Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 juli 2006
gepubliceerd op 13 juli 2006

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 februari 1996 tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2006022533
pub.
13/07/2006
prom.
06/07/2006
ELI
eli/besluit/2006/07/06/2006022533/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 JULI 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 februari 1996 tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten, inzonderheid op artikel 4, § 1;

Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, inzonderheid op artikel 5, §§ 1, eerste lid, 1°, en 2, eerste lid, 1°;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 februari 1996 tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten, zoals gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 maart 2001, 25 oktober 2002, 26 april 2003, 15 maart 2004 en 15 juli 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 maart 2003 betreffende het verbieden van het op de markt brengen van speelgoed en kinderverzorgingsartikelen die vervaardigd zijn van zacht PVC dat bepaalde ftalaten bevat;

Gelet op de Richtlijn 2005/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2005 houdende de tweeëntwintigste wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (ftalaten in speelgoed en kinderverzorgingsartikelen);

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op de kennisgeving van 8 juni 2006 aan de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, de Hoge Gezondheidsraad, de Raad voor het Verbruik en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 maart 2006;

Gelet op advies 40.286/3 van de Raad van State, gegeven op 2 mei 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit beoogt omzetting in Belgisch recht van Richtlijn 2005/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2005 houdende de tweeëntwintigste wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten.

Art. 2.In het koninklijk besluit van 25 februari 1996 tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten, zoals gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 maart 2001, 25 oktober 2002, 26 april 2003, 15 maart 2004 en 15 juli 2004, wordt na artikel 1septies, het nieuwe artikel 1octies ingevoegd, luidend als volgt : « Art. 1.octies. § 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « kinderverzorgingsartikel » : elk product dat bestemd is om de slaap, de ontspanning, hygiënische verzorging en de voeding van kinderen, alsmede het zuigen door kinderen, te vergemakkelijken;2° « speelgoed » : elk product zoals bedoeld in artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 4 maart 2002 betreffende de veiligheid van speelgoed. § 2. De volgende ftalaten (of andere CAS- en Einecs-nummers die betrekking hebben op de stof) : 1° bis(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP)CAS-nr.117-81-7Einecs-nr. 204-211-0; 2° dibutylftalaat (DBP)CAS-nr.84-74-2Einecs-nr. 201-557-4; 3° benzylbutylftalaat (BBP)CAS-nr.85-68-7Einecs-nr. 201-622-7; mogen niet worden gebruikt als stoffen of als bestanddelen van preparaten in concentraties van meer dan 0,1 % massaprocent van het week gemaakte materiaal in speelgoed- en kinderverzorgingsartikelen.

Dergelijk speelgoed en kinderverzorgingsartikelen die deze ftalaten bevatten in een hogere concentratie dan de hierboven genoemde grens, mogen niet op de markt worden gebracht. § 3. De volgende ftalaten (of andere CAS- en Einecs-nummers die betrekking hebben op de stof) : 1° di-"isononyl"ftalaat (DINP)CAS-nr.28553-12-0 en 68515-48-0 Einecs-nr. 249-079-5 en 271-090-9; 2° di-"isodecyl"ftalaat (DIDP)CAS-nr.26761-40-0 en 68515-49-1 Einecs-nr. 247-977-1 en 271-091-4; 3° di-n-octylftalaat (DNOP)CAS-nr.117-84-0 Einecs-nr. 204-214-7; mogen niet worden gebruikt als stoffen of als bestanddelen van preparaten in concentraties van meer dan 0,1 % massaprocent van het week gemaakte materiaal in speelgoed- en kinderverzorgingsartikelen die door kinderen in de mond kunnen worden gestopt. Dergelijk speelgoed en kinderverzorgingsartikelen die deze ftalaten bevatten in een hogere concentratie dan de hierboven genoemde grens, mogen niet op de markt worden gebracht. ».

Art. 3.Het koninklijk besluit van 12 maart 2003 betreffende het verbieden van het op de markt brengen van speelgoed en kinderverzorgingsartikelen die vervaardigd zijn van zacht PVC dat bepaalde ftalaten bevat, wordt opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 16 januari 2007.

Art. 5.Onze Minister bevoegd voor Consumentenzaken, Onze Minister bevoegd voor Volksgezondheid en Onze Minister bevoegd voor Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, B. TOBBACK

^