° de voorzitter of een lid van de Vlaamse commissie slachtofferzorg;9° de verbindingspersoon zoals bedoeld in artikel 35 van dit akkoord. Voor elk van de leden worden één of meerdere plaatsvervangers aangeduid.

De raad kan ad hoc of structureel uitgebreid worden met deskundigen of één of meerdere vertegenwoordigers van (overheids-)instellingen, organisaties, (overheids-)diensten, verenigingen, lotgenotengroepen of professionelen naargelang het onderwerp van de vergadering en op uitnodiging van de voorzitter.

Art. 32.§ 1. De raad wordt voorgezeten door de procureur des Konings of door de provinciale verbindingsmagistraat slachtofferonthaal. Deze stelt een secretaris aan die instaat voor de opmaak en verspreiding van de werkingsverslagen. § 2. Voor het uitvoeren van haar opdrachten kan de raad permanente of ad hoc werkgroepen oprichten die de agenda voorbereiden, opvolgen, uitvoeren en hierover rapporteren aan de raad. Deze werkgroepen worden voorgezeten door een lid van de raad. De raad stelt een voorzitter aan in geval van oprichting van zo een werkgroep. § 3. De raad stelt een huishoudelijk reglement op, waarin minimaal het volgende geregeld wordt: 1° de wijze waarop beslissingen worden genomen;2° afspraken over het delegeren van bepaalde opdrachten en beslissingen aan werkgroepen zoals bedoeld in artikel 32, § 2, van dit akkoord;3° de procedure voor het wijzigen van het huishoudelijk reglement;4° de wijze waarop de vergadering wordt samen geroepen, de agenda van de vergadering wordt bepaald en de verslaggeving wordt verspreid. De raad komt minstens twee keer per kalenderjaar bijeen, op onderling te bepalen overlegmomenten. Afdeling 2. - Niveau van de arrondissementsafdeling

Art. 33.De raad richt per arrondissementsafdeling een netwerk slachtofferzorg op, hierna "netwerk" genoemd.

Art. 34.§ 1. Het netwerk heeft tot taak het: 1° vormgeven van de operationele samenwerking op het terrein tussen het netwerk en eventuele andere diensten slachtofferzorg en hiervoor de nodige samenwerkingafspraken maken;2° uitwisselen van kennis, expertise, informatie en beste praktijken;3° opmaken en beheren van een sociale kaart van (overheids-)instellingen, organisaties, (overheids-)diensten, verenigingen, lotgenotengroepen, of professionelen die zich toeleggen op het bieden van slachtofferzorg alsook hun aanbod binnen de regio, en deze verspreiden binnen de leden van het netwerk;4° informeren en signaleren van problemen waarmee zij in de praktijk worden geconfronteerd en gezamenlijk zoeken naar een manier van aanpak;5° signaleren van problemen die een meer structurele aanpak vereisen binnen de eigen sector en/of aan de raad;6° ondersteunen van en meewerken aan opleidingen en trainingen inzake slachtofferschap voor de verschillende (netwerk)partners;7° organiseren van netwerkmomenten tussen de bevoegde actoren onderling en andere meer gespecialiseerde diensten en personen die slachtofferzorg aanbieden. § 2. Het netwerk is minimaal samengesteld uit: 1° een justitieassistent van de dienst slachtofferonthaal;2° een personeelslid van een dienst voor politionele slachtofferbejegening van de federale politie en één of meerdere personeelsleden van een dienst voor politionele slachtofferbejegening van de lokale politie;3° een personeelslid van de dienst slachtofferhulp. § 3. Het voorzitterschap en het secretariaat van het netwerk wordt jaarlijks afwisselend opgenomen door een vertegenwoordiger van: 1° de dienst slachtofferonthaal;2° de dienst voor politionele slachtofferbejegening;3° de dienst slachtofferhulp. § 4. Het netwerk vergadert ten minste vier keer per jaar, op onderling te bepalen overlegmomenten.

De voorzitter van het netwerk nodigt hiertoe de personen in paragraaf 1 uit alsook vertegenwoordigers van netwerkorganisaties of andere relevante organisaties dieslachtofferzorg aanbieden aan slachtoffers van intrafamiliaal geweld en slachtoffers van seksueel geweld en wiens werkingsgebied valt binnen dezelfde gerechtelijke arrondissementsafdeling van het netwerk.

Het netwerk kan verder ad hoc of structureel uitgebreid worden met de verbindingsmagistraat slachtofferonthaal, met vertegenwoordigers van provinciale en lokale besturen, (overheids-) instellingen, organisaties, (overheids-) diensten, verenigingen lotgenotengroepen of professionelen die zich toeleggen op het bieden van slachtofferzorg binnen het territoriaal werkingsgebied van net netwerk.

