gepubliceerd op 12 april 2007
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten
6 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt, inzonderheid op artikel 11, § 3;
Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 9bis, ingevoegd bij de wet van 30 december 1988, vervangen bij de wet van 29 april 1996 en gewijzigd bij de wet van 25 januari 1999, en op artikel 70quater, ingevoegd door de wet van 22 augustus 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 1990 waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de initiatieven van beschut wonen en op de samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 20 september 1998 en 8 juli 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 2 december 1998, 8 juli 2003 en 15 juni 2004;
Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, gegeven op 14 september 2006;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 juli 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 8 december 2006;
Gelet op het advies nr. 42.072/3 van de Raad van State, gegeven op 30 januari 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State gewijzigd door de wet van 2 april 2003;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 13 van het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juli 2003, worden volgende wijzigingen aangebracht : a) het tweede lid wordt aangevuld met volgende bepaling : « Dit betekent ondermeer dat hij tijdens het proces van bemiddeling geen standpunt inneemt.»; b) een vierde lid, luidend als volgt wordt toegevoegd : « Teneinde de onafhankelijkheid van de ombudsfunctie niet in het gedrang te brengen, is de functie van ombudspersoon onverenigbaar met : a) een leidinggevende functie of beheersfunctie in een instelling of dienst die aangesloten is bij het samenwerkingsverband en waarvoor de ombudsfunctie bevoegd is in toepassing van artikel 11, tweede lid, zoals de functie van directeur, hoofdgeneesheer, hoofd van het verpleegkundig departement of voorzitter van de medische raad;b) een lidmaatschap binnen het comité zoals bedoeld in artikel 10;c) het uitoefenen, in een instelling of dienst die aangesloten is bij het samenwerkingsverband en waarvoor de ombudsfunctie bevoegd is in toepassing van artikel 11, tweede lid, van een functie in het kader waarvan gezondheidszorg als beroepsbeoefenaar wordt verstrekt, zoals bedoeld in de patiëntenrechtenwet;d) een functie of een activiteit in een vereniging die de verdediging van de belangen van patiënten tot doel heeft.»
Art. 2.In artikel 14, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juli 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° een punt 1°bis wordt ingevoegd luidend als volgt : « 1°bis de ombudsfunctie derwijze is georganiseerd dat de ombudspersoon vanaf het ogenblik dat de klacht voor bemiddeling wordt neergelegd tot de mededeling van het resultaat van de afhandeling bemiddelt tussen de patiënt en de betrokken beroepsbeoefenaar;»; 2° in punt 4° worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) tussen de woorden « nodige » en het woord « administratieve » wordt de vermelding « lokalen en, » ingevoegd;b) het punt wordt aangevuld met de volgende bepaling : « Dit houdt in het bijzonder in dat de ombudspersoon beschikt over een eigen en exclusief telefoonnummer, een eigen en exclusief e-mail-adres en een antwoordapparaat dat aangeeft gedurende welke uren men de ombudspersoon kan contacteren.Bovendien dient de ombudspersoon te beschikken over een geëigende ontvangstruimte. »
Art. 3.Aan artikel 17 van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juli 2003, wordt een tweede lid toegevoegd, luidend als volgt : « De ombudspersoon kan daartoe alle informatie inzamelen die hij nuttig acht in het kader van de bemiddeling. De ombudspersoon legt deze informatie, zonder daarbij een standpunt in te nemen, voor aan de bij de bemiddeling betrokken partijen. »
Art. 4.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 maart 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE