Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 december 2005
gepubliceerd op 07 februari 2006

Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen betreffende het op de markt brengen van producten

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006011002
pub.
07/02/2006
prom.
06/12/2005
ELI
eli/besluit/2005/12/06/2006011002/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen betreffende het op de markt brengen van producten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van bij de wet producten en diensten, inzonderheid op artikel 4, vervangen bij de wet van 4 april 2001 en gewijzigd bij de wet van 18 december 2002, op artikel 8, vervangen bij de wet van 18 december 2002, op artikel 19bis, 1°, ingevoegd bij de wet van 18 december 2002, op artikel 20,§ 1, 4, vervangen bij de wet van 4 april 2001 en gewijzigd bij de wet van 18 december 2002, en op artikel 23, § 1, vervangen bij de wet van 4 april 2001 en gewijzigd bij de wet van 26 juni 2000;

Gelet op de wet van 18 december 2002 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de veiligheid en de gezondheid van de gebruikers, inzonderheid op artikel 21, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 oktober 1968 tot aanduiding van de ambtenaren en beambten, belast met het toezicht op de uitvoering van de wet van 11 juli 1961 betreffende de onontbeerlijke veiligheidswaarborgen welke de machines, de onderdelen van machines, het materieel, de werktuigen, de toestellen en de recipiënten moeten bieden, alsmede van haar uitvoeringsbesluiten;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1977 tot vaststelling van de veiligheidswaarborgen welke bepaalde elektrische machines, apparaten en leidingen moeten bieden, inzonderheid op de artikelen 4 tot 7 en 9 tot 14, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 januari 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 september 1982 houdende bepaling van de procedureregels voor de vaststelling van de certificaten van overeenstemming van het elektrisch materieel met de geharmoniseerde normen betreffende zijn gebruik in een explosieve omgeving;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 juni 1989 houdende uitvoering van de richtlijnen van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake naadloze stalen gasflessen, naadloze gasflessen van niet-gelegeerd aluminium en van een aluminiumlegering en gelaste gasflessen van ongelegeerd staal, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 maart 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 juni 1990 tot uitvoering van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake drukvaten van eenvoudige vorm, inzonderheid op de artikelen 10 en 14 tot 17, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 mei 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 juni 1990 tot vaststelling van de veiligheidswaarborgen die de elektrische apparaten die worden gebruikt bij de uitoefening van de diergeneeskunde, moeten bieden, inzonderheid op de artikelen 4, 6, 7 en 9;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1992 betreffende de veiligheid van gastoestellen, inzonderheid op de artikelen 1, 5°, 8, 10, 11, 12, 14 en 15, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 januari 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 december 1992 tot uitvoering van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1989 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen, inzonderheid op de artikelen 13, 16 tot 19, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 mei 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 mei 1994 betreffende de elektromagnetische compatibiliteit, inzonderheid op de artikelen 7 tot 9, 11 en 13 tot 17, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 januari 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 maart 1995 betreffende de erkenning van instanties die aangemeld worden bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen voor de toepassing van bepaalde conformiteitsbeoordelingsprocedures, inzonderheid op de artikelen 1 tot 3, 9 tot 15, 18 en 21 tot 23, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1997 en 13 juni 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 mei 1995 tot uitvoering van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende machines, inzonderheid op de artikelen 8, 9 en 28 tot 32;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1995 betreffende het nemen van monsters tot opsporing en vaststelling van overtredingen van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van de consumenten, inzonderheid op de artikelen 1 tot 4;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot uitvoering van de richtlijn van het Europees Parlement en van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1995 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende liften, inzonderheid op de artikelen 9, 34 tot 38 en bijlage I, punt 2.2;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot uitvoering van de richtlijn van het Europees Parlement en van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 1997 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende drukapparatuur, inzonderheid op de artikelen 8, 16, 17 en 23 tot 27;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 juni 1999 tot vaststelling van de veiligheidswaarborgen welke de apparaten en beveiligingssystemen, bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen, moeten bieden, inzonderheid op de artikelen 7, 9 tot 11, 12, 14 en 15, 2°;

Overwegende dat werd voldaan aan de formaliteiten bepaald in de Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij, gewijzigd bij de Richtlijn 98/48/EG van 20 juli 1998;

Gelet op het advies van de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten, gegeven op 6 september 2004;

Gelet op het advies nr 38.099/1 van de Raad van State, gegeven op 28 april 2005;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken en van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het koninklijk besluit van 16 oktober 1968 tot aanduiding van de ambtenaren en beambten, belast met het toezicht op de uitvoering van de wet van 11 juli 1961 betreffende de onontbeerlijke veiligheidswaarborgen welke de machines, de onderdelen van machines, het materieel, de werktuigen, de toestellen en de recipiënten moeten bieden, alsmede van haar uitvoeringsbesluiten, wordt opgeheven.

Art. 2.In het koninklijk besluit van 23 maart 1977 tot vaststelling van de veiligheidswaarborgen welke bepaalde elektrische machines, apparaten en leidingen moeten bieden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 januari 1997, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het opschrift wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit betreffende het op de markt brengen van elektrisch materieel »;2° artikel 4 wordt vervangen als volgt : « Art.4 - De producenten zijn gehouden uitsluitend elektrisch materieel dat voldoet aan de bepalingen van artikel 3 op de markt te brengen. »; 3° de artikelen 5, 6 en 7 worden opgeheven;4° artikel 9, § 3, wordt opgeheven;5° een artikel 9bis wordt ingevoegd luidende : « Art.9bis - Voor de voor professionele doeleinden bestemde producten waarvan de etikettering dat professioneel gebruik aangeeft, die niet in de distributie ter beschikking zijn van de consumenten, en die slechts in een uitzonderlijk klein aantal op de arbeidsmarkt aangewend worden, mag afgeweken worden van de verplichting om de etikettering en, de door de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten voorgeschreven informatie, de gebruiksaanwijzingen en de garantiebewijzen op te stellen in de taal of talen van het taalgebied waar de producten op de markt worden gebracht. »; 6° in artikel 10 worden de woorden « de in artikelen 5, 6, 7 en 8 » vervangen door de woorden « de in artikel 8 »;7° artikel 11 wordt opgeheven;8° in artikel 12, § § 1, 2, 8 en 11 worden de woorden "Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren" vervangen door de woorden "Minister bevoegd voor Consumentenzaken";9° in artikel 12, § 3, worden de woorden « de in artikel 14 » vervangen door de woorden « de in artikel 19, § 1, van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten »;10° artikel 12, § 4, wordt opgeheven;11° in artikel 12, § 5, worden de woorden « Na ontvangst van het gunstig advies van de Commissie bedoeld in artikel 13 » vervangen door de woorden « Indien het onderzoek bedoeld in § 3 een positief resultaat geeft » en de woorden « Indien de commissie bedoeld in artikel 13 een negatief advies verleent over de erkenningsaanvraag wordt dit advies » door de woorden « Indien het onderzoek bedoeld in § 3 een negatief resultaat geeft, wordt de weigering »;12° artikel 12, § 7, derde lid, wordt opgeheven;13° in artikel 12, § 8, vervallen de woorden « na advies van de commissie bedoeld in artikel 13 »;14° in artikel 12, § 9, worden de woorden « overeenkomstig § § 3 en 4 » vervangen door de woorden « overeenkomstig § 3 » en vervallen de woorden « na advies van de commissie bedoeld in artikel 13 »;15° artikel 13 wordt opgeheven;16° artikel 14 wordt vervangen als volgt : « Art.14 - Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten. ».

Art. 3.Het koninklijk besluit van 9 september 1982 houdende bepaling van de procedureregels voor de vaststelling van de certificaten van overeenstemming van het elektrisch materieel met de geharmoniseerde normen betreffende zijn gebruik in een explosieve omgeving, wordt opgeheven.

Art. 4.Aan het koninklijk besluit van 12 juni 1989 houdende uitvoering van de richtlijnen van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake naadloze stalen gasflessen, naadloze gasflessen van niet-gelegeerd aluminium en van een aluminiumlegering en gelaste gasflessen van ongelegeerd staal, gewijzigd bij koninklijk besluit van 14 maart 2002, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het opschrift wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit betreffende het op de markt brengen van gasflessen »;2° artikel 3, opgeheven bij het koninklijk besluit van 14 maart 2002, wordt hersteld in de volgende lezing : « Art.3 - Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten. »; 3° artikel 4, opgeheven bij het koninklijk besluit van 14 maart 2002, wordt hersteld in de volgende lezing : « Art.4 - Voor de voor professionele doeleinden bestemde producten waarvan de etikettering dat professioneel gebruik aangeeft, die niet in de distributie ter beschikking zijn van de consumenten, en die slechts in een uitzonderlijk klein aantal op de arbeidsmarkt aangewend worden, mag afgeweken worden van de verplichting om de etikettering en, de door de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten voorgeschreven informatie, de gebruiksaanwijzingen en de garantiebewijzen op te stellen in de taal of talen van het taalgebied waar de producten op de markt worden gebracht. ».