Het secretariaat van het netwerk maakt werkingsverslagen op en stelt deze ter beschikking aan haar leden en aan de voorzitter van de raad.

Art. 35.In de arrondissementen waar verschillende netwerken zijn opgericht, wordt een vertegenwoordiger van een dienst die een provinciale werking heeft, afgevaardigd om deel te nemen aan de vergaderingen van de verschillende netwerken. Deze persoon, verbindingspersoon genoemd, staat in voor een vlotte en tijdige informatiedeling tussen de netwerken onderling enerzijds en de netwerken en de raad anderzijds. Hij kan daarnaast ook deelnemen aan de werkgroepen zoals bedoeld in artikel 32 § 2 van dit akkoord. Afdeling 3. - Vlaams niveau

Art. 36.§ 1. Er wordt een Vlaamse commissie slachtofferzorg opgericht, hierna commissie genoemd, met het oog op de goede werking en implementatie van het akkoord. § 2. De commissie is samengesteld uit telkens één vertegenwoordiger op het beleidsniveau van: 1° de Federale Politie;2° de Vaste Commissie voor de lokale politie;3° de centra voor algemeen welzijnswerk;4° de Federale Overheidsdienst Justitie;5° het Openbaar Ministerie, daartoe aangeduid door het College van Procureurs-generaal;6° het College van hoven en rechtbanken;7° het Agentschap Justitie en Handhaving;8° het Departement Zorg;9° het Agentschap Opgroeien;10° het Vlaams Expertisecentrum Kindermishandeling. Voor elk van de leden worden één of meerdere plaatsvervangers aangeduid. § 3. De vertegenwoordigers bedoeld in paragraaf 2 fungeren tevens als contactpersoon voor hun desbetreffende organisaties ter bevordering van een structurele en permanente dialoog en een samenwerking met andere instanties inzake slachtofferzorg, zowel op federaal, gemeenschaps- als lokaal niveau, met het oog op een gecoördineerd, integraal en geïntegreerd slachtofferbeleid. Op het niveau van de Federale Politie en van de Vaste Commissie voor de lokale politie stellen de Commissaris-generaal van de Federale politie en de Vaste Commissie van de Lokale Politie hiervoor op centraal niveau specifiek een beleidsadviseur en een plaatsvervanger aan op beide politieniveaus. § 4. De commissie kan ad hoc vertegenwoordigers van (overheids)instellingen, organisaties, (overheids) diensten, lotgenotenverenigingen of professionelen uitnodigen om, naargelang het onderwerp van de vergadering, een advies te verlenen over punten waarvoor zij een specifieke bevoegdheid of deskundigheid hebben. § 5. Het voorzitterschap en secretariaat van de commissie wordt jaarlijks wisselend opgenomen door een vertegenwoordiger van het Agentschap Justitie en Handhaving en het Departement Zorg.

Art. 37.De commissie heeft tot taak het: 1° opmaken, aanvullen en concretiseren van het referentiedocument, zoals bedoeld in artikel 6, § 2 van dit akkoord, met het oog op de uniforme toepassing van dit akkoord;2° evalueren van de toepassing van dit akkoord, hierover tweejaarlijks rapporteren aan de bevoegde overheden, uiterlijk vijf maanden na ontvangst van de verslagen vermeld in artikel 30 van dit akkoord, voorzien in een terugkoppeling van dit rapport aan de voorzitters van de arrondissementele raden;3° bundelen en bespreken van overkoepelende problemen die de ontwikkeling van een geïntegreerd en gecoördineerd slachtofferbeleid in de weg staan en deze terug te koppelen aan de bevoegde overheden;4° adviseren van de bevoegde overheden, op eigen initiatief of op vraag van één van de bevoegde ministers;5° bepalen van eventuele bijkomende items die in het tweejaarlijks verslag van de arrondissementele raden, bedoeld in artikel 30, aan bod moet komen. HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen

Art. 38.De budgettaire gevolgen van de opdrachten opgenomen in dit akkoord vallen ten laste van de bevoegde overheden overeenkomstig de verdeling van de bevoegdheden zoals bepaald in de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen.

Art. 39.Het akkoord wordt gesloten voor onbepaalde duur. Elke bevoegde overheid kan het akkoord opzeggen mits een opzegtermijn van negen maanden.

Art. 40.Het samenwerkingsakkoord van 7 april 1998 inzake slachtofferzorg wordt opgeheven.

Art. 41.Het akkoord krijgt uitvoering vanaf de inwerkingtreding van de laatste wetgevende akte houdende instemming.

Gedaan te Brussel op 22 november 2023, in vijf originele exemplaren waarvan twee voor de Federale Staat en drie voor de Vlaamse Gemeenschap.

Voor de Federale Staat : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN Voor de Vlaamse Gemeenschap : De Minister-President van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, H. CREVITS De Vlaamse Minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR

^