gepubliceerd op 09 juni 1999
Koninklijk besluit tot goedkeuring van de beheersovereenkomst te sluiten tussen het Sectoraal fonds van de openbare non-profit sector aangesloten bij de RSZ-PPO en de Ministers die Tewerkstelling en Arbeid, Sociale Zaken en Volksgezondheid in hun bevoegdheid hebben
6 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van de beheersovereenkomst te sluiten tussen het Sectoraal fonds van de openbare non-profit sector aangesloten bij de RSZ-PPO en de Ministers die Tewerkstelling en Arbeid, Sociale Zaken en Volksgezondheid in hun bevoegdheid hebben (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen, inzonderheid op artikel 1, § 7, ingevoegd door de wet van 26 maart 1999;
Gelet op de het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 april 1999;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 27 april 1999;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de actiemiddelen, voorzien door de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, zonder verwijl in werking moeten treden en dat de werkgevers van de publieke non-profit sector aangesloten bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten moeten kunnen blijven genieten van de maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de publieke non-profit sector vanaf 1 januari 1999;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, van Onze Minister van Sociale Zaken en van Onze Minister van Volksgezondheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het Sectoraal fonds van de openbare non-profit sector aangesloten bij de RSZ-PPO opgericht bij het koninklijk besluit van 3 mei 1999 sluit met de Minister van Arbeid en Tewerkstelling, met de Minister van Sociale Zaken en met de Minister van Volksgezondheid de beheersovereenkomst opgenomen in bijlage van dit besluit.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.
Art. 3.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 mei 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid Mevr. M. SMET De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Minister van Volksgezondheid, M. COLLA _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 1 augustus 1985, Belgisch Staatsblad van 6 augustus1985. Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.
Koninklijk besluit van 5 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 27 februari 1997.
Bijlage aan het koninklijk besluit van 6 mei 1999 Beheersovereenkomst betreffende de maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector ("Sociale Maribel") Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten
Artikel 1.Deze beheersovereenkomst wordt gesloten tussen : 1. De Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Ministers die Tewerkstelling en Arbeid, Sociale Zaken en Volksgezondheid in hun bevoegdheid hebben;2. Het "FONDS SOCIALE MARIBEL - RSZPPO" hierna genaamd Sectoraal fonds, opgericht bij artikel 1, § 7 van de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen met als uitsluitend doel het beheer te verzekeren van de SOCIALE MARIBEL in de sector van de bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, aangesloten besturen, vertegenwoordigd door het Beheerscomité van de RSZPPO.
Art. 2.Voor wat de samenstelling en de werking van het Beheerscomité betreft, geldt het huishoudelijk reglement, genomen in uitvoering van artikel 19 van de wet van 25 april 1963 betreffende het paritair beheer.
Art. 3.Deze beheersovereenkomst wordt genomen in uitvoering van artikel 1, § 7, 1°, van de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen.
Deze overeenkomst betreft de modaliteiten voor het toezicht op de bedragen die ter beschikking worden gesteld van de werkgevers, in toepassing van de bepalingen van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot oprichting van het sectoraal fonds voor de werkgevers van de publieke non-profit sector aangesloten bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten.
Art. 4.Het Beheerscomité is belast met het opstellen van de akte van kandidatuurstelling, die door de werkgever moet ingediend worden, overeenkomstig de modaliteiten van het betrokken Raamakkoord.
Volgende elementen moeten bij het dossier dat bestemd is voor de RSZPPO gevoegd worden : - het aantal werknemers aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten met betrekking tot het kwartaal dat aan het kwartaal van indiening van de akte van kandidatuurstelling voorafgaat; - het aantal werknemers bedoeld in het vorig streepje die het recht openen op de bijdragevermindering bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector; - het bedrag van de bijdragevermindering bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 waarop de werkgever aanspraak zou kunnen hebben gemaakt met betrekking tot het bedoelde kwartaal indien de vermindering zou toegepast zijn voor de werknemers bedoeld bij het tweede voormelde streepje voor dat kwartaal; - het tewerkstellingsvolume met betrekking tot ieder kwartaal van het referentiejaar.
De akte van kandidatuurstelling moet volgende elementen bevatten: - het aantal netto bijkomende aanwervingen die de werkgever krachtens de bepalingen van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 zou moeten verwezenlijken. - Het aantal netto bijkomende aanwervingen waartoe de werkgever zich verbindt; - De functie, het arbeidsregime en het basisbarema voor iedere nieuwe aan te werven werknemer.
De akte van kandidatuurstelling moet ondertekend worden door de werkgever en moet voor advies door de representatieve syndicale organisaties ondertekend worden.
Art. 5.Het Beheerscomité onderzoekt de ingediende kandidatuurstellingen en legt aan de Ministers een gemotiveerd voorstel tot toewijzing van de tegemoetkomingen voor.
Art. 6.Bij goedkeuring van de kandidatuurstelling worden de tegemoetkomingen toegekend volgens de regels, bepaald bij artikel 4 van voormeld koninklijk besluit.
Art. 7.Het Beheerscomité deelt de beslissing mede aan de werkgevers.
Art. 8.Het Beheerscomité kan bij aangetekend schrijven aan de werkgevers de goedkeuring opzeggen wanneer het zich in de materiële onmogelijkheid bevindt voor de toekomst de vastlegging te waarborgen van de tegemoetkomingen, overeenkomstig de procedure, uiteengezet onder artikel 8 van voormeld koninklijk besluit.
Deze opzegging heeft uitwerking vanaf de eerste dag van het tweede kwartaal dat volgt op de datum van de kennisgeving aan de werkgever per aangetekend schrijven.
Art. 9.Het Beheerscomité stelt per geverifieerd en afgesloten kwartaal voor iedere werkgever die geniet van de tussenkomsten van het sectoraal fonds, het bedrag vast dat door de werkgever noch aan bijkomende tewerkstelling enerzijds, noch aan toename van het arbeidsvolume anderzijds werd besteed. Het legt aan de bevoegde Ministers een voorstel tot terugvordering van het onterecht toegekende bedrag voor.
Art. 10.Op basis van de beslissing van de bevoegde Ministers, die aan de Rijksdienst wordt medegedeeld, gaat deze over tot terugvordering van de bedragen die aldus vastgesteld zijn, overeenkomstig de procedure tot terugvordering van de socialezekerheidsbijdragen, en stort het teruggevorderde bedrag aan het terugvorderingsfonds bedoeld bij artikel 1, § 7, van de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen.
Art. 11.In het kader van deze beheersovereenkomst heeft de regeringscommissaris die de Minister van Sociale Zaken vertegenwoordigt, in het Beheerscomité eveneens tot taak de Minister van Tewerkstelling en Arbeid en van Volksgezondheid te vertegenwoordigen.
Art. 12.Deze beheersovereenkomst is van toepassing de dag van de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot oprichting van het sectoraal fonds voor de werkgevers van de publieke non-profit sector aangesloten bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten.
Deze beheersovereenkomst werd opgesteld in . . exemplaren. Een origineel exemplaar wordt ter bewaring gegeven aan de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.
Gedaan te Brussel, op 6 mei 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid Mevr. M. SMET De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Minister van Volksgezondheid, M. COLLA