Art. 5.Aan het koninklijk besluit van 11 juni 1990 tot uitvoering van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake drukvaten van eenvoudige vorm, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 mei 1995, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het opschrift wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit betreffende het op de markt brengen van drukvaten van eenvoudige vorm »;2° de artikelen 10 en 14 tot 16 worden opgeheven;3° artikel 17 wordt vervangen als volgt : « Art.17 - Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten. ».

Art. 6.Aan het koninklijk besluit van 18 juni 1990 tot vaststelling van de veiligheidswaarborgen die de elektrische apparaten die worden gebruikt bij de uitoefening van de diergeneeskunde, moeten bieden, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het opschrift wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit betreffende het op de markt brengen van elektrische apparaten die worden gebruikt bij de uitoefening van diergeneeskunde »;2° in de artikelen 4, tweede lid en 7, eerste lid, worden de woorden « bedoeld in artikel 9 » vervangen door de woorden « bedoeld in artikel 19, § 1, van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten »;3° een artikel 4bis wordt ingevoegd luidende : « Art.4bis - Voor de voor professionele doeleinden bestemde producten waarvan de etikettering dat professioneel gebruik aangeeft, die niet in de distributie ter beschikking zijn van de consumenten, en die slechts in een uitzonderlijk klein aantal op de arbeidsmarkt aangewend worden, mag afgeweken worden van de verplichting om de etikettering en, de door de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten voorgeschreven informatie, de gebruiksaanwijzingen en de garantiebewijzen op te stellen in de taal of talen van het taalgebied waar de producten op de markt worden gebracht. »; 4° artikel 6 wordt opgeheven;5° in artikel 7, tweede lid, worden de woorden « Minister die bevoegd is voor de Energie » vervangen door de woorden « Minister bevoegd voor Consumentenzaken »;6° in artikel 7, vijfde lid, vervallen de woorden « na advies van de speciale afdeling bedoeld in artikel 6 »;7° artikel 9 wordt vervangen als volgt : « Art.9 - Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten. ».

Art. 7.Aan het koninklijk besluit van 3 juli 1992 betreffende de veiligheid van gastoestellen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 januari 1996, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het opschrift wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit betreffende het op de markt brengen van gastoestellen »;2° de artikelen 1, 5°, 10, 12 en 14 worden opgeheven;3° in artikel 8 worden de woorden « Minister van Economische Zaken » vervangen door de woorden « Minister bevoegd voor Consumentenzaken »;4° artikel 11 wordt vervangen als volgt : « Art.11 - Indien er een ernstig vermoeden bestaat dat de toestellen de veiligheid van personen, huisdieren of goederen in gevaar brengen, kunnen de ambtenaren bedoeld in artikel 19, § 1, van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten, deze verzegelen in afwachting van de afhandeling van de procedure voorzien in artikel 5 van dezelfde wet. »; 5° artikel 15 wordt vervangen als volgt : « Art.15 - Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten. ».

Art. 8.Aan het koninklijk besluit van 31 december 1992 tot uitvoering van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1989 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 mei 1995, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het opschrift wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit betreffende het op de markt brengen van persoonlijke beschermingsmiddelen »;2° de artikelen 13, § 4, en 16 tot 18 worden opgeheven;3° het opschrift van hoofdstuk X wordt vervangen als volgt : « Hoofdstuk X.Toezichtsbepalingen »; 4° artikel 19 wordt vervangen als volgt : « Art.19 - Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten. ».

