Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 augustus 2021
gepubliceerd op 23 augustus 2021

Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 7 van het koninklijk besluit van 9 april 2007 tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2021203990
pub.
23/08/2021
prom.
06/08/2021
ELI
eli/besluit/2021/08/06/2021203990/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 AUGUSTUS 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 7 van het koninklijk besluit van 9 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/04/2007 pub. 17/04/2007 numac 2007022559 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden sluiten tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat wij de eer hebben Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft tot doel bepaalde welvaartsaanpassingen door te voeren die voorzien zijn in het voorstel van verdeling van de welvaartsenveloppes.

In het licht van het advies nr. 69.685/1 van 28 juni 2021 van de Raad van State en gelet op de gemaakte opmerkingen, wordt hierna enige toelichting gegeven.

Wat betreft de verhoging met 2 % van de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal 15 jaar geleden zijn ingegaan, voorziet artikel 1, 1° dat deze verhoging enkel van toepassing is op de pensioenen die ten vroegste zijn ingegaan na 31 december 2007.

Dat betekent dat er zowel bij de zelfstandigen als bij de werknemers geen enkele verhoging van de pensioenen van 15 jaar oud zal gebeuren voor 31/12/2022.

Wat betreft de verhoging met 2 % van de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal 5 jaar geleden zijn ingegaan, voorziet het koninklijk besluit een verhoging met 2 % op 1 juli 2021 voor de niet-minimumpensioenen van de werknemers die daadwerkelijk en voor de eerste maal zijn ingegaan in 2016 en op 1 januari 2022 voor de niet-minimumpensioenen van de werknemers die daadwerkelijk en voor de eerste maal zijn ingegaan in 2017.

Krachtens artikel 1, 3° zullen de zelfstandigen niet genieten van deze verhoging met 2 % van de niet-minimumpensioenen die zijn ingegaan in 2016 en 2017 voor de jaren 2021 en 2022.

Dit verschil wordt, in het licht van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, gerechtvaardigd door het feit dat: Het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen, in het kader van zijn advies van 30 april 2021 betreffende welvaartsaanpassingen, de nadruk wil leggen op de verbetering van alle proportionele pensioenen, en niet alleen op sommige pensioenen die zijn ingegaan tijdens doeljaren. Deze algemene verbetering is gerechtvaardigd, met name omdat de spanning tussen minimum- en maximumpensioenen vermindert.

De beslissing van de regering bestaat erin het advies van de sociale partners uit te voeren voor wat betreft de besteding van de welvaartsenveloppes. Dit koninklijk besluit beantwoordt aan deze doelstelling.

Bovendien, ook in het kader van de welvaartsaanpassing van de pensioenen, zullen de niet-minimumpensioenen van de zelfstandigen die voor 1 juli 2021 zijn ingegaan en die werkelijk betaald worden of betaalbaar zijn op 1 juli 2021, verhoogd worden met 1,7 % .

De niet-minimumpensioenen van de zelfstandigen die daadwerkelijk en voor de eerste maal zijn ingegaan in 2016 en 2017 zullen dus ook worden verhoogd, alleen zal het percentage licht verschillen.

De aandacht moet ook worden gevestigd op het feit dat voor de pensioenen die momenteel worden uitbetaald, er nog verschillen bestaan in de manier waarop het proportionele pensioen werd berekend op het niveau van het stelsel van de zelfstandigen in vergelijking met het stelsel van de werknemers, gezien de toepassing van de correctiecoëfficiënt in het stelsel van de zelfstandigen voor de loopbaanjaren voorafgaand aan 2021. Dat impliceert dus verschillende realiteiten op het niveau van de proportionele pensioenen die worden uitbetaald en dus maatregelen waarvan het toepassingsgebied verschilt binnen elk stelsel.

Tot slot voorziet artikel 1, 3° specifiek dat de bepalingen inzake de verhogingen niet van toepassing zijn op de pensioenen van de zelfstandigen voor de jaren 2021 en 2022. Het gaat om een tijdelijk verschil. De structurele verhogingen zullen opnieuw uniform van toepassing zijn na 2022.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Zelfstandigen, D. CLARINVAL De Minister van Pensioenen, K. LALIEUX

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving Advies 69.685/1 van 28 juni 2021 over een ontwerp van koninklijk besluit 'tot wijziging van artikel 7 van het koninklijk besluit van 9 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/04/2007 pub. 17/04/2007 numac 2007022559 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden sluiten tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden' Op 21 juni 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Pensioenen verzocht binnen een termijn van vijf werkdagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit 'tot wijziging van artikel 7 van het koninklijk besluit van 9 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/04/2007 pub. 17/04/2007 numac 2007022559 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden sluiten tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden'.

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 24 juni 2021. De kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Chantal BAMPS en Bert THYS, staatsraden, Michel TISON en Johan PUT, assessoren, en Greet VERBERCKMOES, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Brecht STEEN, eerste auditeur-afdelingshoofd.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Bert THYS, staatsraad.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 28 juni 2021. 1. Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, moeten in de adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan. In dit geval wordt het verzoek om spoedbehandeling in de adviesaanvraag gemotiveerd door: "le fait que l'arrêté royal en projet prévoit une augmentation des pensions des travailleurs salariés et des travailleurs indépendants au 1er juillet 2021. Premièrement, pour les pensions qui ont pris cours effectivement et au plus tôt le 31 décembre 2007 et, deuxièmement, pour les pensions qui ont pris cours effectivement et pour la première fois au plus tôt durant l'année 2016 ainsi que durant l'année 2017;

Qu'il importe par conséquent que le Service fédéral des Pensions puisse adapter ses programmes informatiques au plus tôt et procéder à l'exécution des tests préalables et ce, afin de garantir un paiement correct des pensions pour les personnes visées;

Que l'urgence ne permet donc pas d'attendre l'avis de la section de législation du Conseil d'Etat dans un délai de trente jours compte tenu notamment de la nécessité de prendre sans délai les mesures nécessaires". 2. Overeenkomstig artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, heeft de afdeling Wetgeving zich moeten beperken tot het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan. STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP 3.1. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt er vooreerst toe sommige werknemerspensioenen te verhogen, in het kader van de verdeling van de welvaarts enveloppe 2021-2022. Het gaat meer bepaald om de werknemerspensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal zijn ingegaan, hetzij ten vroegste op 1 januari 2016 en ten laatste op 1 december 2016, hetzij ten vroegste op 1 januari 2017 en ten laatste op 1 december 2017. Ze worden met 2 % verhoogd, respectievelijk op 1 juli 2021 en op 1 juli 2022.

Daartoe vult artikel 1, 2°, van het ontwerp artikel 7, § 1, van het koninklijk besluit van 9 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/04/2007 pub. 17/04/2007 numac 2007022559 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden sluiten 'tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaarts bonus aan sommige pensioengerechtigden' aan met een nieuw lid. 3.2. Daarnaast strekt artikel 1, 1°, van het ontwerp ertoe nogmaals1 de structurele verhoging van zowel de werknemerspensioenen als de zelfstandigenpensioenen "voor 15 jaar (...) ingegaan" met twee jaar uit te stellen. Daartoe wordt in artikel 7, § 1, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 9 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/04/2007 pub. 17/04/2007 numac 2007022559 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden sluiten het tijdstip waarna de betrokken pensioenen ten vroegste mogen zijn ingegaan, bepaald op 31 december 2007 (in plaats van 31 december 2005). 3.3. Ten slotte wordt erin voorzien dat de pensioenverhogingen bedoeld in artikel 7, § 1, voor de jaren 2021 en 2022 niet van toepassing zijn op een aantal pensioenen, onder meer de zelfstandigenpensioenen (artikel 1, 3°, van het ontwerp). 4. De ontworpen regeling vindt rechtsgrond in artikel 29, § 4, van het koninklijk besluit nr.50 van 24 oktober 1967 'betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers' en, voor zover het ontwerp ook wijzigingen aanbrengt in de pensioenregeling voor zelfstandigen, in artikel 35 van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 'betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen'.

ONDERZOEK VAN DE TEKST ALGEMENE OPMERKING 5. Tot nog toe was het mechanisme van de structurele verhoging van de pensioenen waarin artikel 7, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 9 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/04/2007 pub. 17/04/2007 numac 2007022559 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden sluiten voorziet, van toepassing op zowel de werknemerspensioenen als de zelfstandigenpensioenen.Uit het gewijzigde artikel 7, § 1, eerste lid, gelezen in samenhang met het nieuw ingevoegde artikel 7, § 2, tweede lid,2 volgt dat voor de jaren 2021 en 2022 geen structurele verhoging plaatsvindt voor de zelfstandigenpensioenen, al voldoen ze aan de voorwaarden die zijn opgesomd in artikel 7, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 9 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/04/2007 pub. 17/04/2007 numac 2007022559 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden sluiten.

Op de vraag naar een verantwoording voor het laten varen van de voormelde gelijke behandeling van beide categorieën, antwoordde de gemachtigde als volgt: "L'article 7, § 1, premier alinéa de l'arrêté royal du 9 avril 2007, tel qu'en vigueur actuellement, prévoit effectivement une augmentation structurelle de 2 % au mois de septembre de l'année considérée pour les pensions qui atteignent: [0095] Plus de 15 ans d'âge si la pension a pris cours au plus tôt après 2005. Ce qui signifie qu'une augmentation aurait été prévue en septembre 2021 tant pour les pensions d'indépendants et salariés (pour autant qu'ils répondaient aux conditions).

Toutefois, le projet d'arrêté royal qui vous a été soumis prévoit de modifier la condition de la date de prise de cours (article 1, 1° du projet d'arrêté royal): il s'agira dorénavant des pensions qui ont pris cours au plus tôt après 2007.

Cela signifie que tant chez les indépendants que chez les salariés, l'AR du 9 avril 2007 ne prévoit aucune augmentation des pensions de 15 ans d'âge avant 2023. [0095] Plus de 5 ans d'âge pour les pensions qui prennent cours après 2003. Ce qui signifie qu'une augmentation aurait été prévue en septembre 2021 pour les pensionnés 2016 et en septembre 2022 pour les pensionnés 2017 tant pour les indépendants que les salariés (pour autant qu'ils répondaient aux conditions). Toutefois le projet d'arrêté royal qui vous a été soumis (article 1, 2° du projet d'arrêté royal) prévoit que pour les travailleurs salariés l'augmentation n'est plus prévue en septembre mais uniquement en juillet 2021 et en janvier 2022.Il s'agit cependant des pensions des travailleurs salariés qui ne sont pas calculées sur base de la pension minimum garantie.

Les travailleurs indépendants ne bénéficieront pas de cette augmentation de 2 % des pensions non minimum ayant pris cours en 2016 et 2017 pour les années 2021 et 2022 (article 1, 3° du projet d'arrêté royal).

Il peut ainsi être justifié, à la lumière du principe d'égalité, que les pensions non minimum des travailleurs indépendants 2016/2017 ne soient pas augmentées de 2 % en 2021/2022 par le fait que: - Le Comité général de gestion pour le statut social des travailleurs indépendants a fait le choix dans leur avis du 30 avril dernier relatif aux adaptations bien-être (en annexe) de mettre l'accent sur l'amélioration de toutes pensions proportionnelles et pas uniquement sur certaines années ciblées. Ils justifient cette amélioration générale notamment vu que la tension entre les pensions minimum et maximum diminue; - Les pensions non minimum des travailleurs indépendants pour les cohortes 2016/2017 vont donc également être augmentées même s'il ne s'agit pas du même pourcentage (cf Projet d'arrêté royal portant adaptation au bien-être de certaines pensions dans le régime des travailleurs indépendants et avis du Conseil d'Etat n° 69.618/1 du 22 juin 2021). - Pour les pensions actuellement en paiement, il existe encore des différences dans la manière dont la pension proportionnelle a été calculée au niveau du régime des indépendants par rapport au régime des salariés (notamment vu le coefficient de correction). Cela implique donc des réalités différentes au niveau des pensions proportionnelles qui sont payées et donc des mesures dont le champ d'application est différent au sein de chaque régime. [0095] En ce qui concerne le futur, le projet d'arrêté royal prévoit spécifiquement que les dispositions concernant les augmentations ne s'appliquent pas pour les pensions des travailleurs indépendants pour les années 2021 et 2022. Les augmentations structurelles s'appliqueront à nouveau de manière uniforme après 2022." De Raad van State, afdeling Wetgeving, neemt akte van het antwoord van de gemachtigde. Omdat zij evenwel geen voldoende kennis heeft van de feitelijke gegevens die aan dat antwoord ten grondslag liggen, kan de afdeling Wetgeving niet effectief en met het vereiste inzicht toetsen of de gegeven verantwoording afdoende is in het licht van de grondwettelijke beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie. Wat dat betreft, moet dit advies dan ook met het nodige voorbehoud worden gelezen.