Art. 9.Aan het koninklijk besluit van 18 mei 1994 betreffende de elektromagnetische compatibiliteit,gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 januari 1996, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° artikel 7, § 4, wordt opgeheven;2° een artikel 7bis wordt ingevoegd luidende : « Art.7bis - Voor de voor professionele doeleinden bestemde producten waarvan de etikettering dat professioneel gebruik aangeeft, die niet in de distributie ter beschikking zijn van de consumenten, en die slechts in een uitzonderlijk klein aantal op de arbeidsmarkt aangewend worden, mag afgeweken worden van de verplichting om de etikettering en, de door de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten voorgeschreven informatie, de gebruiksaanwijzingen en de garantiebewijzen op te stellen in de taal of talen van het taalgebied waar de producten op de markt worden gebracht. »; 3° in artikel 8, § 1, vervallen de woorden « en na het advies te hebben gekregen van de afdeling « Elektromagnetische compatibiliteit » bedoeld in artikel 9 » en de woorden « na het advies van de afdeling « Elektromagnetische compatibiliteit » bedoeld in artikel 9 te hebben ingewonnen »;4° artikel 9 wordt opgeheven;5° in artikel 11, § 1, worden de woorden « de voor Verkeerswezen of Energie bevoegde Minister » vervangen door de woorden « de Minister van Mobiliteit of de Minister bevoegd voor Consumentenzaken »;6° artikel 11, § 3, wordt opgeheven;7° in artikel 11, § 4, worden de woorden « Na het gunstig advies van de afdeling EMC te hebben gekregen » vervangen door de woorden « Indien het onderzoek bedoeld in § 2 een positief resultaat geeft » en worden de woorden « Wanneer de afdeling EMC een negatief advies over de aanvraag tot erkenning uitbrengt, wordt dit » vervangen door de woorden « Indien het onderzoek bedoeld in § 2 een negatief resultaat geeft, wordt de weigering » en worden de woorden « voor Verkeerswezen en Energie bevoegde Ministers » vervangen door de woorden « de Minister van Mobiliteit en de Minister bevoegd voor Consumentenzaken »;8° in artikel 13 worden de woorden « de in artikel 16 bedoelde » vervangen door de woorden « de in artikel 19, § 1, van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten bedoelde » en wordt het derde lid opgeheven;9° in artikel 14 worden de woorden « De Ministers die de Energie en het Verkeer in hun bevoegdheid hebben » vervangen door de woorden « De Minister van Mobiliteit en de Minister bevoegd voor Consumentenzaken » en vervallen de woorden « na het desbetreffende advies van de afdeling EMC te hebben ingewonnen »;10° artikel 15 wordt opgeheven;11° in artikel 16 wordt het tweede lid van § 1 opgeheven en wordt § 2 vervangen als volgt : « § 2 - Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten.»; 12° in artikel 17 worden de woorden « De voor verkeerswezen en Energie bevoegde Ministers » vervangen door de woorden « De Minister van Mobiliteit en de Minister bevoegd voor Consumentenzaken ».

Art. 10.Aan het koninklijk besluit van 31 maart 1995 betreffende de erkenning van de instanties die aangemeld worden bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen voor de toepassing van bepaalde conformiteitsbeoordelingsprocedures, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 juni 1997 en 13 juni 1999, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° artikel 1, § 1, wordt vervangen als volgt : « Art.1. § 1 - Dit besluit is van toepassing op de instanties die door de Minister bevoegd voor Consumentenzaken worden aangemeld bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen voor het uitvoeren van de conformiteitsbeoordelingsprocedures. »; 2° artikel 1, § 2, wordt aangevuld met het volgende lid : « Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° minister : de Minister bevoegd voor Consumentenzaken; 2° overheidsdienst : de federale overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie. »; 3° in de artikelen 2, 3, 12, 14, 15, 18, 21 en 22 worden de woorden « de Minister van Tewerkstelling en Arbeid » vervangen door de woorden « de Minister »;4° in artikel 9 worden de woorden « de Directeur-generaal van de Administratie van de Arbeidsveiligheid van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid » vervangen door de woorden « de directeur-generaal van de algemene directie Kwaliteit en Veiligheid »;5° in de artikelen 10 en 23 worden de woorden « de Administratie van de Arbeidsveiligheid van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid » vervangen door de woorden « de overheidsdienst »;6° in artikel 11 worden de woorden « de directeur-generaal van de Administratie van de Arbeidsveiligheid van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid » vervangen door de woorden « de directeur-generaal van de algemene directie Kwaliteit en Veiligheid » en worden de woorden « van de Administratie van de Arbeidsveiligheid welke door de directeur-generaal van deze Administratie » vervangen door de woorden « die door de directeur-generaal van de algemene directie Kwaliteit en Veiligheid »;7° in de artikelen 13 en 14 worden de woorden « de Administratie van de Arbeidsveiligheid » vervangen door de woorden « de overheidsdienst »;8° in artikel 21 worden de woorden « de Directeur-generaal van de Administratie van de arbeidsveiligheid » vervangen door de woorden « de directeur-generaal van de algemene directie Kwaliteit en Veiligheid »;9° in artikel 22, § 3, worden de woorden « de Administratie van de Arbeidsveiligheid » vervangen door de woorden « de overheidsdienst » en de woorden « de directeur-generaal van de Administratie van de Arbeidsveiligheid van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid » door de woorden « de directeur-generaal van de algemene directie Kwaliteit en Veiligheid ».

Art. 11.Aan het koninklijk besluit van 5 mei 1995 tot uitvoering van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende machines, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het opschrift wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit betreffende het op de markt brengen van machines »;2° de artikelen 8, 9 en 28 tot 31 worden opgeheven;3° artikel 32 wordt vervangen als volgt : « Art.32 - Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten. ».

Art. 12.Aan het koninklijk besluit van 2 oktober 1995 betreffende het nemen van monsters tot opsporing en vaststelling van overtredingen van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van de consumenten worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het opschrift wordt vervangen als volgt : « koninklijk besluit betreffende het nemen van monsters tot opsporing en vaststelling van overtredingen van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten »;2° in artikel 1 worden de woorden « kunnen kosteloos monsters nemen » vervangen door de woorden « kunnen kosteloos de nodige monsters nemen »;3° artikel 2 wordt opgeheven;4° artikel 3, eerste lid, wordt vervangen als volgt : « De monsters worden van een etiket voorzien en zodanig verzegeld dat vervanging, wegneming of toevoeging van stoffen uitgesloten is.»; 5° artikel 4, § 1, punt e, wordt vervangen als volgt : « een verklaring dat de monsters werden verzegeld en van een etiket voorzien en dat eventueel één exemplaar ervan in bezit werd gelaten van de onder punt c bedoelde persoon;».

Art. 13.Aan het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot uitvoering van de richtlijn van het Europees Parlement en van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1995 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende liften, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het opschrift wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit betreffende het op de markt brengen van liften »;2° de artikelen 8, 9 en 34 tot 37 worden opgeheven;3° artikel 38 wordt vervangen als volgt : « Art.38 - Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten. ». 4° in punt 2.2 van bijlage I wordt het derde lid vervangen als volgt : « In uitzonderlijke gevallen evenwel,wanneer bovengenoemde oplossing, met name in bestaande gebouwen, niet uitvoerbaar is, worden andere passende middelen genomen om dit risico te voorkomen. Voor de aanvang van de installatiewerken moeten deze middelen door een aangemelde instantie erkend overeenkomstig de bepalingen van artikel 31 of artikel 32 voor de eenheidskeuring bedoeld in artikel 18, punt 4°, goedgekeurd worden. Het bewijsstuk van de onmogelijkheid wordt aan het technisch dossier toegevoegd. De installateur van de lift noteert dit samen met de referenties van de aangemelde instantie op de EG-verklaring van overeenstemming bedoeld in bijlage II, punt B. »

Art. 14.Aan het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot uitvoering van de richtlijn van het Europees Parlement en van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 1997 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende drukapparatuur, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het opschrift wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit betreffende het op de markt brengen van drukapparatuur »;2° in artikel 8 worden de woorden « Minister van Economie » vervangen door de woorden « Minister bevoegd voor Consumentenzaken » en vervallen de woorden « en na het advies te hebben ingewonnen van de Commissie bedoeld in artikel 24, § 3 »;3° in de artikelen 16 en 17 worden de woorden « Minister van Tewerkstelling en Arbeid » vervangen door « de Minister bevoegd voor Consumentenzaken »;4° de artikelen 23 tot 26 worden opgeheven;5° artikel 27 wordt vervangen als volgt : « Art.27 - Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten. ».

Art. 15.Aan het koninklijk besluit van 22 juni 1999 tot vaststelling van de veiligheidswaarborgen welke apparaten en beveiligingssystemen, bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen, moeten bieden, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het opschrift wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit betreffende het op de markt brengen van apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen »;2° in de artikelen 7, 11 en 12 worden de woorden « Minister tot wiens bevoegdheid de Energie behoort » vervangen door de woorden « Minister bevoegd voor Consumentenzaken »;3° in artikel 7, § 3, tweede lid, vervallen de woorden « na advies van de Commissie ingesteld bij artikel 9 »;4° de artikelen 9 en 14 worden opgeheven;5° in artikel 10, § 5, vervallen de woorden « en na advies van de Commissie ingesteld bij artikel 9 »;6° in artikel 11 worden volgende wijzigingen aangebracht : a) in § 3 worden de woorden « de in artikel 15 bedoelde » vervangen door de woorden « de in artikel 19, § 1, van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten bedoelde »;b) de §§ 4 en 5 worden opgeheven;c) in § 7 worden de woorden « bedoeld in artikel 15 » vervangen door de woorden « bedoeld in § 3 » en wordt het derde lid opgeheven;d) in de §§ 8 en 9 vervallen de woorden « na advies van de commissie bedoeld in artikel 9 »;7° artikel 15 wordt vervangen als volgt : « Art.15 - Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten. ».

Art. 16.Onze Minister bevoegd voor Consumentenzaken en Onze Minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 december 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^