De griffier Greet Verberckmoes De voorzitter Marnix Van Damme _______ Nota's 1 Zie de wijzigingen die de koninklijke besluiten van 6 april 2008, 18 augustus 2010, 13 augustus 2011, 27 juni 2013, 20 juli 2015,18 juni 2017 en 17 mei 2019 reeds in artikel 7, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 9 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/04/2007 pub. 17/04/2007 numac 2007022559 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden sluiten hebben aangebracht. 2 Het nieuw ingevoegde artikel 7, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 9 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/04/2007 pub. 17/04/2007 numac 2007022559 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden sluiten luidt als volgt: "De bepalingen van paragraaf 1 zijn (...) niet van toepassing op (...) de pensioenen in de regeling voor zelfstandigen". Het is bijgevolg niet alleen paragraaf 1, zesde lid - waarvan de buitentoepassingverklaring overigens overbodig is, aangezien uit dat lid als zodanig al volgt dat de regeling niet geldt voor zelfstandigenpensioenen - maar de ganse paragraaf die tijdelijk buiten toepassing wordt verklaard.

6 AUGUSTUS 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 7 van het koninklijk besluit van 9 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/04/2007 pub. 17/04/2007 numac 2007022559 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden sluiten tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, artikel 29, § 4, ingevoegd bij de wet van 28 maart 1973 en vervangen bij het koninklijk besluit van 23 december 1996;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, artikel 35, hersteld bij de wet van 12 augustus 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/08/2000 pub. 31/08/2000 numac 2000003530 bron diensten van de eerste minister en ministerie van financien Wet houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen sluiten;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/04/2007 pub. 17/04/2007 numac 2007022559 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden sluiten tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 mei 2021;

Gelet op het advies van het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut van de zelfstandigen, gegeven op 27 mei 2021;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Federale Pensioendienst, gegeven op 2 juni 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 9 juni 2021;

Gelet op de uitzondering inzake het verrichten van de regelgevingsimpactanalyse, bedoeld in artikel 8, § 2, 2°, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse;

Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat het ontwerp van koninklijk besluit voorziet in de verhoging van de pensioenen voor werknemers op 1 juli 2021. In eerste instantie voor de pensioenen die daadwerkelijk en ten vroegste op 31 december 2007 zijn ingegaan, en in tweede instantie voor de pensioenen die daadwerkelijk en ten vroegste in 2016 en 2017 zijn ingegaan;

Dat het daarom van belang is dat de Federale Pensioendienst zijn informaticaprogramma's zo vlug mogelijk kan aanpassen en kan overgaan tot de uitvoering van voorafgaande testen en dit om een correcte betaling van de pensioenen aan de betrokken personen te garanderen.

Dat de hoogdringendheid het niet mogelijk maakt het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State binnen de dertig dagen af te wachten, in het bijzonder rekening houdend met de noodzaak om onverwijld de nodige maatregelen te nemen.

Gelet op het advies nr. 69.685/1 van de Raad van State, gegeven op 28 juni 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Zelfstandigen en van de Minister van Pensioenen en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 7 van het koninklijk besluit van 9 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/04/2007 pub. 17/04/2007 numac 2007022559 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden sluiten tot verhoging van sommige pensioenen en tot toekenning van een welvaartsbonus aan sommige pensioengerechtigden, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, 1°, worden de woorden "en ten vroegste na 31 december 2005" vervangen door de woorden "en ten vroegste na 31 december 2007";2° paragraaf 1 wordt aangevuld met een zesde lid, luidende: "In afwijking van het eerste en tweede lid worden, in de werknemersregeling, de pensioenen: 1° die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari 2016 en ten laatste op 1 december 2016 zijn ingegaan, verhoogd met 2 % op 1 juli 2021; 2° die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari 2017 en ten laatste op 1 december 2017 zijn ingegaan, verhoogd met 2 % op 1 januari 2022."; 3° paragraaf 2 wordt aangevuld met een tweede lid, luidende: "De bepalingen van paragraaf 1 zijn, voor de jaren 2021 tot en met 2022, niet van toepassing op de pensioenen bedoeld bij de artikelen 152 en 153 van de wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, op de pensioenen bedoeld bij de artikelen 33, eerste lid, en 34, eerste lid, van de herstelwet van 10 februari 1981 inzake de pensioenen van de sociale sector, op de pensioenen bedoeld bij artikel 7, § § 1 en 2, van het koninklijk besluit van 28 september 2006 tot uitvoering van de artikelen 33, 33bis, 34 en 34bis van de herstelwet van 10 februari 1981 inzake pensioenen van de sociale sector en op de pensioenen in de regeling voor zelfstandigen.".

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2021.

Art. 3.De minister bevoegd voor Zelfstandigen en de minister bevoegd voor Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te l'Ile d'Yeu, 6 augustus 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Zelfstandigen, D. CLARINVAL De Minister van Pensioenen, K. LALIEUX

^